Vrijheid
Als de zee hobbelt, de golven kopjes
boetseren,
windvlagen schuimwolken printen, mijn
boot,
onder zijn witte zeilen, zwaar
slokkend,
ruisend zingt, voel ik hoe één ik met
dit alles word,
als klank in groenbruine kleur
gegoten, als zonlicht,
op een gouden, door golfdruk
gerimpelde plaat, die,
stromingsgewis met en onder de zeilboot,
er soms,
onrustig met me vandoor gaat.
Naakt ben ik, gelijk de
natuurlijkheid der dingen,
onbehouwen ook, al een naturist, die
lichamelijkheid,
kruis bestuift, met de rijkdom van
zijn zinnen,
boot en mens, als een drachtige
dolfijn,
vrolijk springend op de watergrens,
gelukzaligheid zonder schijn
!
Noch het stampen, noch het hellen of
het rollen,
van mijn drijvend onderkomen, noch de
wind of,
de stroming kunnen me beroven van dit
vrijheids-
gevoel, van deze vorm van enkel Zijn
dat wat er is.
Ik , de wind en het water, als een
eukinetisch dansen,
op en vanuit, dit zijnszijnde Zijn.
Hier voel ik op welke wijze, ik van
mijn geliefde houd,
hoe wij versmolten in elkanders
wezen, grenzeloos,
dit verenigd zijn beleven, terwijl er
niets is,
dat wij moeten vrezen.
Huub Onzia 27-06-2013
|