Als herinnering, hier beneden volgt een foto van Nonkel Marcel in zijn prille jeugdjaren, getrokken door wijle Tante G., die er daarna nooit ne meer bovenop is van gekomen. Deze foto heb ik toevallig gevonden in een versleten schoendoos van Tante D., achter de deur van die WC, dicht bij de keuken van Pépé, waar men de "plons" hoorde van wat er daar eventueel naar beneden viel. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Wat je schrijft over Nonkel M. en Tante G. doet ne mens treuren. Dat betekent dat die schone oude bloemisterij nu praktisch aan het verdwijnen is. Hoe is het mogelijk dat, na een eeuw van dagelijks werk en bekommernis, zo een monument van trots, zonder meer, afgebroken wordt, opgedoekt en in puin omvormd. Tot er alleen maar wat mager geld over blijft, dat in enkele weinige jaren gewoonweg in rook zal verdwijnen. Het is spijtig. Had ik het geld, ik kocht de gehele zaak op voor mezelf.
Bloemisterij Georges Baetens BVBA, Lange Meire 18, Laarne: ADEUS!
Ik besef maar al te goed hoe lang het duurt een nieuw bedrijf uit de grond te stampen, om dan uiteindelijk iets te bezitten dat fruit is van je eigen initiatief, inzet, dedicatie, werk en inspanning, meestal kampend tegen "de wind van voren", stroom opwaarts, hindernissen en tegenslagen van alle soorten bestrijdend, zonder ooit de aandacht te mogen verliezen, dag in, dag uit, jaar in, jaar uit, tot de ziekte en wat later, de dood, jezelf ook zo gemakkelijk overwint en je verplicht bent, levend nog, toe te zien hoe de mensen die alles hebben mee gemaakt, maar zonder interesse die glorievolle strijd voort te zetten, nauwelijks wachten tot je je ogen voor de laatste keer sluit, om alles rap te verkavelen, stop te zetten, te vernietigen en definitief te begraven, zodat ze eindelijk in staat zullen zijn dat gemakkelijk verdiend(??) fortuin om te toveren, in een oogwenk, in twee keren niets, vermenigvuldigd met niets.
De hel bestaat natuurlijk niet. Na het leven, bedoel ik. De hel is hier.
Wat Nonkel M. nog betreft, hij lijdt van de ziekte die (praktisch) eigen is aan bijna alle leden van de familie. Na de leeftijd van de wijsheid te hebben bereikt, maken ze eigenaardige bokkensprongen, draaien hun rug toe naar wie hen levenslang heeft vergezeld, in het welzijn en in de tegenslag en besluiten ze ineens, zonder boe noch ba, de tegenovergestelde richting in te slaan, zonder doel noch bestemming, zoals die fameuze kip zonder kop.
Hij herinnert mij aan ons eigen Vake, die na vijfentwintig jaar vereniging en na zes kinderen verwekt te hebben, besloot dat zijn vrouw hem niet seksueel bevredigde. Ewel, trek dan uzelf af, hé! Of zowel werkt ge uitsluitend in slow-motion of zowel zijde oerdom.
Ikzelf koester (zelden of soms?), twijfels of ik wel de juiste vrouw voor mezelf heb gevonden, maar nu, op dit moment van de gebeurtenissen, is het gewoonweg waanzin, onlogisch en onverstandig op een ander paard te willen gokken. Wie, in hemelsnaam, denkt dat hij nog de liefde zal ontdekken (of ontvangen), na de zestig overschreden te hebben? Avonturen bestaan niet meer op die leeftijd, tenware ge er absoluut zeker van zijt dat ge nog ne keer echt bedrogen wilt worden. t Is beter nog een paar jaartjes vol te houden met die oude kalle, daar thuis, dan op de rug te springen van een jong kalf, op de straat. Op diene gevaarlijke leeftijd, waar elke gewaagde sprong, onveranderlijk, naar een nieuwe val met gebroken benen leidt, moet men enkel en alleen maar op verdiende ontspanning peinzen en definitief ophouden met werken. Reizen, uitgaan (niet met die teef, nochtans) en de familie bezoeken. Dat is de rust die een mens verdient, op de leeftijd gepast om op pensioen te gaan..