Zoals de zee…
We waren dicht bijeen, zoals, de maan bij de aarde,
of, dichter nog, zoals een vallei bij een bergketen,
of, als vissen in de zee, of als water, dat hen draagt.
We deden alles uit, omdat de huid het vroeg, zomaar,
omdat het zonder kleren, allemaal eerlijker bestaat… .
Naakt, of beter, zoals we werkelijk zijn, ja zo was het,
bloot, zoals anderen dat zien, omdat kleren, voor hen,
de man maken, tot je hun vetregels ziet, het teveel,
aan hebben, wat hun te weinig aan Zijn verbergt… .
We schoven dicht bijeen, huid omvattend dicht,
zoals warmte iets omgeven kan, een prikkeling,
die ons genoegen verschaft, een heerlijkheid die,
onomwondenheid tot een verhevenheid verheft.
Vormelijk hebben we elkaar betast, genadig om,
het vlees dat prikkelend met zinnelijkheid verrast.
Zoenend, hebben we mekaar bedropen, bekropen,
over elkaar heen, belust bestookt met kussen,
vocht met vocht vermengd, sappen opgewekt,
vloeisels laten lopen in elkanders tongenbed,
lichaamsdelen verkend, beglooid, gestreeld,
ontplooid, gekneed en ook roekeloos verwend.
Drang en wil getest, geplooid en uitvergroot,
gesmeed zoals heet ijzer, tot een lustmoment.
Dieper dan mijn adem, kwam ik in je vruchtvlees,
in een ritme dat jouw happen deed naar lucht… .
Lang, heel lang hebben we gepaard, verklaard,
hoe mooi dit alles is, hoe teder dit verlangen,
hoe uitgebreid de sensatie die ons zo beroert,
hoe smachtend wij om elkanders vreugde, dit,
feest wilden rekken, al was het vuurwerk,
een lichtspektakel, een feeëriek fenomeen,
dat slechts uit liefde kan ontstaan, daar huid,
op zich bestaand, geen passie in zich draagt.
Het was een geven en nemen, van alles wat,
een mensenhart verlangen kan en mag,
geen gestolen geflirt, maar overgave aan,
wat zielen één laat worden, huid gebonden,
zoveel meer dan wat vlees soms openbaart,
verrukking om wat intenser is dan.., seks.
Zoals de zee alles omarmd wat leven is,
alles draagt wat bewegen wil en kan,
alles aan land brengt en weer ophaalt,
zo zijn wij bijeen geweest, als liefde die,
alles omgeeft, en ons in zich opneemt…!
Golvend ging de extase door ons heen,
de adem tochtig als een Westerstorm,
deinend sloegen we om in dit genot,
dat ons overspoelde, als een getijde dat,
telkens wederkeert, het zeewier bespeelt,
onze zinnen bedeelt met hallucinaties,
bovenzinnelijke gewaarworden van iets,
waar onze geest alleen dan weet van heeft.
Zoals de zee, is het liefde die ons omgeeft!
|