Ik besloot, enkele jaren geleden, gedurende een gemoeds depressie, veroorzaakt door de ene of de andere pijnlijke ervaring, dat ik me, eens terug in mijn geliefd vaderland België, een simpel twee..pee..kaatje zou aanschaffen. Uiterst goedkoop, uiterst zuinig, uiterst duurbaar en uiterst charmerend. Precies iets voor mij. Een autootje voor kunstenaars in het begin van hun carrière. Er bestaat geen vrouw die een uitnodiging weigert een twee-paardje in te stappen (de naam "paard" doet hun verbeelding onmiddellijk op hol slaan). Bovendien zou niemand er geïnteresseerd in zijn dat tweepeekaatje te stelen of anders, in het verkeer te beschadigen, verschrikt dat ge over geen genoeg kapitaal zult beschikken om de veroorzaakte schade, aan hun luxe-auto, te vereffenen...xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
En dat brengt me op de rij in de bank waar ik de rekening van de schade moest betalen aan de eigenaar van een tweepeekaatje, hier in Recife, veroorzaakt door hemzelf eigenlijk, want hij wilde persé niet uit de weg gaan toen ik probeerde langs zijn rechtse kant te passeren, in een bocht naar links.
Van verre al had ik opgemerkt dat er weinig beweging aanwezig was, om en rond de bank, wat altijd een goed teken is, gedurende dat uur toch, kort in de namiddag, zodat ik met genoegen vast stelde dat ik, deze keer, weinig tijd zou verbrodden in de daar eventueel binnenin bestaande rij. Terwijl ik de deur opende zag ik in een flits dat er zelfs geen enkele rij te bespeuren was vóór het eenzame luikje dat open bleek te zijn en waar de bediende, dromerig zijn kloten aan het scharten was, terwijl wijdmond's gapend, moeheid verradend van niets te doen. De deur beleefd en voorzichtig achter mij sluitend, dook er opeens een schaduw naast mij op en gebruik makend van de nog bestaande gleuf, gleed hij, juist vóór mij, de bank in, zich rechtstreeks naar het loket dat ik in het zicht had, begevend. Zonder boe noch bach. Toevallig en op datzelfde moment werd de deur geopend van de manager, aan de rechtse kant van het loket, waaruit een klant stapte die zich ook naar diezelfde bediende begaf, waarschijnlijk om daar papieren te regelen die hij niet met de manager had kunnen oplossen. Ik zeg toevallig, omdat ik tot op dat ogenblik, op de pole-position had gerekend van de rij, maar die ik in een oogwenk had verloren. Was ik maar één seconde rapper geweest... Hij slaagde er zelfs in juist een stapje rapper te zijn dan de schaduw die naast mij was binnen geslipt en bezette de ereplaats. Gelukkig duurde het niet lang, minder dan tien minuten zelfs, zodat ik opgelucht adem haalde. De schaduw, voor mij, gaf de indruk ook weinig zaken op te lossen te hebben, tot op het ogenblik dat hij zijn hand in zijn binnenzak stak en daar, toen het zijn beurt was, onverwachts, een bundel van ongeveer vijftien rekeningen te voorschijn toverde. Ik kon het niet nalaten een klein vloekwoord te opperen, zoals filho da puta, maar toch was ik redelijk content dat ik de volgende in de rij zou zijn. Het gedoe duurde veel langer dan oorspronkelijk verwacht en ik haatte nogmaals het ogenblik dat hij, juist naast mij, binnen had kunnen slippen. Ik had de deur hard toe moeten slaan in plaats van ze beleefd gesloten te hebben. Maar daar was nu eenmaal niets meer aan te doen. Toen ik met opluchting zag dat de bediende het einde van het stapeltje in het zicht kreeg, opende de deur zich achter mij en trad er een zwangere vrouw binnen. Ze wenste me een goede namiddag en plaatste zich, zonder méér, vóór mij in de rij. Ik begreep wel dat zwangere vrouwen altijd voorrang hebben, maar ik spoorde toch het bordje op waar dat uitdrukkelijk vermeld stond. En inderdaad, daar hing het: Pessoas acima de 65 anos ou com dificuldade de locomoção e mulheres grávidas, terão preferência no atendimento. Oké, daar was dus ook niets ne meer aan te doen. Minder dan een minuut later, terwijl diene smeerlap daar, met honderdduizend rekeningen, nog een andere, waarschijnlijk nu persoonlijke rekeningske, uit nen andere zak toverde, strompelde er een oud koppel binnen, de vrouw zeker over de tachtig, de man dichter bij de negentig. Zonder zelfs maar in mijn richting te hebben gegluurd en verontschuldiging te vragen, stapten ze rechtstreeks naar het loket, naast diene smerige officeboy en eisten onmiddellijke aandacht. Eerlijk, ik