Zalig zij die zich kunnen ontspannen
en slapen zonder excuses te zoeken:
zij zullen hun evenwicht bewaren.
Zalig zij die met zichzelf
kunnen lachen:
ze blijven zich amuseren.
Zalig die een berg
kunnen onderscheiden van een molshoop:
ze zullen zich veel moeite besparen.
Zalig zij die kunnen bewonderen
en glimlachen:
hun weg zal zonnig zijn.
Zalig zij die denken voor ze doen
en bidden voor ze denken:
ze zullen heel wat stommiteiten vermijden.
Zalig zij die verstandig genoeg zijn
om zichzelf niet te ernstig te nemen:
ze zullen door anderen gewaardeerd worden.
Zalig zij jullie, als je in staat bent
het gedrag van anderen zo mild :mogelijk
te interpreteren, zelfs al heeft het de schijn tegen;
je zult beschouwd worden als naïevelingen
maar dat is de prijs van de naastenliefde.
Zalig zijn jullie vooral als je de Heer
kunt erkennen in alle mensen die je ontmoet:
dan heb je de wijsheid gevonden.
|