Geraardsbergen het literair Wielrennerslandschap door De Pelsemaeker Karel.
Land van hard labeurende Flandriens. De Muur van Geraardsbergen,
Het Giesbaargs Muurken, de Mattetoarten, de Mastellen, de Marbol, de Matches, en ons Manneken-Pisj !
12-04-2012
Parijs-Roubais 2012 ...Tom de Tornado wint solo...
En Tom kust voor de vierde keer de Pavé van Parijs-Roubaux !
Het is zondagmorgen 8 april, 6u 45, en paaszondag. Terwijl ik de tafel dek voor het ontbijt sijpelt het koffieapparaat heet water op de koffie waardoor er een aangename koffiegeur in de keuken hangt. In plaats van een halve pompelmoes en een sinaasappel te persen, zoals gewoonlijk, breek ik een chocoladen paasei en stop enige brokjes in mijn mond. Het smaakt me heerlijk en het brengt me in een aangename sfeer van Pasen. Terwijl ik van een tas koffie geniet denk ik aan vroeger, aan toen we nuchter naar de mis van 8u 30 trokken. Iedereen ging toen nuchter naar de mis want zijn Pasen houden was toen nog verplicht om later in de hemel te kunnen komen.
Tot voor het Tweede Vaticaans Oecumenisch Concilie, dat van 1962 tot 1965 geleid werd door Paus Johannes XXIII, was te communie gaan nog een bijzonder moment, je mocht 4 uur voor het communiceren niet gegeten hebben. We moesten toen op de trede van de communiebank op beide knieën neergeknield zitten en met beide handen die onder het kleed, waarmee de communiebank bekleed was, een dienblad vormen. Boven het maagdelijke witte kleed werd de mond geopend waarbij de priester een hostie op je tong legde en zacht Dit is het lichaam van Christus prevelde. Terwijl de communicant ( dat is hij die deelneemt aan de communie) terug zijn plaats in de kerk innam werd de hostie voorzichtig naar binnengewerkt; je mocht niet bijten om de hostie te nuttigen. Een hostie wordt trouwens niet gegeten maar ontvangen. Ook nu nog, hoewel nu de hostie in je hand wordt gelegd, en je zelf het lichaam van Christus in je mond stopt, ontvangje de eucharistie.
Tot wanneer het ter communie gaan nog in de omgangsvorm van voor het concilie gebeurde, sloeg de communicant, wanneer hij terug op zijn kerkstoel zat, een ogenblik de handen voor zijn ogen. Dit om diep te kunnen bezinnen. Je mocht terwijl ook een wens doen: dat het bijvoorbeeld nooit meer oorlog zou worden, of dat iedereen op deze wereld dagelijks zou te eten hebben.
Terwijl ik met mijn gedachten in de 60-tiger jaren van vorige eeuw verdwaald was, vertelde de radio, heel duidelijk, dat het al 8u was en tijd is voor het ochtendnieuws: Vandaag gaat straks in Parijs de 110de editie van Parijs - Roubaix van start. Tom Boonen, die al een opvallend voorseizoen fietste, wordt vandaag het meest getipt als overwinnaar. Vertelde de verslaggeefster verder. Natuurlijk gaat Tom winnen, zei ik luidop tot mezelf.
Nog geen halfuur later belt m n gsm: het is mijn schoonbroer Bertrand. Zeg kun je om 1u klaarstaan? Ik kom je ophalen voor de koers! Omdat het een jaarlijkse gewoonte is om naar de Hel van het Noorden te gaan kijken in Camphin-en-Pévèle, dat juist voor Carrefour d Albre en op 20 km voor de aankomst ligt, wist ik heel goed wat hij bedoelde. Ja, ja, k zal gereed zijn antwoordde ik.
Zoals de traditie het wil reden we langs Lessen, lahamaide, Doornik en zo Frankrijk binnen.
Vanaf Doornik is het nog 15km rijden om het stille grensdorpje Camphin-en-Pévèle te bereiken. Het anders zo verlaten dorp in het zuiden van regio le Nord en Pas-de-Calais is vandaag een drukbezocht oord. Een parkeerplaats vinden blijkt een hele kunst te zijn. Uiteindelijk vinden we toch even buiten de dorpskom een plaats, na 10 minuten stappen komen we aan de kerk, waar een bestelwagen, met Belgische nummerplaat, uitgerust als frituur frieten verkoopt. Aan de andere kant van de kerk ligt Café Jupiler, een dorpscafé met een feestzaal aan. Dat is elk jaar, gedurende het Parijs-roubaix-gebeuren, de plaats waar we naartoe gaan. Je kunt daar, in de zaal samen met wielrennersupporters van over heel Europa op een groot tv-scherm de vreugde van de koers delen. Wanneer de koers dan de kasseien van het nabijgelegen dorp oprijdt, spoedt iedereen zich naar buiten om 300m verderop de koers in levende lijve te zien voorbijtrekken:het niet te evenaren spektakel, dat iedereen in beweging brengt en waarbij je in verschillende talen allerlei supporterskreten hoort. Dit jaar werd in alle talen Tom Boonen! geroepen. En wanneer Tom Tornado, alleen en met 1 en 30 voorsprong voorbijtrok wist iedereen dat er een nieuwe Monsieur Paris-Roubais geboren was!
We haasten ons naar het tv-scherm, niet alleen om onze vermoedens bevestigd te zien, maar vooral om samen met mensen van overal het jolijt van onze grote Flandrien te delen. Het werdde zaligste Pasen die ik ooit beleefde!
Alles rust op het platteland. De gevoelige planten houden hun bladeren nog toegevouwen; de bloemen hun kelken nog gesloten, en schijnen als bezielde wezens, die met gesloten ogen, in vergetelheid gedompeld liggen.
Het is geen nacht meer en nog geen dag. Donker is de westenkim, ondoordringbaar. De oostenkim, als een doorschijnende waterplas, kleurt zich met een twijfelachtig licht. Van alle sterren blinkt er nog een enkele: haar naam is Lucifer, ze is de voorbode van de opkomende zon. Op de boorden van het bos, op de Oudenberg, hangt een mistgordijn. Maar ze klimt in de hoogte en heeft nu reeds de toppen van de bomen bereikt; weldra zal ze opstijgen en zichtbaar aan de hemel schijnen.
