Gisteren ben ik weer aanwezig geweest in dat cafeetje daar, om de hoek van de straat, waar elke zaterdag, de eigenaar ervan, een elektronisch orgel manipuleert en tegelijkertijd zijn zangcapaciteiten op de proef stelt. Voor veel mensen zal dat waarschijnlijk weinig of zelfs helemaal niets betekenen, maar voor mij is het de enige dag in de week wanneer ik echt heróp leef, mijn kwalen vergeet, er eerlijk van genietend en altijd maar blijf duimen dat er geen ambetanterikken zullen opduiken om luid te schreeuwen, aambras te maken of ook te willen zingen. Toch gebeurt er altijd iets nieuws en ook gisteren was dat het geval. Terwijl ik binnen stapte had ik opgemerkt dat er aan één van de tafeltjes, dicht bij de dansvloer, enkele nooit eerder geziene mensen hadden plaats genomen. Een man (zonder hemd, want ze waren blijkbaar van het strand rechtstreeks in dat cafeetje beland) en drie vrouwen, één ervan redelijk jong, maar de twee andere al duidelijk over de zestig, alhoewel ze alle pogingen aanwendden om er jonger uit te zien. Ze hadden, elk, al meerdere flessen bier binnen geslagen en maakten op verschillende momenten aanstalten om het áf te trappen, daarvoor de rekening lieten opmaken, maar dan toch bleven betwistten wie juist de eigenaar van de schuld was, tot ze, iedere keer, besloten nog een pintje erbij te bestellen om de tijd te hebben de zaak nog eens subjectief te kunnen herzien. Ik heb de gewoonte mij af te zonderen in een kant van dat cafeetje (in afwachting dat mijn vrouw en kind mij later komen ophalen) waar eigenlijk niemand wil zitten zodat ik de mogelijke kansen op contact met dorstige dronkaards, lastige hoeren en ook oude wijven die er op uit zijn in wat vers vlees te knijpen, aanzienlijk kleiner worden. Toch verlies ik niets uit het gezicht en geniet ik overdanig van de stemming, alhoewel zelden bereid er zelf deel aan te nemen. En dat verliep niet verschillend, gisteren. Er was, kort na mijn eigen aankomst, een mulato binnen gestapt die ik al eerdere keren had ontmoet daar en die de slechte gewoonte had iedereen op zijn weg naar zijn tafeltje of naar de WC te omhelzen, op zijn rug te pletsen, een hand te geven en vragend uit te roepen hoe het wel ging, zodat de meeste van die mensen de indruk kregen dat ze elkaar al langer kenden dan ze zelf vermoedden en men geneigd was hem verbaasd aan te staren, gewoon omdat men er niet helemaal zeker van was hoe op deze toestand te reageren. Enfin, alhoewel ik hem nooit echt dronken had gezien, deed zijn vreemd gedoe dat toch blijken. Gelukkig dat ik wat verder weg zat, want het is niet iets precies waar een mens zit op te wachten. Intussen begonnen die drie vrouwen en ook de man, naargelang de rij lege flessen begon te groeien, hun initiele schaamte langzamerhand te verliezen en dat verhoogde, in overeenstemmende, maar in omgekeerde mate, hun drang om meer en meer te dansen, terwijl men duidelijk hun "pelancas" en ander, veel-meer-vel-dan-vlees kon onderscheiden, vooral als ze verdacht hun armen naar bovenop schudden, eerst allen samen, maar later dan alleen de vrouwen, zich niet meer geneerden aan de geïnteresseerde blikken, vooral vanwege andere mensen en dan natuurlijk ook vanwege die ene man, die op dat uur geregeld het strand verliet waar hij duidelijk 't één of 't ander eetbaar(?) product verkocht en met een lege schaal óp dook. Zoals het past bij een mens die zich zo sociaal gedraagt verloor hij ook geen twee uur om één van hen uit te nodigen met hem rond te zwieren en tot mijn verrassing