Nukerke
Nukerke aan de voet van een getuigenheuvel
Startpagina !
Inhoud blog
  • KAARTEN
  • De negenkoten in Nukerke
  • In Louise-Marie
  • OUDE WOONSTEN
  • HOEVEN
  • Groene monumenten
  • Gebouwen
  • Dorpskern
  • Molens
  • Voorwoord
  • Nukerke, aan de voet van een pracht van een getuigenheuvel.
  • Vanaf het Oostenrijks Bewind
  • Opkomst van het protestantisme (vervolg)
  • Het Nederlands Bewind (1815-1830)
  • Naar de 20ste eeuw
  • Perikelen over de Tweede Wereldoorlog
  • Schilderspalet
  • Wapenschild van Nukerke
  • 1.Oud-gemeentehuis te Nukerke
  • 4.De snibbemolen
  • 3.Hospice
  • 2.Oude dorpskom
  • 5. Windmolen ten Kruissens
  • 6. Windmolen Ten Hengst
  • 7. Oud-schoolhuis
  • En nog een van de negenkoten
  • 8. Oud hoevetje
  • 9. Gesloten vierkanthoeve
  • 10. Windmolen ter Slepe
  • 11. Kerk te Nukerke
  • 12. Binnenzicht van de kerk
  • 14. Windmolen Ter Geynst
  • 13. Herenwoning te Louise-Marie
  • 15.Kerktoren te Nukerke
  • 16. Louise-Marie - woonhuis
  • 17. Kerk La Salette
  • 18. Huidig dorpszicht
  • 19.Molen ten Hotond
  • 20. De Keizerrei
  • 23. De Paepscheure in Zulzeke
  • 22. Klooster te Nukerke
  • 21- Kerkje van Melden
  • 24. Tijdelijk verblijf van Hugo Claus
  • 25. Leo Piron
  • 26. Watermolen Ten Meulebroecke
  • 't Zeitje
  • 70. Woning van Elodie
  • 45. Watermolensite
  • 75. Een routehuisje in Etikhove
  • 33b. Huisjes van de negenkoten
  • 33a. De negenkoten
  • 33. De negenkoten
  • 32. De oude steenweg
  • 31. Hospice en St-Vincentius
  • 3O. De spoorwegtunnel
  • 29. Aan 't lindeke
  • 28. De laatste suisse in de kerk te Nukerke
  • 27. Veldkapelletje langs de Weitstraat
  • 39. Ingang tot het Muziekbos in Louise-Marie
  • 38. Woning van de familie Van Malleghem
  • 34. Het kerkje te Zulzeke
  • 37. Aan Den Engel
  • 36. Molen ten Hengst met bijgebouwen
  • 35.Pastorie te Nukerke
  • 72. Huisje langs de Weitstraat
  • 71. In de sterre
  • 69. Maurice Schoorens
  • 55. De Paepscheure in Zulzeke
  • 48.Goet ten Broecke met watermolen
  • 47. Goet ten Broecke
  • 46. Boerderij van oud-burgemeester Francis Vander Eecken.
  • Burgemeester André Hubeau
  • 45. Veldkruis te Ronse
  • 44. Site met Meulen Ter Gheynst
  • 42. Kapel van de Mere.
  • 41. De site rond het Waterkasteel
  • 40. Kapel de Rode Haan
  • Meester Jan
  • Bavo De Weer
  • 67. Pastoor Paul Dutordoir
  • Gemeenteschool: vorige schoolhoofden
  • 76. Muurkapelletje
  • Stanislas Deriemaeker, Vlaams organist en componist.
  • Louise-Marie. Oude woning op de Muziekberg
  • 100. Louise-Marie - A la concorde
  • 73. Hoevetje langs het Cabernhol
  • 68. Maurice Wyckaert in Nukerke
  • Oude woning langs Steenweg
  • Hoevetje van Merke Vanderbruggen
  • 55. De Nedermolen in Zulzeke
  • Zulzeke dorp
  • 52. A la maison communale de Nukerke
  • 51. Windmolen Ter Geynst
  • Linde aan de Lesborre
  • 43. Hoeve Schoorens
  • 50. Sint-Antonius-abt
  • Linde langs de Pontstraat.
  • 49. Lemen schuur op den Dries
  • 43. Het Nieuwennest
  • Nukerke had een 100-jarige
  • Over de negenkoten en andere anekdoten.
  • Het monument der gesneuvelden en weggevoerden
  • Sint-Rochus
  • Muurkapelletje langs de Ommegangstraat
  • Zag de Nukerkse parochiekerk er zo uit?
  • 76. Theophiel De Bisschop
  • Bevolkingspiramide in 1972
  • Het leven langs de Pontstraat
  • Meester Theofiel Gilleman
  • Pittige verhalen
  • Het verhaal van Leontine
  • Gesneuvelde militairen tijdens W.O.-I - Civiele slachtoffers.
  • Een levensverhaal vol anekdotes
  • Mensen schrijven geschiedenis
  • Oorlogsverhalen - Verzamelde opstellen
  • Oorlogsverhalen
  • Het gemeentelijk onderwijs
  • Enkele oude frivole liedjes gezongen te Nukerke
  • Geschiedenis van het onderwijs
  • Reliëfkaart van Nukerke
  • Geschiedenis van het gemeentelijk onderwijs (vervolg)
  • Tekst bij de tekeningen
  • Tekst bij de tekeningen- vervolg
  • Vervolg tekst
  • De Nukerkse Breydelszonen
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    poupehan
    blog.seniorennet.be/poupeha
    Inhoud blog
  • KAARTEN
  • De negenkoten in Nukerke
  • In Louise-Marie
  • OUDE WOONSTEN
  • HOEVEN
  • Groene monumenten
  • Gebouwen
  • Dorpskern
  • Molens
  • Voorwoord
  • Nukerke, aan de voet van een pracht van een getuigenheuvel.
  • Vanaf het Oostenrijks Bewind
  • Opkomst van het protestantisme (vervolg)
  • Het Nederlands Bewind (1815-1830)
  • Naar de 20ste eeuw
  • Perikelen over de Tweede Wereldoorlog
  • Schilderspalet
  • Wapenschild van Nukerke
  • 1.Oud-gemeentehuis te Nukerke
  • 4.De snibbemolen
  • 3.Hospice
  • 2.Oude dorpskom
  • 5. Windmolen ten Kruissens
  • 6. Windmolen Ten Hengst
  • 7. Oud-schoolhuis
  • En nog een van de negenkoten
  • 8. Oud hoevetje
  • 9. Gesloten vierkanthoeve
  • 10. Windmolen ter Slepe
  • 11. Kerk te Nukerke
  • 12. Binnenzicht van de kerk
  • 14. Windmolen Ter Geynst
  • 13. Herenwoning te Louise-Marie
  • 15.Kerktoren te Nukerke
  • 16. Louise-Marie - woonhuis
  • 17. Kerk La Salette
  • 18. Huidig dorpszicht
  • 19.Molen ten Hotond
  • 20. De Keizerrei
  • 23. De Paepscheure in Zulzeke
  • 22. Klooster te Nukerke
  • 21- Kerkje van Melden
  • 24. Tijdelijk verblijf van Hugo Claus
  • 25. Leo Piron
  • 26. Watermolen Ten Meulebroecke
  • 't Zeitje
  • 70. Woning van Elodie
  • 45. Watermolensite
  • 75. Een routehuisje in Etikhove
  • 33b. Huisjes van de negenkoten
  • 33a. De negenkoten
  • 33. De negenkoten
  • 32. De oude steenweg
  • 31. Hospice en St-Vincentius
  • 3O. De spoorwegtunnel
  • 29. Aan 't lindeke
  • 28. De laatste suisse in de kerk te Nukerke
  • 27. Veldkapelletje langs de Weitstraat
  • 39. Ingang tot het Muziekbos in Louise-Marie
  • 38. Woning van de familie Van Malleghem
  • 34. Het kerkje te Zulzeke
  • 37. Aan Den Engel
  • 36. Molen ten Hengst met bijgebouwen
  • 35.Pastorie te Nukerke
  • 72. Huisje langs de Weitstraat
  • 71. In de sterre
  • 69. Maurice Schoorens
  • 55. De Paepscheure in Zulzeke
  • 48.Goet ten Broecke met watermolen
  • 47. Goet ten Broecke
    Zoeken in blog

    30-11-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nukerke, aan de voet van een pracht van een getuigenheuvel.

