Rond 1900 moeten enkele heren (Nukerkse) tussen pot en pint tot het idee gekomen zijn een toneelgroep op te richten. Een van de voortrekkers was ene Theophiel De Bisschop, in de volksmond “den lange Bisschop”, want hij was ongeveer 1,98 meter lang. Zijn vrouw Clothilde reikte omzeggens maar tot aan zijn middel (broeksriem). Theophiel was een heel bedrijvige man. Zo was hij handelaar, herbergier, steenbakker en vooral dorpsfilosoof die geen blad voor de mond nam en liederen en gedichten uit zijn mouw schudde, kortom zaken die zelfs de pastoor Dutordoir irriteerde.
Duidelijk was hij de leider van de groep die zich “De veldbloem” noemde. Deze toneelgroep leefde waarschijnlijk in onmin met de pastoor daar de leden meestal een liberale stempel droegen. Hun toneelzaaltje was de vroegere schuur van de taverne “La maison commnunale de Nukerke” bij Dekeyzer.
Lodewijk De Bisschop en Melanie Vanden Abeele waren de ouders van Theophiel. Zijn taverne “In ’t bisdom” was een heel geliefd oord. De kroegbaas was immers Filie De Bisschop, een echte dorpsfilosoof en bovendien boer, melkboer (hij haalde de melk op bij de boeren en voerde die met 2 paarden en kar naar melkerij van Sint-Maria-Horebeke), kandelaarder, beenhouwer, slager, metser, kroegbaas, dichter, zanger… Die laatste eigenschappen zorgden voor veel ambiance in zijn kroeg met een gezellige sfeer waar volksliedjes spontaan ontstonden. De meeste van die liedjes dreven de spot met (meestal) welstellenden of met vrouwen en mannen die zich wat hoger achtten op de maatschappelijke ladder. Zo heeft Filie De Bisschop een schrift vol liedjes geschreven. Na zijn overlijden in 1921 volgde zoon Tryphon (geboren in 1897 ) in zijn sporen. Hier volgt zo’n liedje. Het gaat deze keer over volksmensen en hun “lapnamen”.
“Stanse faro, Binde Manse, Pierkitsies en Bunies Fie, Bruno Keerke moe nie mier werken, en Pierk Hanson is mee pensoen.”
“Diezelfde Theofiel kreeg het ook aan de stok met “paster Dutordoir”. “Filie was nen donkerblauwen én is eens mee de blauwe opgekomen. Paster Dutordoir wist blijkbaar vooraf dat de katholieken 2 stemmen zouden te kort zouden komen. Daarop liet hij “Pauli margerine”, die op bietencampagne was in Frankrijk, terugroepen. Niettemin kwamen de liberalen aan de macht.”
Nog zo’n anekdote. In de tijd van Dutordoir gingen nog alle mensen naar de kerk. Zoals gebruikelijk zaten de grootste katholieken vooraan en de slechte achteraan. (In Christus’ tijd was dat juist omgekeerd). Filie en zijn blauwe vrienden stonden tijdens een kerkdienst steeds op een rijtje achteraan, leunend tegen de portaaldeur. Immers de klokkentoren en ’t portaal is zo’n beetje gemeentelijke eigendom. Je zou kunnen zeggen dat ze daar een beetje op niemandsland stonden. En dat kon Dutordoir blijkbaar niet slikken. Bovendien, de liedjes die Filie maakte waren voor de pastoor te obsceen en dat was ook niet naar zijn zin. Op een mooie zondag riep hij vanop het kansel:” De Bisschop , da moet hier gedaan zijn met die schunnige liedjes… ’t is hier binnen of buiten, hebde dat begrepen!” Felie,welbespraakt zoals hij was, had nogal vlug zijn antwoord klaar en riep:” Awel ’t is buiten menier de paster!” De kerkgenoten giggelden en Filie draaide zich om en verliet de kerk van Nukerke. Daarna bleef hij zijn zondagsplicht vervullen en reed met de fiets dan maar naar de kerk van Leupegem.
Theofiel De Bisschop heeft tijdens het kandelaren van een boom zich eens lelijk vergist en is wegens de gladheid van de schors van een stam ongelukkig naar beneden gekomen en was zwaar gekwetst. Hij is in 1921 overleden.
De tekening van ‘Lange Bisschop’ naar een pasfoto. Deze werd genomen toen hij 52 jaar oud was.
Hij stierf aan een opengesprongen maagzweer, met 55 jaar.
Tijdens zijn actieve jaren woonde gezin eerst naast zijn steenbakkerij in de Mellinckstraat. Die woning werd verkocht en dus verhuisde het gezin naar de woning verderop nu met huisnummer 1. Clothilde en Theophiel hadden samen 4 kinderen.
|