TEN EINDE TOExml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
De weg ten einde toe gaan en Thuiskomen, het waren twee gedachten die spontaan en gelijktijdig bij me opkwamen toen ik gisteren eerder een onverwachte lange fietstocht van om en bij de zestig kilometer had afgehaspeld. De weerman beloofde zon en na een te lange winter was het misschien wel een goed boek in te wisselen tegen de fiets, kwestie van stramme benen te vermijden, of zijn we dan toch ergens in de reclame getuimeld met allerhande slogans van de bekende medemens zoals 'start-to-run' of andere campagnes zoals deze van kom op tegen kanker waar iedereen wordt aangemoedigd meer te bewegen, dus ook op de fiets.
Gezien de fiets mijn vaste partner is sinds jaar en dag hoef ik die promotie niet, maar wel besef ik proefondervindelijk dat ik er toch maar weer wat moet gaan aan doen. O neen, geen dure fiets met alles erop en eraan. Neen gewoon de fiets op en weg
waar we uitkomen zien we dan wel weer. Laatste alleen maar bij goed weer, want meestal kan ik niet fietsen als ik geen doel voor ogen heb. Gisteren mezelf beloofd niet ver van huis weg te rijden, maar toch evenzeer alle drukke banen en autowegen te mijden. Maar helaas ik was pas vertrokken en door wegenwerkzaamheden kwam ik ongezien op een stuk autostrade terecht waar juist nog plaats genoeg was voor een fietspaadje. Néén, niet verder man en zie ik daar aan de linkerkant wel een bordje staan zeker, getekend Veldroute. Dus vlug rechtsomkeer gemaakt, de snelweg achter me latend, een kronkelend pad inrijdend en meteen de geur opsnuivend van verse aarde en mest. Veldroute was helemaal niet zomaar een naam want algauw kwam ik niet één enkele wagen meer tegen, zag ik koeien links en rechts van me van de eerste zon liggend te genieten. Af en toe stond een paard aan de kant van de weide, ook voor hen wellicht eindelijk terug buiten. Tractoren reden op en aan en ik hoor mijn vader zeggen: De boeren, ze voeren. Enkel even lichte paniek wanneer ik zo een tractor met aanhangsel in mijn richting zie afkomen, maar is het door het mooie weer of door wederzijds begrip, even aan de kant gaan staan of de boer die even halt houdt, een hoofdknikje, later een hand in de lucht, wat kan het leven mooi zijn.
En dat in alle rust en tevredenheid; zover ik kon zien geen mens te bespeuren. Ja, zoals ik het me al eerder afvroeg: waar zijn al die fietstoeristen? Bestaan ze eigenlijk wel?! Ik zou het echt niet weten. Ik heb slechts vier kinderen op de fiets gezien
Maar de route zelf was een openbaring, en dat zo dicht tegen eigen huis. Alleen, op een gegeven ogenblik heb je geen aanknopingspunt meer en heb je de indruk in rondjes te draaien maar dat is dan ook maar een indruk. Er waren ook geen andere invalswegen dan enkel het zeshoekig bordje te volgen. Maar het was genieten.
Nog niet echt zo ver van mijn vertrekpunt bemerk ik een lichtblauwe poort naast een vervallen hoeve. Was het een grote tegenligger die me daar halt liet houden ... maar hoe dan ook, terwijl ik daar stond te wachten, merkte ik naast het blauwe hek een binnenplaats waar een groot kruis was opgericht. Nadat ik mijn fiets veilig had geparkeerd merk ik dat ik eigenlijk voor een prachtige Lourdesgrot sta die blijkbaar een openluchtkapel is. Thuiskomen bij Maria en nu al dankbaar zijn en vragen voor een veilige aftocht, ook denkend aan hen die nu herstellend zijn van een ingreep.
De wegen slingerden zich verder door het landschap waar boeren druk bezig zijn. Maar waar ben ik nu eigenlijk en hoever van mijn huis verwijderd? Ik merk in elk geval dat ik al heel wat meer tijd heb gefietst dan ik me had voorgenomen, maar die bordjes werken als een drug. Af en toe zie ik een naambordje van een dorp of gemeente wat ik herken, maar nooit laten de bordjes me toe het centrum ervan binnen te rijden. Raar toch, zo dicht bij huis en er nooit aanbeland
Dus ook geen plas- of koffiepauze. Op een gegeven moment, ook turend en naar mijn uurwerk, begin ik me af te vragen of ik geen punt kan vinden dat me toelaat de weg en zo ook de afstand terug, in te schatten gezien het toch fris aan het worden is. En juist op dat ogenblik zie ik een naamplaat waarbij mijn hart een sprong overslaat. Ik ben veel te ver van huis gefietst, ben gedwongen de landweggetjes te verlaten om uit te zien naar een herkenningspunt wat me misschien nog verder van huis brengt. Gelukkig zie ik een man op de fiets die ik voorbij kan fietsen en inhalen en die me vriendelijk de weg wijst. Ik bedank vriendelijk voor de uitleg maar inwendig slaat alle opgedane geluk van voorbije uren om in een niet nader te omschrijven gemoedstoestand, want ik moet nog zeker dertien kilometer in vogelvlucht terug en ik ben nu al ruimschoots drie uur onder weg.
De kilte rukt aan mijn hemd en er zit me trouwens niets anders op dan een lange kaarsrechte baan te volgen, en dit op een uur waar mensen terug rijden van hun werk. Het wordt alleen nog maar erger wanneer ik nog een half uur toch langs die te mijden autostrade van in het begin moet fietsen, en dat terwijl vrachwagen na vrachtwagen langs me heen scheert
mijn goede benen laten het bijna afweten, ook dat is de weg ten einde toe gaan na zoveel mooie uren .. tot eindelijk de richtingsaanwijzer naar mijn stad opduikt, wat een verademing
verlangen naar warme koffie, naar thuiskomen.
De sleutel in het slot na vier uur fietsen en neerploffen, maar nagenieten in een vernieuwd interieur. Op deze tocht waren ook God zowel als Maria bij me
God in de natuur, zoals ik het me herinner als zestienjarige toen me gevraagd werd een misviering te laten voor te ebereieden om die door te laten gaan in een bos. Niets is echt veranderd. 'Thuiskomen' is een onbetaalbaar gevoel. Thuiskomen bij Maria is dat heel zeker. Daarmee gaan we straks samen de meimaand in.
|