Bewegingsfluisterende gedachtendans Welkom op mijn Blog over: "Mind Talks" en "Body Blues" of: "dansende kleuren"... .
19-09-2008
Deel 4 rivers Deben en Orwell
luchtmacht. We gaan ook nog even tot aan het clubhuis, waar we een voorlopige code krijgen, omwille van het late uur van inkomen.
We ruimen op, kuisen zowaar zelfs, omdat morgen Eriks vader aan boord komt om met ons mee te varen naar Brugge. Dat dit samenvalt met de verjaardag van onze captain is dan ook een treffer. We gaan naar bed op een gezegend uur, en werden door Wouter aangemaand, met ons drieën buiten in de kuip te slapen. Zo geschiedde . Hoofdkussen nat, rugzijde slaapzak nat, T-shirt klam, geen manoeuvreerruimte. Erik op een bank, Wouter op de kuipbodem, ja waarlijk, ik voel me als een bangelijke hond in een porseleinenwinkel.Maar, de nacht was bijzonder, de lucht heerlijk en fris, de geluiden vrij aangenaam, kortom, het leek me allemaal doenbaar . Bij het ochtendkrieken nam ik wat fotos van de opkomende zon. Licht is iets heel belangrijk in mijn leven, en daar is een reden voor, die ik hier niet verder uit de doeken doe. Ze is heel verreikend voor wie er voeling kan mee hebben. Ze kan ook belastend zijn, vandaar. We lagen op een leuke plaats, met naast ons twee indrukwekkende dames, op een al even indrukwekkende boot die, zo bleek achteraf, voor hen moeilijk hanteerbaar was. Erik heeft hen zowaar van plaats verwisseld omdat ze met de wind geen raad wisten. Goed buurt-man-schap . Zoals voorzien kwamen vader Piet en zijn vriendin Monique zich melden voor de overtocht naar Brugge (BZYC). Waar we geen rekening hadden mee gehouden, was de angst die Monique had voor onzekerheid, water en wiebelende pontons. Om een lang verhaal heel kort te maken werd Monique met alle mogelijke afleidingsmiddelen aan boord gebracht, bewogen tot de afvaart, gesmeekt enig begrip te hebben voor een doorvaart, en een kundig humeur aan de dag te leggen, teneinde Zeebrugge zonder kleerscheuren (lees: nat pak) aan te doen. Wouter en ik hebben voor de nodige animo gezorgd. Lopend van voor naar achteren, in de voorpreekstoel zittend zwengelen, over boord kijkend met duikeend allures, kletsend ten honderd uit, arcordeon spelend (ja, Wouter speelde er elke dag op aan boord!), en buitenboord zwiebelend, tot en met aldus, op het water wandelend (waarover we het Olympisch comité willen aanspreken in de toekomst ). Er werd enorm gelachen, ja zelfs gejubeld, tot tranen toe.Dit is allemaal op film vastgelegd voor het nageslacht. Met wat sterk water erbij zal het langer bewaren en eens zo hilarisch zijn. Beware for copying it! Wouter en ik hebben er alle rechten op. Trouwens, je moet de juiste schoenen aan hebben, het exacte kleur T-shirt, de gepaste broek en liefst heel erg graag nat worden. Je kan ook in de leer komen, tegen royale betaling natuurlijk. Voor deze kunst van eigen bodem mag wat opgehoest worden, nietwaar ! Enfin, we kwamen goed aan in Brugge. Het doorsteekkanaal was een en al verlatenheid, met enkel een onstabiel varende rivierbootin ons zog. De beide bruggen van Dudzele gingen als vanzelf open, wat erop wijzen kan dat men zeezeilers toch weet te waarderen.Dr.No is ook niet nieuw op deze wateren. Bij aankomst was in onze club net aanvang genomen met de locale wedstrijd 18 uur zeilen. Dit zou lopen van 18.00 uur tot de volgende dag 12.00 uur. Wij, genoten aan boord, van een dronk op de fijne reis, met de familie van Erik en enkele vrienden. De avond was vervult met disco muziek en minder duidelijke spreektaal, daar het bier weelderig werd gesmaakt. Ik danste me nog een blaar of twee, na de heerlijke BBQ. Toen gingen we even horizontaal, om wat te rusten .Na 6 dagen onder helling kan dat deugd doen! De nacht was korter dan gewoonlijk, de ochtend frisser dan verwacht, de wind slapper dan ooit, en al had men de avond voorheen de wedstrijd hiervoor ook al stilgelegd, toch waren de weergoden niet bereid deze goddelozen meer Beauforts toe te kennen dan ze eigenlijk verdienden. Maar de ochtendstond was schitterend, de zon volop van de partij, de feestvreugde alom. Die laatste nacht aan boord was de zegel op een belevenis die je moeilijk onder woorden kan brengen. Een ervaring die je weerom rijker maakt als mens en sociaal wezen. Een geschenk dat je, je leven lang koestert om zijn open eerlijke waarde, omwille van de mensen die je dit hebben aangereikt. Ik heb geleerd dat ook jonge mensen heel erg wijs kunnen zijn en zeer besluitvaardig. Ik heb weerom geleerd dat ik iets weet, maar nog heel veel kan en moet leren. Ook is het duidelijk dat vriendschap iets is waar aan gewerkt moet worden, maar dat dit dan weerom een steeds grotere meerwaarde aan vreugde en voldoening biedt. Ik zeg Erik en zijn vrouw Kristine, zijn zoon Wouter en dochter Anneleen, dan ook: dank je wel voor zoveel zeer zinvolle zeemijlen.
