Zoals gewoonlijk wendde ik mij beslist naar mijn geliefd tafeltje in mijn stamcafé waar, normalerwijze, niemand zich in de omgeving bevind. Bevredigd (eindelijk) van mijn verdiende rust te kunnen genieten, bestelde ik mijn ijskoud biertje en na even de voorbij passerende, alleen maar vrouwelijke, achterwerken gade te hebben geslagen, dreven mijn gedachten zich geleidelijk af naar een punt aan de horizon, waar ik meende mijn toekomst te kunnen onderscheiden.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Het ontging me nochtans niet toen twee koppels ineens de deur binnen tuimelden en, net alsof vooraf besteld, zich onmiddellijk naar het tafeltje begaven, grenzend aan het mijne.
Niet iets waar ik hevig naar verlang natuurlijk, onder meer omdat ik zo onmogelijk mijn opgestapelde scheetjes, geniepig, kwijt kan geraken, maar enfin, dat is eigenlijk ook nooit de originele bedoeling geweest, maar wel een pluspunt voor de plaats, of zoals het hier uitstekend uitgedrukt wordt, een toegevoegde waarde.
Ze gedroegen zich echter nogal wat luidruchtig en verbroken de gezellige stilte die ik meestal verkies. De vrouw die op de stoel, dichtst bij de mijne zat, besloot een sigaret op te steken en om de verse lucht die over hun eigen tafel heerste niet te besmetten blies ze de rook, over haar schouder heen, daarvoor een scheve mond gebruikend, regelrecht in mijn richting. Ik heb oneindig veel gerookt wanneer ik jonger was, maar sedert ik daarmee gestopt ben kan ik diene stank, minder en minder elk jaar, uitstaan. Bovendien bewoog ze haar stoel verder en verder weg van de tafel, bekommerd dat ze blijkbaar was met de gezondheid van haar collegas, maar tezelfdertijd dichter en dichter bij mij belandend, tot ze zelfs praktisch tegen mijn rug aanleunde. Verergerd stond ik op en sleurde mijn tafel, samen met de vier stoelen, wég van hun tafel.
Een minuutje later werd mijn rust weeral verstoord door een nieuw koppel dat eveneens het café binnen stapte en verheugt ontdekte dat ze de aanwezigen aan mijn buurtafel herkenden. In een oogwenk werden er twee additionele stoelen bij hun tafel gerukt zodat de kring, naargelang iedereen zich wat van de tafel verwijderde, groter werd. De zuigende en puffende vrouw stootte meteen terug in mijn ribben en ik werd nogmaals verplicht recht te staan om mijn tafel, samen met de vier stoelen, verder weg te slepen, terwijl de nerveusheid mij te pakken kreeg. Amper zat ik terug neer, al een beetje aangetast door het derde bier en ik stelde verbijsterd vast dat een nieuw koppel hun neus binnen stak. Weeral slaakten ze een kreetje van geluk en verrassing terwijl ze zich opgewekt naar de verzamelde vrienden begaven, maar in overweging genomen dat een gewaarschuwde vent er twee waard is, rechtte ik mij ongeduldig op en nu al bijna kokend van de haat besloot ik onmiddellijk meer plaats vrij te laten voor meer stoelen rond hun tafel, terwijl ik ondertussen al geklemd begon te geraken tegen de lege tafel die zich voor de mijne bevond.
Ik kon niet vermeiden binnensmonds een vloekwoord te uiten, overtuigd dat ik er van was dat het vandaag mijn dag niet was. De rust intussen was al gone with the smoke en het bier was lauw aan het worden terwijl de kelner, ietwat verlegen, want hij kende mij van vorige oorlogen, zich in mijn richting bewoog met de vraag of ik misschien bereid zou willen zijn mijn tafeltje op te offeren zodat ze er één lange tafel van zouden kunnen maken en ik geoorloofd werd een beter tafeltje uit te kiezen, tussen tientallen andere, nog onbezette...
k Hebbekik helemaal geen ander tafeltje willen uitkiezen, miljartedju, want ik haat reizen, verhuizen en vooral "andere" tafeltjes en ik heb, in een oogwenk, mijn rekening betaald en ben verdwenen van diene dwaze café, met al die opdringerige, zuigende, puffende en kletsende klanten die altijd maar meer en meer plaats nodig hebben voor hun onbelangrijke vergaderingen.
|