Mijn boezemvriendin Hilde en ik hebben zilver behaald met onze vriendschap. Ik leerde haar destijds kennen als de echtgenote van Jan's baas Dirk tijdens de jaarlijkse barbecue die toen nog in hun tuin plaatsvond. Nadat het aantal personeelsleden steeds toenam werd die barbecue regelmatig verplaatst naar een (nog grotere) andere locatie. Maar de koppels die elkaar daar ontmoeten, gingen ook samen naar toneel, namen deel aan gegidste wandelingen en staken één keer per jaar de landsgrens over voor een buitenlandse dagtrip. In die vijfentwintig jaar kregen wij kinderen die opgroeiden tot (moeilijke) pubers, met horten en stoten het ouderlijk nest verlieten, kleinkinderen werden geboren en helaas zagen wij ons geconfronteerd met soms levensbedreigende ziektes van familieleden (borstkanker bij mijn zus; schoonzus en mama) of van onszelfs (lupus bij haar en bij mij), en nu spijtig genoeg ook parkinson bij haar (deze ziekte was mij wel bekend want ons papa is daar tien jaar geleden aan overleden) maar hoe dan ook de vriendschap bleef bestaan en het was telkens een genoegen elkaar weer te zien. Nu bezoek ik haar om de zes weken in Bouwel. Haar gezondheid is nu erg bedreigd door de ziekte van Parkinson maar gelukkig slaat de medicatie wel goed aan. Wij kunnen dan wel niet meer samen naar interieursbeurzen (zoals Countryside) of naar de lokale tuincentra (voor de kerstbeurs) maar een toffe babbel laten wij ons niet ontnemen. Gisteren had ik zelfs serviettes meegenomen die ik bij Vroom en Dreesman had gekocht met als tekening twee kwebbelende buurvrouwen die bij een tas thee de laatste roddels bespraken.... Hilde had net de borders van haar tuin laten heraanleggen en de echte geraniums (ooievaarsbek) die ik uit eigen tuin had meegenomen konden gelukkig nog een mooi plaatsje veroveren. Hilde had een mooie tekst van Bernard Dewulf uit De Morgen gecopieerd voor al haar tuinvriendinnen :
LENTE
Er kijkt ineens lente in de lucht. Zij zegt : ik ga in de tuin werken. Ze gaat naar de kelder, haalt gerei op. Snoeischaar, hark, draad. Het ontroert mij maar leg dat maar eens uit. Altijd zie ik haar graag in de lente vertrekken naar de tuin. De tuin is vlakbij, één deur. toch is het een vertrek. Naar elders. Na de deur kijkt zij nog even om, glimlachts en dat staat zij stil : waar te beginnnen ? Ook de tuin glimlacht. Laag in de krokussen, hoog in de berk. Ik denk dat de tuin haar ontvangt. Dan vangt zij aan. Hurken, strekken, harken, bukken, spreiden. De choreografie van haar tuinieren : een stilgebied. Langzaam wiedt en snoeit zij zich weg van het huis, het gezin, de baan. Haar hele drukke bestaan blijkt achter waar ik zit, in het huis, toe te kijken hoe zij verdwijnt. Hoe meer zij beweegt, hoe meer er, in een onbegrijpelijke richting, tegen elke tijd in , een meisje groeit uit de vrouw. Verzonken in het eigen lichaam, nog louter beweging, een mij onbekende danseres in de tuin met de vertrouwde gebaren van de vrouw. Soms stopt zij en kijkt op naar haar werk. Dan spreekt zij met de tuin. Nooit meer kijkt zij terug naar het huis. Iets heeft haar ontvoerdnaar haar. Zij gaat maar door, haalt weg, rukt uit, plant bij, sticht orde, richt een nieuwe wereld in : straks wordt zij nog Eva in haar paradijs. Zoals zij nu oplost in de tuin, het werk en zichzelf: zo is alles altijd op zijn mooist. Wanneer later het licht daalt, houdt zij op. Dan kom ik weer kijken. Nog even wandelt zij langs het verrichte werk. Ten slotte schudt zij haar verwarde haar, er vallen twijgjes en andere tuinresten uit, en komt traag naar binnen. Alles in orde daar ? vraag ik. Ze blikt nog even om, knikt tevreden, doet tuinklompen uit en zegt, al helemaal terug : alleen wat pijn in de rug.
Het is hoe toffe mensen omspringen met hun ziektebeleving die het mogelijk en aangenaam maakt om hen te blijven bezoeken. Ik denk dat wij er beiden tenvolle van genieten....
Ik ben janssens lutgarde, en gebruik soms ook wel de schuilnaam poesjenel .
Ik ben een vrouw en woon in mortsel (belgie) en mijn beroep is huisvrouw .
Ik ben geboren op 04/02/1956 en ben nu dus 69 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: toneel, tuinieren, muziek.
Ik ben moeder van twee volwassen adoptiezonen (1 vlaams en 1 roemeens)en een pleegdochter (frans-algerijns) In ons multicultureelgezin kenden wij daardoor de nodige problemen. Ook professioneel ging het niet altijd zo vlot.