Één van mijn eerste appartementen in de wijk van Grajaú, in de Rua Olegarinha, toen ik nog in Rio De Janeiro woonde, had ik splinternieuw gekocht. Het was ongeveer honderd vierkante meter groot, uitstekend afgewerkt binnenin en ik had een magnifiek uitzicht op een groot part van de stad, plus een geprivilegieerde kijk op de "Grajaú Country Club" waarvan ik erelid was (bij manier van spreken, alleszins). Met de verrekijker, vanuit mijn slaapkamervenster, was ik zelfs bekwaam het aantal sproeten te tellen op het achterwerk van de vrouw van één van mijn kennissen. Maar dat komt hier niet ter zake. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Ik heb daar verscheidene jaren door gebracht en de prille peuterjaren van mijn zoon meegemaakt. Tot het mij beu begon te worden en ik besloot dat toch ietwat klein appartement te verwisselen voor een groter huis, met zwemkom erbij, noodzakelijk om het schoon vrouwvolk aan te trekken.
Na de verhuis stond het appartement leeg voor een tijdje en ik was niet van plan er onmiddellijk iets mee aan te vangen. Toch passeerde ik daar ene keer per maand, om mijn correspondentie op te halen. Zo vond ik daar ineens een handgeschreven briefje van een vrouwelijke buur die op hetzelfde verdiep woonde (er waren maar twee appartementen per verdiep, maar ik had ze nog nooit eerder ontmoet) waarin ze aankondigde dat ze geïnteresseerd was in de huur van mijn appartement. In overweging genomen dat ik echt niet van plan was deze optie als een oplossing te beschouwen voor deze leegstaande woning, heb ik niet geantwoord. Nochtans lag er een nieuw briefje onder mijn voordeur, de maand daarop en doordat ik alleen maar aan hun aanpalend appartement hoefde te bellen om hen van mijn beslissing deel te laten nemen, besloot ik geen verdere tijd te verliezen.
De vrouw opende de deur (Lia was haar naam en ze leek me al verre over de zestig te zijn), maar riep onmiddellijk haar man erbij om zo tesamen, mij terstond te trachten te overtuigen van mening te veranderen. Hij geleek me al over de tachtig, zodat zij, zijn vrouw, door hem, oude bok, waarschijnlijk als zijn laatste groen blaadje beschouwd werd. Ze liet ogenblikkelijk weten dat ze advocaat was en hij, Dr. Mariano, één van de eerste Procurators van de Staat van Rio de Janeiro. Praktisch een museumstuk, dus.
Ze waren beiden och zo vriendelijk en liefkozend, zodanig beleefd en hartverscheurend, mij zelfs geluk wensend van Belgische oorsprong te zijn, land dat ze tenandere beweerden heel goed te kennen, vooral Manneken Pis in Brussel en ook de Langestraat in Oostende (waar er eertijds meer hoeren per vierkante meter rond sukkelden dan in de Kuiperskaai van Gent), zodat ze niet langer dan een uur nodig hadden om mij ervan te overtuigen hen te helpen verhuizen, want ze waren op punt uit hun appartement gestoten te worden door de eigenaar die het terug eiste voor eigen gebruik. Zoals verwacht waren ze slecht te been en de meubels zwaar en ouderwets. Enfin, ze wisten het zodanig goed aan boord te leggen dat ik door medelijden en mijn gevoelens overrompeld werd, alhoewel ik vroeger ooit eens gezworen had dat de reden altijd mijn gevoel zou overwinnen. Ik heb het nochtans ogenblikkelijk duidelijk gemaakt dat ik echt niet van plan was een huurcontract aan te gaan en dat ik er op rekende dat ze daar op zijn maximum één jaar zouden verblijven, wanneer ze het mij leeg en proper, terug zouden moeten schenken. Allez, t was allemaal koek en ei, diene gezellige dag...
Het duurde amper een week vooraleer zij mij terug belde, erop aandringend dat ik toch beter een huurcontract zou moeten ondertekenen, want zo bepaalde de Braziliaanse wet het en dat ik als buitenlander toch het voorbeeld moest geven, wat allemaal niet genoeg was om mij te doen wankelen, tot ze me nog ne keer belde, twee weken daarna en dan probeerde mijn vrouw te overtuigen, na de eerste maand, toen ze het huurgeld ging ophalen (wat ik ook toegegeven had, want normalerwijze is het juist omgekeerd, de huurder wendt zich naar de eigenaar, zoals Mohammed zich naar de Berg begeeft en als Mohammed niet naar de Berg wil gaan, dan gaat de Berg naar Mohammed) en ik diene druk op den duur beu werd en ik besloot dat onnozel contract, tegen mijn goesting in, toch te ondertekenen en dan pas besefte dat ik nu voor mijn leven lang vastgeklonken zat aan dat plakkend koppel...