Als een ootmoedige dienstmeid, die stilzwijgend op het ontwaken van haar meesteres wacht, zo onthult de aarde zich met stilte, totdat haar meesteres komt. Een rode tint verft nu de lichtpoort, de morgenster verbleekt!
Daar schudt een zanglijstermannetje de dauwdruppels van zijn vederkleed. Hij verlaat zijn rusttak, wipt zich het luchtruim in en zet zich op de hoogste boom van de Oudenberg. Hij kijkt met een vreugdevolle blik naar het oosten en welhaast schijnt een deel van de zonneschijf hem in het oog, zijn keel ontsluit zich en hij zingt, in hoge en dan weer in lage tonen en met zilveren galmen, het daglicht tegemoet.
Gelukkige vogel, die de hemelfakkel eerder ziet dan wij! Het teken is gegeven; tientallen gevleugelde toonkunstenaars ontwaken, en honderden lofzangen verheerlijken de schepping. Zie de leeuweriken klimmen, klimmen steeds hoger, zij willen hun dankende stem dichter bij de goden doen klinken.
En daar verheft de zon zich boven de heuvel. Haar stralen glijden als een onmeetbare toverroede over het platteland: alles wat de stralen raken ontvangt leven en glans. Hoor hoe de zwaluwen kwetteren en de vinken hun morgengebed naar de Heer toesturen! Zie hoe de paasbloemen de ogen ontsluiten, hun kelken en kransen opendoen, alsof zij een straal van de zonnewarmte in hun hart willen vangen. En opeens klinkt er vanuit de kerktorens weer klokkengelui: Gegroet, o lenteland en een zalig Pasen!
Het Krakelingenfeest, Tonnekensbrand en Walmkenbrand in Geraardbergen
Krakelingen en Tonnekensbrandin Geraardsbergen
Op één en dezelfde dag viert Geraardsbergen tweemaal feest : Krakelingen en Tonnekensbrand. De oudst bewaarde stadsrekening (1393) vermeldt reeds de onkosten voor het vuurfeest Tonnekensbrand, dat toen ook al door het stadsbestuur georganiseerd werd, en toen reeds een oud gebruik genoemd werd. Sindsdien vinden we de bewijzen van zowel Krakelingen als Tonnekensbrand ononderbroken terug in de stadsrekeningen, met uitzondering van de godsdienstoorlogen in de 16e eeuw en de Eerste en Tweede Wereldoorlog. In oorsprong zouden deze feesten Keltisch zijn.
Naar aanleiding van het Geraardsbergse Krakelingenfeest, schreef ik dit gedicht naar een Keltische mythe waarin Ker, een Keltische godin, in hoedanigheid van een witte zwaan over een duistere en mistige vijver vaart. Haar verschijning is zo verblindend mooi en innemend waardoor de Keltische hoogpriesters heel wat riviernamen verzonnen waarin Ker (Korè = meisje maagd), Cher of Jer voorkomen. Ook Geraardsbergen zou volgens keltologen van Ker, die bij de Germanen Gert of Geertrui werd en bij de Franken Gerard afkomstig zijn.
Ik ben verkozen als Dorpsdichter 2012 van ' Het Schone Galmaarden'.
Geachte heer De Pelsemaeker,
Beste Karel,
Ik mag u bij deze feliciteren met uw aanstelling tot zesde dorpsdichter van Galmaarden! We laten daar geen gras over groeien, omdat de tijd tussen de uiterste inzenddatum en de officiële voorstelling aan het Galmaardse publiek erg kort is dit jaar. En ook: zodra er een dorpsdichter bekend is, wordt die meestal aangezocht om "iets"
te doen op de jaarlijkse Pauwelviering (dit jaar:
29 januari) en op die manier krijgt onze kersverse dorpspoëet - u dus - wat meer tijd om iets uit zijn dichterlijke mouw te schudden.
Wij verwachten u alleszins op de uitreiking van de cultuurprijs van de gemeente, die jaarlijks de gelegenheid vormt waarop de nieuwe dorpsdichter officieel aan "zijn" gemeenschap wordt voorgesteld. Die uitreiking vindt plaats op zaterdag 21 januari ek., om 20 uur in het Baljuwhuis. Binnenkort krijgt u net als alle andere actoren een beknopt soort draaiboekje met het verloop van de uitreiking, zodat u weet wanneer u het ambt mag overnemen van Marleen De Smet. Op dat moment wordt van u beiden verwacht een kort gesprek te voeren over dichtkunst, over redenen om dorpsdichter te willen worden, over de gemeente enz. enz., u ziet maar; u wordt dan ook uitgenodigd om uw winnend gedicht voor te dragen.
Vriendelijke groet (en welkom in de DD-club),
Jan Heyvaert, ondervoorzitter cultuurraad Galmaarden en dorpsdichter 2009
De abstracte schilderkunst is op 18 november een eeuw oud
De vader van de abstracte kunst is Wassily Kandinsky, in 1909 stichtte hij met zijn vriend alexej von Jawlensky de " Neue Künstlervereinnigung München". Na een jaar verliet hij deze groep en richtte in 1911 met Franz Marc kunstenaarsvereniging " Der Baue Reiter" op. Deze tentoonstelling werd genoemd naar een eerder schilderij met ruiter (een blauw paard) van Kandinsky en naar de voorliefde voor paarden van Franz Marc, van het kleur blauw hielden ze allebei. Der Blaue Reiter werd ook de naam van een door deze groep uitgegeven almanak
In 1912 verscheen, van kandinsky, in twee opeenvolgende edities zijn belangrijke essay Über das Geistige in der Kunst. Op 18 december 1911 echter, werd de legendarische eerste tentoonstelling van de groep gelijkgestemde kunstenaars Der Blaue Reiter geopend, met werken van onder andere Franz Marc, Rousseau, Delaunay, Schönberg en Kandinsky zelf. Aan de bezoekers van de tentoonstelling werd een ietwat verwarrend beeld van de nieuwe schilderkunst aangeboden. Iedere schilder had namelijk een heel andere eigen stijl. Zelfs de welwillendste criticus had moeite om hun sprongen te volgen. Kandinsky en zijn vrienden hadden een genezing door de kunst voor ogen, en wel door diep ingrijpende, nieuwe en spirituele kunst, die ze in veel verschillende kunstvormen meenden te herkennen. Volgens Kandinsky drukte er op de moderne ziel, van toen, een angstaanjagende last, een opvatting die door vele denkers en kunstenaars uit die tijd werd gedeeld.
