5 juni 2013
Jaume Cabré : De bekentenis van Adrià. (Signatuur, 2013. 680 blz.)
Soms schrijf ik na het lezen van een boek enkele bedenkingen neer. Na het lezen van dit boek was ik niet van plan dat te doen omdat ik bij en na de lectuur ervan niet goed mijn gedachten en gevoelens kon ordenen. Dit boek heeft mij innerlijk wat overhoop gehaald. Wees gerust, we zullen het overleven, maar dit is een werk dat je raakt. Geen lichte lectuur, maar interessant. (Interessant, weer zo een woord waarmee je alle kanten opkunt…). En nu schrijf ik toch enkele bedenkingen neer.
Een boek dat me geïntrigeerd heeft. Het is een buiten-gewoon werk, in de betekenis dat het buiten het gewone valt. Soms irriteerde het verhaal mij, door de ongewone schrijfstijl en de vermenging van heden, verleden en toekomst. En door de abrupte overgangen tussen verbeelding en werkelijkheid. Dan legde ik het weg met de bedoeling niet meer verder te lezen, doch wat later nam ik het toch weer ter hand en las verder. 680 bladzijden waar meer dan 200 personages in voorkomen! Een roman die niet rechtlijnig geschreven is. Waarin ook filosofische problemen worden aangeraakt, waarin enkele niet-fraaie aspecten van de Europese geschiedenis worden verhaald, zodat het in je innerste snijdt en je in opstand komt… “Van engelachtig tot diabolisch inktzwart” schreef iemand in Nu. Ik zou hem tweemaal, neen zevenmaal moeten lezen om het meeste ervan te doorgronden. In La Vanguardia stond in een recensie: “Ik ben de roman van de eeuw aan het lezen.” Misschien wat overdreven, maar toch…
|