    NUKERKE, AAN DE VOET VAN EEN PRACHT VAN EEN GETUIGENHEUVEL

    Geologische ontwikkeling van onze streek



          Het Primair (de archaïsche periode)

    Aangenomen wordt dat 14 miljard jaar geleden dé grote oerknal heeft plaatsgehad. Sommige wetenschappers vermoeden dat na die knal er zich een grote klomp materie vormde, de latere aardbol. Die koelde gedurende miljoenen jaren af  zo dat wetenschappers spreken van een sneeuwbalaarde, een superijstijd die heerste tot zo’n 600 miljoen jaar geleden met temperaturen van -50° tot +50°. Gedurende de afkoelingsperiode vanaf 4 miljard jaar geleden gutste het water uit de loodzware donkere wolken in bakken neer. Het bliksemde en donderde.

    De aarde is in wording met erupties en talrijke en hevige bodemverheffingen. Micro-organismen ontstaan. Dicht bij ons, namelijk in Lessen en Quenast, wijst de aanwezigheid van pofyrieten erop dat er vulkanische activiteit was.

    Bij opeenvolgende verzakkingen van de bodem werd het droge land onder water gezet. De soms weelderige plantengroei verdwijnt onder lagen zand- en kleibezinksels. Het zand verhardt tot zandsteen en een verrottingsproces zet de organische overblijfselen om in steenkool. De aardmassa’s die 200 miljoen jaren geleden het zogenaamde Gondwana en Laurasia vormden drijven uit elkaar.

    H
    et Secundair
    Dit tijdvak loopt van 225 miljoen jaar tot 65 miljoen jaar. Het supercontinent of Pangea zal in deze periode uit mekaar vallen.  Rond 180 miljoen jaren geleden scheurt Afrika af. Dit gaat gepaard met grote vulkanisch uitbarstingen. Het grote vasteland valt verder uiteen en de continenten ontstaan. De bodem rees op en boomvarens en reusachtige oerplanten bedekten de bodem. Bij volgende overspoelingen werd de begroeiing meermaals overspoeld. Zo ongeveer 10 miljoen jaar geleden moeten de Vlaamse Ardennen voor het eerst droog zijn gekomen. Het is in de laatste periode van het Bovenkrijt dat land- en zeedieren ontstonden. Het is ook de tijd van de Iguanadons waarvan meer dan 20 skeletten werden gevonden in Henegouwse Bernissart.

    Meermaals deed er zich een oppersing  van de bodem voor. De zee trok zich terug en de erosie spoelde de eerder afgezette sedimenten weg. Tijdens het Krijt kwam ons land terug onder water te liggen om bij de volgende bodemwelving terug te trekken en sedimenten weg te spoelen.

     

    Het Tertiair
    I
    n 1974 werd in de Awashvallei in Ethiopië het skelet Luci gevonden. Luci behoorde tot de Australopithecus Afarencis, een mens die 3,4 miljoen jaar geleden werktuigen gebruikte om vlees van de beenderen te krabben.

    Het Tertiair is het tijdvak van 65 miljoen tot 2 miljoen jaar geleden. Toen reikte bij ons de oerzee tot in onze streken en ver daar buiten tot aan de huidige Ardennen. Zand, mergel en klei werden afgezet. Bij een bodemverheffing bleef sediment achter dat later door de werking van de erosie werd weggespoeld. In het noorden van ons land deden zich meermaals een aantal schommelingen voor van de bodem wat grote overstromingen met zich meebracht. Deze zette bij elke overstroming op de vloedlijn zand en klei af.

    Deze kleilaag bevindt zich soms op een geringe diepte. Goed om weten is het feit dat de zeebodem afhelde van zuid naar noord wat een belangrijke rol speelde bij de vorming van de heuvelrug met de getuigenheuvels. Het oorspronkelijk gevormd plateau werd gevormd door 6 tot 8 tertiaire lagen, elk afgezet tijdens een overspoeling van de zee. Elk van die lagen bestaat uit welbepaalde types van klei en zand. Bij de laatste overstroming werd de geelrode, soms bruine, zavel (dietiaan zand) afgezet. Dit zand vormde de bovenste laag van het plateau. Dit zand is nu enkel te vinden op de heuveltoppen hoger dan 130m boven de zeespiegel. In oorsprong was dit zand groen doordat het oorspronkelijke ijzersilikaat door verwatering en oxidatie omgezet werd in ijzerhydroxine. Deze geelbruine ijzerhoudende zandsteen wordt limoniet genoemd. Onze ouders noemden hem bossteen of ijzersteen. Je las reeds dat onze voorhistorische bewoners gepoogd hebben er ijzer uit te halen. Later, in de middeleeuwen, werd de steen gebruikt bij enkele voor-romaanse gebouwen zoals in Ronse (St-Hermeskerk), Opbrakel (kerk), Maarke-Kerkem (kapel).

    Het Quartair

    Dit tijdvak vangt aan met het Pleistoceen (1,9 miljoen ) en eindigt zo’n 10 000 jaar vóór onze tijdrekening.

    Ondertussen heeft zich de hominidae (groep uit de orde van de primaten waartoe de mens behoort) ontwikkeld. Dat moet zo’n één à anderhalf miljoen jaar geleden in Afrika geweest zijn. Slechts 200 à 300 noordafrikaanse mensen zouden de wereld gekoloniseerd hebben. De Neanderthaler bevolkte pas 200 000 jaar geleden grote delen van Europa maar verdween 30 000 jaar geleden van het toneel. Men vermoedt dat een stam ook onze streken heeft bezocht. Trouwens het eerste fossiel van deze stam werd in 1830 in België gevonden. Menselijke resten werden niet gevonden wel Moustérien-stenen. Dit is een typische vorm van gebruikte stenen werktuigen. 60 000 jaar geleden  doet de homosapiens  zijn intrede. Het is een mensentype dat heel veel gelijkenis vertoont met van de mens van nu. Deze periode werd gekenmerkt door de grillen van de natuur. Er doen zich grote schommelingen voor in het klimaat. Het IJstijdvak (IJstijd) vangt aan. Herhaaldelijk groeien grote landijskappen aan en smelten nadien weer af. Dat veroorzaakte veel schommelingen van het zeeniveau, soms tot 100 meter niveauverschil.

    Het vastvriezen en weer ontdooien van het zeewater doet grote niveauverschillen van de zeespiegel ontstaan. De rivieren graven zich dieper in hun bedding. De Rhosnes, de Maarkebeek, de Meulebeek, de Zwalm…doen in onze streek vlijtig hun best. De erosie gaat zijn gang en bezinksel wordt afgezet. Tot en met rollend materiaal zoals keien kan je niet enkel vinden in de valleien maar tevens op de hoger gelegen .’t Is in deze periode dat de mensen in contact kwamen met de mammoet. Het bewijs is gevonden in Rumbeke toen bij graafwerken in september 2007 beenderen van de wolharige mammoet werden gevonden in een kleilaag.

    Onze streek heeft een zestal ijstijden gekend. De laatste ijstijd was zo rond en bij de 20 000 jaar geleden. En ten slotte, tegen het einde van de ijsperioden, wanneer de gletsjers zich reeds naar het noorden hadden teruggetrokken, staken hevige noordenwinden op die zand en kleideeltjes meevoerden, afkomstig van de glaciale sedimenten van de nog droog liggende Noordzee. Ondertussen had zich een heuvelrug (zie getuigenheuvels) gevormd, zeg maar een lange duin aan de rand van de oerzee. Deze werd bedekt met een dunne laag leem. Het is juist die dunne leemlaag, of soms het totaal ontbreken van de leem op de hoogste heuvels, die er de oorzaak van is dat de toppen al dan niet bebost zijn. Aan de voet van de getuigenheuvels en verder noordwaarts kan de leemlaag een dikte bereiken van 3 à 4 m. Er ontbreekt nog de teellaag bovenop, maar die wordt later, heel langzaam in de loop der eeuwen gevormd.