De abstracte kunst verwerp elke voorstelling van de zichtbare wereld. Deze benaming voor niet figuratieve kunst is geen stijl. Abstracte vormgeving bestond al eeuwen in de decoratieve kunst, maar verscheen pas in het begin van de 20ste eeuw in de schilder- en beeldhouwkunst en op verscheidene plaatsen en haast gelijktijdig.
De abstracte kunst ontstaat op twee mogelijke manieren. De eerste manier komt voort uit het vereenvoudigen van vormen uit de natuur en de oervorm. Dit soort abstractie is waar te nemen bij een aantal kunstenaars zoals Wassily Kandinsky, Robert Delaunay, Piet Mondriaan en kazimir Malevitch die rond 1910 de figuratieve kunst verlieten.
Een tweede manier is het samenbrengen van vormen, kleuren, lijnen en materialen in een compositie. Men gaat er dan van uit dat die elementen een eigen esthetische waarde hebben. Dit vormt de basis voor de meeste stromingen in de abstracte kunst.
Natuurlijk is er in de jaren 2000, of in de eeuw waar we nu in leven, niet opeens een totale breuk met het verleden opgetreden. Alle stromingen binnen schilderkunst van de 20ste eeuw die tot de actuele kunst behoren vinden gewoon hun voortzetting in de 21ste eeuw. Op de kunstmarkt bestaat daarnaast weer grote belangstelling voor jonge figuratieve schilderkunst; hoewel de van oorsprong Duitse schilderes Tomma Abts in 2006de Engelse Turnerprize wint met abstract geometrische schilderijen.
Michaël Borremans
Voor figuratieve kunst is er, in deze eeuw, een grote belangstelling voor Geraardsbergenaar Michaël Borremans, hij rekent de Spaanse hofschilder Diego Velàzquez, tot zijn grote voorbeeld. Velàzquez werd geboren in Sevilla, op 6 juni 1599 en stierf in Madrid op 6 augustus 1660. Hij was een Spaanse kunstschildersdie werkte als hofschilder van de Spaanse koning Filips IV, voor wie hij veel portretten van de koninklijke familie, evenals enkele religieuze schilderijen maakte.
Diego Velàzquez zijn werken zijn heel sterk gebaseerd op observatie, waardoor hij veel gemeen heeft met de Hollandse schildersschool van barok kunstschilders. Veder interesseerde hij zich voor alle facetten van het bestaan: voor het licht dat op een kruik, op een stuk stof of op een karaf met water valt, voor kleurnuances en schaduwen - maar vooral voor de blik in de ogen van mensen, voor de kleine trekjes rond hun mond, voor de lijnen in hun gezicht.
Karel De Pelsemaeker.
" Uit Knack van 20 juli2010: Paleis stelt schilderijen Borremans voor
Vanaf nu behoort ook het werk van de Gentse kunstenaar Michaël Borremans tot de vaste collectie. Zijn zes schilderijen en videowerk kregen een plaatsje in de drie gerenoveerde salons tussen de Troonzaal en de Empirezaal. Aangezien Borremans de opdracht zon vijf jaar geleden kreeg, had hij voldoende tijd om met zijn schilderijen in te spelen op de omgeving en de historiek van het Koninklijk Paleis. De kunstenaar kreeg volledig carte blanche.
Rechtzetting: Michaël Borremans is in Geraardsbergen geboren en opgegroeid. De man schildert het liefst in een net pak ( in za kostum).Dat is een ritueel: Ja,in vuile kleren kan ik geen goed werk maken - hoe netter het kostuum, hoe beter het schilderij.
De Muur van Geraardsergen uit de Ronde van Vlaanderen
Escape escapisme escapist en de Muur van Geraardsbergen
De woorden escape en scapism komen uit de Engelse taal. Ze werden vooraan in de 50-tiger jaren van de 20ste eeuw algemeen gebruikt in psychologische en in psychiatrische teksten. Dat heb ik onthouden van toen ik in het begin van de jaren 90 computerlessen ging volgen:
Linksboven het toetsenbord, of het keyboard, zit de Escapetoets: (Esc), met deze toets kun je het scherm, dat je voor je ziet, afsluiten; bijvoorbeeld bij computerspelletjes. Soms kom je via de escapetoets ook op een vorig scherm terecht.
