Já, ´t is waar en ik beken het, ik ben altijd min of meer een halve luiaard geweest en daarom, vermoed ik, heb ik een voortdurende neiging mezelf te laten ontspannen en in rust en vrede, met mezelf en met mijn naaste familie, te trachten te leven. Ik zou eigenlijk ook wat meer moeten lezen, of herlezen, vooral die Vlaamse boeken die ik meegebracht heb vanuit België, zoals De Witte (is die nog altijd in de mode?), maar ook andere, zoals Dom Quixote, die me zo aangenaam, in de tijd, verrast en veroverd hebben, terwijl hopend mijn bloeddruk daardoor, vanzelf en zonder geneesmiddelen, wat te zien dalen. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Ik woon vlak aan het strand maar frequenteer het zelden en toch voel ik, somtijds, behoefte me daar te verwennen gedurende meerdere uren, zoals de bloemen zich naar de zon wenden, om hun leven daaruit te snuiven. Maar dan herinner ik mij de blakende hittestromen, de duizenden verkopers van alles wat min of meer gedragen of versleept kan worden, het vuile zand besmet met de uitwerpselen van kakkerlakken, honden, ratten en zelfs mensen die het strand en het zeewater uitsluitend gebruiken om ne keer goed te pissen en te kakken, alle dagen, zonder daarvoor het dure wc-papier te moeten verspillen, terwijl ook niet vergetend hun stinkende voeten daar ene keer per maand af te wassen, zodat ge er alle soorten huidziekten van opraapt, terwijl de spelende kinderen het zand overal in de wind gooien, niet in overweging genomen de honderden voorbij passerende poepen van alle soorten smaken, modellen en formaten, die ne gezonde mens allemaal niet kan nalaten te bekijken, bewonderen, vergelijken of te keuren en evalueren, waardoor de bijna veroverde rust, in een oogwenk, wordt verslonden door die opflakkerende nieuwsgierigheid en ge, zonder het goed te beseffen ineens in de ogen staart van die alledaagse bedelaar die er gebruik van maakt u nogmaals lastig te vallen, hopend dat ge vandaag wat beter gezind zult zijn, wat absoluut niet overeen komt met de werkelijkheid en ge dan automatisch uw blik afwendt tot hij op die andere figuur rust, ook ongewild, van een afstotelijk, blank, pezig en verslenst wijf dat, met zwaaiende armen, denkt dat ze lichaamsoefeningen aan het uitvoeren is, uitgerust met witte korte sokken en ook met splinternieuwe tennisschoenen, midden in het zand en zich in het krakend zand beweegt, net zoals een soldaat die zopas afgekeurd is geweest van zijn dienst en bovendien uitgerust is met een luie, enorme, Mexicaanse strooihoed, waarvoor ge ook nooit behoefte hebt gevoeld daar belangstelling voor te vertonen, maar aangezien er zodanig veel exemplaren van datzelfde type bestaan, ge er gewoonweg niet naast kunt kijken en ge plotseling beslist rap terug te keren naar uw veilig appartement waar ge weet dat ge daar niet, met de minuut, onrustiger zult worden en ge ernstig overweegt een lange zeereis te ondernemen, vooraleer ge een oude vrek wordt en een ongeneesbare eenzaat, terwijl ge beseft dat ge behoefte hebt aan gekke lachbuien, tot ge er de krampen van krijgt in uw kaken, zoals ge vroeger alle dagen deed, vooral als ge een mens had ontmoet die precies begreep hoe juist een grap te vertellen en wanneer men tot het besluit kwam dat het leven niet zo slecht is als het eruit ziet en het de moeite waard is diene zelfde mens nog ne keer terug op te zoeken om weeral eens goed te kunnen schaterlachen en alle, heersende, ellende te vergeten..
Enfin, ge stelt vast dat de laatste jaren moeilijker zijn geweest dan ooit tevoren (of hebt ge immer diene indruk?). Ze zijn, tenandere, ook nog altijd niet voorbij en ge vreest dat ze nooit nemeer voorbij zullen geraken, maar ge hoopt toch uw eigen karakter aan te kunnen passen, contact te kunnen maken met andere, eerlijke, mensen en misschien zelfs het geluk terug te ontmoeten, kinderen te verwekken, zoals ge vroeger altijd gedroomd had te doen en ze nu steeds maar verder en verder aan de horizon ziet verdwijnen, alsof ge niet hard genoeg hebt getracht, met eender welk vrouwke, mulatje of zelfs zwartje, want misschien zijt ge een beetje te trouw geweest, te veel gehecht geweest aan te weinig personen.
Die behoefte aan meer kinderen en de wroeging die geregeld terug op komt duiken, dat ge, alhoewel hij een buitengewone en excellente ziel is geweest, zelf, uw eigen zoon niet goed genoeg hebt kunnen opvoeden, raad geven en een veilige steun te vertegenwoordigen..
Hij had veel van mijn karakter, mijn gewezen zoon, maar nu vind ik dat hij te weinig keren zijn weekeindes bij mij heeft door gebracht.
Ik herinner mij hoe een bepaalde gebeurtenis mij diep heeft getroffen. Hilma, zijn moeder, had hem voor een paar uur aan mijn zorgen toevertrouwd en ik had hem meegenomen naar een private club waar hij aan het spelen was geweest met enkele andere aanwezige kindjes. Op een zeker moment dook er een kat op. Ik houd niet van katten, maar ik houd nog minder van wreedheid. De andere kinderen liepen dadelijk naar die kat toe met de duidelijke bedoeling ze een schop in haar asshole te verkopen. Hij begon onmiddellijk zelf achter die kinderen te rennen, terwijl zachtjes roepend laten we de kat alleen maar strelen...
Toen voelde ik hoe ontzettend goed hij eigenlijk wel was. Hoe hij niemand, of niets, kwaad wilde doen en ik terstond medelijden met hem kreeg. Hij was te jong nog, toen, om weerstand te kunnen bieden aan slecht gezinde mensen en ik besefte dat hij nog veel zou lijden vooraleer succes te veroveren in zijn intentie de wereld te verbeteren. Daarom ook begreep ik meteen hoeveel hij me wel nodig heeft gehad, een werkelijke steun voor hem betekenend, moed verstrekkend om vol te houden en nooit op te geven..
En daardoor is de wroeging gekomen. Hoe kon ik in enkele weinige ontmoetingen genoeg tijd hebben gevonden dat karakter verder te ontwikkelen en te verzekeren?