    Tijdens het holoceen (10 000 jaar vóór Christus), de laatste periode van het Quartair, is er een algemene verwarming; de ondergrond ontdooit en de toendra maakt plaats voor bossen, o.a het Kolenwoud.

    In ons landschap, dat volledig was gemoduleerd, verscheen de voorhistorisch mens als jager, eerst nog op de heuvelruggen want er wordt aangenomen dat de valleien slechts 950 jaar na Christus bewoonbaar waren.

    Over beschavingsresten. In Tieghem,  Caster, Elseghem, Leupegem, Edelare en Bevere werden door navorschingen aan de oppervlakte lemmers, krabbers, pijlpunten of stenen bijlen in vuursteen verzameld. Twee prachtige gepolijste bijlen te Etichove gevonden berusten in het stadsmuseum in Oudenaarde. Te Elseghem kwamen op anderhalve meter diepte verschillende bewerkte vuurstenen aan het licht en in datzelfde jaar, nl.1911, werden in  Melden twee gepolijste bijlen in de turflaag aan 5,26m gevonden. Veel werd er geschreven over de dolmen of grafmonument uit de voortijd, volgens Houzé den menhir (rechtstaande reuzensteen uit de oertijd), die zich vroeger noord-oost den wijk Kerkhem te Marcke verhief.” De geschiedkundige heeft het verder over paaldorpen in de scheldevallei, ontdekt door Kapitein Delvaux in 1883 en de vondst van “drie gepolijste bijlen, waaronder een in chloromelaniet, en een ander nog met een handvat in herthoorn voorzien, gehavende stukken van neolithieke potten, houtskool en korengranen en wijngaardranken, doorkloven beenderen van geiten, honden, herten, paarden, ossen en bevers en vooral twee merkwaardige menschendijbeenen. Deze eerste ontdekking staat in verband met een paaldorp, dat zich verhief ten zuiden der nederzetting door Kapitein Delvaux ontdekt te Peteghem, waar de middeleeuwsche abdij van Beaulieu, het paleis van Karel de Groote en Karel de Kale en het kasteel der Heeren en Graven van Vlaanderen zich verhieven…”
    De getuigenheuvels zijn gevormd
    Ijzerzandsteen: In de bruine zandlaag klitte het zand soms samen. Zo ontstonden door de oxidatie van ijzersilikaat de typische bruine, ijzerhoudende zandsteen, in de volkmond bossteen of ijzersteen genoemd. In de voorhistorie zouden bewoners zelfs geprobeerd hebben uit die ijzerzandsteen  ijzer te winnen. (Het smeden zou het oudste beroep zijn). Tijdens de middeleeuwen werd die steen in de streek gebruikt als bouwsteen voor alle voor-romaanse en romaanse gebouwen te Ronse en omgeving, o.a. de St-Hermeskerk te Ronse en de St-Vincentiuskapel in Maarke-Kerkem.
    Omer De Jonghe baatte op zijn veld naast zijn woning in de Molenstraat te Nukerke, in de volksmond "op de kruissens", tot eind de jaren 60 een zavelgroeve uit. (toen bloeide de brem er nog welig). Daar konden onze ouders gratis een hoeveelheid ijzerzandsteen krijgen. Deze rotsachtige stenen sierden menig bloemenhofje of grot met een beeltenis van O.-L.-Vrouw. Bij het definitief terugtrekken van het water voerden felle noordenwinden fijn zand aan wat het ontstaan gaf aan laag plateau.  De volgende miljoenen jaren zou de erosie zijn werk doen. Zachte delen werden weggespoeld. Bronnen deden grachten en beekjes ontstaan die verder zorgden voor de afbraak. De hardere lagen staken de kop op en vormden de heuvelrug die loopt over een oost-westlijn die reikt van de Kasselberg, het Heuvelland, over de rug van de Vlaamse Ardennen met de Kluisberg (141m), de Hotond (150m), de Muziekberg (148m), over de Pottelberg(157m) en de Oude Berg te Geraardsbergen tot de heuvels van het Hageland. De heuvelrug vormde reeds van eertijds de grens  tussen Vlaanderen en Henegouwen. Daar de ondergrond zavel en ijzerzandsteen bevat hebben de heuveltoppen goed weerstand kunnen bieden aan de erosie tijdens de laatste ijstijd, wat niet uitsluit dat er diepe dalen werden gevormd en het ontstaan gaf aan de vele uitlopers (Eikenberg., Edelareberg, Bossenaer, Varent, Hoogberg…). In onze gemeente deden de Maarkebeek en de Molenbeek aardig hun best bij het afgraafwerk.
    De getuigenheuvels en hun uitlopers zijn een echt bronnengebied. Tientallen bronnen ontspringen er op de noordflanken. Het insijpelend water dringt door de bodem tot op de ondoordringbare kleilaag. Daar wordt een ondergronds waternet gevormd. Langzaam zoekt het water dan een uitweg om ten slotte te ontspringen op de hellingen. Eeuwenlang werd dat water door de mens als drinkwater gebruikt en meermaals vormde zich rond de bron een fonteintje. Veel inwoners gebruikten in onze kinderjaren het water uit de bron als drinkwater. Soms werd de bron uitgegraven en sprak men van een fonteintje. De landbouwer die een fonteintje in de buurt had koelde er 's zomers de kannen melk in.Op de noordelijke hellingen waar de leemlaag eerder dun is doen zich bij langdurige regen verschuivingen voor omdat het insijpelend water boven de ondoordringbare kleilaag blijft staan. Deze kleilaag vormt een glijbaan waarover de bovenste laag wegschuift. Een veel voorkomend fenomeen in de Vlaamse Ardennen. Meermaals deden zich op de Spichtenberg te Nukerke dergelijke verschuivingen voor zelfs onlangs nog in oktober 2007.

    De prehistorie
    Het Paleolithicum of vroeg steentijdperk (ca 8 à 10 000 jaar vóór Christus)

    Werk voor archeologen en paleo-antropologen

    De ijstijd eindigt met het definitief terugtrekken van het ijs.

    Groepen jagers doorkruisten onze valleien en heuvels, een koud toendra gebied waar oerrund, mammoet en rendier leefden. In de streek werden echter geen stoffelijke resten van deze mensensoort gevonden. Maar deze Neanderthaler verdween uit het Europese landschap en werd afgelost door de “homo sapiens”, een mensenras afkomstig uit Noord-Afrika. Volgens ingewijden verscheen dit type voor het eerst in Palestina op nog een tamelijk plotse wijze. Wij noemen dit type de Cro-Magnon mens. Deze leefde tijdens de koude perioden in grotten, zoals Altamira (Spanje), Lascaux en Niaux (Frankrijk). Iets noorderlijker leefde l’homme de Tautavel. Bij ons woonde de voorhistorische mens in de grotten van Goyet, Floreffe en Fufooz. In onze streek werd van deze mens echter niet het minste spoor gevonden. Begrijpelijk ook ! Waar kon hij hier een veilige en warme schutplaats vinden. De “Grotte Chauvet” Pont d’Arc in de Ardèche (Fr) is echter de fraaiste en oudste laat-paleolithische bezienswaardigheid. Deze grot werd ontdekt in december 1994 door o.a. J.-M. Chauvet.


    In 1991 werd langs de rotskust tussen Marseille en Cassis een grot ontdekt die werd bewoond in de paleolithische tijd, op het hoogtepunt van de ijstijd , periode Würm. De grot kreeg de naam van de diepzeeduiker, Henri Cosquer, die de toegang had ontdekt. De toegang ligt nu op 37 m onder de zeespiegel. De grot gaat 100 m ver en de wanden staan vol afbeeldingen van dieren zoals hert, paard, pinguin, zeehond, kameel, bison ….De tekeningen, inkervingen en sjablonen dateren uit de periode 27 000 jaar tot 18 500 jaar vóór onze tijdrekening. Toen lag de zeespiegel van de Middellandse Zee nog 120 m onder het huidig niveau en was de grot gemakkelijk toegankelijk..