Escape betekent: verlaten, vluchten, ontvluchten, ontsnappen. Van escape zijn ook de woorden escapisme en escapist afgeleid. Wie er voor het eerst escapisme gebruikte om aan te duiden dat iemand die de feiten in het leven niet wil aanvaarden en de werkelijkheid wil ontvluchten, heb ik echter niet kunnen achterhalen. Een escapist is dus iemand die aan vluchtzucht lijdt, die voor iedere vorm van verantwoordelijkheid op de vlucht slaat. Door de zaak eenvoudig te verzaken. Door uit te wijken naar een eigengemaakte wereld van fantasie en zelfbegoocheling. Door wat Alfred Adler Flucht in die Krankheid noemde. Ook het grijpen naar nicotine, alcohol, of naar drugs; het zich overgeven aan dagdromen kunnen verschijnselen zijn van het ziektebeeld escapisme. In een literaire en toch wel dubbelzinnige toepassing gebruikte de Engelse romanschrijver en criticus Cyril Vernon Connolly het woord al in 1939, in zijn autobiografie Enemies of Promise: Bijna zijn wij allemaal ten gronde gericht door de eerste escapist: Eva, en gered door de tweede, die de Ark van de Verbondsakte bouwde. Tegen het einde van WO II werd dit werk veel gelezen. Door Connolly is de psychiatrische term toen een literair modewoord geworden. Het Engelse escapism and escapist drong, met de vloedgolf van de Engelse literatuur die na de oorlog de rest van Europa overspoelde ook op het vaste land door o. a. in Duitsland, dat toen zijn Jahr Null beleefde, zoals die dramatische tijd in de herinnering van de Duitsers heet. Angelsaksische wederopvoeders verlangden van de Duitsers dat ze zich nu met hart en ziel aan de democratie zouden wijden, maar daarbij stuitten ze bij velen op wantrouwen en moeheid ten opzichte van alle ideologieën. Dat was eveneens het geval bij de meeste kunstenaars, voor wie in sommige gevallen abstracte kunst het mijden van ieder politieke of geestelijk engagement betekende en een vlucht uit de troosteloze werkelijkheid.Zo ontstond het verwijt van Eskapismus, een verduitsing van het Engelse escapism, tegen die kunstenaars die hun werk niet in dienst van een nieuwe maatschappij wilden stellen, maar er een goede toevlucht in zochten.
Bij ons gingen escapism en escapist spoedig tot modewoorden in literaire en kunstkritiek behoren. Tegenover de goddelijke deugd van het engagement stond de duivelse ondeugd van het escapisme. Wie niet zijn engagement bewees door een gedicht te schrijven over Vietnamese kindertjes of een lofzang aan te heffen op Che Guevara, werd als een burgerlijk escapist met de vinger nagewezen. Maar zo een vaart loopt het nu niet meer. De jaren 60 zijn al bijna een halve eeuw voorbij en escapisme heeft nog nauwelijks een ernstige betekenis. Behalve in Geraardsbergen!...
Daar ontsnapte er dikwijls op de wereldbekende Muur, tijdens de Ronde Van Vlaanderen, een renner uit het peloton. In 2010 nog verliet de Zwitserse Spartacus, Fabian Cancellara, onze nationale held Tom Boonen bij het beklimmen van deze kuitenbijter.
Ecapism en escapisten zijn woorden vanuit mijn tienertijd die de laatste weken terug door mijn geest spoken. Vooral wanneer ik aan die gasten uit Oudenaarde denk. Dat zijn mensen die de werkelijkheid ontvluchten, gedrogeerd door hun eigen visioenen waarin ze veel geld zien liggen, gaan ze in hun eigen fantasiewereld op. Ze zijn in der Flucht in die Krankheid beland en lijden aan Eskapismus, zou Alfred Adler vaststellen. Ziezo dit is mijn verhaal over The escaping of the Wall of Grammont.
Mark Cavendish is de kersverse wereldkampioen op de weg.
Mark Cavendish is de kersverse wereldkampioen op de weg. De Brit was na 266 km de beste en bleef in de niet te ontlopen massasprint Matthew Goss en André Greipel voor. Pim Ligthart was op plaats 21 de beste Nederlander.
Het koersverloop De 28 kilometer van Kopenhagen naar de omloop in het nabijgelegen Rudersdal werden afgelegd in een moordend tempo. De exoten in het 209 man grote peloton probeerden traditioneel weg te geraken, maar kregen geen ruimte. Bij het ingaan van de eerste ronde kreeg een zevental wel de zegen van het peloton. Oleg Chuzdha (Oek), Maxim Iglinsky (Kaz), Tanel Kangert (Est), Robert Kiserlovski (Kro), Pablo Lastras (Spa), Christian Poos (Lux) en Anthony Roux (Fra) vergaarden een maximale voorsprong van acht minuten.
Op 120 kilometer vonden enkele landen het tijd om de koers wat harder te maken. De Belgen Olivier Kaisen en Johan Vansummeren gingen samen met Simon Clarke (Aus), Yoann Offredo (Fra) en Luca Paolini (Ita) op zoek naar de zeven vluchters. De Nederlanders hadden andermaal de slag gemist.
Terwijl de vijf achtervolgers steeds dichter bij de zeven vooraan kwamen, werd er achter in het peloton hard gevallen. Blel Kadri (Fra) knalde met nog 80 kilometer te gaan in de hekken en nam een aantal renners mee in zijn val. Door deze valpartij werden ook Greg van Avermaet, Niki Terpstra, maar vooral titelverdediger Thor Hushovd opgehouden. Dit tweede peloton ging nog vol in de achtervolging, maar de Britten reden te hard om terug te kunnen keren. Voor Hushovd en de anderen was de koers op dat moment over en de Noor zou dus niet de kans krijgen om zichzelf op te volgen.
Bij het bereiken van de kaap van de 200 kilometer vonden Vansummeren en co. de aansluiting bij de kopgroep. Voor Poos ging het al snel te rap en hij moest de elf anderen laten gaan. Op kop van het peloton waren het nog altijd de mannen van Cavendish die het commando voerden. De voorsprong van de leiders, die ongeveer twee minuten bedroeg, begon door hun strakke tempo gestaag te slinken.
Toch probeerden diverse renners even later de sprong te maken. Bij deze pogingen lieten de mannen van bondscoach Leo van Vliet zich eindelijk ook eens van voren zien. Bauke Mollema en Pieter Weening kregen echter geen ruimte en ook een groepje met daarbij Björn Leukemans en Nick Nuyens geraakte niet weg. In de kop van de koers besloot Anthony Roux op iets meer dan twee ronden van het einde solo verder te gaan. De rest wordt ingelopen door het grote pak, waar de Britten met enige steun van de Australiërs nog altijd het tempo bepalen.
Met Roux in het vizier besluit ook Maarten Tjallingii zich te tonen. Maar ook hij kon weinig beginnen tegen de stroomtrein en werd al snel weer ingerekend. Als de moegestreden Roux op het punt staat gegrepen te worden gaan Klaas Lodewyck (Bel), thuisrijder Nicki Sørensen en Rouxs landgenoot Thomas Voeckler in de aanval. Zij weten wel een gaatje te slaan en hebben bij het horen van de bel twintig seconden te pakken.
