In 1965 schrijven Annie en de componist Harry Bannink televisiegeschiedenis met de jeugdserie 'Ja Zuster, nee zuster'. Misschien wel de beroemdste Nederlandse televisieserie van de vorige eeuw. Voor velen is het de ultieme samenwerking tussen Annie en Harry. Veel liedjes zijn moderne klassiekers geworden, zoals 'M'n opa', 'Wil u een stekkie van de fuchsia' en natuurlijk het titellied 'Niet met de deuren slaan (Ja zuster, nee zuster)'. Hoewel de serie bedoeld is als kinderserie, zit al na enkele afleveringen ook volwassen Nederland achter de buis: afspraken worden verzet, vergaderingen afgezegd en sportwedstrijden verplaatst.
Ja zuster, nee zuster speelt zich af in een 'rusthuis vol herrie', waar zuster Klivia de scepter zwaait. In het huis wonen veel karakteristieke personen, zoals Gerrit, opa, de ingenieur en boze buurman Boordevol. Elke aflevering staat op zichzelf en vaak heeft het verhaal niet bijzonder veel om het lijf. De liedjes hebben, in tegenstelling tot de musicals, weinig met het verhaal te maken. Iemand zegt "We kunnen gewoon een liedje zingen, dat helpt altijd!" en er is aanleiding om te gaan zingen. Harry Bannink over het succes van Ja zuster, nee zuster: "Het was er denk ik de tijd voor. Het juiste moment, de juiste omstandigheden. Ik heb geen verklaring voor het succes (...) We waren ons er absoluut niet van bewust dat we aan een topper werkten."
20 afleveringen 1e aflevering: 3-9-1966 VARA
Oftewel 'Een Rusthuis Vol Herrie'. Zuster Klivia, een naam die bij velen nog in het geheugen gegrift staat. Het bekendste tv werk van Annie M.G. Schmidt was op de zaterdag verantwoordelijk voor stilte op straat! De prachtige liedjes zijn ook nu nog leuk om te horen. Er werden slechts 20 afleveringen van gemaakt. Helaas zijn deze afleveringen verloren gegaan in de 'dure' jaren zeventig; zie hiervoor ook bij 'Hamelen'.
Men zag destijds de culturele waarde niet in van het 'vluchtig' medium televisie. Desondanks is dit toch wel de allerbekendste en meest besproken serie (misschien niet in de laatste plaats -juist- door dat verlies) uit de Nederlandse televisiegeschiedenis.
Op 15 september 1966 was Farce Majeure voor het eerst op de televisie te zien. Het team van Farce Majeure bestond uit Alexander Pola, Fred Benavente, Ted de Braak, Jaap Fillekers en Henk van de Horst. Amusement was in eerste instantie het uitgangspunt van het programma. Dit veranderde echter snel in politieke satire door de scherpe reactie van het Farce Majeure-team op de val van het kabinet-Cals op 14 oktober 1966. Voor Fred Benavente, Ted de Braak, Jan Fillekers & Henk van der Horst stond met name amusement voorop. De oudste van het stel, Alexander Pola, hechtte vooral veel waarde aan de boodschap.
Het meest bekende onderdeel van het programma was het lied Dat is uit het leven gegrepen. Als straatzangers trokken de mannen met de Kar door het land en zongen dit lied overal. Liedjes waren een belangrijk onderdeel van het programma. Deze kenmerkten zich door de snelle montage. Ten tijde van de oliecrisis in 1975 bereikte het nummer Kiele kiele Koeweit zelfs de hitparade! Het nummer veroorzaakte tevens een diplomatiek relletje omdat het eerste exemplaar werd aangeboden aan de heer Rabbani, honorair-consul van Koeweit in Nederland. In Nederland stond Farce Majeure bekend als een licht satirisch programma, maar diverse buitenlandse journalisten vonden sommige scènes te ver gaan. Zo had het team van Farce Majeure een conferentietafel ontworpen die, door hem in te klappen, veranderde in een doodskist, voor bij de Amerikaans-Vietnamese vredesonderhandelingen.
In april 1976 eindigde het programma met de 150e uitzending. Tussen 1983 en 1986 beleefde het programma een comeback. Farce Majeure was het eerste kritische amusementsprogramma in de Nederlandse televisiehistorie dat de straat op ging en zich onder de mensen mengde. Dit vormde dan ook de basis voor de jarenlange populariteit.