We zijn vrijdag, visdag, maar voor ons oversteekdag, n° 87 voor Erik, voor me zelf de 12de. De ochtend is volledig betrokken. Er schijnt een wanhopig melkwitzonnetje door de mistige nevel die over het water hangt. Als we om 11.15 u de haven verlaten, koers 100°, zetten we meteen de radar aan. Je kan beter voorkomen dan genezen. Zelf zien is ook vaak gezien worden! Alsof ze ons iets willen komen zeggen, zien we om 13.00 u weerom dolfijnen. Dit keer grijp ik mijn camera op tijd, richt ik bij toeval ook nog juist daar waar ze opnieuw opduiken, en heb eindelijk een plaatje van deze wonderlijke dieren. Ja, ik ben een beetje fier om mijn snelle reactie. Roerganger en fotograaf, geloof me, dat is een bezwaarlijke combinatie in zon situatie. We komen intussen over de South Falls. Het is er slechts 15 meter diep . . Koers 120°. We hebben de gewoonte om bij mindere vaart een vislijntje te trekken achter de boot. Soms bijt er zich iets vast in de kunstvliegjes, maar dat is eerder zeldzaamheid dan regel. Om 14.40 u snokt de draad zich strak. In ons kielzog zie ik een vreemde werveling op ruim 10 meter van de spiegel. Ik draai me verder om.Met een hand aan het roer, vis ik naar de binnenkomende lijn in mijn bereik en haal die bij. Gespannen als een pianosnaar laat ik ze schieten en roep onze captain. Nu gaat alles in versneld tempo. De lijn binnenhalen is vrij lastig zo blijkt. Er spartelt iets langwerpig en zilverwit aan het lood, iets met een lange smalle snoet vol tanden. Een zeepaling is het kennelijk niet. Als Erik, het ding stevig in zijn beide handen heeft, wordt Wouter in hoogste dringendheid gevraagd mes en snijplank aan te brengen, de emmer klaar te houden onder de vervaarlijk ogende vis, om dan met bangelijke blik het arme dier uit zijn lijden te verlossen. Zijn lange bek zou tot een zeer pijnlijke beet hebben kunnen leiden. Even een zucht van opluchting, de koers bijgestuurd, het nodige water over de tekenen van onze bloederige wandaad gespoeld, om meteen de vis panklaar te maken. Turend over de zoveel als olie geworden vlakte waarop we varen, zie ik enkel nu en dan een vogel en de ondergaande late namiddagzon. Daarnet zat ik nog in bloot bovenlijf, nu heb ik het koud en doe mijn zeiljas over mijn dikke trui aan. Honger maakt het killig . Na een meesterlijke operatieve snijdkunst, smeltboterverheerlijkendekruidentovenarij, krijgen we van Erik, elk onze portie Heek aangereikt. De vis is vrij stevig, lekker van smaak, beetje vettig ook. De graten zien er blauw uit. Terwijl daardoor de zekerheid over de goede afloop van dit festijn in het gedrang komt, krijgen we een andere onzekerheid onder de ogen. Er ligt namelijk een meetpaal van vrij groot kaliber bovenopeen zandbank, die daar vorige passage niet stond. Bijtekenen op de kaart dus, en wel onmiddellijk. De heek half verteerd, komt op 15 x inzoom afstand, de mosselkweekzone voor Nieuwpoort in zicht. Een late Ferry gaat er aan onze bakboordzijde mooi rond, komt in onze route te liggen, terwijl Erik me aanmaant koers te houden. Ik betwijfel of die ooit voor ons uit de kant zou gaan, temeer we op motor varen. Ze komt vrij dicht in de nadering, tot ik besluit op haar achtersteven te mikken door af te draaien, ze voorrang te geven en dan veilig terug op koers te gaan liggen. Het levert me enkele mooie fotos op, dat