11 november 2009
Sinte Matte
Het is 11 november en op veel plaatsen wordt de Wapenstilstand van 1918 herdacht.
Maar op 11 november vieren we in de katholieke kerk ook de Heilige Martinus en dat roept bij mij sommige herinneringen op.
Ik hoor vanmorgen in de radio dat in sommige streken Sint-Martinus zowat de plaats inneemt van Sinterklaas bij ons. Je kent wel die heilige die op zijn paard zit en zijn mantel in twee snijdt om de helft ervan aan een bedelaar te geven.
En heel lang geleden heb ik mijn grootmoeder horen vertellen dat ze vroeger (en dat was in de streek rond Antwerpen) "Sintenegreef" vierden. Wanneer, dat weet ik niet. Dit gebruik moet ontstaan zijn naar aanleiding van het feest van de Graaf, de landsheer, die op bepaalde tijdstippen aan zijn onderdanen geschenken uitdeelde. En door analogie met het feest van de andere vrijgevige sinten werd de graaf ook een sint: Sint-de-Graaf.
En later bracht het kerstkindje ook geschenken, maar omdat de figuur van de gebaarde dikbuikige en goedlachse kerstman dichter bij de aardse werkelijkheid stond - hij komt trouwens uit het meer nabije koude noorden en niet uit de verre hoge hemel - is hij een serieuze concurrent geworden van de mensgeworden God. Toch in de wereldse grootwarenhuizen, handelszaken, restaurants, dancings en andere wereldse gelegenheden. Je moet al goed zoeken om in de kersttijd ergens een kerststalletje te zien staan, meestal verborgen tussen en onder de flikkerende lichtjes en de glamour van allerlei blinkend en schreeuwerig tuig. Meestal heeft een mechanische rock-and-roll dansende kitsch-kerstman die je een Happy Christmas toewenst met een stemgeluid dat over je zenuwen schuurt meer succes.
Om nu terug te komen op Sint-Martinus. Toen ik klein was - het was nog hartje oorlog - woonde ik in een Limburgs dorpje en daar noemde men die heilige: Sinte Matte. Wij kregen op die dag geen cadeautjes, maar ik zie nog in mijn herinnering hoe in de weide achter ons huis een groot vreugdevuur werd aangestoken (was het om de duvel te verdrijven?). En dan dansten wij errond en zongen in ons dialect:
Sinte Matte Matijs, Z'n bille woare grijs, Z'n troane woare roud En den duuvel dië was doud!
De duivel dood: naïeve en vrome kinderwens.
|