Inhoud blog
  • De Geschiedenis Herhaalt Zich
  • Brazil
  • Eindelijk!!!
  • Oneindige Liefde, Onbereikbare Vrijheid en Onverschillige Wreedheid
  • KKK - Kemels, Klootzakken en Kommissaris's

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.

    Archief per maand
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 11--0001
    Zoeken in blog


    free counters
    Laatste commentaren
  • Fijne avond nog ... (Gita)
        op Met de Nagel op de Kop - Zelfdoding als Verlossing - Staf de Wilde
  • Lieve groetjes vanuit De Klinge (Lana & Pip)
        op Voyeurs en aanverwanten
  • Wandelgroetjes uit Borgloon (Johnny en Christiane)
        op Gruwelijk
  • Wandelgroetjes uit Borgloon (Johnny en Christiane)
        op Nog meer tegenslag..
  • Lieve midweekgroetjes en een zonnige dag ..... (Gita)
        op Brottende liefde
  • welkom (miekemuis en maatje)
        op Vervolgende bladzijden
  • Foto
    Zoeken met Google


    De Beul van Rumbeke
    Herinneringen, anekdotes, gebeurtenissen...
    05-08-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Pech weeral

    Op een zekere keer was ik naar São Luis, hoofdstad van de Staat Maranhão, in het noorden van Brazilië, gereisd. Voor het werk, natuurlijk. Ik was de oostkust van het land aan het bezoeken, vertrekkend vanuit Rio, rechtstreeks naar Recife, op een maandagmorgen, dan naar Fortaleza en vervolgens Teresina en was toe gekomen op de luchthaven van São Luis, de vrijdagnamiddag. Ik vond nog juist de tijd om één klant te bezoeken en was me al geestelijk aan het voorbereiden op een lang en eenzaam weekeinde, daar. Toen ik, samen met de eigenaar, de installaties van de krant bezocht, deelde hij mij opeens mee dat hij juist het bezoek had van een andere buitenlander, die daar een elektronische machine aan het herstellen was. Toen we de bewuste kamer binnen stapten herkende ik meteen de rug van de mens die gebukt op de grond zat, bijna binnenin het toestel. Het was een andere West-Vlaming, die voor een concurrent van ons, in Rio, werkte. Eén van die echt toffe mensen, altijd goed gemoed en bereid om zonder schrik gelukkig te zijn. Het tegenovergestelde van de meeste Brusselaars die ’s avonds laat sardientjes eten en ’s anderendaags, op het werk, kaviaar boeren.
     
    Na onze plicht vervuld te hebben, besloten we diezelfde avond samen dóór te brengen. Eten, drinken en kletsen tot een gat in de nacht. Opgewekt. Lachend.
     
    ’s Morgens vroeg besloten we naar de haven te trekken om er eventueel een bootje te huren en een toertje rond het eiland te maken (São Luis, zoals drie andere hoofdsteden in Brazilië, is op een eiland gelegen, op enkele tientallen meters van het continent). Ongelukkig genoeg was het onmogelijk een gemotoriseerd plezierbootje te vinden, waar we eigenlijk op zoek naar waren en moesten we ons tevreden stellen met een vissers (roei)bootje, met de visser erbij. En dus: roeien maar.
     
    Zoals echte matrozen duurde het niet lang vooraleer we de schipper wezen naar een strandje, op het vasteland, waar we een hele reeks cafeetjes bespeurden. Het was toen al dicht bij de noenen en mijn collega was hongerig en uit op een goed en compleet middagmaal. Ik, van mijn kant, kon niet van het bier en de caipirinhas blijven. Zoals overigens de visser, die niet elke dag zo’n gelegenheid aangeboden kreeg. En dus, drinken maar. En dan, pissen en dan opnieuw beginnen.
     
