En daar streefden we opgewekt naar onze derde poging, kunstmatig kinderen te verwekken. We waren nieuwsgierig geweest te vernemen of de dokter zijn woord zou houden en Lígia met twee of zelfs met drie embryos proberen te bevruchten. En waarlijk, onze wens werd verwezenlijkt op de tiende dag van de maand van november (we hebben ze zelfs kunnen gade slaan in de microscoop, enkele ogenblikken vóór hun overheveling naar de baarmoeder en ze leken ons niet alleen groter en fitter te zijn, dan gedurende de vorige poging, maar ook gezonder en een beetje roosachtig gekleurd, zoals baby's). Wat de vele pillekes en nog meer piekuurtjes betreft (allemaal hormonen), die Ligia dagelijks in moest casseren (op het laatst begonnen haar billen er purper uit te zien), we hebben het voorschrift van Dr. Decleer (van Gent, die we daar ook geraadpleegd hadden, enkele weken eerder) gevolgd, want de dokter hier had, zoals de vorige keren, medicamenten vóór geschreven (onder meer Profasi - om de afstoting te bestrijden) die volgens de eerste alleen maar van dienst waren voor vrouwen die over eierstokken beschikten, wat bij Ligia niet het geval was. Ik had het hem niet durven zeggen want ik had, voordien, zijn aandacht reeds getrokken op twee andere, mogelijke, fouten, gedurende de vorige pogingen en hij zou me op den duur naar de hel zenden, vreesde ik. Het belangrijkste was wel de vereniging van het zaad met de eicel, met dat microscopisch instrument en de overheveling van de (levende) embryos naar Lígia's baarmoeder, i.e. de bevruchting op zichzelf te verwezenlijken en te hopen dat de eerste bloedtest wel degelijk positief zou zijn. Duimen dus...xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Nogmaals heeft ze zich, tijdens die eerste twee lange weken, gedragen zoals een verlamde mummie, alle mogelijke gevaren voor een miskraam ontwijkend, zoals plotselinge bewegingen, krachtinspanningen, verrassingen, schrik en alles wat daar verder méé gepaard gaat. Tot op de dag dat we de bloedtest moesten verrichten, had ze absoluut geen pijn of buikkrampen ondervonden (ik ga voort op haar woorden), had ze geen bloed verloren en de indruk dat we hadden was dat het deze keer zou slagen (ik heb altijd dienen indruk). In feite zouden we het resultaat die volgende dag al kunnen gekregen hebben, maar ik moest dringend op reis naar Salvador en ik zou het dus pas twee dagen later, persoonlijk, in handen kunnen krijgen. Van de andere kant, ik verkoos te vermijden dat Lígia het alléén in handen kreeg, alhoewel, daar ben ik zeker van, haar de moed daarvoor niet ontbrak. Ik besloot het resultaat te verkrijgen, in Salvador nog, langs het internet om. De gehele morgen had ik gewerkt, weliswaar bevend van de spanning, tot ik me áf kon zonderen in mijn hotelkamer om mijn vonnis daar onderdanig te aanhoren. Als de nood het hoogst is, is de ramp nabij. Of beter, een ramp komt nooit alléén. Het scherm van mijn notebook (laptop), op het ogenblik dat ik mijn computer op startte, gaf het te weten, waarschijnlijk door een inwendig gebroken draad of contact, wat betekende dat het praktisch onleesbaar werd. Net zoals een voortdurende storing op een TV scherm. t Moest lukken natuurlijk. Er was amper genoeg onderscheidbaar om de verbinding te kunnen maken en zelfs de site van het laboratorio te bereiken, maar nummers waren gewoonweg onleesbaar. Ik besloot de functie zoom in te schakelen en alhoewel het een bijna onuitvoerbare taak bleek, meende ik toch enkele nummers te onderscheiden. Het eerste schijnde een "twee" te zijn. Niet slecht voor een drieling. Het tweede, kon ik, mijn ogen fel toenijpend, bijna herkennen: een "zes" misschien? En het derde, geleek op een "acht", of zowel een "nul". Maar wat is dat daar? Een komma of een punt tussen de twee en de zes? Dat zal een misse geweest zijn. Dat kan toch niet? Heel waarschijnlijk een typefout. t Zal 268 zijn of zowel 260. Uitstekend voor een drieling. Maar die komma stak me toch wat tegen. En geen klein beetje. Zou het een haartje kunnen zijn op mijn scherm? Of in mijn soep? Enfin, ik heb er een half uur lang, verdoofd, op zitten staren. Tot hij helemaal niet meer weg te cijferen was. Diene klootzak. Dan heb ik Lígia verwittigd. Ze bevond zich alleen thuis en ik kon haar amper horen snikken over de telefoon, alhoewel ik er aandachtig óp lette. Ze zal, ná onze langdurige stilzwijgendheid, want ik kon geen woorden uiten, wel ne hele pak tranen hebben laten vloeien, nadien, verdacht ik. Het schaap. Weeral eens ontgoocheld. En ik heb er ook ééntje laten ontsnappen.
Het woord "opgeven" bestaat natuurlijk wel. Niet noodzakelijkerwijze bij mij, maar Lígia gaf soms tekens van vermoeidheid. Vier soorten hormonen per dag. Oraal, vaginaal en inspuitingen overal, de armen, de billen, links en dan rechts. Ik voelde me er zó schuldig van... Tweeduizend Ave Marias en driehonderd paternosters waren echter niet voldoende geweest om God te vermurwen en onze wens te vervullen. Spijtig eigenlijk dat ze daar God altijd bij haalt. Zo lijkt het erop dat Hij het echt niet wil. En ze begon er in te geloven ook nog. Ik dacht nog bij mezelf: rap mijn broer eens verwittigen in België, die op de hoogte was van onze nieuwe poging, zodat hij kon verhinderen dat Mama nutteloos kaarsjes bleef verbranden.