         Mesolithicum of middensteentijd

    De mens leefde voordien nog volledig van de natuur maar met dit verschil dat hij vanaf nu verblijft in nederzettingen en veeteelt en landbouw beheerst. In oorsprong hielden die stammen geiten en schapen. En het is op de toppen van de heuvels, die thans voor een groot deel met bossen overdekt zijn, dat we de resten terugvinden van de activiteit van de eerste streekbewoners die hier een vast verblijf hadden. De resten dateren waarschijnlijk uit een tijd, die men Mesolithicum heeft genoemd en die verloopt tussen het terugtrekken van het ijs en het bereiken van de Neolithische revolutie die in het Nabije Oosten rond dezelfde tijd was ontstaan, iets vóór 4000 jaar vóór Christus. De mens had toen een vaste verblijfplaats, kende boog en pijl, gebruikte mikrolieten (uiterst kleine silexmesjes), gebruikte het bijl en temde de hond. Het heeft er alle schijn van dat grote volksverhuizingen, als gevolg van het einde van de ijstijd, voor het eerst een tamelijk dichte groep mensen naar de Vlaamse Ardennen heeft gebracht. Sporen van hun bedrijvigheid werden vooral terug gevonden op Kalmont (te Kwaremont richting Kluisberg) waar dikke lagen afval van silexbewerking werden gevonden. Maar ook in Leupegem en Edelare werden lemmers, krabbers, pijlpunten, stenen bijlen in vuursteen verzameld. In Etikhove werden 2 prachtige gepolijste bijlen gevonden en in 1912 werden in Melden 2 gepolijste bijlen opgegraven in een turflaag, op een diepte van 5,26m.

    De getuigenheuvels als bakermat van onze geschiedenis

    We weten van onze oorspronkelijk bewoners heel weinig af. Zwervers en jagers laten niet zoveel sporen achter op wat silexafval, pijlpunten en bijlen na. Pas met de komst van de Romeinse legioenen treedt er verandering in en krijgt onze streek aandacht.

    Menselijke activiteit op de getuigenheuvels

    Eerste bewoners. Het heeft er alle schijn van bij het einde van de ijstijd grote volksverhuizingen tamelijk grote groepen mensen naar onze heuvels heeft gebracht. De eerste bewoners van onze streek, doortrekkende jagers, hechtten een groot belang aan deze heuveltoppen. Deze werden reeds vroeg in de geschiedenis bewoond, getuigen de vondsten van menselijke bedrijvigheid op Calmont. In neolithische lagen vond men afval van silexbewerking. De gebruikte silexklompen waren afkomstig uit de krijtgroeven van Spiennes. Plaatsnamen als Kwaremont, Calmont, Lamont, Hotond , gaan terug tot de Gallo-Romeinse periode. Een Romeinse heirbaan  liep van Bavai over Ronse en Kwaremont naar de Schelde in Kerkhove. Een andere vertakking van de heerweg Bavai-Tongeren liep over Etikhove naar Vloesberg. De heuvels van Louise-Marie waren in de Romeinse periode bebouwd met Romeinse villa’s. Tot zelfs tumuli trof men er aan. Het heeft er alle schijn van dat de Romeinen de hoogten volgden, zo vermeden ze dat ze in moerassen te recht kwamen.

    Het Neolithicum of nieuw steentijdperk 

    Beschavingsresten. Veruit de meeste stenen voorwerpen uit deze periode, die in onze streek  werden gevonden, behoren volgende voorwerpen: krabbers, messen, zaagjes, hamers, spitsen en vooral pijl- en speerpunten.

    Dat kan alleen maar betekenen dat onze streekgenoten zich vanaf toen bezig hielden met het verhandelen en bewerken van ruwe silexklompen, die vanuit de krijtgroeven in de omgeving van Bergen (Spiennes, Baudour ,…) naar ons toe werden gebracht. Enkele van die onbewerkte klompen heeft men bij opgravingen onder de St-Hermeskerk terug gevonden. Van de landbouwbedrijvigheid, die rond die tijd in onze streek werd ingevoerd, werden geen sporen teruggevonden.

    Alhoewel. Deze site was een ideale plaats voor de eerste bewoners die een droge plek zochten hoog op de heuvel met een ondergrond die ijzersteen bevat. Tijdens het Laat-Neolithicum werd deze site gelinkt aan de Klokbekercultuur en werden er sporen van een nederzetting gevonden. De ligging van deze nederzetting was een ideale plaats voor de eerste bewoners die een droge plek zochten hoog op de heuvel met een ondergrond rijk aan ijzersteen. 

     Uit de later metaaltijd is er echter  voorlopig weinig of niets gekend. De Klomp is nog steeds een klein gehucht  op een oostelijke uitloper van de Hotondberg, een mooie getuigenheuvel Je bereikt de Klomp via de Zeelstraat of de Rijksweg.(enkele gegevens uit “Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen”).
    In het Stedelijk Museum van Ronse worden prehistorisch voorwerpen bewaard die op De Klomp werden gevonden. Ze werden in 1957 beschreven als “Nukerke, De Klomp, chemin v. Sulsique, env. 200m. à droite, sablière enlevée depuis 1963, surf. Type Néol. (3,1957).

    Steen-bronstijdperk

    Het bewerken van steen zal tot 2000 jaar vóór Christus op de Kluisberg blijven bestaan. Het metaal verdrong uiterst langzaam het steen. In navolging van de gladde bronzen bijlen polijstte men stenen bijlen. Daar werden er verschillende exemplaren van gevonden. Deze gepolijste bijlen zijn ontstaan als nabootsing van gans gelijke gladde bronzen bijlen welke toen uit Oost-Europa werden ingevoerd.

    De cultuur die bij ons deze steen-bronstijd vertegenwoordigt heet men “Campignien”. Deze wordt getypeerd door een uiterst langzaam doordringen van het metaal met als gevolg een lang vasthouden aan stenen werktuigen.

    Onze streek, gelegen in de meest westelijke hoek van Europa, is lang buiten de nieuwe beschavingsinvloeden gebleven. Nochtans zou rond deze tijd Ronse deel uitgemaakt hebben van de allereerste industriële gemeenschappen van Europa.

    Wat onze streek niet kende is de megalietcultuur (het oprichten van monumenten zoals menhirs en dolmens). Nederland kende wel  tot 1000 jaar vóór Christus de “hunnebedden”. De megaliet op het nieuwe kerkhof van Ronse, langs de Ommegangstraat, is gewoon een nagebootste dolmen. Die is daar geplaatst onder impuls van de “archeoloog” Edouard  Joly, notaris te Ronse rond 1860. De plaatselijke bevolking wist te vertellen dat een groot span paarden werd ingezet om de grote stenen, die op de Muziekberg waren opgedolven, naar Hogerlucht te slepen om daar op elkaar te worden gezet.

    Bronstijdperk

     In onze streek begint het echte bronstijdperk ca 1800 jaar vóór Christus.

    Rond 1500 jaar vóór Christus duiken in onze streken groepen mensen op uit Engeland. Deze hadden de gewoonte hun doden te verbanden en de as onder omgekeerde urnen in grafheuvels bij te zetten. In 1836 werd door Joly enkele graven van dit volk teruggevonden en in de periode tussen 1949-1951 vond men op de Kluisberg een dergelijk graf weliswaar met een kapotte urne, werk van plaatselijke schattenjagers. Op de heuvels zijn nog enkele onuitgegraven tumuli van die tijd bewaard. Vele gegevens schijnen erop te wijzen dat de nieuwe aangekomen bevolking contact heeft gehad met de oudere laatneolithische bevolking van de campgnien-beschaving.

    Uit het latere bronstijdperk vond men in het Oudenaardse bronzen zwaarden uit het Rijnland, speerpunten uit Engeland, armbanden uit Zwitserland. Bewijs dat de rijkdom in onze streek toenam. Op het kasteel Behaegel de Bueren in Kwaremont bewaart men gerestaureerde stukken van de Hilversumurne. Die urne werd er in 1949 op een ongelukkige wijze opgegraven. Naast de vroegere dokterswoning op Heynsdale (de Kraaie) is er nog een ongerepte grafheuvel te zien die waarschijnlijk stamt uit de Campignienperiode of uit de Hilsersumtijd dateert.

