Alle reizen naar Brasilia samen geteld, in de loop van dertig jaar, zal ik zeker over de honderd keren op de luchthaven daar geland zijn, indien niet dichter bij de tweehonderd. Samen met onze plaatselijke vertegenwoordiger bezochten we constant niet alleen de kranten, maar ook en vooral de Grafische Afdeling van de Federale Senaat (CEFRAF) en het Federaal Departement bestemd voor het drukken van alle officiële publicaties van de Staat (IN). xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Aan beide hebben we over de loop van de jaren tientallen machines verkocht en speciaal over die laatste institutie heb ik het al ne keer eerder gehad. De eerste, vooral, is een nest van slangen en ander kruipend ongedierte, waar er meer directeurs aanwezig zijn dan feitelijke werkmensen, of zoals ze het hier uitdrukken, meer Chefs dan Indianen. De ene is voortdurend bezig de ander te trachten te ontwrichten in zijn zetel en wordt het koekje niet nat gemaakt, dan is er gene verkoop te vieren. De indrukwekkende belangstelling en interesse om henzelf een extra inkomst te garanderen, deed hen meerdere keren onnodige of verkeerde machines aanschaffen. Één ervan vooral, herinner ik mij uitstekend; een zekere Meneer Carlyle, corrupt tot over zijn oren en tot diep in zijn beenderen en die zich, buiten zijn dagelijkse bezigheden (bij manier van spreken), ook nog aanbood om consultant te zijn in andere, gelijkaardige grafische afdelingen, van verschillende Federale Staten, waar hij zijn vierde of vijfde extra wedde samen rakelde. Zijn chef was toen de onlangs ontslagen Agaciel Maia, wegens ne hele hoop vastgestelde onregelmatigheden.
Eens dook hij onverwacht op in onze booth in een internationale grafische tentoonstelling in São Paulo, nadat de openingsuren van het expositiepaviljoen, voor het publiek, al geëindigd waren en wij onszelf al aan het bedienen waren met een scheut pure whisky (type cowboy). Scheut is bij manier van spreken natuurlijk, want ik had er al drie ingeslikt, zonder adem te halen, na ne hele dag lang dwaasheden verkocht te hebben. Hij stevende recht op mij af en vroeg me meteen, zonder blikken noch blozen, maar ook met een fel riekende en ontvlambare adem, waarom hij mijn machine moest verkiezen, boven die andere, die hij zojuist had bezichtigd, in het ontvangstcentrum van onze concurrent, waar ze snakhapjes, bier en ook korte drank opdienden en waar hij de gehele namiddag was blijven plakken, gekkend, brabbelend en ook fluisterend met de verantwoordelijke van hun koop- en verkoopdienst, terwijl hij zich neerplofte op een nabije stoel, zodat ze hem later niet zouden kunnen verwijten dat hij me ook niet had opgezocht gedurende die exhibitie. Op dat ogenblik echter was ik niet bereid verdere uitleg te verstrekken aan iemand die toch al verkocht was en die later mijn eigen argumenten zou aanwenden tegen mezelf, terwijl hij alvast begon te kwijlen van de slaap. Ik heb me naast hem neer gezet en heb hem nog een extra dosis whisky in geschonken, tot we samen zongen: we gaan nog niet naar huis, bijlange niet, bijlange niet en we gaan nog niet naar huis, bijlange niet..
De volgende maand hebben ze dus hun nieuwe machine ingevoerd (hij heeft ook zijne nieuwe auto ingehuldigd) en ze staat, die machine bedoel ik, sedertdien praktisch stil want zij was speciaal gefabriceerd geweest en bestemd voor drukwerk met grote oplagen en weinig verwisseling van type job, terwijl, wat ze echt nodig hadden, was juist het omgekeerde, een drukpers die gemakkelijk aan te passen was van één job naar de andere maar, in compensatie, kleine oplagen heeft.
Over dat woord compensatie, een kleine uiteenzetting:
Een zoontje van acht vraagt aan zijn vader de juiste betekenis van dat woord. Zegt de vader: indien ge je moeder betrapt terwijl ze in mijn bed ligt met een andere man, wat zou ik dan zijn? Ja Papa, dan zou jij een horendrager zijn hé, antwoordt het ventje. Juist, zegt Papa; ik zou een horendrager zijn, maar in compensatie, dan zou jij de zoon zijn van een hoer...
|