begon die bankdeur in het oog te houden, want de verrassingen kwamen voortdurend uit diene kant. De rij vorderde niet, dat prehistorisch koppel bleef maar uitleg vragen en opmerkingen maken die niets met de zaak te doen hadden, wuifden naar de bank directeur die uit zijn kantoor was te voorschijn gekomen, stelden belangstelling in de gezondheid van zijn vrouw en kinderen, de hond en de papagaai, wijdden uit over het weer van gisteren, vandaag en morgen en ik had het al verwacht: de deur kraakte weeral open. De persoon daar, met zijn rug nog naar ons toe gedraaid, terwijl hij ze sloot, leek me jong te zijn. Gelukkig. Zijn haar was smaakvol bruin gekleurd, eigenlijk zelfs meer naar de rode kant oplopend en hij bleek flink, lenig en fris te zijn, met opgeheven schouders en een slanke gestalte. Gelukkig, nog ne keer. Den dienen zal achter mij plaats moeten nemen, besloot ik tevreden en draaide mij om, terug naar voren. Maar hij had iets anders in het zicht en vooraleer ik begreep wat er juist aan de gang was, vroeg hij ook beleefd verontschuldiging en perste zich tussen ik en de zwangere vrouw. Miljard den djuuu. t Is nie mogelijk ééé...!!! Ik tikte hem op de schouder om, uiterst nerveus, uitleg te vragen en terwijl hij zich omkeerde merkte ik ne hele hoop rimpels op zijn voorhoofd, maar toch niet genoeg om niet argwanend te blijven... Ewel???... Gisteren juist 65 jaar oud geworden, zekers??, hielp ik hem. Neenee, dank u, repliceerde hij, wat verlegen maar zonder medelijden, ik ben al lang over de 70. Hopelijk geraakte gij ook zo verre...
Dienen dag heb ik niets ne meer betaald. Het was mijne dag niet en het zou niets geholpen hebben verder te blijven áán dringen. Al de oude pépeéés en mémééés moesten juist diene namiddag al hun rekeningen betalen, zonder te tellen op al die hete vrouwen die alle dagen willen poepen en vogelen tot de stukken er vanaf vliegen en dan den dag daarop, hunne buik er vol van hebben...
Ik ben, zonder er langer over te willen nadenken, vroegtijdig mijn café gaan op zoeken om mijn geestelijke rust te herstellen, mijn reden te heroveren en de noodzaak vast te stellen kinderen, uw eigen of geadopteerde, te hebben om voor u de rekeningen in de bank te gaan betalen. Diene zever van één van mijn neven in België, over datzelfde onderwerp (geen kinderen wensen te hebben), zal maar duren zolang het duurt. En als 't wat langer duurt dan de natuur bereid is te wachten zal hij zich nog vele keren de verklaringen herinneren die hij uitgebraakt heeft toen hij nog onvolwassen was. Is 't nie voor ´t één of voor 't ander, 't is genoeg om over iemand te beschikken (wat een zonde is; maar 't is een dagelijkse- en geen dood-zonde) die er zelfs niet terug voor deinst uw achterwerk af te kuischen terwijl ge verlamd van de ellende met uw laatste adem aan het vechten zijt. De liefde voor uw kinderen, vooral, maar ook omgekeerd, de liefde voor uw ouders (diene fameuse Nonkel Fons niet inbegrepen) is ONVERGELIJKBAAR. Niets in het leven is volmaakt, maar als er iets bestaat dat de grenzen van het volmaakte benadert is het de liefde die een mens, vooral de moeder (die hier soms, door de meer gecompliceerden, als genitora wordt beschreven), koestert voor haar kinderen.
Trouwen? Kinderen hebben? Da's voor de onnozelaars, hé! Maar ze beweren dat maar terwijl ze zelf nog flink en fris zijn. Cu doce zijn (letterlijk: nog een zoet gat hebben, of, beter vertaald: genoeg hebben aan zichzelf). Ze veronderstellen dat ze nooit oud zullen worden en hebben zelfs een zekere hekel aan oudere mensen. Neanderthalers, zoals ze hen, minachtend, verwijten. Ze hebben zelfs de neiging te geloven dat ze ongenaakbaar zijn voor ziekten en ongelukken. Dat ze misschien zelfs de uitzondering van het leven zullen zijn en de natuurwetten ontkennend, helemaal niet zullen sterven.
Dus proficiat Rudo, dat het maar enkele jaren heeft geduurd vooraleer ge plechtig tot het besluit zijt geraakt dat kinderen zodanig belangrijk zijn in een leven. Ge had dat eigenlijk niet verwacht, hé? Ge zijt veel rapper geweest dan Hilde (mijn enige zuster, nu ook al dood) bijvoorbeeld, die daar nog geen benul van had toen ze verwachtte dat haar kinderen geld méé zouden investeren in het recauchuteren van haar lippen, die gereed moesten staan voor de prins die op elk moment aan de deur zou kunnen komen kloppen...
|