Een van de eerste en beste grote Nederlandse produkties. De doorbraak voor zowel regisseur Paul Verhoeven als Rutger Hauer. Een serie die, mits in kleur opgenomen, waarschijnlijk bij verschillende buitenlandse zenders te zien zou zijn geweest. Nu restte slechts Schotland en een remake in Duitsland, wel met Rutger Hauer. Na 1969 is de serie al vier keer herhaald. In 1998 is de gehele serie op video uitgebracht en in 2001 met succes nog eens uitgezonden waarna in 2002 ook een release op DVD volgde.
Bij terugkeer uit Indie blijkt het kasteel van Floris van Rozemondt in bezit genomen door Maarten van Rossem, landhanger van hertog Karel van Gelre. Het wordt gebruikt als tolhuis. Samen met zijn uit Indië meegekomen vriend Sindala en de mannen van Wolter van Oldenstein zet Floris de Hertog van Gelre menig voetje dwars. Sindala zou met zijn trucs en toverkunsten vaak uitkomst brengen in deze strijd. Niet alleen de hertog van Gelre maakt het Floris lastig, ook de ingehuurde kracht Lange Pier is een geducht en gevreesd tegenstander. Gelukkig blijkt Lange Pier flink bijgelovig. Voor een romantische noot zorgt Gravin Ada, bijgestaan door haar kamermeisje Viola. Uiteindelijk eindigt de serie met een dubbele aflevering: het tournooi om de Byzantijnse Beker.
De televisieserie De Glazen stad is een vrije bewerking van de gelijknamige roman van P.J. Risseeuw. Willy van Hemert had de regie over deze achtdelige serie die in de jaren zeventig bij de NCRV op de televisie te zien was.
Het verhaal speelt zich af in het Westland. Het is een hedendaagse geschiedenis over de bewoners van de tuindergronden in het Westland, die in moeilijke omstandigheden komen te verkeren. Centraal staat namelijk het probleem van de opoffering van deze kostbare tuindergronden aan de noodzakelijke uitbreidingen van steden en havengebieden. De bedreiging van de Glazen stad door de Betonnen stad.
Tuinder Job Stein is de hoofdfiguur in het verhaal. Job is een tuinder van de oude stempel, protestant en behoudend. Hij krijgt in zijn leven te maken met verschillende problemen. Zo krijgt hij te maken met het probleem van het ouder worden. Daarnaast heeft hij te maken met zijn controverse met de jeugd. Een ander probleem is het schoorvoetend aangaan van moderniseringen waarvoor geldleningen nodig zijn. Dit ziet de behoudende Job als een soort schuld door eigen fouten. Job en Leentje hebben drie zonen. De oudste is in dienst bij een exporteur en is verloofd met de enige dochter van de baas. De middelste blijft in het tuinbouwvak, maar wil steeds moderniseren en investeren, in tegenstelling tot zijn vader. De jongste zoon zit in het expeditiebedrijf. Hij is in eerste instantie verliefd op de enige dochter van zijn vaders grootste concurrent. Maar op zijn reis naar Stockholm leert hij een Duits meisje kennen waarmee hij trouwt omdat ze zwanger van hem raakt. Dit stuit bij zijn ouders op hevig verzet vanwege het oorlogsverleden van zijn vader. Het meisje overlijdt uiteindelijk op het kraambed. De serie wordt toch vrolijk afgesloten met het dertigjarig huwelijksfeest van Job en Leentje Stein, samen met de fanfare uit Loosduinen en een mannenkoor uit Naaldwijk.
De belangrijkste rollen werden gespeeld door Johan te Slaa en Mary Smithuizen. De zonen Huib, Kees, Bert en dochter Bea werden gespeeld door achtereenvolgens Huib Rooymans, Hans Boswinkel, John Leddy en Pleuni Touw. De serie betekende voor hen de doorbraak bij het grote publiek in Nederland. Hoewel de serie een langzame start maakte, kreeg het een gemiddelde waardering van 7,7 wat als zeer hoog beschouwd kan worden.
Twintig jaar lang wist Swiebertje samen met zijn trouwe metgezellen Malle Pietje, Saartje, de burgemeester en Bromsnor, Nederland aan de buis te kluisteren. De NCRV zond de avonturen van de eigenzinnige, vrolijke zwerver uit in de jaren 1955 - 1975. In 1975 nam Swiebertje afscheid. De serie groeide uit tot een ware legende, een status die in 2001 werd bezegeld met de prijs voor het beste programma uit de Nederlandse televisiegeschiedenis.
