Op liefdesgebied, in België nog en bijgevolg, vele jaren geleden, had ik de kans met enkele vurige, maar nog zuivere, meisjes te vrijen, onder meer met Jacqueline, een vriendin van mijn zuster Hilde op haar kot in Gent, het eerste meisje waarmee ik mijn onderbroek, verschillende keren, heb vól gespoten. Het begon op een zwoele avond toen we aanstalten maakten onze benen eens goed te gaan uitstrekken in de Kuiperskaai (toen nog in de mode en waar mijn ver gevorderde thesis van het HTI van Oostende is gestolen geweest, prachtig getypt op stencilpapier door mijn jongere broer J., vanuit de auto van Mama, een Engelse Triumph die ik daar geparkeerd had en die ze me juist diene ene keer had uitgeleend) en Hilde, met enkele van haar vriendinnen, Carine, Martine, Marleen en nog een ander, waarvan ik me de naam niet meer herinner maar die een gebrekje had aan één van haar handen, zich naar het kot van één van hen wendden met het gedacht zich dáár op te kalefateren, wat ik oordeelde, uren in beslag zou nemen. Jacqueline was opzettelijk achter gebleven en had mij uitgenodigd naast haar plaats te gaan nemen, op de sofa. Ik verstond de boodschap onmiddellijk (denkt ge dak zone stomme knul was, misschien?) en liet, zonder veel weerstand, mijn hand zachtjes in het slordig toe geknoopte bloesje glijden, wat ze blijkbaar uitstekend vond, want ze draaide zich terstond naar mij om, ontknoopte zélf de rest en vlijde haar hoofd op mijn schouder om mij, met genegenheid en opgeheven gezicht, een vurige kus te vragen. Eerst beroerde ik haar borsten over haar beha heen, maar ze vond het zelf wat te ongemakkelijk en bood mij aan hem (de soutien dus), van langsachteren, open te haken, waarin ik niet geslaagd ben, natuurlijk. Of niet onmiddellijk toch, maar toen hij dan toch los geraakte en op haar schoot rustig néér zakte kon ik, in de heersende schemering, mijn blik wenden naar een koppel blanke, helemaal nog niet volwassen borsten, met de lichtbruin gekleurde, vooruit priemende, "grote lichten", wat me zoveel deugd deed dat ik er onweerstaanbaar mijn lippen omheen heb gesloten om er minutenlang aan te zitten zuigen. Ze vlijde zich nog dieper neer in de sofa, wentelde haar hoofd in haar nek en opende haar benen met opmerkbare geilheid, me uitnodigend haar maagdelijke mond (de tweede), over haar slipje heen, met tederheid te bepotelen. Ze werd, in weinige ogenblikken, ongelooflijk nat en de opmerkbare ingang daar, vergrootte met de seconden. Intussen begon zij ook mijn opstandig orgaan, over mijn broek heen, te betasten, tot ik het bijna niet meer vol kon houden van de spanning. Ons spel werd toen gestoord door de terugkerende vriendinnetjes, maar we hebben de gehele avond dicht bij elkaar gedanst, de donkerste plaatsjes opzoekend in de dancing, waar we ons op ons gemak voelden en waar we ons bijna tot het toppunt hebben gewreven, elke keer toch niet juist helemaal voltooid door de van ritme veranderende muziek, de verstorende, andere, koppels dichtbij en ook wel omdat we van elkaar begrepen dat het daarmee, diene avond nog, niet zou ophouden en integendeel, we nog de gehele nacht vóór onze boeg hadden. Ze kuste me voortdurend en langdurig, mijn tong hard in haar mond opzuigend tot we soms, naar lucht hakkend, elkaar moesten loslaten om op adem te geraken en dan, met onze nog natte monden, genegenheid zochten op elkaars schouders, haar armen fel rondom mijn nek gevouwd, tot we gereed waren de kus te hervatten, terwijl, daar beneden, de druk er nooit flauwer van werd. Later, op haar bed en andere keren, gewoon op de grond in de gemeenschappelijke woonkamer, ontkleedde ze zich gedeeltelijk, trok me over zichzelf heen en drong aan op een onvrijwillige(?) heen-en-weer beweging over haar geslachtsdelen in het algemeen en haar kittelaar in het bijzonder, tot ze luid kreunend gereed geraakte. Die eerste keer echter ging er iets verkeerd, want toen ik voelde dat ze haar orgasme aan het bereiken was, verloor ze opeens haar bewustzijn. Ik dacht dat er levensgevaar bij betrokken was en verschrikt diende ik haar een paar felle muilperen toe, tot ze lui haar ogen opende en mij glimlachend gerust stelde. Intussen, moet ik eerlijk toegeven, had ik ook al gespoten in mijn broek, wat daar altijd een gruwelijke, vieze, plek naliet. We hebben verschillende maanden gevrijd tot we het allebei beu werden en, zonder ruzie, ons met andere lieven hebben beloond.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
De volgende, of de vorige, ik weet het niet juist nemeer, was de dochter van de eigenaar van een kruidenierswinkel in de Roeselaarsche Steenweg, in Rumbeke. Ook een verrassend aanhankelijk, blond, meisje met uiterst belangrijke borsten die ik urenlang kon liggen strelen op mijn néérslaand éénpersoonsbed in mijn nauw kot in Oostende (waar ik, a propos, ooit eens een oud meetje had ontmoet in een gezellig cafeetje, dichtbij de hippodroom, die me persé heeft willen verleiden en misschien zelfs wilde verkrachten), terwijl we elkaar teder zoenden...
