Over het verliezen van concentratie gesproken, dat herinnert er mij aan dat ik, wat eerder, nog in São Paulo wonend, eens een meisje had ontmoet in een biljartbar, waarmee ik enkele maanden lang heb blijven vrijen. Een knap gezichtje met fijne trekken (alhoewel haar aangezicht geweldig kon opblazen, net zoals een puit, waagde ik het haar te langdurig op haar mond te blijven kussen), een enorm paar, naar beneden rustende, borsten die ik altijd met wat ongeloof en zelfs gefascineerd aanstaarde omwille van het feit dat beide tepels van elkaar uit wég pronkten en een gretige gleuf die zichzelf met gulzigheid liet betroetelen (een samenvoeging van betasten en vertroetelen). Toch verloor ze rap haar ritme, mij meesleurend in krampachtige, ongezellige, heupbewegingen. Het begon toen ze mij er wilde van overtuigen dat ze goed kon dansen en besloot de leiding in haar armen te nemen. En dat was een misse. De gehele avond hebben we elkaar op de tenen getrapt, verontschuldiging gevraagd en beschaamd gebloosd. Gelukkig was het donker en niemand merkte ons kinderachtig gedoe op. Met al dat onwaardig gedrag echter begon ik op den duur een ongemakkelijke uitbreiding van mijn onderbroek te ondervinden, wat ik, na haar iets opmerkelijks aan gewezen te hebben, achter haar rug om, langs mijn broekzak heen, heb weten te verbergen door de oorzaak, die geklemd naar onder zat, naar boven te verschuiven. Mijn voorkeur tegensprekend was ze blond, maar toch had ze me weten heet te maken en toen het dansen over was bleef een sprong naar mijn nest de enige rechtvaardige uitweg. Voor ons beiden natuurlijk, want haar ogen blonken ook. En ze keek verwachtend naar het pakske in mijn broek. Op het bed geraakten we, ik vermoed nu, door háár voorkeur, op zijn hondjes terecht. Omdat ge dat standje waarschijnlijk nog nooit geprobeerd hebt (???!!), moet ik uitleggen dat het wijfje op haar knieën en haar ellebogen moet steunen en de man erachter, ook geknield. Zo maakt hij zijn handen vrij om op haar poepje te pletsen en in haar borsten te knijpen. Tenware dat ze te laag hangen, zoals het in mijn geval het geval was en ge u dan te veel moet bukken, wat lastig is voor uw ruggengraat. Mijn ding was er vlug in geraakt, want háár ding stond glinsterend naar de indringer te pinken. De eerste bewegingen waren de mijne. Eerst erin en dan eruit. Tot aan het randje. Dan er terug in en dan er terug uit. Heilig. Nogmaals. Langzaam. Ik voelde dat ze er ook lustig van begon te genieten (ik had een schemerlichtje op het nachttafeltje áán gelaten om er zeker van te zijn dat ik me niet van gat zou vergissen, want het andere begint normalerwijze ook wat te pinkeren en als ge dan niet oppast zit ge sowieso in de schijtriolering). Ik dacht bij mezelf: wat een plezier en daarmee begon ze ook aanstalten te maken part van het initiatief onder haar verantwoordelijkheid te nemen. Ik naar voren en zij naar achteren. Goed gecoördineerde, maar tegenovergestelde, bewegingen. Toen ik besloot het ritme wat óp te drijven miste ze echter opeens een halve slag en toen ik naar voren duwde, bewoog ze ook, onwillekeurig, naar voren. Ik besefte het niet dadelijk en gedurende een tiental seconden bewogen we alle twee tegelijk, naar voren en naar achteren; naar voren en naar achteren. Belachelijk eigenlijk, want ik miste iets
. We geleken op een koppel kunstschaatsers. In perfecte synchronisatie. Ik merkte op dat zijzelf er niets verkeerds aan vond en toen ik stopte om de fout te herstellen, stopte zij ook. En we hervatten beiden op hetzelfde moment, met dezelfde foute beweging, onze liefdesdaad. Ik vroeg haar, een beetje nerveus, stil te blijven. Ik nam haar stevig bij de heupen vast en verplichtte haar de tegenovergestelde richting in te slaan. Gedurende een paar ogenblikken ging het uitstekend, maar toen ik de greep loste om aan haar harde tepels te peuteren, voelde ik dat we terug belachelijk aan het doen waren. Gebrek aan ritme. Dat was het. Ik zal niet langer uitwijden, maar het besluit is het volgende: om de anderhalve minuut moest ik een minuut wachten om terug op het juiste ritme te geraken en toen ik uiteindelijk gereed begon te geraken en ik mijn blik verdwaasd naar het plafond richtte, verloor ik op datzelfde moment terug mijn greep aan haar lenden en er onnozel uitslippend spoot ik, in een vernederend pisboogske, mijn straal naar het beddenlaken toe. Een volledige teleurstelling. Een flater. Spreek me niet meer van blonde