    Van 1100 tot 800 vóór Christus wordt Europa dooreen geschud door grote invasies. Onze streek bleef niet gespaard van grote invasies van Kelten die zich hier vestigden. Van deze beschaving werden in onze streek echter geen vondsten gedaan.

    Over Kelten, Galliërs en Oud-Belgen

    Tijdens de 7de eeuw vóór Christus kende onze streek niet de grote toeloop van vreemde volkeren; de Kelten, een vreemd volk dat het paard gebruikte als rijpaard en het zwaard invoerde. Deze volkeren vermengden zich met de tot heden karige bevolking die bestond uit late nakomelingen van de neolithische-Campignien cultuur. Hun grote grafheuvels waaronder hun doden liggen begraven, werden onmiddellijk door de brandstapel vervangen. De beenderen werden in een urne bijeengegaard en bovenop de resten van de brandstapel neergezet. In de 3de eeuw vóór Christus was geheel Gallia (Gallië) door de Kelten bewoond. De naam Galliërs is de algemene benaming voor de Kelten op het vasteland, een gebied vanaf de Pyreneeën tot aan de Rijn.

    De gewapende inval, die uit de Midden-Rijn vertrok en nogal krijgshaftig moet zijn geweest, bleef steken in Midden België. Het vreedzaam boerenleven in onze streek gaat voort terwijl in het oosten de krijgshaftige indringers de ijzerindustrie ontwikkelen. Nochtans heeft het er alle schijn van dat ook te Kwaremont en omgeving hopen slakke werden teruggevonden, die er zouden op wijzen dat men in die periode geprobeerd heeft uit de lagen Diesterse ijzerzandsteen ijzer te winnen. Hier sluiten we de Hallstadtperiode af, het was de tijd dat het ijzer enkel tot wapens werd gesmeed. Veel plaatsnamen in onze regio wijzen op de Keltische tijd, denken wij maar aan Rotnacum (Ronse) Heldenaard, Sceldard en Scaldenarde voor Oudenaarde. Zó ver kunnen wij echter voor Nukerke niet gaan. Wellicht was er toen geen plaats voor een dorpje. De heuvels waren dicht bebost en de valleien waren nog onbebouwbaar wegens te drassig. We moeten nog even wachten vooraleer de geschiedenis van Nukerke begint.

    We verlaten langzaam de voorhistorie … . De La Tene-periode treedt aan. Voortaan zal de mens het ijzer gebruiken voor het vervaardigen van werktuigen.

    Rond 125 à 100 jaar vóór Christus vallen groepen Belgen van over de Rijn onze streek binnen. De enige stam in ons land die er prat op kon gaan samen met de Belgen van over de Rijn te zijn gekomen waren de Nerviërs van Henegouwen met centrum in Bavai. Ze waren echter weinig talrijk (nog geen 1000 krijgers). Ze regeerden echter over heel wat vazallenstammen. Deze zijn nakomelingen van vroegere bewoners zoals de Ceutronen, Geidumnen, Grudiërs, de Pleumoxiërs en de Levaken.

    Door de vondsten in de Vlaamse Ardennen  weten we dat beide culturen (de krijgshaftige Kelten uit de Hallstadt-periode als die van de Belgisch invallers uit de La-Tene-periode)  hier vertegenwoordigd waren.

    Van de Kelten vond men destijds in de streek tussen Ronse en Flobecq enkele graven o.a. op de Pottelberg. Graven die slecht werden onderzocht.

    Uit de La Tenetijd  deed men een buitengewone vondst in Frasnes. In 1861 vond men er een ware goudschat bestaande uit niet minder dan 50 Keltische munten in een legering van goud en zilver en twee gouden halsbanden, dit alles begraven in een aarden pot, waarschijnlijk verborgen toen de Romeinse legers onze streek veroverden. De halsringen dateren van de 2de eeuw vóór Christus. De munten werden waarschijnlijk geslagen tussen 75 en 5O vóór Christus. De goudschat werd al snel verpatst want die verdween… tot in de jaren 6O de schat weer opdook in een verzameling van Alastair B. Martin in New-York. Sindsdien is de verzameling in depot afgestaan aan het Metropolitan Museum in New-York. In het museum te Ronse blijven enkel de oude tekeningen en foto’s te zien.  

     

    Vondsten in onze streek

    Uit de oertijd  en andere van Keltisch oorsprong.

    Blijkbaar was het het gebied waar eens Nukerke zou ontstaan geen aantrekkelijke plaats voor de oermens, op de zuidelijke heuvelrug  na. In verslagen over opgravingen en vondsten komt de omgeving wél rijkelijk aan bod.

    Op de heuvels van Edelare vond men allerlei vuurstenen (silex) voorwerpen die eerder van defensieve aard waren. Hier zouden krijglieden hebben gewoond die de mensen, wonende in de scheldemeersen moesten beschermen.

    Vondsten: stukken van gepolijste bijl en een bruin neolithisch bijltje.

    Te Oudenaarde of er omheen : twee dijbenen opgegraven in het vroeger paaldorp.

    Twee taferelen op baksteen met de voorstelling van een Keltische koning en koningin…, Keltische potscherven, ijzeren wapens, een amulet werd in 1939 gevonden te Elsegem, scherven van stevige kruiken, sterke urnen, grote kommen…soms van de zelfde kwaliteit keramiek als men vond in Folkestone(GB).

    Keltische overblijfselen zijn te vinden in namen als Berchem en in Ediche (eik) en in Edichove In Etikhove werden trouwens veel gepolijste bijlen in vuursteen gevonden. In de volksmond noemde men ze donderstenen ; ze zouden de uiteinden van een bliksem zijn. De akkers waar veel van die bijlen werden gevonden kregen de naam Donderlanden.

    De heer E. Joly zou rond de Ommegangstraat prehistorische voorwerpen hebben gevonden waaronder een speerpunt.  In 1878 werd een keltisch muntstuk gevonden “trouvé à Hoogherst (of is het Hoogherot of Hoogenberg ?), Nieukercke, le 17 octobre 1878. Statère OR. Nervii. A. Tête à l’epsilon…” Volgens E. Joly werd het stuk doorverkocht in 1895 voor 19 fr. (Annalen Ronse 1970). Men zou er ook een aanzienlijke hoeveelheid Romeinse munten hebben gevonden, waaronder zeer kleine met de beeltenis van Tetricus, stenen  werktuigen en een beeldje van Jupiter.

    De Romeinse tijd

    Onze streek treedt de "geschiedenis" binnen

    Hier eindigt de prehistorie en treden we de geschiedenis in met de komst van de Romeinen. Hun schrijvers hebben immers aardrijkskundige en volkskundige gegevens uit onze streek neergepend. Vast staat dat onze streek door de verovering van Caesar in 58 vóór Christus een nieuw tijdperk inluidde. Onze verre voorouders kwamen in contact met een hoog ontwikkelde beschaving. Met een bestuursvorm en met een levendige economie. Caesar trof hier een ruw en primitief volkje aan dat woonde in hutten en leefde van de roofbouw. Stenen woningen was hen onbekend. Onze streekbewoners, de Nerviërs, werden waarschijnlijk in 57 jaar vóór Christus verslagen te Saulzoir bij Solesmes aan de Selle, een oostelijke bijrivier van de Schelde. Volgens het boek van J. Caesar “De Bello Gallico” waren de Eburonen en de Nerviërs zijn zwaarste tegenstanders.Het gebied van de Belgica werd door Ceasar ingedeeld in Belgica Prima en Belgica Secunda. Onze Civitas der Nerviërs met Bavacum als hoofdstad lag in civiele provincie Belgica Secunda. Op gebied van wegenaanleg zijn we hier in de heuvelstreek goed voorzien. Vanuit Bavai vertrokken 8 hoofdwegen. In noordelijk richting liep er een weg naar Blicqui waar die zich in twee opsplitste. Een liep over Wattripont , over de Doornikse steenweg langs de vroegere Steenstraete en Hoogewieg (weg), Oude Kwaremont naar Kerkhove aan de Schelde. De oostelijke Romeinse weg liep over Flobecq naar Opbrakel en Nederbrakel tot in Velzeke, toen een heel belangrijke Romeinse nederzetting. Een afsplitsing van die wegliep over de Quatre Vents naar het Wolfgat en Etikhove richting Schelde te Oudenaarde. Mogelijks liep er een weg vanaf de Kattemolen naar de “Boetzity”. Ook de weg die loopt over de heuvelkammen kan wijzen op de Romeinse wegenbouw. Op het terrein zal je bemerken dat die wegen op de hoogten liggen en niet in de valleien die toen nog drassig waren. Bemerking: de benaming heirbaan of “den ouden heirweg” verwijst in onze streek niet het minste naar de echte militaire wegen. In onze streek hebben de Romeinen de bestaande kronkelende wegen verhard, verbreed en rechtgetrokken. Onze streken waren voor de Romeinse bezetter een belangrijk landbouwgebied waar graangewassen werden geteeld bestemd voor de export o.a. naar de grensgebieden waar grote legereenheden het land verdedigden.
    Langs de wegen stonden er op gestelde afstanden mijlpalen, hetzij om de Romeinse mijl (millia passuum= 1000 dubbele passen of ca 1500m) aan te duiden, hetzij om de Keltische leuca (Frans lieue=2222m) weer te geven. Sommige palen droegen geen opschrift. Langs die wegen moest je maar zelf de mijlen bijhouden.