wel. Het had nipt kunnen zijn. Misschien is Erik een illusie rijker, al heb ik het hem niet durven vragen . Mij vind hij misschien wel een mietje. Neen, het moet veilig blijven, en daar zal niemand ons anders doen over denken.De late zon zinkt dieper en dieper naar de horizont toe, het licht is betoverend mooi. De zee lijkt wel plastiek geworden. Als nog later er ook lage wolken voor schuiven, krijgt dit dagdeel een onwezenlijk kleurenpalet aangemeten. Oranje met donkergrijs, met zacht blauw en flets geel, gespikkeld groen en purperen randen. Ik neem fotos, want dit wil je opnieuw beleven als je thuis bent. Dit is wat ons zegt dat het leven mooi is en onze aarde de nodige zorg behoeft. Wij zijn een symbiotisch klein onderdeel van dit alles. Als we geen eerbied hebben voor het broze evenwicht dat dit alles samenhoudt, gaan we vroeg of laat ten onder als mens. Nieuwpoort in zicht. Een eenzame zeiler onder zeil. Ingezoomd een soort fata morgana met- terwijl ik door mijn zoeker kijk- vier Jan Van Genten met trage vleugelslag glijdend over het spiegelend wateroppervlak, dat blauw-grijs kleurt. Op de verre achtergrond, de beschaving. Muren beton met glas erin, die eigenlijk en eerlijk gezegd onze gehele kustlijn ontsieren. Mijn excuses aan wie mijn mening niet deelt. De schaalgrootte die men in De Haan aan zee aanhoudt, had wonderen kunnen doen wat dat betreft. Het is goed nog even naar de zee te kijken voor je de haven binnenvaart. Het leverde me drie Feeërieke schilderijtjes op, al zijn ze digitaal. Een mooiere afronding van deze zeiltocht kon me niet gegeven zijn. Ik voel me gelukkig en dankbaar. We zoeken een ligplaats aan de rede van de
alles het gewone zeilverkeer. Zo leer je meteen het vak, en blijf je ook alert. Wat een gespetter, een geroep, bruisende levenslust, maar met leren - leren als boventoon.Mooi toch, jongeren zo gemotiveerd bezig zien. De dag vloog voorbij, en bij nacht, lagen we . Eerlijk gezegd, rust, ja, wel, na 0.20u s nachts dan toch maar . Ach ja, een kermis is een geseling waard. De ogen vielen vanzelf dicht en slaap overmande ons. De volgende dag was er een van slenteren en gewoon voor spons spelen: zoveel mogelijk in je opnemen en branden op de harde schijf van je ziel. Onze matroos deed uitstekend taxiwerk, tegen de sterke stroom in, of er met lichte correctie mee meedobberend. Dr. No zou hij nooit mis varen, want hij is een bedrijvig zeeman. In de vooravond verlaten we met pijn in het hart deze oase. Twee uur later zijn we over de drempel, 190° koers houdend op weg naar Harwich. In het duister zien we de honderden gele lichten het havengebied oplichten, en daartussenin de reuzensilhouetten van de containerschepen. We glijden in een wijde bocht naar onze aanlegsteiger, meren aan, gaan even op verkenning, om dan te eten en om weerom een moment van tot zichzelf komen aan te boren. Onze kleine matroos leest en leest, de ene strip na de andere. Wij zien dat het goed is en genieten stiekem mee. Na een Leffe gaan ook wij, de oudjes , slapen. Als je licht slaapt, dan vergroot je elk gerucht. Als in de nacht er camions op en af rijden vlak naast uw kooi, dan wordt dit een soort nachtmerrie. Uiteindelijk kreeg de slaap me toch te pakken. De dag erop was het bewolkt, en dus niet anders dan het hoofdzakelijk als was geweest. Wind WSW 3. Om 11.00 