Terwijl we nu toch over onze jeugdjaren in België aan het zeveren zijn, Mama heeft altijd beweerd dat ik in de Zusterschool, in Rumbeke nog, waar ik voor het eerst in contact ben gebracht met mijn nieuwe moedertaal, met name het ABN (Algemeen Beschaafd Nederlands, een ingenieuze term die gefabriceerd is geweest door enkele beschaam(f)de Vlamingen die in Brussel woonden) de nonnen altijd "vierkant uitlachte". Dat zijn haar woorden. Eerlijk, dat herinner ik mij niet meer, maar ik herinner me wel diene ene magere collega die voortdurend in mijn aangezicht speekte, door zijn gesplitste voortanden heen, terwijl hij mij aan het overtuigen was mij óm te draaien om op mijne rug te kunnen springen en zo op zijn paardje de gehele koer, verschillende keren, af te draffen en het mij opviel hoeveel zijn adem wel stonk naar salami, wat me een levenslange afkeer heeft bezorgd aan alle soorten worsten, eender welke smaak en type. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Wat later heb ik ook ondervonden dat de uitleg en de reden van een kind nooit verstaan wordt door de toenmalige schoolmeesters (mijn bezorgd vake heeft de eerste prijs daarin, met alle zekerheid, veroverd). Wat ik ook aanwendde om iets uit te leggen of te verklaren en hoe langer dat duurde, hoe meer ik begon te stotteren en hoe meer ik haperde, hoe meer zij hun bekkes, onbeleefd, open sperden en diep gaapten. Ik verdacht toen dat ze misschien niet goed hadden geslapen en nog moe waren van dat bekend "humanistisch programma" in de radio, de avond daar voren, maar nu begrijp ik dat het wel een teken was van volmaakte desinteresse.
Regelmatig speelde mijn baas, hier in Brazilië, hetzelfde toneeltje. Op het ogenblik dat ik me aan het voorbereiden was een ingewikkelde explicatie te starten begon hij opeens en indrukwekkend wijdsmond, te gapen. Eerst veronderstelde ik (toen nog altijd) dat hij niet goed had geslapen; daarna dat hij eigenlijk geen enkele interesse had in mijn uitleg, maar nu besef ik wel dat hij gaapte om mij duidelijk te maken dat ik helemaal niet belangrijk en hem zelfs ernstig aan het vervelen, was. Iedereen weet dat "gapen" besmettelijk is en op één zekere gelegenheid kon ik mezelf niet bedwingen en sperde ik mijn mond ook wijd open, juist op het moment dat hij hem aan het sluiten was. Hij keerde zich verbaasd naar mij om en vroeg perplex of ik niet goed had kunnen slapen, de nacht daarvoor. Blijkbaar was hij ook gebuisd geweest in één van zijn eerste studiejaren...
Typische, bewuste, daad van een spelbreker.
Over spelbrekers gesproken, dat is toevallig ook een belangrijke karaktertrek van mijn eigen, wat oudere, broer D.: een volledige en compleet natuurlijke "estraga prazer" (genotverbrodder). Hij heeft daarvoor nooit speciaal gestudeerd, 't schijnt, maar is er toch specialist in geworden. Ik vermoed dat in de snelcursus voor Giroleider, deze truc wordt aangeleerd om zo geen overbodige en altijd nutteloze redens te moeten aanhoren vanwege de volgelingen. Vele jaren later en reeds als President van de Lions Club van Torhout en omgeving, heeft hij ook begrepen dat wanneer het plezier het grootst is, de rem onmiddellijk moet áán getrokken worden. Het is part, vanzelfsprekend, van diene zelfde cursus, geadministreerd en toegepast door de Amerikaanse en Engelse liberalen. Het is hoogst waarschijnlijk daarom dat hun respectieve vrouwen zelden hun climax bereiken. Elke keer dat ze bijna zover, in stukken en brokken, zijn geraakt, herinnert de gapende en nuchtere man hen eraan dat ze niet mogen vergeten zes rollen WC-papier te kopen 's anderendaags 's morgens vroeg. In het geval van D. heeft die regel diepe lidtekens ná gelaten in zijn persoonlijkheid, zonder mogelijke terugkeer. Men zegt