    Vondsten uit de Romeinse tijd

    Twee Romeinse tegels waarop een geboeide Galliër en een vrouw voor Caesar werden gebracht.
    Romeins kamp op de Koppenberg. Gouden en zilveren muntstukken met de beeltenis van de keizer. In 1917 werden er bij het graven van loopgrachten een paar 100 Romeinse gouden, muntstukken opgegraven.
    Een Romeins kerkhof te Oudenaarde. Een Gallo-Romeinse dodenakker te Petegem.
    Mozaïeken vloeren in de kerk te Pamele.

    Vondsten in 1907: een reeks graven met mooi Romeins aardewerk op de Kallenberg te Kwaremont., een mijlpaal en veel afval te Ronse, typisch Romeinse dakpannen in Etikhove (wat mogelijks op een villa wijst – dezelfde vorm van pannen werden in Velzeke gevonden), afval op de Muziekberg en op d’Hoppe. Men schat dat er in onze omgeving een drietal Romeinse nederzettingen werden bewoond. Waarom is het overgrote deel van het stenen materiaal verdwenen? De middeleeuwse mens gebruikte veel materiaal om wegen te verharden of om bouwplaatsen op te vullen (onder de St-Hermeskerk) . Veel Romeinse ruïnen verdwenen ook gewoon onder de begroeiing.

    Van Melden naar Nukerke, een lange geschiedenis. Alle oorspronkelijke bewoners die de West-Europese laagvlakte bewoonden stammen uit een smeltkroes van volkeren als er waren de Kelten, de Nerviërs, de Romeinen, de Franken, de Germanen. Wij houden het vanaf nu bij dat volkje, de Nerviërs, dat woonde aan de oevers van de Scaldis, aan de voet van de beboste heuvel, een uitloper van het Kolenwoud dat zich naar het oosten uitstrekte. Daar woonden de eerste mensen in een nederzetting bestaande uit hutjes gemaakt van takken en leem. Stenen woningen en steden kenden ze nog niet. Wie dichter bij het water woonde bouwde een paalwoning. De stroom wou wel eens overstromen en zette de “meersen” tijdelijk onder water. Het vredig volkje werd door Romeinse legioenen, onder leiding van Julius Ceasar in 57 vóór Christus aangevallen, om samen met hun stamhoofd Boduognat te worden verslagen in Solesmes aan de Selle. We onthouden alvast dat de eerste menselijke activiteit in onze streek dateert van kort vóór de Romeinse invasie. Julius Ceasar vermeldde in zijn boek “De Bello Gallico” de Belga-Belgae als een verbond van stammen. Deze verschilden onderling wel danig van taal en zeden. De Nerviërs waren zo wat de dappersten maar ook de meest barbaarse. Wij en onze streekgenoten zouden afstammen van die Nerviërs maar gelukkig ook een beetje van de Menapiërs. Niet voor niets ligt de taalgrens aan onze achterdeur. Blijkbaar was de invloed van de Romeinen op de noordelijke stammen van kortere duur en voerden de bewoners een hardnekkige tegenstand tegen de bezetter.

    Met de komst van de Romeinen in onze streek verlaat ons dorpje de prehistorie en treedt onze toekomstige" prochie" de geschiedenis binnen. De zopas beschreven nederzetting kreeg de naam “Meldi”, wat zoveel betekent als moeras. De beboste heuvel werd Cobbenhulle. We werden ingedeeld in de Belgica prima en de ontwikkeling van onze streek kon beginnen. En het mag ons niet verbazen als Melden uitgroeide tot een klein vicus of handelsnederzetting. Op de Cobbenhulle werd een Romeinse villa gebouwd (met zicht op de Scaldis en de vallei. Een heerweg werd aangelegd die liep van Bavai, over Doornik en Kwaremont naar de Schelde in Kerkhove. Men vermoedt dat er ten oosten van de Cobbenhulle, tussen Ronse en Oudenaarde een aftakking liep van een legerbaan. De Romeinen wisten uit de plaatselijke ijzersteen ijzer te smelten. Maar de grootste revolutie was de kennismaking met de christelijke leer waarmee de Romeinen in Rome al eerder hadden kennis gemaakt. Het staat vast dat Romeinse bekeerlingen de christelijke beschaving hebben meegebracht. Tijdens het bewind van de Romeinse keizer Constantijn (324-337) kon de nieuwe leer in alle vrijheid worden beleden en verspreid. De heirwegen speelden hier een belangrijke rol want zendelingen konden zich zonder moeite snel en veilig verplaatsen. Ook de stromen en de rivieren speelden een belangrijke rol. Immers de meeste grote nederzettingen bevonden zich langs waterwegen, aan samenvloeiingen van rivieren, aan kruispunten van de heirwegen, soms op heuveltoppen. Er wordt verondersteld dat achter de Cobbenhulle, kant Nukerke, er een secundaire weg lag (nu Rijksweg). Maar de verspreiding van het christendom werd eveneens bevorderd door de toen nog primitieve uitbouw van de administratieve indeling van onze streek.

    Vanaf de 3de eeuw vervaagde de Romeinse invloed omdat ondertussen uit het oosten Germaanse stammen naar onze streken migreerden en zich mengden met de Kelten. Toch bleef onze dun bevolkte streek wat verweesd achter. Maar, de missionering ging verder. Reeds in een kroniek van 388 staat vermeld dat de bisschop van Tours, de latere H. Martinus, in Vlaanderen het ware geloof aan de mensen had gebracht. Martinus zou in onze streek een belangrijk deel hebben gehad bij de bekering van de bewoners. De eerste kerk van Melden werd immers toegewijd aan de H. Martinus.

    De Merovingische-Frankische Tijd (350-843)

    De verspreiding van de nieuwe godsdienst werd bevorderd dankzij de (primitieve) uitbouw van de administratieve indeling en de wegeninfrastructuur. Men veronderstelt dat er achter de Cobbenhulle toen reeds een secundaire weg lag. Wijst die naar de weg Ronse-Oudenaarde ?
    Van bij het begin van de organisatie van de Kerk viel Melden onder het gezag van het bisdom Kamerijk. De grootschalige evangelisatie begon in de 5de eeuw. Denk aan de bekering van Clovis maar ook aan de komst van predikers, uit het Franse Aquitaine en uit Ierland. Met heel veel zekerheid weten we dat Amandus, vanuit Doornik de Scaldis  en de Scarpe afvoer, Ronse aan deed en verder langs Melden en Oudenaarde, Gent bereikte.

