|
Haast
Haast is een van de grootste dwalingen van deze tijd. Haast is in het laatste decennium van de 20ste eeuw verworden tot een statussymbool. Wie geen haast heeft, stelt niets voor; is maatschappelijk niet belangrijk. Niet alleen zakenlieden hebben haast, maar ook kinderen rennen uit school naar vriendjes, sportclubs, muzieklessen en ander sociale bezigheden.
De overheid heeft haast bijna tot beleid verheven. Onder het mom van emancipatie moet iedere volwassene aan het arbeidsproces deelnemen. Man, vrouw, gehandicapte, allochtoon, opa en oma; als het aan de overheid ligt moet iedereen aan de slag, en het liefst zo snel mogelijk.
Er is zo een maatschappij gecreëerd waarin het niet meer mogelijk is om met één werkende per gezin financieel een huishouden te kunnen runnen. Wie een koophuis of een huurhuis wil kunnen bewonen moet wel een dubbel inkomen hebben. Bovendien is door de overheid, met onder andere het motto 'een slimme meid is op haar toekomst voorbereid', een sociaal beeld geschapen dat een moeder die gewoon voor haar kinderen wil zorgen eigenlijk maar een kneusje is. Om over de huisman maar helemaal te zwijgen.
Bovendien heeft de doorgevoerde arbeidstijdverkorting niet geleid tot meer rust op de werkvloer. Het feitelijke gevolg is dat werkenden in kortere tijd dezelfde arbeid moeten verrichten, of zelfs meer. Want steeds verder doorgevoerde efficiëntie bij de overheid en in het bedrijfsleven heeft de druk op de werknemers flink verhoogd.
|