Het moest juist passen dat de nieuwe President van het land (José Sarney), in al zijn simpelheid, eenvoudig gedecreteerd had dat de inflatie vanaf dat ogenblik afgeschaft was en dat het strikt verboden was ´t een of t ander (en gelijk wat anders, overigens) te indexeren aan een sterke munt of aan goud bijvoorbeeld, vooral en in het bijzonder wanneer het zich om huurcontracten begaf, waarvan zelfs de vooraf gedrukte formulieren, beschikbaar in papierwinkels, duidelijk aangepast werden en er geen sprake meer was van jaarlijkse correctie, laat staan, maandelijkse...
En zo werd Rudo voor de tweede keer in een oogwenk verrast en terwijl ineens, de inflatie grote bokkensprongen begon te maken (maandelijks in de buurt van tien percent) en de afgesproken huurprijs dus elke maand tien percent smolt onder de werking van deze vreselijke wet, waarin de werknemers elke maand dachten te beginnen met een zekere wedde, maar na dertig dagen vast stelden dat die wedde intussen tien percent in waarde had verloren.
Het echt ongelooflijke gebeurde maar toen de huurperiode juist een jaar voltooide, wanner ik, met mijn verhuurprijs geslonken tot minder dan tien percent van de originele waarde (terwijl de maandelijkse inflatie intussen al gestegen was naar bijna twintig percent), besloot het smerig koppel op te zoeken om mij, zoals afgesproken, het appartement terug ter mijne beschikking te stellen, wat ze beiden absoluut en prompt weigerden en waarna ik dan, vreselijk teleurgesteld en trillend van de ellende, toch nog de moed opgebracht heb voor te stellen dat, in dat geval, de huurprijs gecorrigeerd moest worden volgens de officieuze indexnummers, waarmee ze ineens steigerend hun stem ophoffen en ze mij, zonder over hun woorden te struikelen, eisten dat ik als buitenlander de Braziliaanse wet stipt moest volgen, terwijl ze ook wilden weten of ik niet beschaamd was van mijn doening, onder andere door te trachten een oude koppeltje te tergen en uit te buiten en ik rood werd tot achter mijn oren, niet alleen van de schaamte maar ook en vooral van de ergernis en de woede en bedacht hoe ik ooit bekwaam was geweest mij te laten verleiden door twee van die versleten wolven (maar toch nog snugger genoeg om een uil in de luren te leggen) in het vel van twee schapen en ik vanaf dat ogenblik vijf keren naar het gerecht ben getjoold om het appartement terug te eisen voor eigen gebruik, maar wat zij iedere keer net konden vermijden, want ze kenden alle advocaten van het forum en ook alle procurators en ook alle rechters van de stad en ik op den duur helemaal alleen stond, zonder dat iemand mijn standpunt wilde begrijpen, terwijl de huurprijs, na twee jaar foltering, al zodanig ineen was geschrompeld dat hij zelfs de prijs van de bus (om de huur te gaan halen) niet meer betaalde en ik zelfs mijn vrouw verbood die enkele muntjes te gaan afhalen, waarmee zij, die twee vrekken, mij ook een proces hebben aangedaan, nogmaals om te voorkomen dat ik het appartement terug zou kunnen pleiten wegens gebrek aan betaling en zij dus het geld in het gerecht, op een rekening door de rechter daarvoor speciaal aangewezen, zijn beginnen te storten en ik tot vandaag, recht heb op twee franks en vijf centiemen, corresponderend aan zes maanden huur en ik iedere keer dat ik op hen peinsde, inwendig vloekte en praktisch moest overgeven van de walging, want er waren al zeven jaar verstreken sedert ik diene kemel had begaan en sedert ik de kleur van de wanden van mijn geliefd appartementje nog had terug gezien..
Om een lange historie kort te maken, ik ben verplicht geweest meerdere advocaten te contracteren om mijn rechten te trachten te doen gelden, maar ze (die twee krengen) hebben ze allemaal omgekocht met hun charme en ook hun kennis van de wet en op de duur zijn ze zodanig oud geworden dat ze alleen hunne plan niet meer konden trekken en zijn ze verhuisd naar het appartement van hun dochter, daar dichtbij en hebben ze de sleutel bij de portier achter gelaten, zonder één verder woord te reppen, zoiets als bedankt voor zes jaar gratis leven, maar nee, dat is teveel geweest voor dat duivels koppel, dat ik hoop, nu allang in hun "all, but Palestine's" Kerkhof ligt te verrotten..
|