    Na de terugtrekking van de Romeinse legioenen bezetten groepjes Franken de streek tussen Schelde en Leie en langs de oevers van de Schelde. Daar beoefenden ze de akkerbouw en de veeteelt. Melden zou voortaan een belangrijke rol spelen want deze nederzetting werd vanaf de 7de eeuw een heerlijkheid onder het bestuur van de baronnen van Pamele. Men vermoedt dat deze heren nazaten waren van de eigenaar van de Romeinse villa die op die wijze grootgrondbezitter zijn geworden. De eerste bekende heer van deze heerlijkheid staat vermeld in het jaar 845 als ridder A. de Pamele. In deze periode was Melden dus de hoofdplaats van “het Land tusschen Marcke ende Rosne”, waarvan het grondgebied van volgende 8 dorpen deel van uitmaakten: Melden, Marcke, Kerkem, Etikhove, Nukerke, Zulzeke, Kwaremont en Berchem. Verschillende opvolgers van de Heer A. de Pamele werden in Melden begraven. Melden was immers de hoofdplaats van de heerlijkheid.

    In 843, bij de dood van Lodewijk de Vrome, werd bij het Verdrag van Verdun het vorstendom van Karel de Grote verdeeld onder zijn 3 kleinzonen. Vlaanderen werd opgesplitst. De Schelde, van Kamerijk over Doornik, Oudenaarde, Gent) werd voortaan de grens tussen Francia Occidentalis (onder Franse kroon) en Francia Media (oostelijk van de rechteroever), bestuurd door Lotharius II. Deze grens zal verdwijnen in 1526 dankzij de Vrede van Madrid.

    Ondertussen kwamen wij onder Duitse invloed. Nukerke lag voorlopig in een gebied dat zich uitstrekte van de Schelde tot aan de Rijn en de Moezel. Melden werd voortaan een heel belangrijke grenspost tussen het Franse Rijk en het toenmalige Duitsland. (ook Ename was toendertijd een bruggenhoofd aan de Schelde) Onze Vlaamse overburen aan de Schelde woonden wel in Kroon Vlaanderen maar de graaf moest de Franse meester erkennen. De kans om een grote stad te worden hebben beiden ontlopen. Men vermoedt dat de drassige bodem daar de oorzaak van was.

    We zitten vanaf nu volop in het Leenstelsel, een staatsbestel dat zal duren tot 1384.

     

    Het Leenstelsel (843 -1384)

    Onze dun bevolkte streek gleed rustig de vroege middeleeuwen binnen. Het Leenstelsel of Leenroerig Stelsel met zijn lijfeigenen of laten, halfvrije en vrije landlieden kenden een onzeker bestaan. Allen werden afhankelijk van machtige grootgrondbezitters die hen desnoods doorverkochten met de grond. Hier en daar bleef die middeleeuwse mentaliteit bestaan tot vóór de laatste wereldoorlog. De bevolking zal langzaam aangroeien dankzij het feit dat op vruchtbare gronden landbouwnederzettingen ontstonden die algauw uitgroeiden tot parochiegemeenschappen, zoals ook met het latere Melden gebeurde.
    Vanaf 843 met het Verdrag van Verdun werd Vlaanderen opgesplitst. De Schelde werd de natuurlijke grens tussen het Franse Rijk.
    Op bestuurlijk gebied was het eerder rampzalig gesteld. Het grote rijk was verdeeld in heerlijkheden, graafschappen, bisdommen, vorstendommen, dikwijls met zwakke gezagdragers. Er werd geërfd en onterfd. Zo kwam Melden en het ganse land van Marke en Ronne in de 10de eeuw terecht in het distrikt van Ename. Boudewijn V, graaf van Vlaanderen, veroverde rond 1040 Ename. De benediktijnenabdij werd gesticht en “het Land tusschen Marcke ende Rosne” werd in het Graafschap Vlaanderen ingelijfd, als deel van het “Lande van Aelst”.
    Deze periode werd gekenmerkt door de jarenlange invallen van de Noormannen die de streek langs de Schelde keer op keer plunderden. Ook de inwoners van de “vrije stede Gent” zullen in de 14de eeuw onze streek plunderen.

    Onze eerste parochiekerk
    Onder het bestuur van de bisschop van Kamerijk.
    “Le patronat de l’église, consacréé sous le vocable (titel) de Notre Dame, appartenait au chapitre métropolitain (aartsbisschoppelijk) de Cambrai (l’evêque de Buschard la céda, en 1115 ou 1116 au chapitre de sa métropole) qui percevait dans cette localité toutes les dîmes (tienden), à l’exception de la part réservée au curé. Elle fut séparée de Melden et érigée en paroisse, à cause du grand nombre de fidèles qui venaient y remplir leurs devoirs religieux. On la nomma alors nouvelle église, dénomination qui lui est restée.  (Annalen Ronse) In 1132 was bisdom Kameryck in handen van  bisschop Liethardus.
    Behoorde de parochie Nukerke aanvankelijk tot de dekenij van Pamele, in 1559 kwam ze onder het gezag van de aartsdekenij van Brussel om in 1568 over te gaan naar de dekenij van Ronse.

    In 1225 werd Pamele tot baronie verheven. De heerlijkheden Etikhove, Maarke, Maarke ter Borche, Kerkem, Nukerke en Berchem met Kwaremont en Zulzeke vormden het “Land van Marcke en Ronne” dat als een leenhof werd gehouden door de heer van Pamele. De hoofdzetel van dit leenhof werd gevormd door de heerlijkheden van de dorpen Melden en Nukerke.

    In het Land van Aalst waren in de periode van 1621 tot 1796 vier dekenijen: Aalst, Geraardsbergen, Oordegem en Ronse. Samen waren er 160 parochies behorend tot het aartsbisdom Mechelen.

    De vierschaere

    “De “prochie” Nukerke vormde een “vierschaere” of rechtbank samen met Melden en deze vormde samen met Ethikove, Zulzeke, Kerkem, Berchem, Kwaremont en Marke deel uit van de baronie  van het land tussen Marke en Ronne. Deze baronie in het Land van Aalst hing af van het feodale hof van de hertog van Kleef in Heinsberg bij Aken. In  1275 stond de parochie Nukerke onder het gezag van de baron van Pamele. Nog in 1647 bezat Pamele Nukerke, Edelare, Leupegem, Volkegem, Elst, Melden en Kerkem.
    Volgens de Seyn was Nukerke een onafhankelijke heerlijkheid. De grenzen van de heerlijkheid stemden niet percies overeen met die van de parochie. Daarvan getuigt o.a. volgend citaat, anno 1630:” binnen de prochye van nuykercke heerlyckeede van sulseque…” (Annalen Ronse)

    Voortaan spreekt men van een parochie en deze was toen altijd uitgestrekter dan een gemeente. En hier begint ook de geschiedenis van het latere Nukerke aangezien die kleine gemeenschap aan de overkant van de Koppenberg lange tijd heeft afgehangen van de parochie Melden. De oudste vermelding van Nukerke gaat terug tot 1116. Rond die tijd moet er ondertussen ten oosten van de Koppenberg een kerkje gebouwd zijn. De reden hiervoor was omdat het aantal bewoners aangroeide en de afstand tot de parochiekerk van Melden te ver was. De “prochie” kreeg de naam Nova Ecclesia (Nieuwe kerk), een gemeenschap die zal uitgroeien tot Nukerke. Van een gemeente is nog helemaal geen sprake.
    Het eerste kerkje van de “prochie” Melden, waarvan dus ook de gelovigen van het huidige Nukerke toe behoorden, zou in de Merovingische periode zijn ontstaan, waarschijnlijk uit de resten van/of als bijgebouw van een versterkte toren of mote, gelegen dicht bij de stroom. En was dat kerkje niet toegewijd aan de H. Martinus ? Het kerkje is naar alle waarschijnlijkheid gebouwd door “het Capittel van kanonniken der Cathedraal van Kameryck die altoos gelast zijn geweest met de reparatiën derzelve en die ook de groote tiendeheffers en patronen ervan waren….”, aldus een document. Melden maakte van bij het ontstaan deel uit van de bisschopszetel in Bavay, maar na de verwoesting van deze nederzetting maakte het deel uit  van het bisdom Kameryck (Cambrai). Vast staat dat Kameryck vóór 406 reeds een bisschopszetel was.  In oorsprong was er geen sprake van een bediening per kerk. Er was zomaar geen priester per parochie beschikbaar. Die werd bediend door een of ander priester of monnik uit de abdij van Ename(1063) of vanuit Pamele. Pas vanaf het Concilie van Trente (1545-1563) zullen pastoors met een vast statuut worden aangesteld in de parochies.
    In 1661 zou Melden samen met gans het Land van Aalst verenigd worden met het Aartsbisdom van Mechelen  dit door toedoen van Paus Pius IV en Philippus II, koning van Spanje.
    In de kronieken lees je dat “ten jare 922 werd Gerardus de Loz, heer van Pamele, hoofd van de heerlijkheid van het Land tussen Marke en Ronne waarvan Melden de hoofdplaats was, in de kerk begraven. Het oorspronkelijk Romaans kerkje werd in de loop van de geschiedenis keer op keer verbouwd. Nu terug naar de juiste tijdsperiode.
    In het jaar 871 hebben onze streken een inval gekend van de Noormannen, alsook in 940 “die niets nalieten dan rouwe en verwoesting”. Rond die tijd maakte het Land van Marke en Ronne deel uit van het distrikt van “Eename” onder het bewind van Boudewijn V, graaf van Vlaanderen.





