Laat een spatje vreugde neerdalen op aarde
He menneer, mag ik papa zeggen tegen jou, want ik lig nu toch in uw armen, en kindjes liggen toch in papas armen he?
He menneer mag dat, want weet je k zou je iets willen vragen.
Papa, nu ik hier bij jou ben zou jij voor mijn mama en mijn papa daar beneden willen zorgen, zou je hun verdriet om mijn nu leeg staand bedje een beetje willen op uw schouders nemen?
Want ze zijn zo klein, zo breekbaar, ben bang dat ze het niet alleen aan zullen kunnen.
Om nooit meer mijn lieve lach te horen. Om nooit meer de moeten opstaan midden in de nacht, wanneer mijn maagje knorde van de honger. Om nooit meer mijn kleine handjes rond hun vinger geklemd de voelen. Om nooit meer mijn traantjes te moeten afdrogen.
Daarom vraag ik u menneer, wil jij vanavond hun eens een verhaaltje voorlezen zoals zij dat steeds deden voor mij. Wil jij even hun knuffel zijn in de nacht wanneer zij rusteloos liggen de draaien en de woelen omdat zij hun verdriet niet kunnen verwerken.
Toe menneer, mag ik papa zeggen, laat mijn traantje van vreugde een zegen zijn voor mijn mama en papa daar op aard, zodat hun traantjes van verdriet ook snel een traantje van vreugde zou kunnen worden.
Dat is al wat ik jou vraag papa hier in de hemel, dat zij eveneens mogen gelukkig zijn net zoals ik nu. Want t is goed vertoeven hier op die zachte wind zijn adem, t is goed verblijven in uw huisje klein, maar dat weten zij niet, dus laat hen een teken van mijn vreugde zien bij het ontwaken morgen vroeg. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
|