De televisieserie Swiebertje is gebaseerd op de boeken van John H. Uit den Bogaard die ook de scripts voor de serie schreef. Voor de oorlog waren al vier avonturen in boekvorm verschenen en in 1955 werden, vanuit studio Irene in Bussum, rechtstreeks twee tv-spelen uitgezonden. In 1961 startte Swiebertje als zelfstandige serie. Swiebertje werd onsterfelijk gemaakt door Joop Doderer, die met deze rol eeuwige roem vergaarde. Zijn maatje Malle Pietje werd gespeeld door Piet Ekel. De burgemeester door onder andere Guus Hermus, Jan Blaaser, Rien van Nunen en Bert Dijkstra. Huishoudster Saartje door onder meer Riek Schagen en de strenge veldwachter Bromsnor door Tony Foletta en Lou Geels. Een onvergetelijk vijftal, dat tezamen televisiegeschiedenis schreef.
Na het succes van Swiebertje besloot John Uit den Bogaard een nieuwe serie te schrijven. Dit werd Pommetje Horlepiep. Acteur en regisseur Frits Butzelaar werd gevraagd om dit verhaal tot televisieserie voor de NCRV te ontwikkelen.
Er zijn van Pommetje vier series gemaakt waarbij in het eerste verhaal Pommetje in dienst is als huisknecht bij Jonker Roos van Leeuwenborgh. Als de jonker vertrekt komt Baron Theobald op het landgoed wonen en kan hij op Pommetjes diensten rekenen. De wereld van Pommetje bestaat uit een dorp met een herberg en een kasteel temidden van weilanden. Net als Swiebertje zit Pommetje vol kwajongensstreken. Samen met de herbergier Moppie Leutermans, huishoudster Hanna, vriend Gijs Kwast, de Baron en talloze andere figuren beleeft Pommetje in iedere uitzending weer iets anders. De rol van Pommetje werd gespeeld door Bram Biesterveld. Andere acteurs die meespeelden in de serie zijn onder andere Ton Lensink, John Leddy, Sylvia de Leur en Marlous Fluitsma. In vergelijking met Swiebertje duurde het televisieleven van Pommetje heel kort, namelijk van 29 oktober 1976 tot en met 28 december 1979. Maar in de 39 afleveringen die in de vooravond van af 19.00 uur werden geprogrammeerd, creëerde Uit den Bogaard opnieuw een figuur die een onvergetelijke indruk op televisiekijkend Nederland maakte. Nog steeds wordt zanger-acteur Bram Biesterveld herkend en nageroepen als Pommetje.
De Kleine Waarheid vertelt het leven van Marleen Spaargaren, die opgroeit in Amsterdam. De naar vrijheid en onafhankelijkheid verlangende Marleen verfoeit de burgerlijkheid van het gezin. Ze ontvlucht op jonge leeftijd het huis om met Jan Engelmoer te trouwen.
Als blijkt dat Marleen met haar echtgenoot geen kinderen kan krijgen, is ze ontroostbaar. Want, zoals ze zelf zegt: Het is geen dierbare wens, maar een dwingende noodzaak. Ik moet een kind. Ze vraagt de dokter om Jan het vreselijke nieuws niet te vertellen. En ze fluistert Jan een kleine waarheid in. Ze zegt hem dat ze toch kinderen zullen krijgen.
De serie, waarin Willeke Alberti haar acteerdebuut maakte, brak begin jaren 70 alle records. Maar liefst zes miljoen kijkers volgden wekelijks deze NCRV tv-serie en waardeerden de serie met een 8. De regie was in handen van Willy van Hemert, namens de NCRV deed Fred Koster de productie. Naast Willeke Alberti schitterden vele andere grote Nederlandse acteurs, zoals John Leddy, Emmy Lopes Dias, Jacques Commandeur, Sylvain Poons, Coen Flink, Caro van Eyck, Guus Verstraete en Ton Lensink. De serie is gebaseerd op de trilogie De kleine waarheid van Jan Mens.
Een kloddertje roze hieeeerrrrr, een kloddertje roze daaaaaarrrr ... Van 1980 tot 1984 was De Familie Knots dé succeshit op televisie. Wie kent niet de strip-ruilwinkel van de Familie Knots, waar je een oud plastic bootje ruilt tegen twee stripboeken? Boven in het atelier de artistieke Tante Til schilderend met roze verf in haar zwierige, felroze jurk. Omringd door nepdetective Onkel X in zijn regenjas Hands up, Tilletje!'.