    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail
    URL
    Titel *
    Reactie *
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)

    Archief per maand
  • 08-2021
  • 05-2021
  • 09-2020
  • 12-2012
  • 11-2006
  • 10-2006
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!
    Archief per week
  • 02/08-08/08 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 28/09-04/10 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 17/12-23/12 2012
  • 27/11-03/12 2006
  • 20/11-26/11 2006
  • 13/11-19/11 2006
  • 06/11-12/11 2006
  • 30/10-05/11 2006
  • 23/10-29/10 2006
    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!
    Startpagina !

    Klik hier
    om dit blog als uw startpagina in te stellen!
    Categorieën
    Hoofdpunten blog Maarkedalinbeeld
  • Rudy Van Den Eeckhout
  • MAARKEDAL
  • VOORWOORD
  • Tekeningen 1
  • Tekeningen 2
  • Tekeningen 3
  • Tekeningen 4
  • Tekeningen 11
  • Tekeningen 10
  • Tekeningen 9
  • Tekeningen 8
  • Tekeningen 7
  • Tekeningen 6
  • Tekeningen 5
  • Kapel langs de Maarkeweg in Maarke-Kerkem
  • Burgemeester Peter Thienpont
  • De Haagwinde
  • Eligius, sculptuur op de preekstoel in de vroegere gewijde kerk.
  • Bordeelkensmolen in Schorisse
  • Sint-Antonius in de Sint-Vincentiuskapel in Maarke-Kerkem
  • 57. Hoeve De Donder.
  • 55. Pastorie te Nukerke
  • 54. De negenkoten te Nukerke
  • 53. Ter Borchtmolen
  • 52. Huisje van Lea Baert
  • 51. Protestants kerkje in Etikhove
  • 50. Evangelisch huis in Horebeke
  • 48. Omer Wattez aan zijn geboortewoning
  • 49. Dorpsplein te Mater (Oudenaarde)
  • 47. Woonhuis van Hugo Claus in Nukerke
  • 45. Kapel van Kerselare
  • 43. Goet ten Broecke
  • 46. Gemeentehuis van Sint-Maria Horebeke
  • 42- Valerius De Saedeleer - Villa te Ethikove
  • 41- Huis Van Malleghem
  • 39 - Molen ten Hengst
  • 44. Goet Ten Broecke
  • 40 - Rustoord Sint-Leonard
  • 43-Molen Ten Hotond
  • 36 - Kerktoren van Etikhove
  • 46. Palet
  • 16 - Werkmanshuisje
  • 1 - Gemeentehuis te Etikhove
  • 37 - Huidig dorpszicht van Nukerke
  • 35 - Kerk te Etikhove
  • 34 - Parochiekerk van Louise-Marie
  • 33 - Kerkje van Kerkem
  • 32 - Kerkje te Kerkem
  • 31 - Ladeuzemolen
  • 30 - Kloosterwoning te Louise-Marie
  • 29 - Kerktoren te Nukerke
  • 28 - Kerk te Schorisse
  • 32 - Kerk van Maarke-Kerkem
  • 26 - Hof te Cattebeek
  • 25 - Vroegere windmolen Ter Geynst
  • 24 - Sint-Vincentiuskapel Maarke-Kerkem
  • 23 - Herenhuis te Louise-Marie
  • 21 - Kerk te Nukerke
  • 20 - Windmolen Ter slepe
  • 19 - Pastorie te Schorisse
  • 18 - Oude hoeve te Etikhove
  • 17 - Kasteelmolen te Schorisse
  • 15 - Oude hoeve
  • 14 - Hoevetje te Nukerke
  • 13 - Oud schoolhuis te Nukerke
  • 12 - Huidige windmolen Ten Bossenaere
  • 11 - Windmolen Ten Hengst
  • 9 - Windmolens Ten Kruissens
  • 10 - Molens Ten Kruissens
  • 8 - Vroegere houten windmolen te Etikhove
  • 7 - Hospice te Nukerke
  • 2 - Vroeger dorpszicht te Nukerke
  • 5 - Mooie hoeve langs de Bossenaarstraat
  • 4 - Hof te Cattebeek
    Hoofdpunten blog Nukerke
  • KAARTEN
  • De negenkoten in Nukerke
  • In Louise-Marie
  • OUDE WOONSTEN
  • HOEVEN
  • Groene monumenten
  • Gebouwen
  • Dorpskern
  • Molens
  • Voorwoord
  • Nukerke, aan de voet van een pracht van een getuigenheuvel.
  • Vanaf het Oostenrijks Bewind
  • Opkomst van het protestantisme (vervolg)
  • Het Nederlands Bewind (1815-1830)
  • Naar de 20ste eeuw
  • Perikelen over de Tweede Wereldoorlog
  • Schilderspalet
  • Wapenschild van Nukerke
  • 1.Oud-gemeentehuis te Nukerke
  • 4.De snibbemolen
  • 3.Hospice
  • 2.Oude dorpskom
  • 5. Windmolen ten Kruissens
  • 6. Windmolen Ten Hengst
  • 7. Oud-schoolhuis
  • En nog een van de negenkoten
  • 8. Oud hoevetje
  • 9. Gesloten vierkanthoeve
  • 10. Windmolen ter Slepe
  • 11. Kerk te Nukerke
  • 12. Binnenzicht van de kerk
  • 14. Windmolen Ter Geynst
  • 13. Herenwoning te Louise-Marie
  • 15.Kerktoren te Nukerke
  • 16. Louise-Marie - woonhuis
  • 17. Kerk La Salette
  • 18. Huidig dorpszicht
  • 19.Molen ten Hotond
  • 20. De Keizerrei
  • 23. De Paepscheure in Zulzeke
  • 22. Klooster te Nukerke
  • 21- Kerkje van Melden
  • 24. Tijdelijk verblijf van Hugo Claus
  • 25. Leo Piron
  • 26. Watermolen Ten Meulebroecke
  • 't Zeitje
  • 70. Woning van Elodie
  • 45. Watermolensite
  • 75. Een routehuisje in Etikhove
  • 33b. Huisjes van de negenkoten
  • 33a. De negenkoten
  • 33. De negenkoten
  • 32. De oude steenweg
  • 31. Hospice en St-Vincentius
  • 3O. De spoorwegtunnel
  • 29. Aan 't lindeke
  • 28. De laatste suisse in de kerk te Nukerke
  • 27. Veldkapelletje langs de Weitstraat
  • 39. Ingang tot het Muziekbos in Louise-Marie
  • 38. Woning van de familie Van Malleghem
  • 34. Het kerkje te Zulzeke
  • 37. Aan Den Engel
  • 36. Molen ten Hengst met bijgebouwen
  • 35.Pastorie te Nukerke
  • 72. Huisje langs de Weitstraat
  • 71. In de sterre
  • 69. Maurice Schoorens
  • 55. De Paepscheure in Zulzeke
  • 48.Goet ten Broecke met watermolen
  • 47. Goet ten Broecke

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!