    Een volledige weelde. En dan de meisjes die ons van ver hadden geroken. Dat kent ge wel. Veel pissen en altijd die laatste druppels die blijven plakken, onafhankelijk van hoeveel ge eráán schudt, balanceert, nijpt en wringt en dan toch vast moet stellen dat de laatste in uw onderbroek terecht is beland. Tenslotte, al ná de vieren, maakten we een afspraak met drie van die meisjes, om ’s avonds terug te keren, deftig gewassen en afgekuist, om wat te gaan dansen en wie weet, de dag volledig te maken…
     
    We waren daar gearriveerd met hoog tij en hadden de boot op het strand achter gelaten, degelijk geankerd, dicht bij de waterlijn. Het bleek een bijna volmaakt plat strand te zijn want toen we terug keerden was de zee, op zijn minst, vijftig meter terug getrokken. En daar zat hij. De boot. Deftig vast geankerd in het natte zand. We waren allen al wat verduisterd geraakt door de drank, maar toen we de toestand met ontzetting aanschouwden, kregen we opeens alle helderheid van de feiten terug in het zicht. En nu schipper? Wat is er gebeurd? Wiste gij dat dan niet? Hoe kan dat toch? Waarom hebt ge ons niet verwittigd? Hoe gaan we van zen leven terug naar São Luis geraken? Vooraleer de zee nog verder terug trok moesten we vliegensvlug de boot de richting van het water in duwen. We waren met zen drieën en stevig gebouwd. Het was een kwestie van energie. Gedaan met het drinken. Beginnen met het werken. En duwen en trekken maar. En de boot verroerde zich bijna niet, in het slurpende zand. En het zweet dat ons uit brak. En de ontreddering die zich meester van ons maakte. En te moeten vast stellen dat het water zich rapper terug trok dan wij vooruit geraakten. Zooo traaaaag..
     
    We moesten op iets anders denken. En toen kreeg ik opeens de roeispaan in het oog. Die kon als koevoet gebruikt worden. Een rot aangespoeld boomstammetje, wat verder op het zand gevonden en parallel gelegd met de bodem, juist vóór de onderkant van de boot, zou als steunpunt kunnen dienen en hup met de roeispaan, een sprongetje vooruit met die stomme boot. En nog eens. En nu aan de andere kant. En opeens waren we rapper aan het vorderen dan het tij. En ik kreeg er zelfs de goesting van. Ritme is belangrijk. Rapper. We moeten rapper zijn dan de zee… Tot op het moment dat ik wat overdreef en opeens, de roeispaan in mijn handen, juist in het midden, met een luid gekraak, in tweeën brak. Verbaasd keek de schipper naar de gebroken roeispaan en dan naar mij en dan terug naar de roeispaan..
     
    Hoe machteloos ik me ineens voelde en hoe ik opeens absoluut geen goesting meer had er méé te lachen…
     
    Op dat juiste ogenblik kwam er een familie voorbij slenteren. Een koppel met drie kinderen. En ze waren bereid ons uit de nood te helpen. We hebben samen, in volmaakte stilte, de boot naar het water geduwd. Een uur werk. En dan zijn we zwijgend de boot in gestapt. En de visser bleef maar verwijtend naar mij kijken, terwijl hij, met één spaan, eerst de stroom mee en dan de stroming tegen op roeide, naar de haven toe, op het eiland. En zwoegen maar. En zweten. In een “zigzag” beweging. De overgebleven spaan geregeld van hand veranderend. Twee uur lang. Verstomd van diene flater…
     
    Eens aan gekomen heb ik hem eerlijk bedankt voor de uitstap. Maar ik heb geen woord gerept over de roeispaan. Tenslotte was het zijn schuld geweest. Wat weten wij van hoog en van laag tij? Niets keren niets, plus niets, vermenigvuldigd met niets. We hebben dan natuurlijk ook de afspraak met de meisjes gemist. Maar ik was ook “tenden-op”. Genoeg voor diene dag.



    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail *
    URL
    Titel *
    Reactie * Very Happy Smile Sad Surprised Shocked Confused Cool Laughing Mad Razz Embarassed Crying or Very sad Evil or Very Mad Twisted Evil Rolling Eyes Wink Exclamation Question Idea Arrow
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)



    >

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!