Fred was van Cubaanse afkomst en zoals praktisch alle Cubanen die in Miami wonen, fel anti-Fidel gezind. Hij was, ik begrijp niet goed waarom, aangeworven geweest door de firma Idab Corp., gespecialiseerd in de productie van Mailroom Equipment, of in het Vlaams, machines geschikt voor het tellen, transporteren, opstapelen en binden van krantenbundels (of magazines, in andere gevallen), in de functie van Latin America Sales Manager. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Net zoals gebeurde bij de verkoop van offset persen waren wijzelf bekwaam genoeg, niet alleen alle nodige technische en financiële inlichtingen te verstrekken, nodig om de klant te kunnen overtuigen, maar ook om, zonder verdere bemiddeling van de fabriek, de eventuele zaken zelf ook definitief af te sluiten.
Toch vonden we het, somtijds, gepast een directeur van de fabriek in het buitenland uit te nodigen gedurende het tekenen van het ordersheet en het ontvangen van het voorschot, tien percent van de totale verkoopsprijs (meestal rond de vijfhonderd duizend dollars) vertegenwoordigend, om de zaak wat belangrijker en prestigieuzer te doen klinken in de ogen van de klant, die ons echter, in de grond, meer vertrouwde dan gelijk welke afgevaardigde van de fabriek, maar ook niet weigerde er een officiële gebeurtenis van te maken, onder andere door fotos van de gelegenheid te publiceren in hun krant en daarmee te trachten te bewijzen, aan hun lezers, hoe vooruitstrevend ze wel waren en hoe modern, zodat mijn aangezicht hier nu al beter gekend is dan dat van Michael Jackson.
De krant Jornal Do Comércio, van Recife was, na enkele maanden inspanning, ook eindelijk zover geraakt en ik had besloten diene bepaalde Fred uit te nodigen om de fabriek te vertegenwoordigen op dat heerlijk moment, terwijl de klant ook bereid was er een kleine ceremonie van te maken.
Gedurende enkele eerdere bezoeken van dat wezen aan onze kantoren in Rio had onze eigen directeur speciale aandacht besteed aan Fred, vooral omdat ze beiden, gedurende vele uren, hun vergif hadden zitten destilleren ten opzichte van hun gemeenschappelijke vijand, daar in Cuba en was Fred zich zelfs een beetje zoals de zoon van mijn directeur aan het beschouwen geweest, vooral ook omdat hij ooit eens tranen met tuiten had zitten schreien, omdat hij zijn oud vaderland terug wilde bezoeken, maar vermoedde dat hij omver zou geschoten worden, zette hij daar nog eens een stap binnen.
Hij had gepland s avonds laat te arriveren vanuit Miami en ik had hem gevraagd zich rechtstreeks naar het gereserveerde hotel te begeven waar ik hem, de volgende dag, in de receptiehal, zou ophalen, stipt om 9 uur in de morgen.
Daar stond ik dus, stipt om 9 uur in de morgen en er was niets van meneer Fred te bespeuren. De vergadering met de klant had ik afgesproken om 9u30, want wat later begint hunne alledaagse sleur en kan er nog moeilijk een uurtje afgedwongen worden. Ik wachtte tien lange minuten en toen verloor ik mijn geduld en besloot hem op te bellen in zijn kamer. Niemand nam op. Men zegt hier, in Brazilië, dat tien minuten te laat, nog altijd stipt is en geoorloofd, vooral voor de belangrijke mensen, die zich laten wachten op de minder belangrijke, maar voor mij is stipt, stipt en te laat, te laat. In alle geval, ik vermoedde dat hij zich nog in zijn bed lag te masturberen, of zowel met een slappe afgang op de Wc-pot zat te kampen en daardoor onmogelijk de telefoon kon opnemen, want de receptioniste bevestigde dat hij zich wel degelijk in zijn kamer bevond. Ik heb nog ne keer gebeld en niets. Enfin, het kon me gene barst ne meer schelen en ik liet een boodschap achter aan de receptie dat ik alvast naar de klant was vertrokken. Net toen ik de deur uit beende riepen ze me terug, bewerend dat Fred aan de lijn was, met de informatie dat hij zich overslapen had. Bewust dat hij op zijn minst nog een verder half uur nodig zou hebben om zich gereed te maken, terwijl er al twintig minuten verlopen waren, bevestigde ik mijn beslissing niet op hem te wachten, om het afgesproken uur met de klant niet te verliezen.
En inderdaad een half uur later dook hij daar verward op. We hebben samen de papieren in twee minuten getekend, enkele onnozele foto´s getrokken en ik heb hem, zonder verder onnodige woorden te verspillen, terug afgezet aan het hotel en was van plan hem, beleefd, een goede reis (terug) te wensen toen hij me uitnodigde, s avonds ietske te gaan eten. Daar kon ik blijkbaar niet van-onderen-uit, oordeelde ik en besloot zijn aanbod te aanvaarden, maar ik had daar beter twee keren moeten over na gedacht hebben.
s Avonds was mijn kwaad gemoed nog altijd niet helemaal voorbij, in overweging genomen zijn onbeleefdheid en erger nog, zijn totale onverantwoordelijkheid. We hebben daar stilzwijgend zitten eten, zonder boe noch ba te zeggen en op den duur wilde hij een poging aanvatten te verklaren dat hij een belangrijk wezen was in het leven in het algemeen en in zijn firma, in het bijzonder en dat het hem geoorloofd was een half uur later dan afgesproken op te duiken, wat ik terstond afgewezen heb en waarmee hij besliste zijn derde whisky te bestellen en bleef aandringen dat hij echt belangrijk was en dat ik, integendeel, onbeleefd was geweest met hem, wat ik meteen bevestigd heb en hem ook onmiddellijk naar de hel heb gezonden, terwijl hij besliste zijn vijfde whisky te bestellen (on the rocks dan nog, wat een zonde betekent voor iemand die beweert iets van goede whisky's te kennen) en hij begon te brabbelen met zijn dubbel geslagen tong, in plaats van te redeneren, want ik was ook wel aan mijn vijfde glas bezig, maar het was gewoon bier (hier bestaan Trappist en Tripel niet) en hij beloofde over mijn gedrag te klagen bij mijn directeur, zodat ik hem nogmaals, nog heviger, naar de hel heb gewenst, dreigend dat ik zijn naam zou doorspelen aan Fidel Castro, die ik, alias, beminde vanuit de grond van mijn hart en hem zou aanklagen, wegens verraad en ook onverantwoordelijkheid, tot ik het beu werd en aan een andere tafel heb plaats genomen en hij weeral verplicht is geweest een taxi te roepen, want ik weigerde hem naar zijn hotel te voeren, onder geen enkele voorwaarde en voor geen enkel geld..
Drie maanden later is hij, zonder ceremonie, ontslagen geworden en is zijn firma opgedoekt en verkocht geweest aan een Zwitserse fabriek en concurrent (Ferag) waar ze van hem, een complexe en gefrustreerde verkoper, niet wilden weten en hij waarschijnlijk weeral tuiten heeft zitten wenen bij andere directeurs van andere firmas want mijn directeur heeft hem zelfs onterfd (en verweten als een lastige burden), diene verschrikkelijke bleiter en dronkaard...
|