Eens was er een Hollander over gekomen (weeral vanuit São Paulo). Een typische afgevaardigde van ons buurland. Jan was enorm groot en zwaar en toch liep hij, overtuigd van zichzelf, rechtop, net alsof hij plezier had in het leven. Hij had een voortdurend roosachtig gekleurde huid, was blond, had bolle wangen en een altijd in een lach geplooide, eerder kleine (me aan het hol van een kieken herinnerende) mond. Hij was enkele maanden voordien toegekomen vanuit Zuid Afrika, waar hij een paar jaar, beroepshalve, had gewoond. Hij had me, wat eerder in São Paulo nog en na een paar tong verlossende biertjes, onder alle voorbehoud, opgebiecht dat hij daar heimelijk een paar echte negerinnetjes geniepig had geneukt, waarvoor hij speciaal de krottenwijken, rond de stad, had opgezocht. Dat was streng verboden toen en bewezen overschrijdingen werden normalerwijze gestraft met enkele maanden gevangenis of, alternatief, een gepeperde boete. Hier in Brazilië was de goesting er niet op verminderd. Zonder restricties en integendeel, met iedereens aanmoediging wilde hij er gebruik van maken alle onderdrukte voorkeuren volledig hun vrije gang te laten gaan. Ik had speciaal twee mulatjes uitgenodigd en de toffe sfeer was er rap in geraakt. Eerst wat rode wijn om warm te geraken; dan wat bier om af te koelen en dan wat caipirinhas, om in de juiste stemming te geraken. Alhoewel het helemaal niet nodig was die meisjes te versieren, want ze wisten precies en van tevoren, waarom ze precies uitgenodigd waren geweest, begon Jan hun aandacht te trekken op zijn lichtblauw gekleurde ogen, door die voortdurend wijder en wijder open te sperren en opzettelijk kunstmatig in hun kassen rond te draaien, net alsof hij verwonderd was door de ene of de andere gebeurtenis. De meisjes waren daar natuurlijk wel erg van verrukt, maar wat ze eigenlijk nog méér wilden, was over te gaan naar de zondige daden. En dat mocht zelfs in het donker. Ikzelf vond het allemaal een beetje hilarisch, maar besloot de wekker nog wat verder op te winden door hem, in het Vlaams, sterk aan te wakkeren vooral nog eens een extra keer de heldere kleur van zijn ogen aan de meisjes te doen pronken, eraan toevoegend dat ze, terwijl hij effekes was gaan pis-schen, ze bewonderende commentaar hadden gelost over die grootste en meest belangrijkste eigenschap van hem. Iets wat geld niet kan betalen en uiteindelijk de droom is van alle Braziliaanse vrouwen. Dat was meer dan reden genoeg om zijn ogen nog wat extra wijder open te sperren en rond te draaien. Natuurlijk liet ik intussen ook zijn glas niet leeg staan en besloot ik alles opnieuw te beginnen. Eerst een glas witte wijn om terug warm te geraken, bier erop om wat af te koelen en een ander caipirinha om er de juiste stemming terug in te brengen. Na deze nieuwe verfrissende lading vroeg hij nogmaals excuus en strompelde hij, voor de tweede keer, naar het toilet. Een beetje ongerust door het nogal lang uitblijven besloot ik eens te gaan loeren om te zien wat er juist aan het gebeuren was. Hij zat op zijn knieën vóór de WC kom, met zijn fel zwetend, nu ongelooflijk verbleekt hoofd, over de bril gewenteld, wachtend op een nieuwe, zich intussen al aanmeldende, lading braaksel. Die nacht heeft hij niet meer gevogeld. We hebben hem samen naar zijn slaaphoek gesleurd, een vreselijk vermoeiende taak en dan heb ik het tweede meisje, helaas zonder verzadiging, naar huis moeten zenden. De volgende morgen, gedurende het ontbijt, murmelde hij wat (zonder iets over het gebeurde