Beste lezer/es,
Ik wens je een zalig kerstfeest en een gelukkig en zegenrijk 2020 !
Lang geleden, einde 1956, schreef ik eens een kerstgedichtje, dat ik hier nog eens wil afdrukken. Je vindt het ook in dit blogje bij mijn eerste Dichtoefeningen. Misschien komen er bij jou ook mooie herinneringen naar boven.
Kerstlied
Sint-Jozef geleidde de heilige Maagd Naar Betlehem, zoals het God heeft behaagd. ‘t Was koud en het winterde over de streek, De sneeuw viel met vlokken en ‘t land was heel bleek. Daar ginds in het dal door de donkere nacht, De lichtjes van Betlehem pinkelden zacht. Maria, heel zoet, leunde bij Jozef aan, Ze rilde van kou en was moe van het gaan. Sint-Jozef ging overal kloppen en luid Vroeg hij of er plaats was voor hem en zijn bruid. Men antwoordde ja, als ze hadden veel geld, Op bedelaars was men geheel niet gesteld. De sneeuw was verdwenen uit de hoge lucht, Sint-Jozef ging verder en zei met een zucht : “Maria, we zullen dan maar verder zoeken Langs hagen en wegen, in kanten en hoeken.” Toen kwamen ze aan in een ned’rige stal, En daar werd geboren de Maker van al. De engelen zongen met hemelse pracht Een mooie muziek door de wondere nacht. Heel hoog in de lucht schoot een schitt’rende ster Die meldde ‘t mysterie aan wijzen van ver. De volkeren knielden aanbiddend terneer, Ze dankten en loofden toen God, onze Heer.
21 december 1956
|