Het korte klimmetje aan het begin van de omloop is voor Johnny Hoogerland het moment om alles of niets te spelen. Onze landgenoot levert een mooie inspanning en rijdt in één ruk naar de drie leiders toe. Het peloton zit ze echter kort op de hielen en op zeven kilometer van de finish is hun sprookje ten einde. Dan is voor iedereen wel duidelijk dat we naar een massasprint gaan en dus worden de snelle mannen door hun knechten naar voren geloodst.
In de laatste kilometers is het volop dringen geblazen en met nog twee kilometer te gaan, nemen de Australiers het zelfs over van de Britten. Bij het indraaien van de laatste bocht zit inderdaad goed en lijkt Lars Boom in vijfde positie ook mee te gaan sprinten. Boom zet ook als een van de eerste aan, maar aan alle kanten schieten ze hem voorbij. Over de hele breedte van de oplopende weg wordt er gesprint, maar tegen Mark Cavendish valt weinig te beginnen. De Brit duikt op 200 meter een gat in, versnelt en maakt het werk van zijn landgenoten fantastisch af.
Mark Cavendish wint voor Matthew Goss (Aus) en André Greipel, en bezorgt Groot-Brittannië 46 jaar na Tom Simpson weer de wereldtitel.
Niets kan het vervangen, steeds ga ik verlangen naar het gele gouden Noordzeestrand...
De Noordzee
Wie heeft er niet meermaals aan het Noordzeestrand gewandeld? Wie kan de indruk vergeten, die de woelende watermassa op hem maakte, toen hij die de eerste keer aanschouwde?Wie zal het niet erkennen, dat die indruk telkenmale vernieuwd en verlevendigd wordt, zo vaak als hij terugkeert naar zee? En welk een verscheidenheid ontwaren we op die schijnbare zo eenvoudige waterspiegel! Maar hoe zelden is hij inderdaad een spiegel, die als in een effen glas de drijvende wolkjes kalm terugkaatst. Doorgaans toch rimpelen zijn golven en verheffen de baren zich. Maar vaak vertoont hij zich in zijn volle woestheid en kracht zodat het schuim der branding rondspat in glinsterende gekleurde waterspatten die wel op edelstenen lijken.
Wil je de zee zien en genot hebben van dat schouwspel, begeef u dan niet naar de bedijkte kunst waar het krachtige mensenhand een kunstmatig leidsel heeft aangelegd. Maar wel naar waar je voeten wegzinken in het weke slib der wadden. Of waar hij geweldig op de klippen en de duinwanden beukt en de grondlagen van de hoogoprijzende zandheuvels door bestendig golfgeklots ondermijnt. Spoed je, in ons land althans, naar het westen, naar het door duinen beveiligde land, dat wij het Noordzeekust noemen.
Je staat aan het strand. Er waait een fris oostenwindje en de hemel is helder.Een blauwe grijsgroene gloed ligt over het golvende watervlak, en de zon spiegelt haar vrolijk in de hellende oppervlakten der golfjes, zodat deze als met een krans van stralen getooid door deze onafzienbare danszaal huppelen.Je keert naar de naaste duinen terug en zet je daar in het frisse groen neer, om dat heerlijke spel van zon, zee en bries gade te slaan. De zon begint haar te verschuilen, er vertonen zich wolken aan de hemel, en de bries verandert in een stijve bries en storm. Welk een wisseling van decor op de bühne van dat grote schouwspel! De watergolven krimpen veerkrachtig ineen voor de schonk van de windvlagen en schijnen zich, in de diepte, te willen verschuilen. Maar een moment later rijzen de golven als bergen weer omhoog. Deze verenigen zich vooral op zandbanken en op ondiepe plaatsen, waar de golf, in haar vaart belemmerd, door de achteraankomende golf wordt ingehaald en hun toppen vermengen zich met de lucht en vormen waterbellen, dietezamen een blinkend schuim worden. Een nieuwe brede golf zet aan je ziet ze naderen, ze raast en dondert en woelt en werkt, ze spant haar reuzenkrachten in en breekt op het harde strand, waar zij in duizenden droppen uit elkaar spat. Je hart kan een zekere beklemdheid verbannen, en het klopt sneller en sneller bij het aanschouwen van de gedurige herhaling van het toneel van woede en kracht.Je voelt de geringheid van het menselijk vermogen tegenover het reusachtige geweld van Moeder Natuur.
De toenemende storm zweept de wateren voort en de golfslag klotst en bonst op de indrukwekkende duinen, waarop je neerzit. De zee spoelt het zand ervan weg, dat door instorting van boven wordt aangevuld. Is hij een verstokte rover, die eeuwenoude zee, zodat hij zelfs de duinen niet onaangeroerd kan laten liggen? Wees rechtvaardig, de duinen zijn zn eigendom. Hij zelf heeft ze langzamerhand in de loop van duizenden en duizenden jaren opgeworpen; hij zelf heeft ze opgebouwd uit een schat van zandkorrels door rivieren, van bergen en land, meegesleept, en hem in bewaring toevertrouwd. Neen, hij is geen rover, hij gebruikt slechts wat hij zelf heeft gewrocht!
Moge de bemanning van het solide gebouwde en goed bestuurde vaartuig in volle zee, zich weinig bekreunen om de storm. Wee de pechhebbers, die bij het woeden van de orkaan lager wal zien en er hun onvermijdelijk einde te gemoed snellen. Zij wilden afhouden van de kust, maar het schip raakt zijn evenwicht kwijt, en de baren rollen donderend over de boorden, en het slingerde vaartuig gehoorzaamt niet langer aan het roer. De storm heeft het in zijn ijzeren armen geklemd en danst er woest mee op het water, hij springt er mee in de afgrond van het golvendal en gooit het met reuzenkracht op de top van een baar. Inmiddels nadert zeestorm meer en meer de kust. Zie je die witte strook, door hoge zwarte golven gedragen? Het is de branding, daaruit strekt zijn verlangen zicht uit, daar wil hij, als het speelzieke kind de brozen notendop, het schip, verpletteren en verbrijzelen op de zandbank, terwijl gehuil zich als een schimpgelach verheft bij de kreten van de rampzalige schipbreukelingen.