had het slachtoffer zijn aanbod niet geweigerd en maakte hij er onmiddellijk gebruik van zijn zwetende tote/muile in haar nek te schuiven, waar hij dadelijk de droge rimpels zuigend op lekte, terwijl hij een vreselijke heup-tegen-heup toestand waarborgend beklemde. En ze waren er zelfs gediend mee, want het giechelen en het om de rug heen gestuurde commenteren tussen hen zelf verhoogde aanzienlijk... tot zelfs de eigenaar van het cafeetje er zijn vinger tussen stak en hem, zonder méér vroeg zich naar een ander, meer aan zijn persoonlijkheid gepast cafeetje te wenden, want "dat was hier toch het hoerenkot" niet dat hij zichzelf veronderstelde.... alhoewel deze laatste uitdrukking hij er maar zachtjes aan toe fluisterde... zeker en vast om die madammekes ook niet te beledigen.. Daar zat ik dus, genietend, alsmaar vaststellend dat diene man zonder hemd op zijn laatste adem aan het rekenen was en zijn benen het hem niet meer toelieten verder deel te nemen aan die algemene leute, terwijl dat jongste vrouwke, op een zeker ogenblik, er gebruik van maakte om er, zonder meer, van onderuit te schuifelen, zonder ietske te betalen, terwijl de twee andere madammekes, nu alleen, verder, op de dansvloer bleven rond wankelen en ik opeens in hun blik viel... xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Wel, goed, ik was helemaal niet van plan geweest die dans bij te springen, maar ik begreep mezelf eigenlijk niet goed ne meer, toen ineens het meest vrolijke van die twee wijfkes naar mij toe strompelde, tussen de tafels heen en van de andere kant van mijn tafel, roepend, met veel gebaren, wilde weten of ik ook niet bereid was enkele stapkes te wagen... wat ik aanvaardde zonder verdere wroeging en/of medelijden, situatie, laat ons zeggen, onwaarschijnlijk te gebeuren moesten ze er vooraf, mij kennend, over gesproken hebben. Ik stond recht en deed haar een gebaar dat ik, één muziekje wel bereid was te dansen, maar dan toch niet op de dansvloer en wel hier, dicht bij mijn eigen tafeltje. Onverwachts echter greep ze mijn elleboog vast en sleurde mij, tegen mijn goesting, mee naar de dansvloer. Hoe groot was echter mijn verrassing niet toen ze, daar aankomend, mij in de armen trachtte te duwen van dat ander wijfje, nog ouder en lelijker dan zijzelf en met nog ettelijk meer pezen en verrompelde vellen dan datgene dat mij had uit genodigd en dat terstond en zonder zelfs naar mij om te kijken, het aanbod absoluut weigerde, mij ongenadig terug stotend naar dat eerste madammeke, dat mij, zonder blikken noch blozen, ook resoluut afwees en met duidelijke afkeer weg stoot, in een razende negatieve betwisting waar ik de bal vertegenwoordigde waarin niemand geïnteresseerd was en ik mezelf zo vernederd begon te voelen, midden op die lege dansvloer, zodanig dat sommige toeschouwers verlegen hun blikken néér sloegen om zogezegd te bewijzen dat ze niets hadden gezien, terwijl andere er mij van verdachtten dat ik hen misschien onzedelijke voorstellen had geopperd, de persoon van een genadeloze verkrachter van oude wijfkes representerend, waarvoor ze allebei verschrikt terug deinsden, de ene de andere aanwijzend om niet de eerste in de rij te zijn... en ik, op den duur, helemaal verslagen en beschaamd, zonder een andere uitweg te onderscheiden, met mijn staart tussen mijn benen, terug naar mijn tafel ben geslopen, zonder iemand te hebben kunnen overtuigen dat ik geen enkele van die twee oude meubels zou willen opgegeten hebben, met al die droge benen en die slappe gatten...
|