hier, bijvoorbeeld, dat eens een man de smaak heeft geproefd van een andere sabel, hij nooit meer smaak zal vinden in een schede. Let op, ik ben niet aan het beweren dat hij een potter is; ik ben aan het verklaren dat hij nooit ne meer een socialist zal worden, zoals hij eertijds, bleek te zijn. Toen hij nog nuchter was en me had gevraagd, talloze keren, de krantjes van de Volksunie, deur-aan-deur, te verkopen in Rumbeke, Roeselare en de andere dichtbij (op wandelafstand) gelegen gemeenten, zoals Izegem, Ardooie, Beveren, Oekene, enz.. heb ik dat met alle plezier en overtuiging, in zijn plaats en in volle onschuld, gedaan, zonder daarvoor ooit op een vergoeding te hebben gerekend. Zelfs Mama is aan zijn redenering tenonder gegaan. Eerst was ze absoluut katholiek. Later is ze, van pure afkeer (omdat ze, zo had de paster haar wijs gemaakt, in voortdurende zonde leefde, zoals de bijbelse Madalena, omdat ze een gescheiden vrouw was) socialist geworden, maar ze is gestorven als een overtuigde liberaal, onder invloed van D., vergetend dat die laatsten het volgende verdedigen: "Elk voor zijn eigen. Wie zichzelf niet kan onderhouden, moet verdwijnen". De katholieken voegen er de volgende godsdienstige woorden aan toe: "Elk voor zijn eigen, God voor allen, maar wie zichzelf niet kan verdedigen, moet naar het oude-mannekes-huis keren". Zoals de Fons, bijvoorbeeld.
Het is een algemeen publiek geheim dat verenigingen zoals de Lions Club, de Rotary Club, de Maçons en andere, gelijkwaardige Klan's, er op uit zijn alle sociale veroveringen van een bepaald land totaal te annuleren, terugkerend naar een gemeenschap zoals de diene die nog in India bestaat, met verschillende "castas", 't is te zeggen: met meesters, slaven en knechten, pure en onpure mensen, terwijl ze van de andere kant, toch terug deinzend voor een eventuele toekomstige straf na hun dood en om niet rechtstreeks naar de hel gezonden te worden, acties verdedigen, hier en daar, maar niet alle dagen, die het uitdelen van enkele belangrijke aalmoezen bevorderen (er tegelijkertijd, hunne eerbiedige naam onder schrijvend, voor het nageslacht), aan de "minder begunstigde geesten".
Ik beken over mezelf dat, onze stamboom in overweging genomen, ik niet dicht bij de boom ben gevallen. Of beter, ik ben niet verre van de stam gevallen, maar sinds de boom op een steile helling (bergaf) staat, ben ik wat verder voort blijven rollen.
F., van den anderen kant, heeft bijna zijn leven lang in Avelgem door gebracht en daar is niemand ooit slimmer van geworden. Hij is gene slechte mens, uiteraard niet, maar er ontbreekt wat gezond verstand aan. Zoals bij G. ook bijvoorbeeld, maar dat is zijn schuld niet, vanzelfsprekend. Ik denk dat G. zelfs een taaie mens is. Men bijt, men knauwt, men vermurwt, maar hij blijft onverteerbaar..
Hij is een taaie pees en de beste herinnering die ik van hem overhoud is die van toen we samen de badkuip in moesten, zaterdag 's namiddags (om maar ene keer het verwarmingskacheltje, op gas, te gebruiken) en hij, zonder daarover te reclameren, vóór mij plaats nam in de kuip en hoe ik halvelings verplicht werd te loeren naar zijn blanke poepe, maagd nog, toen. Achter zijne rug en zijn geïnteresseerde blik over zijn schouder ontwijkend, heb ik toen mijn eerste pogingen aangewend mij van mijn opgezwollen piemel te bevrijden. Ik oordeelde dat, hem tussen mijn twee platte handen wrijvend, hij ineen zou schrompelen, maar ongelooflijk, hij werd niet alleen groter en harder, maar hij begon ook te spuwen van de kolere en toen G. diene boel van miljoenen mini-puitjes opmerkte, terwijl ze vóór hem, in de kuip, begonnen te drijven, reclameerde hij nerveus dat ik moest ophouden met spugen in het water. Maar 't was niet gemakkelijk zulle..
|