Deze vorige episode deed me eigenlijk áf wijken van mijn gepland onderwerp: belangrijke eigenaars van grote (en minder grote) kranten. Hier gaat de eerste:xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Teotônio Villela: Senator voor de staat van Alagoas, poëet, schrijver, eigenaar van een suikerriet en alcohol fabriek en die vooral als boémio bekend was, wat SLECHT vertaald: vagebond, betekent, iets wat hij absoluut niet was, maar zo werd bestempeld omdat hij ook nog een krant bezat die links gericht was. Hij had me mijn machine gekocht, zonder veel discussie, gewoon omdat onze drukpers nu eenmaal de beste was in de markt en de handelsman er uit zag als een eerlijke rode neus, zoals hemzelf, veroorzaakt door die extra glazekes bier, elke dag, waarvan het Vlaams spreekwoord komt: wie niet drinkt, zijn gatje stinkt (= niet te vertrouwen is??) of was het wie het eerste riekt, zijn gatje piekt...??, allez, ik weet het niet meer). Het probleem bestond er in dat hij, daarna, af en toe vergat de afbetalingen van de drukpers te maken op de afgesproken dagen. En daar ging ik weer, nu naar Brasilia, waar hij ons zeker niet zou kunnen ontsnappen, samen met onze (algemene) manager, een Duitse Jood (had ik dat al gezegd?), die ooit eens een collega van mij had uitgenodigd bij hem te gaan avondmalen en daarna suggereerde wat van klassieke muziek te genieten, daarvoor twee stellen afzonderlijke hoorapparaten gebruikend (om de buren niet te storen, zekers?) en een half uur later, opeens, recht sprong, het hoorapparaat bruusk van zijn hoofd verwijderend en de verbaasde gast verraste met de volgende commentaar, terwijl zich naar zijn vrouw wendde: laat ons gaan slapen schat, want onze gast wil naar huis gaan. Hij heeft die wens voldaan, zonder tegen te pruttelen, alhoewel hij zich niet echt belangrijk heeft gevoeld, daarna.
Terugkerend naar het onderwerp van deze post, we waren dus in Brasília verzeild geraakt, die bepaalde dag en omdat de vergadering met de klant (in het Senaat's gebouw) geregeld was voor vroeg in de namiddag, besloten wij éérst te gaan middagmalen. Ik voeg er hier aan toe dat ik bewust was van zijn uiterst rechtse, politieke, mening en zijn onvermurwbare afschuw en zelfs haat voor iedereen die maar ietwat links gezind was (een beetje zoals onze dierbare Nonkel Fons - over dat wezen, mijn Papaatje, zal ik nog veel schrijven) die hij, moest het van zijn oordeel en vonnis afhangen, allemaal in een vliegtuig zou duwen, met recht op alléén maar de heenreis en ze over de oceaan, laat ons zeggen nooit verder dan vierhonderd kilometer van de kust, uit een luik zou stuiten om te kunnen vast stellen wie er bekwaam was, levend, dat avontuur verder te vertellen.
Ik verschoot me echter een bult toen hij besliste zichzelf met een dubbel "caipirinha" te bedienen (voor mij bestelde hij een simpel colaatje) en het in één teug binnen te slingeren, blijkbaar om zich voor te bereiden op een lawaaierige ontmoeting met veel gillende stemmen. En waarlijk, alhoewel de Senator een voorstel deed om de afgesproken interest wat te verlagen en de afgesproken duur van de lening wat te vergroten (met de buik verderop duwen, zoals ze het hier gepast uitdrukken), wist onze manager van geen compassie en bleef stevig in zijn besluit: of ge betaalt onmiddellijk zoals origineel onderhandeld of we nemen de machine terug.
Hij heeft uiteindelijk de pers toch helemaal betaald, ná verdere onderhandelingen, zonder die manager erbij en heeft, een beetje vóór zijn dood, de machine cadeau gegeven aan zijn werknemers, die dan de krant (zonder advertenties en reclame van de Joden in de streek, die negentig percent van de markt vertegenwoordigen) nog enkele jaren verder hebben kunnen mee slepen (Tribuna De Alagoas) tot de krant aan een andere groep werd verkocht. Dat was het einde van een schaarse idealist en het fruit van al zijn werk.
