Algemeen beschouwd als een verwoedde verzamelaar van lege stylos (vooral die plastieken Bic's, zwart, blauw, groen en rood gekleurd), gebroken vulpennen, gebruikte portemonnees (zonder geld, natuurlijk), oude versleten marbels en "ketters" (juist ?), oude munten van rond de tweede wereldoorlog, kapotte Tv-toestellen, nieuwe en oude "Jacques" prentjes en vuile, gescheurde, besmeerde en bevlekte, seksboekjes. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Jazeker, zoals ik eerder al eens vermeld heb, ik vond er een waar plezier in en als 't ware een reden voor mijn bestaan (in mijn anders leeg leven), verzamelaar te zijn van alles wat maar enigszins als nutteloos of zonder enige echte waarde beschouwd werd door de andere, gewone, mensen.
Voor mij betekenden ze mijn eerste zelf verdiende en veroverde eigendommen die ik zorgvuldig bewaarde en liefkozend koesterde op mijn bed, in mijn slaapkamer, waarna ik ze voorzichtig diep in mijn kleerkast verborg. Het werd een zodanige obsessie dat ik, op het einde, zelfs ook proefbuisjes, glazen kommetjes en pannekes die we, in de vakschool, gedurende de laboratoriums scheikunde-les gebruikten voor de ene of de andere proef en ik ze, nadat ze zonder verder interesse door de meester weg waren gesmeten geweest, terug recupereerde en ze verborg in een reeks Solo-margarine dozen, met de bedoeling ze vroeger of later te gebruiken om er een atoombom mee te ontwikkelen en het huis van de Goedgeluk's in miljoenen stukjes te doen ontploffen. Ook instrumenten en gereedschap voor alle technische doeleinden, verdienden mijn vlijtige aandacht en nodige bescherming.
Ik heb over al diene oude bucht en brol (volgens de oprechte mening van mijn wijze broers) al meerdere keren verklarende woorden gerept in deze blog, maar nooit uitgewijd over de duizenden Jacques prentjes en albums, praktisch allemaal compleet, sommige daterend van de jaren vijftig (auto's en moto's) en zelfs veertig (locomotieven en tanks), die ik toen al, ver vooruitziend, van plan was te bewaren tot in het jaar tweeduizend, ongeveer, wanneer ze, volgens mijn rekening, miljoenen franken zouden waard zijn voor toegewijde en verstaande verzamelaars en ik eindelijk zou kunnen stoppen met werken om mijne eerzame boterham te verdienen, alleen maar met de uitbuiting van deze zeldzame schatten.
Ongelukkig genoeg, toen ik aanstalten maakte naar Brazilië te vertrekken kon ik ze onmogelijk allemaal meenemen en besloot ik ze zorgvuldig te bewaren, samen met al mijn andere pruts, in tientallen dozen, de ene verschillend van de andere in grootte, inhoud en belangrijkheid, in mijn kleerkast, vast gegrendeld door onbreekbare molsloten en verborgen onder verschillende stapels kleren. Nutteloos eigenlijk, want toen mijn moeder besliste ons geliefd huis te verkopen, zonder mijn mening te vragen, hebben mijn gretige broers die duizenden prentjes en albums eerlijk onder elkaar verdeeld en met uitzondering van enkele weinige exemplaren, die ik uiteindelijk toch heb weten te recupereren, jaren later, langs de kinderen van D. om, zijn alle andere, vooral die over auto's en moto's, spoorloos verdwenen.
Aangezien Frankie, den oudsten, tot heden, ellenlange epistels weet te schrijven over alle soorten auto's, maar vooral over "oldtimers", verdenk ik hem ervan mijn eerlijk verdiende collectie (wat mij dagelijks verplichtte een hele reeks chocoladelatten te verslinden, zonder goesting eigenlijk, maar nodig om aan nieuwe prentjes te geraken), in beslag te hebben genomen.
Het verplichtte mij bovendien regelmatig brieven te schrijven, in het Frans, naar de fabriek in Eupen (waar ze nog nooit van het Vlaams hadden horen spreken), met de bedoeling dubbele prentjes uit te wisselen, wat maanden in beslag nam. Ook oneindig veel persoonlijke contacten waren dagelijks de bron van mijn ongerustheid en bekommernis, met diezelfde bedoeling. Klasmakkers en buren, ondermeer Jef, de zoon van de Chef van de Statie, waren daar het slachtoffer van.
Alhoewel zelf eerlijk en oprecht opgevoed, te veel eigenlijk om goed te zijn, had ik toen al te kampen met machtsmisbruik, nijdige en jaloerse aanverwanten (mijn jongste broer J. niet in begrepen en die een ware Engel is) en andere uitbuiters van de onnozelaars...
|