Mijn vrouw is altijd ietwat van het sportieve type geweest. Ze deinst er niet voor terug dagelijkse versnelde wandelingen te ondernemen op het strand voor onze deur en daar ook te been-of wiel-rennen, niettegenstaande mijn duidelijke afkeer, vooral op dat laatste vervoermiddel, wanneer ik haar iedere keer met de tranen in mijn ogen een "goede reis en hopelijk tot ziens" toewens. Ze bezit, namelijk, met veronrustende gemakkelijkheid alle "val"-eigenschappen en iedereen weet dat "meiskes" over de vijftig rapper een been (eender welk) breken dan op elke andere, jongere, leeftijd (osteoporose).xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Die laatste zin doet mij onmiddellijk aan twee recente gebeurtenissen herinneren: eerst en vooral, dat alle moeilijkheden met Mama begonnen zijn toen ze over een simpel drempeltje, van amper één centimeter hoog, is gestruikeld, bij de Chinees, op de Grote Markt van Roeselare, zodat haar bewegingsmogelijkheden onmiddellijk fel werden aangetast, veroorzaakt door een heupbreuk. Het tweede wat ik mij nu "en passant" herinner is de veroverende manier waarop mijn vrouw haar vriendinnen voortdurend aanspreekt. De jongste van hen is zeker niet minder dan zestig, terwijl de oudste al verre over de tachtig is. Onveranderlijk worden ze allemaal door haar welkom geheten met uitdrukkingen zoals: meiske, katteke, jongske, schoontje, liefje, enz.. zodat ze allemaal, zonder uitzondering, mijn vrouw verkiezen, boven alle andere, om er ne keer deftig de bloemekes mee buiten te gaan zetten, te gaan winkelen, een biertje te gaan zuipen, maar ook en niet minder, om er de mis bij mee te gaan wonen en haar zelfs willen meeslepen naar hun eigen taallessen, kennissen en familieleden, hospitalen en weet ik veel. Zoals eerder al eens vermeld, ze zijn er al gewoon aan geraakt, in de rij, elk hun beurt, af te moeten wachten.
Nog over mijn vrouw gesproken, ze bezit nog altijd die kinderachtige trekken en uitdrukkingen die het leven meestal gezelliger maken, alhoewel ze ook, af en toe, eens echt kunnen hinderen en zelfs tegen steken. Zo gebeurt het, tot heden, dat ze katten en honden niet bij die gewone namen noemt en wel, integendeel (zoals peuters), de uitdrukkingen "ronron" en "wawaw" gebruikt, zelfs terwijl ze met volwassen mensen aan het spreken is. Als die dan aandachtig luisterende mensen dat voor de eerste keer aanhoren, trekken ze eerst hun wenkbrauwen op, naar elkaar loerend, om er zeker van te zijn dat ze dat wel goed hebben verstaan, terwijl ze, na herhaling, nauwelijks een vreemde glimlach kunnen onderdrukken, tot ze er absoluut gewoon aan geraken en haar graag in hun gezelschap verlangen, want zo'n type vrouw, jonger dan henzelf, trekt de mannen ook rapper aan, tot ze allemaal vast stellen, mannen en vrouwen, dat hun geheime delen ook door haar, mijn vrouw, als "piupiu" of "pipico" worden bestempeld, hen verontrust makend dat ze waarschijnlijk niet de indruk geven over indrukwekkende "cocks", "caralhos" en "bucetas" te beschikken.
Over de loop van de jaren echter, ben ik bekwaam geweest een zekere organisatie in haar dagelijks huisleven in te voeren. Zo zal ze bijvoorbeeld nu, twee of drie keren per week, de keukenvloer proper vagen, wanneer ze dan verschillende hoopjes stof zal verzamelen, die ze dan, op de twee of drie overige dagen van de week, met de stofzuiger, zal verwijderen. Ik bedoel natuurlijk, wat er dan nog van over is gebleven. Dat mag ik zeker en vast aanduiden als een opmerkelijke vooruitgang in haar organisatie bekwaamheid.
Bon, dat heeft mij eigenlijk allemaal van mijn oorspronkelijke draad van redenering af gewenteld...
Feit is dat ze dus graag "sport" bedrijft, terwijl ze, met de fiets, onmogelijk op een rechte lijn weet te rijden en ze altijd zigzaggend op de baan peddelt, wat mijn onrust aanzienlijk verhoogt en mij doet besluiten niet meer mee te rijden, uit pure angst ongelukken mee te maken of, onder mijn ogen, te zien gebeuren.
Terugkerend naar Gent, we waren daar geraakt voor een maand verlof, in de winter, en ze wilde, omdat ze wilde, ne keer proberen te gaan ijsschaatsen. Ze behoudt haar evenwicht zelfs niet op haar eigen voeten, laat staan, op schaatsen.
We waren aan het logeren bij mijn jongste broer in Gent, dicht bij de Kristallijn. Ikzelf wist mijne plan wel te trekken want ik heb altijd zowel gerolschaatst als geijsschaatst, toen ik nog in België woonde (welke heimwee*, naar die zelf voorbereide ijsbanen, op de koer van de Broederschool in Roeselare, toen het eerst regende en dan begon te vriezen, waar ik zonder veel moeite bekwaam was altijd het verst, na een goeie en ferme aanloop gepleegd te hebben, voort te glijden), maar Ligia had noch 't één, noch 't ander, eerder, gedaan en daar begon mijn bekommernis weeral te groeien. Na haar gedurende ettelijke minuten voorzichtig vergezeld te hebben, onszelf vastgrijpend aan de houten handleuning, verschillende toertjes rond de ijsbaan, besloot ik toch ene keer een rap rondje, alleen, te wagen maar toen ik de helft had afgelegd beefde de grond ineens onder mijn voeten en wat zag ik, mijn vrouw was op haar pols, onder haar achterwerk, aan de andere kant van de baan, neer geploft.
Op dat moment verdacht ik nog niet van een breuk, maar na een nacht slecht geslapen te hebben en een x-straal, de volgende morgen, kwam het besluit van de dokter als een donderslag: "een gebroken pols". De rest van de vakantie hebben we er weinig van geprofiteerd, maar de liefde** die ik koester voor mijn vrouw is er nooit kleiner van geworden, zelfs niet na een kwart van een eeuw tezamen...
(*) Het Portugese woord "saudade" (beste vertaling voor de uitdrukking "heimwee") is, volgens een internationale jury één van de tien (alle talen in overweging genomen) moeilijkste uitdrukkingen om nauwkeurig en precies vertaald te kunnen worden (in één woord), in andere talen. Het staat op de zevende plaats. Het Vlaamse woord "gezellig" staat op de zesde plaats (ziede dat ge ons niet moet onderschatten op het gebied van "uitdrukkingskracht").
(**) Over "liefde" en over "saudade" gesproken, mijn broer D. had afgesproken met Mama, op de begrafenis van Hilde: "dat we haar dat verdriet nooit nemeer zouden aandoen en dat er geen enkele van onze overblijvende broers zou sterven, vooraleer ze zelf dood ging"... Hij heeft er nog bij gevoegd dat ze zich, nochtans, niet moest haasten. Ze heeft er nog eens hartelijk kunnen mee lachen.