Geheugen, geschiedenis, beschaving
is de titel van een boekje geschreven door de Roemeens-Nederlandse schrijfster Mira Feticu.
De ondertitel is: Lofzang op de bibliotheek.
Het bevat 130 bladzijden en werd in 2023 uitgegeven door de uitgeverij De Geus.
Mira Feticu werd geboren op 10 december 1973 in Breaza, Roemenië. Ze groeide op in Roemenië, en studeerde in Boekarest Roemeense en Franse letteren en Vergelijkende literatuurwetenschap. Ze schreef gedichten en verhalend proza en debuteerde reeds in 1993. Ze trouwde met een Nederlander, leerde Nederlands en begon vanaf 2012 zelfs in die taal te schrijven. Ze is ook actief als radiomaker en publicist. In 2021 publiceerde ze zelfs een Liefdesverklaring aan de Nederlandse taal. (Breda, De Geus). Gedurende tien jaar was ze actief in de bibiliotheek van Den Haag, deed literair onderzoek en werkte ondertussen aan haar doctoraal proefschrift, waardoor ze in 2010 tot doctor in de letteren promoveerde. Ze schrijft zowel fictie als non-fictie.
De hoofdstukken van Geheugen, geschiedenis, beschaving zijn ingedeeld volgens de dagen van een werkweek in de bibliotheek.We vernemen daarin haar visie op boeken, hun invloed, hun waarde voor de de cultuur en de samenleving. Het is werkelijk een lofzang, een liefdesverklaring, aan bibliotheek en boeken. Ze zegt dat een boek soms het resultaat is van jarenlang werken van de auteur, het summum van iemands leven, misschien de essentie van zijn bestaan. Door het boek vloeit al duizenden jaren universele wijsheid, ervaring, hoop en schoonheid door. En als je dat negeert leef je als een houten klomp. (p. 45). Ik vind dat wel rooskleurig, maar het is toch ook zo dat als je verliefd bent, je nu eenmaal de hoogte ingaat en positief op wolken zweeft. En Mira Felicu ís verliefd op taal en boeken, meer nog, ze houdt ervan, het is haar leven.
Echter over het beleid van bibliotheken kan ze niet altijd positief zijn. Vooral in het onderdeeltje over "libricide" (het 'doden' van boeken), lezen we interessante dingen. Het is haast een klaagzang over het feit dat in bibliotheken zoveel boeken gewoon afgeschreven en weggedaan worden omdat die boeken niet genoeg mensen interesseren en de uitleencijfers voor die werken niet hoog genoeg zijn. Dat zoveel wijsheid, kennis, schoonheid, hoop en plezier verloren gaan. (p. 46). "Afschrijven is de hel". (p.36). Ze geeft ook enkele tips waarmee we de toekomst van de bibliotheek kunnen beveiligen. Want de bibliotheek is toch ook een paradijs van schoonheid, van kennis, van rust. In een boek kan men zichzelf ontdekken, troost vinden. En vooral de literatuur moet een centrale positie innemen. "Boeken zijn altijd goed". (p.58). "Wie zijn we zonder boeken?" (p. 109). De schrijfster pleit ook voor het behoud van het fysieke boek. Daar kan het internet niet tegen op. "De maatschappij heeft de bieb nodig". (p. 48). Laten we hopen dat men daar meer rekening mee houdt.
De menselijke kant van de bibliotheek is voor haar de bibliothecaris, of liever en vooral de bibliothecaresse. Want die zijn in de overgrote meerderheid. Zij spreekt ook uit eigen ervaring. "De bibliothecaresse leent boeken uit, veegt tranen af, sust en verleent hulp. De bibliotheek is een perfect wezen, dat zowel kennis als steun verleent. De bibliotheek is een organisatie met mensen voor mensen. Houdt haar in leven!" (p. 86). Wie zegt het beter?
In haar boekje staan nog veel andere interessante gedachten die de moeite waard zijn om over na te denken en te bespreken. "Er is veel te vertellen." (p. 90). Maar vooral: voor de boekenliefhebber is het een plezier dit werk te lezen en zelfs te herlezen.
Dilbeek, 2023 0528
|