Lenteland rond de Oudenberg
Alles rust op het platteland. De gevoelige planten houden hun bladeren nog toegevouwen; de bloemen hun kelken nog gesloten, en schijnen als bezielde wezens, die met gesloten ogen, in vergetelheid gedompeld liggen.
Het is geen nacht meer en nog geen dag. Donker is de westenkim, ondoordringbaar. De oostenkim, als een doorschijnende waterplas, kleurt zich met een twijfelachtig licht. Van alle sterren blinkt er nog een enkele: haar naam is Lucifer, ze is de voorbode van de opkomende zon. Op de boorden van het bos, op de Oudenberg, hangt een mistgordijn. Maar ze klimt in de hoogte en heeft nu reeds de toppen van de bomen bereikt; weldra zal ze opstijgen en zichtbaar aan de hemel schijnen.
Als een ootmoedige dienstmeid, die stilzwijgend op het ontwaken van haar meesteres wacht, zo onthult de aarde zich met stilte, totdat haar meesteres komt. Een rode tint verft nu de lichtpoort, de morgenster verbleekt!
Daar schudt een zanglijstermannetje de dauwdruppels van zijn vederkleed. Hij verlaat zijn rusttak, wipt zich het luchtruim in en zet zich op de hoogste boom van de Oudenberg. Hij kijkt met een vreugdevolle blik naar het oosten en welhaast schijnt een deel van de zonneschijf hem in het oog, zijn keel ontsluit zich en hij zingt, in hoge en dan weer in lage tonen en met zilveren galmen, het daglicht tegemoet.
Gelukkige vogel, die de hemelfakkel eerder ziet dan wij! Het teken is gegeven; tientallen gevleugelde toonkunstenaars ontwaken, en honderden lofzangen verheerlijken de schepping. Zie de leeuweriken klimmen, klimmen steeds hoger, zij willen hun dankende stem dichter bij de goden doen klinken.
En daar verheft de zon zich boven de heuvel. Haar stralen glijden als een onmeetbare toverroede over het platteland: alles wat de stralen raken ontvangt leven en glans. Hoor hoe de zwaluwen kwetteren en de vinken hun morgengebed naar de Heer toesturen! Zie hoe de paasbloemen de ogen ontsluiten, hun kelken en kransen opendoen, alsof zij een straal van de zonnewarmte in hun hart willen vangen. En opeens klinkt er vanuit de kerktorens weer klokkengelui: Gegroet, o lenteland en een zalig Pasen!
Karel De Pelsemaeker.
Tags:Oudenberg. Lente. Vogelgezang.
|