Eén verdieping lager de onhandige, steeds niezende Oma Knots Johanna en de humeurige Opa Knots ouwe zemelaar met zijn speelgoedhond. De sukkelige Neef Herbert met zijn speledingetjes die elke dag even langs komt. En beneden achter de toonbank van de stripwinkel blonde Hansje, het achternichtje, verliefd op meester Arend Vogel, die de zolderkamer huurt in Huize Knots. Elke aflevering staat één onderwerp centraal, ook nog eens op muziek gezet in een zogenaamde Knots-clip. En als de problemen onoverzichtelijk worden, is er nog maar één oplossing: het geheime familiewapen: de magische bedwelmende roze verf van tante Til.
Tante Til Voluit: Mathilde. Ze verdient de kost met haar schilderkunst wel een slordige duizend piekjes per schilderij in het salonatelier. Tante Til is excentriek met haar felroze weelderige jurk, hartjesbril èn sigarettenpijp. Ze is ijdel maar heeft ook een groot rechtvaardigheidsgevoel; vandaar haar speciale gave om mensen in problemen te bedwelmen met haar roze verf.
Oma Knots Wat is ze toch verstrooid, die Johanna. Vroeger was ze onhandig uit verlegenheid en vond Opa Knots dit nog charmant. Met frisse moed wijdt ze zich weer elke dag aan het huishouden, vaak met rampzalig gevolgen. Vreemde woorden worden door haar chaotisch verbasterd. Een geheim is veilig bij haar, als ze het tenminste niet per ongeluk verraadt.
Hansje Het achternichtje Hansje is winkelmeisje in de stripboekenruilwinkel van de Familie Knots. Ze is heel onzeker. Niet alleen over haar uiterlijk, maar ook over het feit dat ze de MAVO niet heeft afgemaakt. Als ze verliefd wordt op Arend Vogel, maakt ze heel wat mee. Arend is onderwijzer, jaren ouder en heeft gestudeerd.
Onkel X Onkel X is de echtgenoot van Tante Til Frederik, lieverdje. Ooit was hij glazenwasser van het hoofdbureau van politie. Na een val van de ladder komt Frederik werkeloos thuis te zitten. Gesprekken van rechercheurs, die hij al glazenwassende opving, zijn een grote inspiratiebron. Nu kan hij fijn thuis de geheim agent uithangen. Zijn codenaam is Onkel X. Dag en nacht staat hij klaar om een mysterie op te lossen met zijn loepje in de aanslag.
Opa Knots Herman Knots is de vader van Tante Til. Deze "ouwe zemelaar" is een echte mopperkont. Hij heeft een bloedhekel aan kinderen ettertjes. Eigenlijk is Opa bang voor kinderen: ze zijn te spontaan en geven hem nooit gelijk. Bah! Opa stort liever zijn hart uit bij zijn hond. Dit speelgoedbeest houdt zich tenminste koest en geeft hem niet onverwacht een lik over zijn neus.
Arend Vogel Arend is onderwijzer en heeft verkering met Hansje. Arend moet oppassen dat hij niet overspannen raakt van de kinderen in zijn klas. Soms heeft hij iets teveel last van zijn gevoel voor normen en waarden. Eigenlijk vindt Arend het wel fijn dat Hansje jonger is: nu kan hij haar nog een beetje vormen. Arend heeft ook zijn handen vol aan zijn vader, die ziekelijk bemoeizuchtig is.
Neef Herbert Hij is ambtenaar bij de Belastingdienst: een duffe kantoorbaan met collega's die hem nogal eens pesten. Hij werd als kind ook altijd gepest omdat hij heel stijf en streng door zijn ouders is opgevoed. Daarom haalt hij nu de schade in met een verslaving aan speelgoed. Deze 'speledingetjes-tic' vindt alleen in zijn vrije tijd plaats; zijn collega's mogen niets weten. Elke dag wipt hij na zijn werk bij de Familie Knots langs. Zij accepteren hem zoals hij is. Hij drinkt gezellig een kopje thee met tante Til en snoept wat bonbonnetjes. Neef Herbert heeft een wonderlijk taalgebruik met veel plechtige woorden, ambtelijke termen nota bene en zelfbedachte uitdrukkingen.
Ik bid nie veur brune bonn! Als Moeder hem dat prakje koolraap niet beloofd had in plaats van de gehate bruine bonen, dan was de populairste zin uit Bartje nooit geschreven. In december 72 zond de NCRV het eerste deel uit van Bartje, de zevendelige dramaserie naar het gelijknamige boek van Anne de Vries.