Maar ook van rustige taferelen kan je aan zee getuige zijn. Wanneer je tijdens de zomer, aan zee bent, en je bezoekt de zuidkant van onze kust; tijdens een zoele nacht bij heldere maneschijn wandel je daar, in de omgeving van De Panne en Duinkerke. Er heerst daar een volkomen stilte. De geuren van de duindoorns en kamperfoelie rijzen op en storten een zoete bedwelming over jou uit. Je hoort niets anders dan enige krekels en het wegrukken van het gras door enig rundvee, dat bij de zee heeft staan hongeren geurende de drukke hitte van de dag. En dan het gekrijs van enkele meeuwen, dan een dof, eentonig geraas in de verte, en een zacht gemurmel in de nabijheid. Dat geraas is de stem van de rusteloze Noordzee, dat gemurmel is het kabbelen van de golven langs de kust. In een ogenblik heeft een stilletjes voortspoedende wolk een bleek gordijn geweven voor het gelaat van de nachtvorstin. Daar werpt ze die sluier af en stort haar stralen uit in een zilveren streep, over de kalme oppervlakte van de zilte vloed. In die streep zie je op de ankerplaats enkele vaartuigen wiegelen bij de statige deining van het opkomende getij. Welk een vreedzaam tafereel! Wie het aanschouwt zal ondervinden, dat zelfs de hevigste woelingen in zijn hart langzaam bedaren.
Ja, de zee verschaft ons een tafereel van eindeloze afwisseling. Ze vertoont zich op verschillende uren van de dag, in verschillende seizoenen, bij heldere en bewolkte hemel, bij storm of kalme zee, in één woord bij veranderde omstandigheden met een volkomen ander voorkomen. Maar steeds is ze zij groot en indrukwekkend, altijd is zij verfrissend zowel voor lichaam als geest.
Wie over de zee schrijft of vertelt heeft zelfs de keuze om haar (zijn) genus te bepalen: ofhij of zij te gebruiken, want de zee is een van die woorden die zowel mannelijk als vrouwelijk kunnen zijn, maar waarvan er één de voorkeur heeft. En meestal wordt de voorkeur gegeven aan de vrouwelijke vorm. Hoewel, zeg het nu zelf eens, heeft onze stomende Noordzee niet meer weg van een oude bange rover dan vaneen lieve oude oma?
Op woensdag 31 augustus gaat naar aanleiding van de kermis de 94e Stadsprijs Geraardsbergen door. Het is de oudste Kermiskoers van het land.
Stadsprijs Geraardsbergen werd 11 keer gewonnen door renners uit eigen streek: 1 keer door Geraardsbergenaar Albert Ritserveldt ( Ophasselt ) 1 keer door Geraardsbergenaar Rudy Pevenage ( Viane - Moerbeke) 1 keer door Lierdenaar Emiel Faingnaert (Sint-Martens-Lierde) 1 keer door Brakelaar Robbie McEwen (Australië) en 7 keer door Lierdenaar Ferdi Van Den Haute ( Deftinge) 1946 Albert Ritserveldt -Geraardsbergen Ophasselt 1949 Emiel Faingnaert - Lierde Sint-Maartens-Lierde 1977 Ferdi Van Den Haute - Lierde Deftinge 1978 Ferdi Van Den Haute 1980 Ferdi Van Den Haute 1982 Rudy Pevenage - Geraardsbergen Moerbeke 1983 Ferdi Van Den Haute - Lierde Deftinge 1984 Ferdi Van Den Haute 1985 Ferdi Van Den Haute 1986 Ferdi Van Den Haute 2005Robbie McEwen - Brakel Everbeek ( Australië )
6 juli 2004: de Ronde van Frankrijk trekt door Geraardsbergen
Le Tour de France
langs Vlaamse Wegen.
Heldere zonneschijn weerkaatst op akkers
tijdens een wandeling langs bloeiende
korenvelden, alleen de stilte is te horen.
Niets wordt verstoord, wattige wolken
hangen roerloos aan het blauwe zwerk.
In grasborders langsheen de veldwegen
bengelen de grasklokjes geluidloos.
Even zingt een geelgors vastberaden
In concerto grosso:
tsietsie tie tzuuuh.
Tata ta taa.
De horizon wervelt in de midzomerhitte,
vlinders fladderen over de heldere kleuren
van witte kamille, rode papavers en blauwe
korenbloemen. Het kleurenspektakel en
het gezang roepen herinneringen op,
aan le Tour de France langs Vlaamse
wegen. Toen Beethovens vijfde symfonie
over de velden klonk: Ro da nia.
Tata ta taa.
Tsietsie tsie tzuuuh.
Karel De Pelsemaeker
Ik schreef dit gedicht met het gezang van de geelgors in mijn achterhoofd:
tsietsie tie tzuuuh.Een geluid dat Beethoven had gehoord vooraleer hij zijn
Vijfde symfonie schreef met het gekende Tata ta taa.
Dit deuntje werd zo bekend zodat ook het uurwerkenmerk Rodania het als reclamespot ging gebruiken, we kennen het allemaal als Ro da nia.
Op het tijdstip dat de Ronde gereden wordt, zingen de geelgorzen langs stille wegen uit volle borst.
GERAARDSBERGEN - De Ronde van Frankrijk komt dinsdag 6 juli onder meer in Geraardsbergen voorbij. Het staat nu vast dat de renners pal door het stadscentrum komen en na een lus met de beklimming van de Oude Steenweg als hoogtepunt opnieuw via het centrum de stad verlaten.
Op 6 juli rijden de renners van Waterloo naar Wasquehal. Organisator Jean-Marie Leblanc brengt met deze rit een eresaluut aan de Ronde van Vlaanderen want hij stuurt de renners via aankomstzone Meerbeke naar Geraardsbergen, een van de breekpunten van 'Vlaanderens mooiste'.
