Verontschuldiging had ik ook moeten gevraagd hebben aan een boerin van Oekene, dicht bij Rumbeke, in België dus, toen ik, als tiener nog, al mijn creativiteit moest aanwenden om de opdracht te vervullen van moeke, bij het kwijt geraken van twee volgepropte bakken vuilnis, resultaat van twee weken huishouden, die ze, zoals gewoonlijk, tijdig had vergeten buiten te zetten. Ik slaagde erin ze in de koffer van onze auto te wringen en weg was ik, straat in, straat uit, dorp in, dorp uit, traag rijdend om spiedend een geschikte plaats te vinden waar ik geniepig onze hevig stinkende afval zou kunnen kwijt geraken, zonder dat iemand daar op lette, vooral de politie niet, of beter, de commissaris die in onze straat woonde en die voortdurend op de loer zat om er een lid van de familie "Van Leuven" op te betrappen eender welke overschrijding van de wet te begaan, wat niet zodanig gemakkelijk was en daarom trachtte ik er zo onschuldig als mogelijk uit te zien, zelfs onnozel, wat minder moeilijk is, maar het is eigenaardig, want juist dán blijkt iedereen méér op mij te letten, die valsschaards, tot ik een onbewoond veldbaantje met ronde keistenen in reed en daar vijftig meter verder, twee lege, ronde bakken wist te onderscheiden, onvoorzichtig scheef gedepositeerd naast een grachtje, precies gepast in grootte en omvang voor het doel en ik besloot er dicht bij te stoppen, omdat ik die gelegenheid absoluut niet wilde missen en zelfs niet rond ne meer wilde gluren om na te gaan of er iemand mij aan het bespieden was en ik, blij met het gelukkig toeval, onmiddellijk besloot de inhoud van de eerste bak van eigenaar te doen veranderen, tot ik opeens uit mijn toestand van "verdachte mensch" werd wakker geschud door het geschreeuw van een schelle vrouwenstem: "Allez, allez, wazijdegij daaraan 't doene, gijne vuile smeerlap, stopt daarmee, verdimme; en directééé!!", maar ik deed alsof ik niets had gehoord, terwijl ik toch langs mijn neus weg om opmerkte dat het zich om een weelderige boerin betrof met een fel vooruit priemende boezem die met grote treden en armzwaaiend, zoals de wieken van een molen, naar mij toe beende, halverwege een aardepad van ongeveer honderd meter lang, dat van de boerderij naar de baan leidde en waar ze zeker al op weg was om haar lege vuilnisbakken te gaan ophalen, toen ze mij met argwaan had zien stoppen en haar stappen nerveus had óp gedreven om mij nog juist bij mijnen nek te kunnen grijpen, iets waar ik absoluut niet naar verlangde en besloot ongedeerd maar met opbruisende haast ook de tweede bak rap te ledigen, in plaats van de eerste te hervullen en plots begreep dat de vuilniswagen daar juist gepasseerd moest geweest zijn, toen ik daar aan kwam en ik me nu beter rap weg moest haasten en daarom, zonder blozen, achter het stuur van de auto kroop terwijl ze het zware gietijzeren boerderijhek met wat moeite open zwierde, want het liep niet op wielekes natuurlijk en ze nogmaals heftig zwaaiend en tierend beval dat ik moest stoppen en terugkeren, want dat ze de politie ging roepen en toen ik de bocht indraaide, wat verder, haar juist nog zag de zware, overbelaste bakken, die dreigden omver te vallen, de richting van het hekken ín, te sleuren, want het was streng verboden de vuilnis té vroeg buiten te zetten en in overweging genomen dat de volgende retour van de vuilniskar, zeker en vast, maar binnen een week of zo zou gebeuren, ze peinzend en met diepe rimpels in haar voorhoofd, in overweging nam zich dringend twee nieuwe afvalbakken aan te schaffen, want het zou er zeker allemaal niet meer bij kunnen...xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
|