IMPRESSIES UIT DE WERELD
Mijn wereld is klein. Neen, toch niet zo klein als je misschien denkt.
Ik interesseer me voor alles wat er overal gebeurt. Maar reizen doe ik in een beperkt gebied, en dat ligt ruwweg genomen tussen de Vlaamse Kust, het Rijnland, Tirol en de Elzas.
Toch waren er ook wel enkele uitschieters.
Ooit voelde ik boven mij de Eiffeltoren in Parijs, ik keek op naar de slagen van Big Ben in Londen, bewonderde de Acropolis in het licht van Athene, liet mij al biddend overweldigen in de Sint-Pieters te Rome, dronk de koppige Heuriger in Wenen, was op mijn hoede voor maffiosi in Palermo, vroeg me af in Madrid welke visioenen de edele Don Quichote nu weer had, en kwam even tot inkeer in het Anne Frankhuis in Amsterdam.
Niet zo slecht, zal je denken. Natuurlijk heb je gelijk. Doch verder dan dit stuk Europa was ik lijfelijk nooit aanwezig.
Ik heb de kaap van zeventig al een tijdje achter de rug. Met de jaren relativeer je meer en meer : wij hier verschillen echt niet zoveel van onze Australische broer of Afrikaanse zus, van onze Amerikaanse oom of Chinese tante.
Zalig is het telkens als ik na een reis mijn vertrouwde omgeving induik: ik ruik de geur van de boeken in mijn werkkamer, ik zie hoe het onkruid in mijn tuin tijdens mijn afwezigheid zich ondeugend heeft gedragen, voel hoe mijn zetel mij omarmt, verwonder er mij over dat het televisiescherm zoveel groter is dan die in de hotels waarin ik verbleef, voel hoe de lakens in mijn eigen bed mij liefkozend omvatten...
Impressies. Ja, het zijn ook reisimpressies, want ze zijn een gevolg van een reis.
Leven is ontwikkeling. Mijn reisimpressies leven ook: ze veranderen steevast. En dat begint al op het moment dat ik thuiskom. De gedane reis herkauw ik gedurende de volgende dagen en weken: het mooie wordt mooier, het minder aangename vervaagt in vergetelheid. Onbewust ben ik al bezig met een volgende reis: ergens tussen Oostende, Keulen, Sankt Johann en Straatsburg. Misschien doe ik toch nog eens een grotere reis. Wie weet?
Ik hou van dit stukje Europa, van dat Germaanse moederland dat zoveel vreemd zaad tot eigen cultuur heeft verwerkt.
In Keulen kijk ik naar de onrustige Rijn en verbeeld mij hoe rond 1300, twintig generaties eerder, mijn rechtstreekse voorvader Godard daar eveneens naar de geheimen van dit water raadde. In Tirol spreken de boeren met zinnen waarvan de melodie mij even zangerig klinkt als die van het dialect dat ik in mijn jeugd heb leren spreken. De Elzas wentelt zich in wijn en tooit zijn stoere vakhuizen frivool met Franse bloemen. En in Wenduine wiegt onder de winden eeuwig de zee op en neer over het lijdzame Noordzeestrand.
En overal daarboven lucht en wolken, steeds variërend, steeds anders en altijd opnieuw gelijk.
Lang geleden, toen ik nog maar 24 was, zag ik voor het eerst de zee... Reizen was toen niet zo vanzelfsprekend. Toch niet bij ons thuis. Tussen Oostende en Middelkerke reed de tram langs de boord van de ronde oceaan. En ja, in de verte waren er twee echte zeeschepen!
Onvergetelijk.
Aan de halte in Middelkerke stond mijn verloofde op mij te wachten. Zij kon mijn reisimpressie niet verdringen. Door haar werd ze nog mooier.
|