RAOUL DE SMET
85 jaar geleden – op 27 oktober 1936 – werd in Borgerhout Raoul De Smet geboren.
Hij is Romanist, muziekhistoricus, pianist en componist.
Zijn 85ste levensjaar is een prima aanleiding om deze figuur wat meer nabij te bekijken.
Zijn verdiensten en composities zijn echter zo uitgebreid dat we ons hier noodgedwongen beperken tot enkele ‘headlines’. Via internet en andere bronnen is meer informatie beschikbaar.
Opleiding
Het minste wat we over Raoul De Smet kunnen zeggen, is dat hij een veelzijdige opleiding genoten heeft.
Aan de KULeuven studeerde hij Romaanse Filologie en muziekgeschiedenis om nadien een extra jaar als beursstudent door te brengen in het Spaanse Madrid en Salamanca waar hij Joaquin Rodrigo ontmoette.
Hij volgde notenleer, piano en harmonie aan de muziekacademies in Borgerhout en Deurne. Enkele namen van zijn leraars spreken meer dan tot de verbeelding: de pianisten Philibert Mees, Yvonne Van Den Berghe en Lode Backx en de componist Ivo Mortelmans. Bij deze laatste ontdekte hij de dodecafonie.
Zijn studiehonger was zeer groot en Raoul trok naar Gent om er aan het legendarische IPEM (Instituut voor Psycho-akoestica en Elektronische Muziek) compositie te studeren bij Lucien Goethals en Louis De Meester. In Antwerpen volgde hij muziekanalyse bij August Verbesselt en in Amsterdam compositie bij Ton de Leeuw.
Deze rijke waaier van leerscholen weerhield hem niet om daarenboven heel veel aan zelfstudie te doen via het bijwonen van concerten, het beluisteren van muziek, het bekijken van muziekdocumentaires van de WDR (Westdeutscher Rundfunk) en het doorgronden van partituren en literatuur van o.a. Schoenberg, Messiaen, Koechlin, Boulez…
Hij nam deel aan verschillende internationale cursussen en seminaries in o.a. Darmstadt, Bilthoven, Venetië en Salzburg. Zo kwam hij in contact met de eigentijdse Amerikaanse muziek en kon hij kennis opdoen bij figuren zoals Ligeti, Xenakis, Stockhausen en Kagel.
Tijdens een van de zondagmorgenconcerten door het Antwerps Bachgezelschap in de Arenbergschouwburg werd hij sterk gegrepen door de Sonate voor twee klavieren en slagwerk van Bela Bartok. Vanaf dan stond zijn beslissing vast: hij zou componist worden.
Professionele activiteiten
Raoul De Smet was enkele jaren leraar Frans en literatuur in Gabès en Sfax in Tunesië en tot 1996 docent Spaans aan de vertalers-tolkenafdeling van de Katholieke Vlaamse Hogeschool in Antwerpen.
In Gent gaf hij enige tijd muziek aan de filmafdeling van de Academie voor Schone Kunsten.
Raoul De Smet werkte ook als muziekjournalist en publiceerde tientallen componisteninterviews onder de naam Simon De Rijcke in de rubriek ‘Tijd in noot’ van het tijdschrift Ambrozijn.
Componist
De opuslijst van Raoul De Smet is quasi eindeloos.
We vinden er werken voor piano, klavecimbel, orgel, beiaard, accordeon, strijkorkest, symfonisch orkest, koor (met of zonder begeleiding), solozang, strijkers, houtblazers, gitaren en elektroakoestische tape.
Hij schreef 3 symfonieën en concerti voor o.a. viool, cello, saxofoon, piano en accordeon met begeleiding door symfonisch orkest, strijkorkest of zelfs bigband.
Daarnaast zien we twee kameropera’s (Ulrike, een antieke tragedie op tekst van Leo Geerts en Vincent, apologie van een schilder op een tekst van M.Thys), een oratorium (‘Ecce Homo’, kruisweg voor kamerkoor, sopraan, alt, tenor en bas-bariton en instrumentaal ensemble (hobo, fagot, hoorn, trombone, altviool, cello, contrabas, harp, accordeon, slagwerk op tekst van Dirk Blockeel) en toneelmuziek.
Hij componeerde tevens kamermuziek voor verschillend samengestelde ensembles.
