Onder deze titel verzorgde het vocaal ensemble Polyfoon op zaterdag 19 november j.l. een avondvullend programma in de Catharinakerk van Sinaai.
Het plaatselijke comité van het Edgar Tinelmuseum organiseerde naar jaarlijkse gewoonte een concert waarin diverse ensembles of solisten een interessant programma brengen. Edgar Tinel is uiteraard steeds op een of andere manier bij dat evenement betrokken.
Dit jaar was het dan de beurt aan het ensemble Polyfoon onder leiding van Lieven Deroo.
Dit ad-hoc-ensemble ontstond in 1999 en heeft zijn thuisbasis in Temse.
Een typisch kenmerk van deze koorgroep is dat zij muziek van de Vlaamse Polyfonisten uit de 15de en 16de eeuw confronteren met hedendaagse a capella koormuziek. Hun optreden is telkens zeer thematisch opgebouwd.
Voor dit concert koos de dirigent als ruggengraat het ordinarium van een klassieke misviering aangevuld met religieuze muziek op Latijnse en Nederlandse teksten. We hoorden een Kyrie (Dufay), Gloria (De Ley), Credo (D’Hollander), Sanctus-Benedictus (De Rore) en een Agnus Dei (Lassus) met tussendoor geestelijke koorwerken van Ockeghem, Kristiaan en Maarten Van Ingelgem en vanzelfsprekend Edgar Tinel.
Sommige koorwerken waren 4-stemmig, maar er waren er ook van 5, 6, 8 en zelfs 11 en 12 stemmen. Een staaltje van technisch kunnen van deze componisten om al deze zelfstandige zanglijnen harmonisch en structureel één welluidend geheel te laten vormen!
De avond werd aaneengepraat met leerrijke weetjes en hier en daar een kwinkslag door Koen Uvin.
Zowel dirigent, presentator en verschillende koorleden herkenden we als trouwe Canvaskijker en luisteraar van KLARA.
De hoge kwaliteit van de traditionele polyfonisten kenden we uiteraard. Maar van sommige hedendaagse werken was het voor ons de eerste keer dat we ze konden beluisteren. En het moet gezegd dat deze werken de vergelijking met de oude meesters -mutatis mutandis – flink konden doorstaan. Al horen we bij vader Van Ingelgem en D’Hollander duidelijke stijlinvloeden van Vic Nees, toch klinken hun composities zeer verfrissend, persoonlijk en overtuigend. Hampstead Heath van zoon Van Ingelgem kende zijn Belgische creatie. Een zeer sfeervol werkje met lange melodische lijnen die voor het koor een zware klus zijn qua intonatie en spanning.
Caecilia en Ave Maria van thuisspeler Edgar Tinel zijn typische voorbeelden van zijn melodieuze maar tevens strenge, sobere en klassieke componeerstijl. Het Ave Maria, zonder orgelbegeleiding deze keer, is inderdaad zeer geschikt als a capellastuk.
Het concert vergde heel wat soepele bewegingskracht van de zangers. Nu eens stonden ze in 2 koren opgesteld vooraan en achteraan de kerk. Wanneer ze opgesteld stonden in het midden van de kerk, veranderden de koorleden meermaals onderling van plaats volgens de stembezetting. Als toehoorder zag je nu eens de rug en dan weer de gezichten van dirigent en zangers. Alles ten dienste van de ideale koorklank. Bovendien is het een ervaring om ook eens de mimiek van een dirigent te zien.
Het koor zong enorm gedisciplineerd, toonvast, zuiver, homogeen, stijlvol, zichtbaar enthousiast en met een perfecte dictie. De aanwezige Kristiaan Van Ingelgem en echtgenote genoten zichtbaar van de puike uitvoering van zijn Lofzang op de Schepper op een religieuze, spirituele en bij wijlen humoristische tekst van Cornelis Crul (16de eeuw). Ook Geert D’Hollander kon persoonlijk horen en zien hoe zijn werk eer werd aan gedaan.
Het publiek beloonde het hele optreden terecht met een staande ovatie en dwong zodoende nog een bisnummer van de hand van Geert D’Hollander af.
Comitévoorzitster Nelly Maes verheugde zich na het slotakkoord over de talrijke opkomst van het publiek, feliciteerde organisatoren en uitvoerders, bedankte de sponsors en het kerkbestuur en nodigde alle aanwezigen uit op een glaasje. Een gesmaakte afsluiter van een hoogstaande muzikale avond met uitsluitend muziek van componisten van Vlaamse herkomst door de eeuwen heen.
|