Een andere kranteigenaar is een zekere meneer Antônio Bonfim van Aracaju, hoofdstad van de Staat van Sergipe, eigenaar van een wekelijkse editie daar, die succes begon te verzamelen in zijn ondernemingen, eens hij besloot, op de eerste bladzijde, denunciërende reportages te publiceren over de Gouverneur, die daar niet op gesteld was, natuurlijk. Zware, maar gedempte, bedreigingen werden geuit vanwege deze publieke meneer die over alle middelen beschikte om ze uit te voeren. Verdachte mensen begonnen zich voor het krantgebouw te bewegen gedurende de dag; s nachts werden er schoten gevuurd op de hevel van het gebouw en de telefoniste ontving tientallen vreemde, dreigende, verbindingen. De eigenaar besloot een gespecialiseerde firma te contracteren die hem en het gebouw, vierentwintig uur per dag moest beschermen.
Ik wist daar echter nietenmedalle van, natuurlijk, toen ik daar arriveerde, maar ontving de boodschap dat hij me wilde ontmoeten in het restaurant van het meest centraal gelegen hotel van de stad, waar ik toevallig ook aan het logeren was. Toen ik binnenstapte zag ik hem onmiddellijk achter een ronde tafel, met zijn rug naar een grote muur toe gedraaid, onder de zorgen van een bewaker die duidelijk gewapend en op een zekere afstand van hem, rechtstaand, plaats had genomen. Ik aanvaarde zijn uitnodiging, juist vóór hem, aan de tafel, plaats te gaan nemen en terwijl hij mij het waarom van de gehele toestand begon uit te leggen, kwam ik ineens tot de conclusie dat ik op dat ogenblik, als het ware, als zijn beschermingschild aan het dienen was, mij juist in de lijn van een eventueel schot plaatsend en heb ik me beleefd, na er weinig over gepeinsd te hebben, óp gericht om aan te kondigen dat ik echt ne keer dringend moest gaan kakken....
Ik ben niet meer terug gekeerd naar die tafel, niet omdat ik bang was natuurlijk (ge kent me wel, hé?), maar omdat de klant toch onmogelijk krediet zou verkrijgen in de locale banken, om iets méér te kunnen kopen dan een simpele meiskesfiets bijvoorbeeld, ge weet wel, de die met die twee extra wielekes aan de achterkant....
Vroeg of laat zult ge mij vragen waarom ik overal zo goed ontvangen werd (diene keer, wat minder eigenlijk), mijn mening algemeen gerespecteerd werd en ik, op technisch gebied, gedurende dertig jaar ongeveer, de klanten nooit heb moeten bedriegen of de verkeerde solutie heb moeten suggereren, terwijl ik op zoek was naar grotere of gemakkelijker winsten voor mijzelf of voor de firma en mijn naam heb kunnen blijven associëren met integriteit. De reden ligt onder andere in het feit dat ik gedurende die jaren verschillende reizen heb ondernomen naar het buitenland om mijn kennis bij te werken en professioneel gezien rijper te worden. Zo heb ik (alles samen gerekend) verschillende maanden door gebracht in het RIT (Rochester Institute of Technology) in Rochester (VS), in de Solna fabriek in Stockholm (Zweden), in the Photon en Ultre fabrieken in Massachusetts (VS), in de Rockwell/Goss fabriek in Chicago (VS), in een enorme drukkerij in Bern (Zwitserland) en gedurende tientallen exposities in steden zoals Las Vegas, New York, Miami, Boston, Orlando, Atlanta, Parijs, São Paulo, Londen, Lissabon, Dusseldorf, Frankfurt, Lausanne en andere, waar ik ook meerdere fabrieken heb kunnen bezoeken, beroepshalve.
|