Het werk van De Smet is stilistisch niet onder 1 noemer te vatten. Er is onbetwiste invloed van Bartok en Schoenberg maar hij is vooral een eclecticus die de technieken van dodecafonie, serialisme, aleatoriek, jazz en etnische muziek aanwendt. Zelf spreekt de componist van een zeker pluralisme. Er is een instinctieve versmelting van stijlen en harmoniesystemen. Daardoor krijgen veel van zijn werken een zap-structuur: er is geen traditionele ontwikkeling van thema’s, maar hij plaatst verschillende elementen die wel uit eenzelfde basismateriaal zijn ontstaan naast elkaar.
Zijn verblijf in Spanje en Tunesië is wellicht niet vreemd aan het feit dat we soms wat Arabische en Iberische invloeden bespeuren.
Raoul De Smet componeert vanuit impulsen of concrete aanleidingen: ergernis, vertwijfeling, geluk, maatschappijkritiek, liefde, een muzikale ervaring, een herinnering, een compositorisch aspect uit een vroeger werk, de dagdagelijkse realiteit… Zo handelt de kameropera Ulrike over de Rote Armee Fraktion, met als kopstukken Ulrike Meinhof en Andreas Baader, die begin de jaren zeventig met bomaanslagen, bankovervallen en schietpartijen de Duitse samenleving in beroering brachten.
Sinds de jaren ‘80 verschijnt in zijn werk een mildere, meer consonante, eenvoudigere en speelse toon wat hij zelf ‘de oorstrelende dissonantie’ noemt.
Een opvallend kenmerk in de muziek van De Smet is de dialectiek of het werken met contrasten: na de voorstelling van een eerste idee volgt een tweede ofwel plaatst hij twee zaken gelijktijdig tegenover elkaar. Elders wordt het repetitieve geplaatst tegenover een verstilde sfeer of wordt tegenover een achtstemmige canon een zeer uitgedunde passage geplaatst.
Zoals Bach bevat de muziek van De Smet vaak een mathematisch karakter. Zo wordt de reeds eerder vermelde kameropera Vincent volledig gedragen door het getal 33. De hele compositie steunt op verschillende ritmepatronen van 33 achtste of vierde noten (o.a. 9-3-4-5-1-4-5-2), waarin de kleinere notenwaarden (1 en 2) sforzando-accenten krijgen.
Naast zijn compositorische bezigheden organiseerde De Smet zelf heel wat concerten, concours en muziekdagen waarin eigentijdse (Vlaamse) componisten ruim aan bod kwamen.
Hij verzorgde facsimile-uitgaven van Vlaamse kamermuziek (E-M-reeks) en was lid van de Raad van Bestuur van het Centrum voor Muziek in Leuven.
De Smet is lid van SABAM, van de Unie van Belgische Componisten en Componistenarchipel Vlaanderen.
Vanuit deze functies is hij medestichter van het European Composers Forum dat Europese componisten wil verenigen.
Erkenning
In 1995 werd hij laureaat van de Fugatrofee voor zijn verdienste als promotor van de Belgische muziek.
Zijn muziek werd en wordt vaak geprogrammeerd door de BRT/VRT, buitenlandse radiozenders en ter gelegenheid van concerten en festivals in binnen- en buitenland tot in Argentinië, Australië, Brazilië, Canada, Mexico, USA, China en Iran.
In 1985 won hij met het koorwerk Gnomons I de tweede prijs op de Provinciale compositiewedstrijd van Antwerpen.
Zijn werken werden gecreëerd door niet de minsten zoals o.a. het Nationaal Orkest van België, Kameropera Transparant, Österreichisches Ensemble für Neue Musik, Kamerorkest van Odessa, Praags Kamerorkest, Collegium Instrumentale Brugense, Trio Avena, BRTN-koor, Arriagakwartet,, Gaggini-kwartet, Paul Dombrecht,, Jenny Spanoghe, Jan Michiels, Claude Coppens, Daniel Blumenthal, Ludo Mariën, en Geert Callaert.
Verschillende composities zijn opgenomen op cd en een hele reeks onuitgegeven cd’s uit het archief van Raoul De Smet bevindt zich in de collectie van MATRIX.
Lantro Music en DMP publiceerden werk van Raoul De Smet.
Via YouTube kan men enkele muziekfragmenten bekijken en beluisteren:
raoul de smet - YouTube
Veel luistergenot!
|