u los en we zeilen de rivier Orwell op naar de Butt & Oyster. Weerom rust, al kruist er hier serieus vrachtverkeer doorheen. Je zou zo je ligstoel aan dek zetten en dromen, gewoon omwille van de aanblik alleen al. Geen autos te horen, geen mens op de wal, groen en nog eens groen, en prachtige zeilboten, hunkerend aan hun mooring naar de open zee. Plotseling zien we een wal bezaaid met vergane en bewoonbare woonboten, hier en daar een heus wrak. De besproken kroeg duikt op en we hebben grote haast om de ankerboei te pakken, vast te leggen, onze taxi te water te laten en onze twee-armenmotor op gang te trekken. Pin Mill there we come! Na een eerder slijkerige landing met ontblote voeten, wandelen we naar het beroemde zeilclublokaal. Groot plakkaat, klein bouwwerk, maar wat, als de muren daar konden vertellen?! Talrijke aquarel schilders proberen dit water in verf te vatten.Ik piep even over enkelen hun schouder, word meteen verrast door de kwaliteit van hun impressie op papier, en vind dat mijn foto camera toch maar een onnozel ding is: instellen, richten, drukken, of heb ik een verkeerde appreciatie van mijn eigen kunnen? Ik fotografeer omdat ik niet kan schilderen. De vader van mijn moeder was kunstschilder, en ergens zit dit verlangen naar die vaardigheid in je. Ach, ik moet nog zoveel leren.Erik, stelt voor een stevige pint te gaan drinken in de kroeg, bruin, origineel, jonge bediening, veel volk, en gezellig. Ik hou het op een Guiness, Erik op een kloeke pint. Wouter vind Cola de beste drug. We zijn allemaal tevreden daar te zitten en weerom te genieten van de eenvoud van dit alles. Als we even toch, wandelend langs de ingesneden waterlijn, onze ogen de kost geven aan deze intieme schoonheid, vallen we op een kast van een villa, met voelbaldveld - voortuin en reuze vijver, bewaakt door twee 2 meter hoge stenen Deense doggen. Geef toe, een boot op het water, geeft toch heel zeker in zon natuurgebied, het beste van zichzelf weer, of niet soms.. . .Eenvoud siert, maar toch begrijp ik de keuze van de inplanting. Hier kan je honderd jaar worden! We roeien gelaten terug naar ons klein eiland, onze Dr. No, ons paradijsje! Onze droom wordt doorkruist door de Black Deep boei, en het plots opduiken van dolfijnen. Het zijn er wel vijf of zo, al laten ze zich niet lang zien. Wat een gratie hebben die toch. Om 20.10 u zetten we de motor aan, want wind op kop en veel te zwak. Het is al laat, de zee is zwart, getooid met groene, rode en witte lichten, die verschijnen en verdwijnen, stug, even vast of onderbroken knipperend.In het donker voeren we Ramsgate binnen. Een ruime tijd al, vaart ergens naast onseen zeilboot met een wit toplicht, eveneens op motor,want we zitten beiden pal in de wind voor de aanloop.Er staat meer water dan bij de vorige nadering. Er ligt, netjes om de hoek, een prachtige Brik aan de kade. Zijn verlichting strooit een wit schijnsel over de anders zo gelige waas die er hangt. We zoeken een goed plaatsje, gaan even tot aan het WC, eten nog wat, babbel na met elkaar om daarna onder de wol te kruipen. We varen buitenom als we de Thames oversteken. Een vrij lange route, maar dat is echt zeilen. Ramsgate zelf wordt al wat onze achtertuin, bij wijze van spreken. Ze is al wat familie geworden.
Deel I Rivers Deben en Orwell; zeilend een ommetje maken...