Het is hier misschien gepast uit te leggen wat de nummers van die bloedtest precies willen zeggen: hij meet het niveau van een speciaal hormoon (HCG - Hormonio Corionico Gonadotrofico Sub Unidade Beta - enkel geproduceerd door de eventuele "schepsels in de maak"), uitgedrukt in mUI/mL. Als dat nummer kleiner is dan vijf, dan betekend dat, dat de vrouw niet zwanger is (negatief). Als het nummer tussen de vijf en de vijfentwintig schommelt wil dat zeggen dat het mogelijk is dat de vrouw zwanger is, maar dat dat moet bevestigd worden door de dokter met een ultrasom onderzoek. Als het nummer hoger is dan vijfentwintig betekent dat dat de vrouw zwanger is (positief). Als herinnering, de twee eerste pogingen hadden beiden ongeveer "tachtig", opgebracht na vijftien dagen en die nummers waren terug gezakt naar 0,00 ná dertig dagen. Gedurende de derde poging, in Salvador, op het kapotte scherm van mijn laptop, had ik dus 2,60 weten te onderscheiden, als resultaat van de eerste bloedtest, wat Lígia daarna heeft bevestigd, persoonlijk, in het laboratorio in Recife.
Na het stopzetten van alle medicamenten heeft ze wat gebloed gedurende enkele dagen en na nog ne keer veertien dagen gewacht te hebben, hebben we de dokter op gezocht om Lígia te laten onderzoeken voor eventuele nasleur van de vorige mislukte bevruchting. Resultaat, gedurende het echografie onderzoek heeft hij een "zakske" ontdekt in haar baarmoeder, de grootte van een "kind in ontwikkeling", dertig dagen oud, volgens zijn schatting. Lígia is er onmiddellijk van overtuigd geraakt dat haar verwoedde gebeden dan toch eindelijk aanhoord waren geweest in de hemel. Een echt waar mirakel dus. Een ongelooflijke stunt van de Heilige Maria. We moesten binnen de vier dagen terug keren om na te gaan of het "zakske" aan het groeien was of niet, want het kon zich ook om "'t één of 't ander overblijfsel" betreffen, dat eruit zou gestoten worden door middel van een nieuwe bloeding of zowel, opgeslorpt door het lichaam. In alle geval, de hoop was terug fel aangewakkerd, ineens. Moest het "zakske" werkelijk aan het groeien zijn, dan zouden de kansen op een kind enorm groot zijn natuurlijk, maar dat moest dan terug bevestigd worden door een andere bloedtest.
Lígia was terstond terug naar de sofa afgezakt en ze lag daar weer wreed te "broeden". Ik ben maar rond aan het dwalen geweest, soms uiterst blij en dan toch ook weer wreed ongerust: zal het weeral naar een ontgoocheling streven? Hoe moest ik me gedragen? Hoop verstrekken of hoop stelen. Het gevaar bestond dat Lígia er mij op den duur zou van verdenken de oorzaak te zijn van een eventuele slechte afloop. God straft de mensen die niet in hem geloven...
De dokter had zich vergist natuurlijk. Het was geen "zakske" in de baarmoeder maar waarschijnlijk een vastgeklemde scheet in haar dikke darm, daar juist achter. Wat we eerder gezien hadden was intussen, gedurende het tweede echografie, al verdwenen. "Gone with the wind", zoals men het uitdrukt. Mirakels bestaan niet. Soms droomt men wel van één, maar enkel als het absoluut nodig is.
Dus, die bladzijde mocht ook weeral omver geslagen worden. Niet ná bevestigd te hebben dat de wetenschap, in feite, nooit mist. Als de kansen op succes, gedurende elke bevruchtingspoging minder dan dertig percent bedragen, dan had ik al twee keer de wetenschap uitgedaagd. Weliswaar heeft die zich daarna gewroken, mij mijn kansen terug af pakkend toen die kansen voor mij groter werden, met name zeventig percent, eens de bloedtest positief was geweest, ná de eerste vijftien dagen. De derde poging echter had een totaal normaal resultaat: negatief na de eerste twee weken...
Ik beloofde mijzelf gedurende de lente af te zakken naar België, om het daar opnieuw te proberen met Dr. De Cleer. En daar zou het uiteindelijk wel lukken, oordeelde ik. Met originele Vlaamse eicellen. Betere kwaliteit. Grotere weerstand. Taaier. Langer uithoudingsvermogen. Onbreekbaar. Niet te vervangen door een scheet. Maar Ligia had andere gedachten.
Toen we thuis arriveerden, nog met een hartstikke traan in onze ogen, nam ze mijn hand in haar handen en zei ze, zonder meer: Laat ons gaan. Ik wist niet precies wat ze bedoelde, waar ze naar toe wilde gaan, of waarom. Maar ik heb niet tegen geprutteld, want ik voelde me te zwak en zonder verdere redens of argumenten. Ik begreep maar echt wat ze van plan was, toen we het gebouw binnen stapten waar een plaatselijke kinderrechter een kantoor betrok.
(Volgende post, meer daarover)
|