Gisteren hadden burgemeester Guido De Padt, schepen Eric Spitaels en de politie een eerste vergadering als voorbereiding op de doortocht. Daarbij werd ook het parcours van de rit bekendgemaakt. De renners starten in Waterloo, komen in Meerbeke voorbij maar gaan niet door het centrum van Ninove. Wel wordt via de Brakelsesteenweg en de Aalstsesteenweg naar het centrum van Geraardsbergen gefietst.
Langs de Astridlaan gaat het aan het kruispunt met de Oudenaardsestraat naar de Grotestraat. Dan begint een lange klim via de Brugstraat, Markt, Vesten en Oude Steenweg. Via de Guilleminlaan keren de renners dan terug naar het stadscentrum en rijden ze door de Verhaegenlaan en Lessensestraat.
De Groteweg vormt de aanloop naar het Henegouwse gedeelte van de rit. Tijdens de doortocht van de Ronde wordt de stad 4 uur volledig verkeersvrij gehouden. En het parcours wordt nog in detail onderzocht op onder meer gevaarlijke verkeerspaaltjes. Bij de passage van de renners staat de veiligheid immers voorop.
Geen Muur
De renners laten de Muur links liggen. Ook bij vorige edities werd de kasseibult niet beklommen. De organisatoren van de Ronde willen geen risico's nemen: het gewriemel van de renners op de kinderkopjes met mogelijke valpartijen tot gevolg en het feit dat de sportdirecteurs niet met de wagen over de kasseiheuvel mogen, sluit de Muur uit de Ronde.
Eric Spitaels, schepen van Feestelijkheden en Toerisme, is in zijn nopjes over de parcourskeuze. ,,We komen er heel wat beter af dan Ninove. Daar komen de renners enkel over de Halsesteenweg en niet door het stadscentrum. In Geraardsbergen passeert de ronde zelfs twee keer door het centrum. De werkgroep die de feestelijkheden omtrent de doortocht voorbereidt, kan nu van start gaan. Er zijn al plannen voor een Rondedorp op de Vesten.''
Voor de Geraardsbergenaars wordt 6 juli in elk geval een wielerhoogdag.
In de 3e etappe van de Tour de france 2011 vormt de winnaar met zijn vingers een W van Wouter Weylandt! En heel mooi gebaar Tyler, we zijn je dankbaar
De Derde etappe in de Tour de France 2011 werd gewonnen door Tyler Farrar
Tyler Farrar maakt het W-teken
Tyler Farrar had juist genoeg voorsprong in de massasprint om met zijn handen een W te vormen.
Nooit meer zal de Amerikaan zomaar blij kunnen zijn met een overwinning, hoe belangrijk ook. Altijd zullen de gedachten tijdens een huldiging bij boezemvriend Wouter Weylandt zijn. De Belg kwam op 9 mei om het leven tijdens een crash in de Giro d'Italia, bijna twee maanden later won Farrar in Redon zijn eerste Toursprint. Voor Wouter. Het kon allemaal niet op. Een ploegmaat, Thor Hushovd, in het geel. Een dag eerder nog winnaar van de ploegentijdrit met zijn maatjes van Garmin-Cervélo. Dan zelf winnen. Bovendien is de vierde juli ook nog eens een feestdag in Amerika, Independence Day, onafhankelijkheidsdag. "Lucky me", zei Farrar besmuikt. Je zag zijn gedachten wegdeemsteren. Ongecompliceerd genieten is er niet meer bij. De afgelopen twee maanden waren horrible geweest. Vreselijk. "Ik heb een hoop ups en downs gehad." Farrar (27) had zelden zin om te fietsen. "Ik had wel andere dingen aan mijn hoofd." Dat is natuurlijk ook niet vreemd als je beste vriend is omgekomen. "Gelukkig legde de ploeg me geen druk op, kreeg ik alle tijd." Maar, besefte Farrar ook, de enige manier om Weylandt een mooi eerbetoon te geven, was door een overwinning te boeken.
Tyler Farrar de Amerkiaanse Gentenaar was de vriend van Wouter Weylandt
De Amerikaan Tyler Farrar heeft in Redon de derde rit gewonnen. Grote namen als Cavendish, Boonen en Petacchi kwamen er door een valpartij in de laatste bocht niet aan te pas. Het is na de ploegentijdrit de tweede zege voor Garmin-Cervélo. Farrars ploegmaat Thor Hushovd blijft in het geel. Net als zaterdag in de eerste rit duurde het niet lang voor het peloton een groepje liet wegrijden. Niki Terpstra, Ruben Perez, Maxime Bouet, José Ivan Gutierrez en Mickaël Delage waren de gelukkigen (foto). Terwijl de leiders vlamden, wandelde het peloton. De voorsprong klom razendsnel boven de acht minuten. Na 104 kilometer zorgde de tussensprint toch voor wat opwinding. Cavendish won die, maar moest de punten later inleveren wegens een kopstoot. Tyler Farrar mengde zich niet in de supersprint. Na de rit bleek dit de juiste gok. De nervositeit in de aanloop naar de supersprint zorgde ervoor dat de bonus van de vijf vluchters snel slonk. Omdat de renners iets te rap ingelopen dreigden te worden, remde het peloton wat af. Delage sprokkelde onderweg, nota bene op een brug, één puntje voor de bolletjestrui. De Fransman komt hiermee op gelijke hoogte met zijn boezemvriend Gilbert, maar de Belg blijft wel aan de leiding van het bergklassement. Op 15 kilometer van de eindstreep in Redon nam HTC, de ploeg van Cavendish, zijn verantwoordelijkheid. De laatste twee vluchters werden zes kilometer verder ingerekend. Net voor de laatste kilometer probeerde Marco Marcato het nog even. Maar ook hij kon niet aan de greep van het peloton ontkomen. De Fransman Samuel Dumoulin viel in de laatste bocht, waardoor een aantal sprintfavorieten teruggeslagen werden. Gele trui Hushovd bracht Farrar in de perfecte positie. Voor Farrar iss het zijn eerste ritzege in de Tour, uitgerekend op de Amerikaanse feestdag. Hij won voor Feillu en Rojas. De Spaanse kampioen neemt ook het groen over van Philippe Gilbert, die dus wel de bolletjestrui behoudt.