Door de ogen van de jonge Bartje wordt het leven beschreven van het zoontje van de Drentse boerenarbeider Albert Bartels en zijn vrouw Jaanke uit de jaren 20. Een leven dat gekenmerkt wordt door armoede en uitbuiting. Bartje wil zich steeds minder schikken naar zijn noodlot. In plaats van in de voetsporen van zijn vader te treden, trekt hij de wijde wereld in. Het verhaal over het Drentse jochie ontroerde miljoenen kijkers. Willy van Hemert wist de populaire streekroman te vertalen naar een bijzondere televisieserie. De opnamen vonden plaats in Drenthe op de originele locaties, met uitsluitend Drents sprekende amateur-spelers. Dit maakt dat Bartje is uitgegroeid tot een unieke televisieklassieker in de vaderlandse geschiedenis.
Vanaf 11 oktober 1963 zond de NCRV Stiefbeen en zoon uit. Het is een bewerking van de succesvolle Engelse BBC-serie Steptoe And Son. Een serie over twee gewone mensen die met hun zwakheden als jaloezie, hebzucht, luiheid en achterdocht constant ruzie maken, maar toch niet zonder elkaar kunnen.
Talloos zijn de pogingen van zoon Dirk om een cursus te volgen of verkering te zoeken om maar een reden te hebben het huis te verlaten. Toon dwarsboomt elke poging, door Dirk een schuldgevoel aan te praten als hij zijn arme, oude vader eenzaam achterlaat. De tragikomische belevenissen van een vader en zijn zoon die handelen in lompen en metalen, worden trouw gevolgd door het Nederlandse publiek. Acteurs Rien van Nunen en Piet Römer worden vader en zoon Stiefbeen en worden als zodanig ook op straat benaderd. Römer is weliswaar populair, maar wordt ook aangesproken op zijn botte gedrag tegen zijn vader. De serie won in 1964 de eerste gouden Televiezierring.
De NCRV bracht in 1982 de jeugdserie Kanaal 13 op de televisie. Kanaal 13 was de opvolger van de serie De Grote klok. Deze jeugdserie ging over een kleine drukkerij van een plaatselijke krant waar Pim en Door werkten. In de laatste aflevering ging de drukkerij failliet waardoor Pim en Door werkloos werden. Ze kunnen in eerste instantie aan de slag bij het plaatselijke station Radio Casablanca. Maar hun baas was niet tevreden en ontsloeg het tweetal. Als reactie hierop beginnen ze het radiostation Kanaal 13. Dit is het begin van de gelijknamige serie. In iedere aflevering van Kanaal 13 staan er steeds alledaagse onderwerpen en problemen centraal, zoals: schaamte, jaloezie en tolerantie. Deze onderwerpen staan tegen de achtergrond van de jaren tachtig. Een sfeer die in de hele serie duidelijk naar voren komt. De acteurs speelden op een natuurlijke manier en er gebeuren geen onwerkelijke dingen in de serie. Dit maakte Kanaal 13 dan ook zo herkenbaar en realistisch voor de kijkers. De hoofdrollen worden in de serie vertolkt door Pim Vosmaer en Anna van der Staak. Gastrollen werden gespeeld door onder andere Frank Boeijen, Adèle Bloemendaal, Hidde Maas, Piet Römer en Lex Goudsmit. De serie werd geschreven door Hetty Heyting en Peter Römer. De regie lag in handen van Jelle van Doornik.
De miniserie Sil de strandjutter bestaat uit zeven delen en is in 1976 door de NCRV uitgezonden. Gebaseerd op het gelijknamige boek uit 1940 van schrijver Cor Bruijn, vertelt de serie het aangrijpende verhaal van Sil de strandjutter. Deze eenvoudige boer op Terschelling redt tijdens een zware storm een meisje van de verdrinkingsdood.
Het meisje blijkt Zweeds en Sil besluit het samen met zijn vrouw Jaakje op te voeden als zijn eigen dochter. Hij noemt haar dan ook naar zijn overleden kindje, Lobke. De burgerlijke stand heeft veel moeite met het feit dat Sil het kind komt aangeven als zijn dochter, en ook de dominee wil niet meewerken aan een doop, wat zorgt voor een breuk tussen Sil en de kerk. Als zoon Wietse verliefd wordt op zijn adoptiezus, volgt er een groot conflict met vader Sil en stuurt de serie richting een dramatisch einde. Met mooie acteerprestaties van o.a. Jan Decleir en Monique van de Ven geeft deze tv-serie een goed beeld van een kleine gesloten gemeenschap aan het begin van de 20ste eeuw. Zie bijvoorbeeld de mooie kleding of de treffende decors. Al met al Nederlands drama optima forma!