Inhoud blog
  • De Geschiedenis Herhaalt Zich
  • Brazil
  • Eindelijk!!!
  • Oneindige Liefde, Onbereikbare Vrijheid en Onverschillige Wreedheid
  • KKK - Kemels, Klootzakken en Kommissaris's

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.

    Archief per maand
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 11--0001
    Zoeken in blog


    free counters
    Laatste commentaren
  • Fijne avond nog ... (Gita)
        op Met de Nagel op de Kop - Zelfdoding als Verlossing - Staf de Wilde
  • Lieve groetjes vanuit De Klinge (Lana & Pip)
        op Voyeurs en aanverwanten
  • Wandelgroetjes uit Borgloon (Johnny en Christiane)
        op Gruwelijk
  • Wandelgroetjes uit Borgloon (Johnny en Christiane)
        op Nog meer tegenslag..
  • Lieve midweekgroetjes en een zonnige dag ..... (Gita)
        op Brottende liefde
  • welkom (miekemuis en maatje)
        op Vervolgende bladzijden
  • Foto
    Zoeken met Google


    De Beul van Rumbeke
    Herinneringen, anekdotes, gebeurtenissen...
    24-09-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Putjes in de wangen

    Verwijzend naar mijn eigen strijd, jaren geleden, nadat ik wanhopig al een paar schuchtere, nog niet zelfzekere, pogingen had ondernomen alléén te trachten (weg) te vliegen (in andere woorden, locomotief te worden, in plaats van wagon te blijven), ook om mijn oude wens te vervullen mijn "bruin" vrouwke te ontmoeten, dat, noodzakelijkerwijze, moest gelijken op dat negerinnetje van Belgisch(?) Kongo, vereeuwigd op dienen ouden almanak aan de muur van mijn slaapkamer in de Spanjestraat van Rumbeke, met haar pittige putjes in de wangen... (hoeveel heimwee!!)... ,wel, ik ben er in geslaagd, maar niet onmiddellijk. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />

    De eerste vleugelslagen gebeurden richting Duitsland, op een maandlange proefperiode in een daar gelegen chemische fabriek dicht bij Mannheim en dan, wat later, met de toen beroemde "lange omvaart", naar het verre Oosten, van Antwerpen uit, voor anderhalve maand. Toen was ik al rond de achttien en had ik beslist dat er in België, voor mij, niets ne meer wég gelegen lag. Na enkele voorafgaande bezoeken aan die wereldstad, meest belangrijke uitweg naar het vreemde, kon ik daar mijn splinternieuw "zeemansboekje" verkrijgen, paspoort dat ik nog steeds, met zorg, in mijn souvenirrekje, bewaar. Zo groen als een onrijpe citroen, pas uit mijn korte broek gegroeid, na de nodige inentingen te hebben ontvangen (voor malaria en weet ik veel) en een getuigschrift van goed gedrag en zeden verkregen te hebben van het gemeentebestuur van Rumbeke, melde ik mij aan, op de afgesproken dag, aan de eerste officier van de boot. Het betrof zich om een stoomschip (toen nog in gebruik), een olietanker met de naam "Petrofina" behorend aan de firma S/S Fina America, met een capaciteit van ongeveer twintigduizend ton, reis nummer 72.

    De originele bestemming was een haven aan de Arabische Zee, langs de Kaap van Zuid-Afrika om, met de te verwachten "doop" door mijn gedachten spokend, eens we de evenaar voorbij zouden streven, maar de Kapitein vond zich verplicht middenin de reis het doel te veranderen, voor herstellingen in de haven van Genua, Italië, waar we, onverwachts, een paar dagen vrij kregen, om dan de reis te hervatten en recht voor de haven van Tripoli, in de Middellandse Zee, de ruwe olie, uit een buis, enkele honderden meters van het strand, over te tanken. Ik heb dus kunnen ontsnappen van die traditionele doop, waarover ik, onderweg, verschillende afschuwelijke verhalen te horen kreeg, waaronder, het gezelligste, een verplichte duik in een met ruwe olie gevulde drum (en ik kan zelfs niet zwemmen). Maar vooraleer dát gebeurde, was ik nog op de Schelde, onderaan in de machinekamer, ongeveer vier verdiepen hoog, maar onder de waterlijn.

