Vitalo en jagger
Beste lezer/es,
Ik kruip niet snel in mijn pen, zoals dat heet, (eigenlijk tik ik tegenwoordig vooral op het toetsenbord van mijn computer) om mijn mening - waardering of afkeuring - kenbaar te maken over een of ander taalgebeuren. Ik ben door het verschijnsel taal al meer dan twee generaties lang gefascineerd en ben waarschijnlijk wel oud genoeg geworden om de relativiteit van heel wat taalveranderingen, -aanvullingen , -“verbeteringen”, en allerlei -ismen enz. met een soms grote korrel zout te nemen. Veel van dat “nieuws” is trouwens na enkele weken of maanden al vergeten. Strovuurtjes.
Vorige week echter hield ik toch even op met kauwen bij het middageten toen ik in het radioprogramma “Nieuwe Feiten” hoorde, dat men in Nederland een woord uitgevonden had om actieve oudere mee aan te duiden. - De dikke Van Dale is blijkbaar nog niet dik genoeg.- Dat wekte mijn interesse waarschijnlijk wegens mijn “taalkundige afwijking”, maar vooral omdat ik mezelf graag wijs maak nog van dergelijke vitale groep deel uit te maken.
De Nederlanders hebben het woord “vitalo” gekozen, een combinatie van letters van de woorden “vitale oudere”. Het klinkt wel niet zeer Nederlands, maar mijn vroegere “klassieke” opvoeding en interesse voor oude talen deed mij dat woord toch aanvaarden. Het klinkt goed en voor de uitspraak ervan hoef je niet de hulp van een of andere vreemde taal, tegenwoordig vooral het Engels, inroepen. Vitalo. Vivat vitalo! Ik ben een vitalo!
Maar de ontgoocheling kwam direct daarna toen ik hoorde wat de Vlamingen uitgedacht hadden. Ja, er is altijd wel ergens een zekere concurrentie tussen Vlamingen en Nederlanders. Dat maakt het leven wat interessanter en we kunnen er vaak eens mee lachen, maar nu viel van verbazing letterlijk mijn mond open en ik vergat verder te kauwen. Ik bekeek ongelooflijk mijn vrouw die voor mij in een aardappel prikte, en zag ze daar zitten met wijd open ogen en mond, en met een gezicht dat je slechts opzet bij het horen van iets ongelooflijks en absurds. “Hoe is het toch mogelijk,” kwam uit haar ongelovige mond. “Ja, als we nog lang leven, zullen we nog van veel verschieten,” antwoordde ik.
“Jagger”. Ja, jagger. Neen, het moet “djzegger” zijn. Djzegger.
In de “Taallink” die ik wekelijks toegemaild krijg staat: “De eerste drie letters verwijzen naar ‘jong’, ‘actief’ en ‘gepensioneerd’. Het woord wordt op z'n Engels uitgesproken en verwijst ook naar Mick Jagger (76), de nog steeds vitale, energieke en dartele zanger van de rockband The Rolling Stones.”
Ik vind dat niet helemaal relevant.
Ten eerste : “jong” zijn wij niet meer, tenzij je ermee bedoelt dat we nog jong van geest zouden zijn. Probeer maar eens een dertiger een tijd lang in al zijn handelingen en bewegingen te volgen en na te doen… De allergrootste meerderheid haakt af, begint zelfs niet aan zo een poging. Want we weten wel beter.
Ten tweede: “actief”. Dat laat ik gelden, want het woord is juist uitgedacht om de activiteit van de oudere te beklemtonen. Maar hoe actief is actief?
Ten derde: “gepensioneerd”. De meesten zijn dat wel, maar ik zou de senioren die van geen pensioentje kunnen genieten niet graag te eten willen geven. Tussen haakjes, er pleit wel iets voor het woord gepensioneerd, want alle gepensioneerden die ik ken, en ik ook, beweren dat we na onze oppensioenstelling nog minder tijd hebben om iets te doen dan vroeger…
Ten vierde: die Engelse uitspraak…! Waarom? Omwille van een zekere Mick Jagger? Maar wie is dat ook weer? Nu, we zijn wel geen cultuurbarbaren, maar ik vind het toch wat “bij de haren getrokken”.
Geef mij dan maar de vitalo! Hoera vitalo! Doet me zin krijgen om te springen op mijn “vélo”, hoohoo!, en actief weg te fietsen. Beweging, ouwe! Goed zo!
Zolang men maar niet beweert : zeg niet “vitalo” maar wel: “vaitellouw”. Dan nog liever een slordige Noord-Nederlandse "fietelouw"... Maar dat is niets voor mij.
Nog een laatste bedenking: Ik veronderstel dat nog de meeste taalgebruikers in de eerste plaats bij het lezen van die woorden aan een mannelijke oudere denken. Zijn die neologismen werkelijk genderneutraal? Misschien zullen binnenkort de ogen van mijn echtgenote zalig opglanzen als ik ze met “vitala”, “vitalose”,“jaggerse”, “jagse” of “jaggeres” of …? mag aanspreken. Keus te over. Gelukkig is ons Nederlands een maniabele, buigzame, soepele, onthaalvriendelijke taal.
Een dezer dagen herlees ik eens de “Lof der Dwaasheid” van vriend-humanist Erasmus.
Inderdaad, de goden moeten hun getal hebben.
Vriendelijke groeten, beste lezer/es, en laat het niet aan je hart komen!
2019 1112
|