Jawel, ik heb gisteren niet vermeld, opzettelijk, dat mijn dochter enkel Zilver heeft veroverd in de recente Judokampioenschappen van de Staat van Pernambuco (ze is dus nu lokale Vicekampioen, terwijl ze de Braziliaanse titel had veroverd, verleden jaar en het jaar daarvoor). t Was ook al drie jaar lang dat ze iets minder dan Goud had ontvangen. De oorzaak is niet moeilijk aan te duiden. Ze was, tot vorig jaar, een zwaargewicht in haar categorie, wat betekent tot en met 12 jaar, tot en met 52 kg. Dit jaar bleek het onmogelijk haar gewicht onder de 52 kg te blijven behouden en ze is moeten stijgen naar de categorie superzwaar gewichten, vanaf 53 kg, zonder verdere gewichtslimiet. Ze weegt nu 55 kg (nog altijd 12 jaar oud) en is verslagen geworden door een meisje dat ongeveer 65 kg weegt en bijna een hoofd groter is (en huidig Braziliaans kampioen). Dat alleen is eigenlijk geen reden genoeg om de hand niet te hebben gelegd op de gouden medaille (want ze had haar eerder al eens overwonnen in een andere wedstrijd), maar t zal ook wel een beetje liggen aan het feit dat ze haar eigen capaciteit onderschat; te weinig aanvalt en de tegenaanval verkiest, wat niet altijd succes oplevert.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Ik was er de put van in! Zijzelf heeft me komen troosten: dat ze onmogelijk altijd alles kan blijven winnen, dat ze ook, af en toe, eens ne keer zal moeten verliezen, dat ik me niet hopeloos moet voelen, dat het leven nu eenmaal zo is, enz...
Wat denkt ge nu misschien? Dat ik helemaal verslagen ben? Uitgeroeid? Plat gestampt? Overwonnen? Overheerst?
Oké, 't is waar, er zijn momenten dat men zich zo voelt. Ik heb mezelf weeral zien buigen tot praktisch aan de grond. Maar 't is niet genoeg geweest om te kraken, ook weeral. En het is al lang over. De weerstand was wel wat aangetast, oké, ik moet het bekennen, maar ik heb mezelf toch nog terug kunnen omhoog trekken. Eerst mijn benen bijeen geraapt. Dan mijn achterwerk op getild. Mijn rug recht gericht. Mijn hoofd op gehoffen. En daar sta ik weer, gereed voor een nieuwe uitdaging.
Tegen de vorige heb ik, inderdaad, het spit moeten delven.
Het versterkt, nochtans, mijn opvatting: het leven heeft eigenlijk alleen maar belang, zolang men kinderen heeft die onze strijd voort blijven zetten. En dus zal ik verdere pogingen moeten ondernemen. Als ik het opgeef ben ik verloren. Want dat is synoniem van EINDE.
Zo voel ik mezelf soms. Overbodig. Nutteloos. Tenware ik mijn eigen vlees ná laat. En dat wordt een reden op zichzelf. Men is niets als men niets levends achter laat. Het vlees van uw vlees. De enige erfenis die het waart maakt er voor geleefd en gewroet te hebben..
Ik voelde me net zoals dat lijk op het treinspoor, hoeveel jaren niet terug? Overreden. Verslonden. Zonder enige kans verder leven te verwekken. Mijn vlees en bloed. Geweigerd door de natuur. Afgekeurd.
Kinderen adopteren staat ook nog altijd in mijn plannen.
Maar ik besef dat al dat opgekropt verdriet een negatief effect heeft op mijn gezondheid. t Blijft maar opstapelen en opstapelen en ik kan er gene weg nemeer mee. Tja, ´t is waar; hoe meer tijd een mens reserveert om over zijn eigen verdriet te piekeren, hoe dieper hij in de put geraakt. Het is beter door het venster te staren en te analyseren wat er allemaal nog gedaan kan worden. De volgende stappen uitrekenen om niet in verwarring te geraken. Vast te stellen dat het verleden eigenlijk groter is dan de toekomst. Te besluiten dat ik nog altijd niet op de eerste plaats van de rij sta. Dat ik het ritme terug wat moet óp drijven. En dan te redeneren dat ik niet geschapen ben geweest om me nutteloos door het leven heen te sleuren.
Dus???!!
|