    Eens afgescheept werd ik direct naar beneden geleid en onmiddellijk in de functie van "onderofficier" omgetoverd (omwille van mijn technisch diploma, als assistent mechanieker), met de taak geregeld ne hele hoop tabellen in te vullen, vooral met druk-en temperatuur informatie, kleine herstellingen uit te voeren aan motoren, generators, kleppen en kranen en vooral dáár waar de stoom er langs alle kanten uit spoot, in slecht verlichte kanten, tussenin ne hele hoop hete buizen, waar alléén ik tussen kon, tenger zoals ik toen nog was.

    Maar dat is niet meteen gebeurd. Amper waren we de Schelde aan het opvaren (ik had mijn mager valiesje reeds op het ijzeren, ongemakkelijk, bed gedepositeerd, in mijn enge cabine, waar ik de allereerste kakkerlakken van mijn leven heb ontdekt), richting Noordzee en ik begon met de zeeziekte te kampen. Ongelooflijk hoe rap die me te pakken heeft gekregen. Het heeft me vier dagen in de uiterste ellende gestort. Mijn uurrooster verplichte mij vier uur te werken om recht te hebben op vier uur rust. Dag en nacht. Alle dagen van de week. Gedurende de werkuren moest ik de stikkende hitte in, voortdurend trapje op, trapje af. Ge kent ze, die nauwe, steile, ijzeren trapjes. En het was onvermijdelijk. Ik heb vier dagen gebraakt. Vooral op de ogenblikken dat ik de trapjes áf strompelde, want juist dan bewoog het schip zich ook, naar beneden. En vooraleer ik het begreep scheurde mijn mond open en vloog de verse strognoff eruit, alle richtingen in. Tot op de machines, beneden mij en ook op de hoofden van de daar zwoegende, andere mechaniekers. Een schaamte die mij lang heeft vervolgd. Op den duur kon ik alleen maar de kotsende bewegingen van de maag, slokdarm en mond uitvoeren, want de strognoff was allang op. Vers eten kon ik niet meer binnen krijgen. Slapen kon ik ook niet, dronken zoals ik was. Een verfrissend stortbad nemen zat er ook niet in. Een manier om mijn ellende te verminderen was op het meest neutrale punt van de boot te gaan mediteren, het dek, in de frisse, zelfs koude, wind, op de middellijn van het schip, dat over de honderd meter lang was; achter de machinekamer. Daar kwam ik enigszins tot mijn bewustzijn, mijzelf aan het voorbereiden voor een nieuwe duik daar beneden, nooit koeler dan veertig graden en op sommige plaatsen de vijftig graden overschrijdend. Een ware hel voor een zuivere ziel zoals ik. Op den duur kreeg mijn chef er genoeg van en nam hij me mee naar de Kapitein, die in zo'n gevallen ook de rol speelde van de Dokter aan Boord. Ewel, wat voelde gij misschien (in het Frans, toen nog, want het Vlaams werd beschouwd als een onbeschaafde taal, tot ze de puntjes op de "i" hebben gezet en de schone afkorting "ABN" gefabriceerd hebben, om ons duidelijk te vernederen)? Ewel meneer, ik voel me zódanig ziek. Jaja, dat weet ik al, maar voelde ergens pijn misschien? Neenee, meneer, geen pijn, tenware in mijn maag, van de krampen. Oké; maar hebde dan koorts misschien? Neeneetje meneer, geen koorts. En hebde ietske gebroken of zo? Neenee, toch niet. Niets gebroken. Ewel dommekloot, dan hebde gij nikske, hé! Ge zijde gij ziek nietenmedallenéé. Naar uw werk, verdommelingen, onmiddellijk... en ik moest het, verslagen, af trappen. Gelukkig dat ik niet ziek was. En mijn chef? Die heeft nog twee dagen van mijne strognoff méé gegeten.