We hadden vooraf afgesproken, dat we met de vorige crew (zie Solent zeiltocht) de boot, het WE van 24-25-26 augustus, vanuit Boulogne naar de Brugse thuishaven zouden terugbrengen. Huub zou Erik zijn auto naar daar rijden, zijn vrouw Kristine en dochter Anneleen gaan dan met de auto terug naar huis. De GPS goed ingesteld, kwam Huub,op een eerder miezerige middag, pal voor de aanlegplaats in Boulogne aan. Vlotte rit, al leek het weer wederom niet zomers te zijn. Na enkele omarmingen en zoentjes ging het nodige gerief voor een verdere tocht aan boord, en het niet bruikbare of onnodige van boord. De oude Taxi-roeiboot in rubber vond zijn afscheid niet echt leuk. Hij was inmiddels vervangen door een grotere, veel praktischer exemplaar, met beveiligde paddels.Er was vers ingevroren eten aan boord gekomen voor vijf personen, maar door enig misverstand, zou de reis verder gaan met een bemanning van drie: Erik (de captain), zijn zoon Wouter en me zelf (Huub). Bij deze wisten we dat we bij heel slecht weer, onze jongematroos wat moesten ontzien, al moet gezegd dat hij een echte zeiler is en best tegen een stootje kan.Maar, het moet ook leuk blijven . Na enkele afspraken met mama Kristine aan mijn adres omtrent zoon lief zijn routines, werden de vertrekkers uitgewuifd en zonken wij even neer in de combuis om de volgende tocht te bespreken. Het toeval gaf ons een week tijd om op zee te gaan. Uiteraard zouden we niet gewoon naar Brugge varen. Aan zon makkie geven wij niet zomaar toe. Gepland werd de Deben op te varen en daarna de Orwell, beide rivieren liggen Zuid-Oostelijk op de Engelse kust. In de late namiddag klaarde het weer uit en we kregen zowaar zon te zien. Dit was het gedroomde moment om met onze jonge matroos, roeiend onze omgeving te verkennen. En ja, er lag een boot uit Oostende. Na het avondmaal werd nog wat gekuierd en toen gingen we in onze kooi liggen. Onze buren, die toch nog naar Ramsgate wilden zeilen in de vooravond, lagen al weer naast ons, uitgeregend op zee. De morgen was kil maar toch uitnodigend. De zeilen werden vroeg gehesen en er werd 350° koers gezet naar Ramsgate, voor een eerste stop. Een dik uur later gingen we over op 330°, met een lichte zon, en kregen we onze buren met hun Selection Crazy Suzy te pakken. We gingen hen toen zelfs nog voorbij . Hun raspaardje bleek toch sneller en we gingen elk onze weg verder onder de Engelse kust. Ramsgate opende zich om 13.00 uur, even de ondiepe ingang passen en hop aangemeerd. Een kleine wandeling om de appetijt aan te scherpen, de nodige formaliteiten te vervullen en dan te genieten.
Stroom Noord Ramsgate 8.30 u, stroom keert 14.30 u. Om 10.00 u gooien we los. Als alles loopt zoals gepland, zijn we om rond 17.30 u op de Deben rivier. Het was bewolkt, met SW 3. Koers 0.20°. Om 11.05 u halen we de spi erbij en geloof het of niet, om 12.00 u zien we zowaar dolfijnen. Mooi, maar frustrerend voor een roerganger - fotograaf . Intussen koersten we van 355° naar 320° en bij de Tornway boei riepen we de havenmeester op. We zouden gelijk binnenvaren. Dat bleek even buiten de stroom en het waterpeil gerekend, want de toegang is vrij ondiep, en de wijze raad van de havenmester deed ons braaf een dik halfuur een rondje draaien. Tussen de zandbanken door, met 40 cm water onder de kiel, gleden we het dieper water in van de rivier. Je hartslag gaat al onmiddellijk een stuk rustiger kloppen . Rustieke rust en vredige stilte omsloten onze diepste gevoelens. We waren in een andere wereld beland. Hier snuif je de echtheid van het ware bestaan. Glooiende landschappen, vogels alom, groen, stromend water, en wonderlijke zeilboten met geschiedenis en verhalen, aan even zoveel moorings. Je krijgt waar je naar zocht: gewaarwordingsbewustzijn. Ettelijke bochten verder, pikten we een ankerboei op, en gingen toen even beschouwelijk op ons luie gat zitten. We lagen voor Waldringsfield Sailing Club. Een plaats waar kinderen duidelijk hun hart konden ophalen, gesteund door de talrijke aanwezigheid van ouderster plekke. Het bleek dat onze Jozef alhier een gekend persoon is, of liever, een autoriteit in de Cadet wereld. Enige trots mag dan ook! Het contact met de club was uitstekend. Elk van ons had ergens een goeie babbel met een interessant persoon. Op de vraag of we in de morgen daarop een English Breakfast konden hebben, kregen we prompt ja. Het werd een aangepaste versie, want de volgende dag, zaten er tientallen hongerige jongeren mee aan de ontbijttafel. Het hele gebeuren had een feeststemming. Overal zeilen bootjes af en aan, zwemmen er kinderen, en zijn er slijkbad nemende tieners. En doorheen dat
Ik ben Hubert Derdeyn, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Onzia(mijn moeders familienaam).
Ik ben een man en woon in Brugge (België) en mijn beroep is (ex-)danser en choreograaf (33% handicap door arbeidsongeval in een theater in 1992).
Ik ben geboren op 26/11/1948 en ben nu dus 76 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Zijn en bewegen, digitale fotografie, zeilen, psychologie en filosofie.
Ik heb een heel intense passie voor alles wat met in beweging zijn te maken heeft. Na mijn licentie kinesitherapie, stapte ik in de danswereld en bouwde over de jaren heen, mijn eigen bewegingsleermethode uit. Ik geef avondles en stages.