don't judge me by my outside, try to understand my inside....
23-11-2005
Een jaar vleermuis!
Winter
In de winter zijn er niet bepaald veel insecten te vinden en hebben de vleermuizen niet genoeg te eten. Voor dit probleem zijn 2 oplossingen; zoals de vogels naar het zuiden trekken, of een winterslaap houden. Het is nu wel al duidelijk dat vleermuizen helemaal niet op vogels lijken. Ook op dit vlak niet! Ze houden gewoon een winterslaap.
Hiervoor zoeken ze een andere plaats dan hun zomerverblijfplaats. En ze stellen er ook enkele eisen aan.
Het mag er niet vriezen, er moet een constante hoge luchtvochtigheid heersen en het moet er donker zijn.
Sommige soorten trekken zich terug in holle bomen, andere in kelders en zolders of oude gebouwen, als het er maar rustig is.
Tijdens hun winterslaap laten ze hun lichaamstemperatuur zakken tot de omgevingstemperatuur. Dit doen ze door hun hartslag te verlagen van enkele honderden tot amper 30 slagen per minuut en hun ademhaling van zo'n 300 keer per minuut naar 1 keer om de paar minuten!
Op die manier overleven ze van oktober tot april, zonder ook maar één keer te eten! Soms worden ze wel eens wakker, dan drinken ze eventjes wat vochtdruppels en slapen verder.
Er zijn soorten die wakker worden om te paren en andere om een betere plaats te zoeken. Hoe kouder het wordt, hoe kouder ook de overwinteringplaatsen worden. Gevoeligere soorten verhuizen dan naar een warmer oord. Bepaalde soorten durven zelfs, op een warme winterdag, op jacht gaan. Ja, zelfs overdag!
Lente
Ze worden wakker bij de eerste warmere dagen, tussen eind maart en begin april. Kort daarna gaan ze terug naar hun zomerverblijfplaats (eind april). De winter- en zomerverblijfplaatsen liggen vaak dicht bij mekaar, maar ze kunnen net zo goed tientallen kilometers uit mekaar liggen.
Zomer
Begin juni verzamelen de vrouwtjes zich in de kraamkolonies. Bij ons kan zo'n kraamkolonie wel uit 400 dieren bestaan. De mannetjes verblijven ondertussen alleen of in kleine groepjes op een andere plaats. In de kraamkolonies brengen de vrouwtjes hun jongen ter wereld en brengen ze ze groot.
De jongen worden in juni geboren en ze worden een viertal weken overdag en 's nachts gezoogd. 's Nachts, tijdens het jagen, komen de moeders regelmatig terug naar het hol om hun jong te zogen. Ze nemen hun jongen niet mee als ze vliegen, tenzij ze om één of andere reden moeten verhuizen.
Tegen het einde van juni (als de jongen niet meer gezoogd worden) lost de kolonie op en vind je enkel nog kleine groepen vleermuizen in de omgeving.
Aangezien vleermuizen zoogdieren zijn, komen hun jongen dus levend ter wereld en niet uit een ei of zo. Ze krijgen ook maar 1 jong per keer. Uitzonderlijk kan er eens een tweeling bij zijn. Hun trage voortplanting wordt gecompenseerd door het feit dat ze relatief gezien redelijk oud worden. Gemiddeld worden de meeste soorten 7 à 10 jaar. Sommigen worden meer dan 20 of zelfs 30 jaar oud!
Herfst
Voor vele soorten breekt in augustus de paartijd aan. Hoe dit proces juist verloopt is nog niet altijd helemaal duidelijk. Wel is geweten dat bij bepaalde soorten (de dwergvleermuizen en de rosse vleermuis) de mannetjes een lokroep uitstoten vanuit hun hol. Op die manier lokken ze vrouwtjes en daardoor kan je ze dan aantreffen met een harem vrouwtjes rondom zich. Andere soorten (bv. de watervleermuis) paren dan weer in de winter.
Opmerkelijk is dat de bevruchting niet vlak na de paring plaatsvindt. Neen, het vrouwtje slaat het sperma op en de eicel wordt pas in het voorjaar, na de winterslaap, bevrucht en dan begint pas de ontwikkeling van het embryo. Hierdoor voorkomt moeder natuur dat de jongen in de winter (als er weinig voedsel is) geboren worden, of in het voorjaar als de moeder nog verzwakt is van de winterslaap.
In de herfst bereiden de meeste soorten zich al voor op de winterslaap en gaan ze op zoek naar een geschikt winterverblijf. Ze jagen in die periode volop om hun vetreserves aan te dikken, zodat ze de komende winter aankunnen. Op het einde van de herfst zoeken vele soorten dan ook hun winterverblijf al op.