van de vorige avond te reppen) over het gebrek aan een bidet in de badkamer. Ik vroeg hem verbaasd het waarom van die eigenaardige opmerking, van een man komende in alle geval en hij legde me op een schoolmeesterachtige toon uit dat hij, om zijn gat schoon te vegen, zelden papier gebruikte en wel degelijk zijn schijthol over een ferme straal stromend warm water gewoon was te mikken. Het was duidelijk een goede borst en ik heb er spijt van gevoeld toen hij enkele weken later ontslagen werd door de kantoorchef in São Paulo, op aanraden van de manager van Rio. Die, zich niet helemaal op zijn gemak voelend gedurende vliegtuigreizen, had besloten deel te nemen aan een drukmachine tentoonstelling daar, met zijn toen pas aangeschafte nieuwe wagen, een Dodge Admiral, speciaal voor managers bedoeld (want de Ford Landaus waren voor de directeurs). Mét chauffeur. Een afstand van ongeveer vierhonderd kilometer. Op de laatste dag werd er, omwille van de succesvolle zaken die gesloten waren geweest gedurende de show, een cocktail gehouden in het kantoor van onze firma, waar niet alleen de belangrijkste werknemers waren voor uitgenodigd maar ook enkele goede klanten. Het wilde lukken dat de chauffeur, gedurende de loop van de cocktail, zich onpas had beginnen te voelen en gepest door een slappe afgang, verkoos met een taxi terug te keren naar het hotel. De manager, enkele uren later, riep me aan een kant en vroeg me of ik bereid was hem terug te voeren, samen met enkele van zijn klanten, naar het hotel, in het centrum van São Paulo. Ik verkoos de uitnodiging beleefd te weigeren, niet alleen vanwege de talloze drankjes die ik toen al, halvelings verborgen achter een strategische hoek, ingeslikt had maar ook omdat ik, beweerde ik, geen enkel benul had van hoe juist ik dat hotel zou kunnen vinden, met al dat drukke verkeer daar in São Paulo. Ik herinnerde hem echter dat Jan, de Hollander, dicht bij het hotel woonde (allez, dat zei ik maar om iets te zeggen, hé) en dat hij hem dat plezier, met alle zekerheid, niet zou weigeren en inderdaad, Jan was onmiddellijk akkoord, gooide het restje van zijn vijfde glas whisky in één teug naar binnen, wreef in zijn handen, gelukkig van alle afgesloten zaken, gaf mij een gemeen knipoogje als wilde hij zeggen ge zijt een goede kans aan het verliezen om opslag te vragen hé en wendde zich naar de deur toe, om die, onderdanig, voor de uitgenodigde mensen open te houden. De volgende dag vernam ik dat hij zelfs de straat van de firma niet heeft kunnen uitrijden. Vanaf het ogenblik dat hij achter het stuur had plaats genomen had hij zich voortdurend willen omdraaien, om schuin achter hem, op de achterbank, de manager niet uit het oog te verliezen, terwijl hij hem daar alle nodige uitleg verstrekte, weliswaar met een dubbele tong, maar toch nog duidelijk verstaanbaar, vooral als men zijn lippen gade sloeg. De manager had hem al gewaarschuwd niet meer achterom te kijken en op het verkeer te letten, maar Jan, zelfzeker zoals hij was, verzekerde hem gerust te blijven, want dat ken ik hier als de palm van mijn hand, terwijl hij zich nogmaals omdraaide de manager strak in zijn ogen starend, met een gezicht van ewel, vertrouwde me nie misschien? Het volgende ogenblik reed hij recht op een vrachtwagen aan, die juist vóór hem, voor de ene of de andere reden, plots was gestopt. Er was geen schade aan de vrachtwagen, maar de Dodge bezat nu een geplooid motordek en er sijpelde wat water uit de radiator. De manager is woedend uit de auto gestapt, heeft zich beleefd verontschuldigd aan de vrachtwagenchauffeur en de nerveus wordende klanten, heeft aan de wit uitgeslagen Jan gevraagd op zijn plaats, van achteren, te gaan zitten en is er in geslaagd de auto, huppend, haperend en steigerend, naar het hotel te rijden. Daarna heeft hij geen enkele inspanning gemeten Jans ontslag te bekomen. Ik heb me daarna een beetje schuldig gevoeld. Jan, als ge ooit deze herinneringen leest, vergiffenis alstublieft
|