Er bestaat ook een antagonische kant van het voyeurisme: het exhibitionisme. Dat heb ik ondervonden kort nadat ik naar Rio was verhuisd. Waarschijnlijk heb ik het al eens te pas gebracht, in een eendere situatie maar met een ander meisje, maar ik vind het toch de moeite waard er nog eens op terug te keren. Ik leefde toen nog alleen in een gehuurd appartement in Copacabana, waar mijn toekomstige (eerste) vrouw, Hilma, mij geregeld kwam bezoeken. Ik had de eettafel dicht bij het venster geïnstalleerd om zo het leven, daar beneden, gade te kunnen slaan, met een fles Martini in handbereik om mijn voortdurend droge mond te verfrissen en mijn lippen gulzig áf te kunnen lekken wanneer, vooral gedurende de weekends, er tientallen uiterst schone, gebruinde, wijfkes op daagden en provocatief onder mijn venster defileerden, allemaal halfnaakt, op weg naar het strand, enkele meters verder weg. Normalerwijze zat ik aan ene kant van de tafel en zij, Hilma, terwijl ze op bezoek was en ná onze patrimoniale plicht plechtig te hebben vervuld, aan de andere kant, dichter bij het venster, maar ervan wég kijkend. Ik had al opgemerkt dat ze zich, op een zekere namiddag, iedere keer met méér interesse om draaide om blijkbaar iets in de straat te bezichtigen, tot ik het niet meer kon vol houden van de nieuwsgierigheid en haar vlakaf vroeg wat er daar beneden juist aan het gebeuren was. Ewel, bekende ze, iedere keer dat ik óm kijk steekt een jongen, daar aan de andere kant van de straat, in dat gebouw, op het eerste verdiep, zijn piemel door het venster en hoe langer ik er blijf naar kijken, hoe heviger hij er aan schudt..xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Om hem te verrassen sloop ik, gebukt, dicht naar háár toe en richtte ik mij ineens rechtop en waarlijk, daar stond hij, preuts zijn piemel aan het ópwarmen, maar op hetzelfde ogenblik dat ik te voorschijn kwam deinsde hij verschrikt, terstond, terug. Ik heb dat verschillende keren herhaald en hij heeft verschillende keren terug moeten deinzen, om dan op het einde helemaal en definitief te verdwijnen. Ik vermoed dat zijn brandstof uiteindelijk óp was geraakt... diene vuile smeerlap... had ik hem vast kunnen grijpen, ik zou zijne nek omgedraaid hebben, zoals dát van een kieken (wat later heb ik hem het gebouw zien verlaten, vergezeld en "hand-in-hand", met zijn moeder. Die zal waarschijnlijk geopperd hebben dat hij zijn handen moest wassen, want ze plakten zo verschrikkelijk...).
|