De renners hebben Redon bereikt na 198 km gefietst te hebben en daarmee is de derde etappe geëindigd. Een gevaarlijk stukje met smalle wegen, spoorwegen en bruggen. Als je achterin het peloton zit, is het bijna al niet meer mogelijk om naar voren te komen. Maar natuurlijk was het wel een prachtige massasprint, die uiteindelijk is gewonnen door Farrar. De volledige uitslag van de derde etappe van de Tour de France 2011 zullen we hier zoals je gewend bent weer plaatsen!
De volledige uitslag van de derde etappe van de Tour de France 2011 zullen we hier zoals je gewend bent weer plaatsen!
De ploegentijdrit in de Ronde van Frankrijk is weer terug. Zondag 3 juli moeten de 22 formaties het in de Tour tegen elkaar opnemen over een afstand van 23 kilometer, met start en finish in Les Essarts. De afstand is beperkt, maar de schade kan groot zijn. De reële verschillen worden doorberekend in het algemeen klassement. 'Het is zondag meteen een belangrijke dag', zo keek Robert Gesink vrijdag vooruit naar het ploegenspel op de tweede dag. 'Ik heb er wel vertrouwen in, we hebben met Lars Boom en Maarten Tjallingii mannen die hard kunnen fietsen. Zeker over zo'n afstand. Je stelt de ploeg erop in.' De Rabobankploeg won dit jaar in de Tirreno-Adriatico een ploegentijdrit. Van de huidige tourploeg maakten alleen Gesink en Boom die winst mee. In Italië ging het toen over 16,8 kilometer. Rabobank bleef de ploegen Garmin-Cervélo en HTC-Highroad voor, zondag ook grote kanshebbers. 'De ploegentijdrit is een puzzel die je moet oplossen', zegt Rabo-ploegleider Adri van Houwelingen over het fenomeen dat vorig jaar ontbrak en in de jaren zeventig en tachtig het domein van de ploegen van wijlen Peter Post was. ,,Je moet de juiste volgorde weten te bepalen. Geen kleine renner voor een lang iemand bijvoorbeeld.'' Lars Boom moet zondag één van de bepalende krachten in de Raboploeg zijn. Hij zal niet voorop starten. 'Ik ben iemand die heel fel start. In een gewone tijdrit ga ik de eerste kilometer al volle bak. Dan is er winst te behalen. In de ploegentijdrit is goed overleg geboden. Wat kleinere renners als Juanma Garate en Carlos Barredo moet je op een goede plek neerzetten. In de Tirreno startte Sebastian Langeveld als eerste, ik als tweede. Dat ging vrij pittig, maar was door de jongens goed te verteren.' Ook Andy Schleck (Leopard-Trek) keek vandaag al vooruit naar de tweede dag. De Luxemburger heeft in Fabian Cancellara de aanjager van het team. De Zwitser geldt als tijdritspecialist. 'Als ploeg kijken we ernaar uit. Ik zal nooit Cancellara worden, maar tijdritten rijden kun je wel trainen. Het zijn lange wegen waar hard gereden kan worden. Ik verwacht niet dat de verschillen groot zullen zijn.'
2 Juli Philippe Gibert naar zege en gele trui in de Tour de France
Philippe Gilbert naar zege en geel
MONT DES ALOUETTES,wielrennerminnend België had de datum alvast aangekruist en Philippe Gilbert bediende zaterdag iedereen op zijn wenken. De coureur die in het voorseizoenvier klassiekers op zijn palmares schreef greep bij de start van de Tour de France de ritzege en de gele strui.
Of Gilbert er lang van zal genieten is zeer de vraag, met3 julidie ploegentijdrit over 23 kilometer op het programma. De beste renner van de ploegOmega Pharma-Lotto zat er zaterdag niet mee. Hij had zijn wens ingewilligd. De aankomst was op zijn lijf geschreven met een niet al te zware klim in de laatste kilometers. Als Gilbert gaat, kan niemand in het peloton hem volgen. Dat bleek al eerder dit seizoen, toen hij de Brabantse Pijl, de Amstel Gold Race, de Waalse Pijl en Luik-Bastenaken-Luik zonder bedreiging op zijn naam schreef. Dat hij in topvorm zit, liet hij een week geleden merken doorBelgisch kampioen te worden. Zaterdag werd hij op de klim van Mont des Alouettes verwacht. Het was zijn aankomst. De aanval van Fabian Cancellara op het eind had hij verwacht, daarna nam de Waal zelf het initiatief. Niemand kan hem op dit terrein volgen, zei wereldkampioen Thor Hushovd. De rappe Noor reed voor de derde plaats.
Gilbert was gemotiveerd. Nooit eerder won hij een rit in de Tour en het geel dragen was de toprenner in het Tourspektakel ook niet gegund. Dit was mijn kans op een ritzege en het geel. Een droom voor mij, zei Gilbert na de overwinning. Het is ook een mooi verjaardagscadeau voor mijn vrouw. Vertelde hij verder.
Gilbert had zich in de aanloop naar de Tour geërgerd aan het feit dat zijn naam opdook in de affaire rond landgenoot Wim Vansevenant. De ex-renner werd dinsdag verhoord nadat de douane van het vliegveld van Zaventem twee weken eerder een verdacht pakje had onderschept. Daarin zat een nieuw geneesmiddel voor dieren. Het product zou zowel de spiermassa doen toenemen als het uithoudingsvermogen verbeteren. Gilbert waserg boos over dit bericht. Zaterdag was hij een stuk beter geluimd. Gilbert beahaalde le maillot jaune, maar veroverde meteen ook de bolletjes- en puntentrui. Spijtig van die ploegentijdrit zondag , maar we zien het wel of ik lang van dat geel zal genieten?