    Onze maaltijden echter, genuttigd in het restaurant van de officiers, waren uitstekend. Dat ik heb ik dan later, verrukt, kunnen vast stellen. De matrozen, van hun kant, kregen goedkopere kost. En ze staarden me altijd zo begerig achterna, ten andere. Net zoals ik nu de hoeren achterna kijk. Alhoewel ik er verschrikkelijk uit zag, mijn huid geschonden door het gebruik, op die walgende zee, van één enkel roest, tweedehands gilletje, zonder handapparaat (dat ik thuis vergeten had...wat een flater Rudo), die de dunne baardhaartjes eraf moest scheuren, samen met de toen nog overvloedig aanwezige puistjes, wat diepe lidtekens veroorzaakte en het bloed ettelijke minuten deed stromen, was ik jong en zuiver. Een droom voor die ervaren zeelui, de meeste ervan, kleine (niet hun gestalte bedoelend) misdadigers die hun gevangenisstraf eventueel konden vervangen zien worden door zich aan te schepen bij de "lange omvaart", waar ze, zoals bij deze reis het oorspronkelijke doel was, twee maanden op zee zouden verblijven, zonder ooit ergens aan land te kunnen gaan. Zelfs de kok wierp altijd duidelijke, verleidelijke, blikken naar mijn maagdelijk achterwerk en mijn chef waarschuwde mij hem te ontwijken, bepaalde gangen niet te gebruiken en voortdurend "op te letten". Ik had toen nog altijd weinig kennis van seks en had geen enkel benul van de vele variaties die er, op dat gebied, bestonden. Toch nam ik de situatie ernstig op, gebruikte vanaf dat ogenblik twee onderbroeken en vermeed direct contact met de matrozen in het algemeen, wat mij waarschijnlijk van ne hele hoop verrassingen heeft gespaard.

    Eens genezen, wat ook bevorderd werd door de spiegelgladde Middellandse Zee, eenmaal de Straat van Gibraltar voorbij gevaren, heb ik wat meer tijd en goesting gevonden om van de reis te genieten. Een verfrissend bad pakken was absoluut nodig geworden. En in de zon zitten braden, op het dek, ook. In Genua zelf heb ik voor het eerst van mijn leven de hoeren ontdekt. Zoals eerder al eens vermeld staken ze hun flikkerende tongen naar mij uit, waarvan ik de echte mening, toen, nog niet begreep en een beetje beledigd antwoordde, twijfelend toch, met dezelfde daad. 's Avonds, na het werk, slibberde ik door de nauwe straatjes van die vreemde stad en kocht ik mijn eerste muziekcassette van "The Platters": "Smoke gets in your Arse", of zoiets dergelijks, na de helft van de prijs ervan áf gedwongen te hebben en een miniatuur "gondola" er gratis bij gekregen te hebben, als herinnering, die ik dan later, op mijn aankomst in België, aan Tante Georgine heb cadeau gegeven en die ze jarenlang, preuts, op haar schouw heeft tentoongesteld, voor haar, overigens, weinige bezoekers.

    Zo heb ik mijn eerste passen gezet op de wereld van de zaken en sedertdien is het een erepunt geworden de voorgestelde prijzen altijd af te dwingen, zelfs al is het maar symbolisch.

    Mama en Hilde zijn me komen afhalen op mijn terugkeer in Antwerpen en toen heb ik besloten mijn studies te hervatten, want als assistent mechanieker op een stoomschip zou ik het niet verre brengen, vond ik. Ten andere, de "lange omvaart" is voor eigenaardige mensen.



    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail *
    URL
    Titel *
    Reactie * Very Happy Smile Sad Surprised Shocked Confused Cool Laughing Mad Razz Embarassed Crying or Very sad Evil or Very Mad Twisted Evil Rolling Eyes Wink Exclamation Question Idea Arrow
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)



    >

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!