Egels zijn voornamelijk insecteneters. Een egel die in de natuur eet voedt zich met rupsen, larven, wormen, pissebedden, slakken, oorwormen, mieren, spinnen, enz. Maar soms ook een zieke of dode muis. Een nest muizen, kikkers, padden zelfs af en toe bijen en wespen. Door hun goede reukvermogen en hun goed gehoor weten ze al deze prooidieren op te sporen. Egels maken een hoop herrie onder het eten, ze smakken en snuiven er op los. Na het ontwaken uit de dagslaap snuffelt de egel voortdurend rond. Hij ruikt in de lucht, aan boomstammen en woelt mos en bladeren om met zijn poten en zijn natte neus. (Zo worden zijn reukslijmvliezen vochtig gehouden). Snel bewegende dieren (hagedissen, muizen) worden dood geschud. Kauwen doet hij luid smakkend.
Geef een egel nooit melk.
Een egel kan de lactose die in melk zit niet afbreken. Hij krijgt ernstige diaree en zal door uitdroging sterven. Zet liever wat water neer. Ook lusten egels graag poezenvoer (blik of droge brokjes.) Dit eten krijgen ze ook in de egelopvang.
Winterslaap
Egels beginnen hun winterslaap als het koude jaargetijde aanbreekt. Het voedsel raakt dan op. Wanneer zij wakker worden (maart& april) is er weer volop eten. Egels zijn de enige echte winterslaper onder de insecteneters. In de maanden voorafgaand aan de winterslaap heeft de egel flink wat voedsel tot zich genomen, zodat hij vetreserves heeft om de winterslaap door te komen. De egel rolt zich in november/ december op en gaat slapen. Hij teert op zijn vetreserves. Zijn lichaamstemperatuur daalt van ± 35°C tot ± 5.0°C, de hartslag daalt naar ± 9 slagen per minuut en de ademhaling gaat naar ± 3 keer per minuut. Een egel die midden in de winter wakker wordt gemaakt zal dood gaan zijn lichaamstemperatuur zal stijgen en zijn overreserves worden allemaal aangesproken. Hij vindt niet meer genoeg voedsel om zijn verbruikte energievoorraad aan te vullen.
11/11 weeral zolang geleden nog steeds in gedachten bij zovele mensen hier een vertaling van Flanders Fields van John McCrae(1872-1918)als hulde voor hen die voor ons sneuvelden
In Vlaanderens velden bloeien de klaprozen
Tussen de kruisen, rij aan rij,
die onze plek aangeven; en in de lucht
vliegen leeuweriken, nog steeds dapper zingend,
ook al hoor je ze nauwelijks temidden het kanongebulder
aan de grond.
Wij zijn de doden. Enkele dagen geleden
leefden we nog, voelden de dauw, zagen de zon ondergaan
beminden en werden bemind en nu liggen we
in Vlaanderens velden.
Neem ons gevecht met de vijand weer op:
Tot u gooien wij, met falende hand,
de toorts; aan u om haar hoog te houden.
Als je breekt met ons die sterven
zullen wij niet slapen, ook al bloeien de klaprozen
in Vlaanderens velden. ..
Als daar muziek voor is, wil ik het horen.
Ik wil muziek voor oude mensen, die nog krachtig zijn,
En omgeploegd met lange, diepe voren en ongelovig.
Die de wellust en de pijn nog kennen.
Die bezaten en verloren.
En als er wijsheid is, die geen versterving is,
Wil ik die zien, wil ik die horen.
En anders wil ik zot en troebel zijn.
In hoogstaande culturen heeft men steeds de grootste eerbied gehad voor bejaarde mensen, voor de ouderen, de oudsten. Meestal hadden zij alles te zeggen In elk geval werden ze telkens geraadpleegd! Onze tijd heeft van'oude mensen'een probleem gemaakt. Dat is vreemd en een teken van verarming! In onze gekke maatschappij worden de mensen opgedeeld. De bejaarde mensen behoren tot de onproduktieven. Ze worden dikwijls gewoon 'afgeschreven', zoals machines en materialen. In de produktiewereld heeft men het over afvoer van personeel, van 'mensenmateriaal' ! Men heeft het over problemen van huisvesting, het opbergen en bezighouden van oude mensen, maar nooit over de fantastische bijdrage die ze kunnen leveren in familieverband, groepsverband, bedrijfsleven, in elke gemeenschap, soms alleen al door hun stille, wijze aanwezigheid ! We maken ons wijs dat we leven, omdat we jachtig voorthollen alsof we geen minuut te verliezen hadden. Bejaarde mensen zijn kostbare mensen, die ons vooral de betrekkelijkheid van vele dingen leren. Ze zijn mild geworden en maken zich geen illusies meer. Ze kijken dieper, zijn innerlijker gaan leven en genieten van geestelijke waarden. Wijze mensen. Rustige mensen. Mensen vol humor!