Een andere nog was Doris (echte naam), een bril dragend meisje van Roeselare dat ook in Gent studeerde en dat ik echt bemind heb en waaraan ik bereid was één van mijn nieren áf te staan omdat ze ernstige problemen ondervond met haar eigen nieren en die me zo danig vurig en nat wist te kussen (onafhankelijk van onze beide, lastige, brillen, die gedurig tegen elkaar schuurden) met haar opengesperde mond, dat ik er tot heden heimwee naar koester. Ene keer, in De Karre, in de hoofdstad van West Vlaanderen, Rumbeke, die mijn broer D. had gehuurd voor de ene of de andere gelegenheid (en waar er toen pakken geld binnen stroomden), hebben we ons, nog buiten, in het donker en in de koude nacht, zodanig en zo hevig, nat (ze had voortdurend veel speeksel in haar mond), gekust, dat ik er een stijve van over heb gehouden, die de hele godslange avond lang heeft mee gegaan en waar ik maar vanaf ben geraakt, alleen, in mijn bed, rond de drie uur s morgens. Nochtans was ze eigenlijk niet precies knap. Ze bezat eerder dunne benen en een prominent achterwerk, maar dat kon me geen barst schelen. Vanwege het feit dat ik, toen nog, in Oostende studeerde en ons fysisch contact, daardoor, schaars, was, heb ik haar tientallen liefdesbrieven geschreven, die ik echter nooit heb óp gezonden, want de liefde was niet, in diezelfde mate, wederkerig en in zon geval moet men zich niet te veel bloot stellen. Toch bezocht ik haar, af en toe, in Gent, waar zij studeerde en vanwaar ik, praktisch iedere keer, ontgoocheld, terug ben gekeerd. Bovendien vond ik de moed niet met haar de ware liefde te bedrijven, alhoewel ze zelf aandrong, bang dat ik was haar te kwetsen of verkeerd aan te pakken. Één enkele keer zelfs ben ik onder haar bed gaan slapen, in plaats van naast haar, niettegenstaande haar protest. Ik heb er jaren lang van geleden..., mijn lief Doriske..
Nog een ander meisje, ik herinner mij, op dit ogenblik, haar naam niet meer, had ik ontmoet in de stedelijke zwemkom. Ze was uiterst vurig, maar haar speeksel liet een slechte smaak ná in mijn mond, iedere keer we elkaar omhelsden. Onze verhouding duurde amper enkele weken.
Nog verder over liefde en andere nobele emoties en gevoelens, uitwijdend, het is waar, ik was een stommerik. Wat, in mijn leven, niet altijd een compleet nadeel is geweest. Soms krijgt men méér tijd iets te verwezenlijken als men er, ietwat, dom uit ziet. Of zich als een "onnozelelaar" gedraagt. De mensen willen toch nog eens proberen wat goeds uit een dommerik te persen. Ze geven hem gemakkelijk een tweede, of zelfs meerdere kansen, maar slechts één enkele kans, aan een herkende slimmerik. Het is aangeraden nooit de slimste te willen zijn in een groep, want daar is veel concurrentie voor. Kijk uit naar de slimmeriken. Zij zullen waarschijnlijk vallen vóór ge het zelf verwacht en zo krijgt ge de gelegenheid om, op zijn minst, "hun" flater niet te begaan. Dat is tenandere ook één van de redens waarom "oudere mensen" constant gehoord moeten worden (zoals uitstekend beschreven wordt in de oosterse cultuur, ten andere). Ze zijn verschillende keren gestruikeld wanneer jonger en pas later hebben ze begrepen, waaróm. De kwestie komt dus altijd terug op: "tijd winnen, zonder stil te blijven staan".
Had ik mijn gevoelens gevolgd en op een "halve" beslissing gewacht van Doris en Eliane (zo was de naam van mijn eerste secretaresse, in Rio De Janeiro), bijvoorbeeld, ik had er waarschijnlijk méér, en langer, van geleden. Verslaafd aan mijn eigen, meesleurende, gevoelens. Als men geen beslissing onderscheidt in een mens en besluit er tóch op te bouwen, betekent dat de eerste twijfelachtige (of beter: praktisch zekere) stap naar een ontgoochelende mislukking. Een mogelijk huwelijk met Eliane, zou me waarschijnlijk ook naar een mislukte poging hebben geleid. Mét al mijn liefde en alles... Dan zult ge aanhalen: waarom hebt ge dan eerder geschreven dat ge nú die flater niet meer zoudt begaan? In een blog (over het verleden) mag men zichzelf permitteren de vroegere "gevoelens" wat óp te rakelen en er zelfs over te dromen, uit te wijden, verder over te "redeneren"; allemaal zonder zin eigenlijk, zonder doel; gewoon maar om uzelf toe te laten eens gevoelig te zijn over een ogenblik in uw leven dat belangrijk is geweest. Die precieze episodes bewust nadenkend, geloof ik dat ik opnieuw dezelfde reacties zou ontwikkeld hebben, moesten de situaties zich terug, op dezelfde manier, herhalen.
Ik hou van besliste mensen. Overtuigde mensen. Mensen die weten wat ze willen. Toen ik, eerst Hilma en later Lígia, uitnodigde met mij te vrijen, bestond er geen aarzeling. Geen twijfel. En dus beloofde ik: je kan op mij bouwen. Waarom het niet goed is afgelopen met Hilma? Omdat ze méér wilde dan ik, waarschijnlijk. En ook omdat ze soms van die "buien" had!!!
|