Ze hebben me op gezocht, hier in Recife, op oudejaarsavond, nadat er praktisch negen jaar zijn verlopen sedert de dood van mijn enige zoon Rudo Jr.: Paulinho (nu 31) en zijn zuster Olginha (nu 29), die in dezelfde "Van" (een Kia "Besta") aanwezig waren toen hij op een boom te pletter is gereden, op weg naar Belo Horizonte, hoofdstad van de Staat van Minas Gerais, nabij Rio De Janeiro. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Ter plaatse zijn er drie mensen overleden, terwijl mijn zoon het nog een week lang heeft vol gehouden, vooraleer hij ook het spit heeft moeten onderdelven. Hun moeder Suely en een andere zuster Verônica, met wie ik toen, samen, onze gemeenschappelijke calvarieberg heb getrotseerd, zijn hier ook beland en we zijn er de gehele avond over bezig geweest (over Jr. bedoel ik). De kinderen van Suely hebben praktisch geen lichamelijke gevolgen van het accident over gehouden, uitzondering gemaakt voor het lidteken van de gebroken enkel van Olginha en een lange verticale snede op de borst en buik van Paulinho, waar de dokters zijn gescheurde milt eruit hebben gehaald.
Nu zijn er nieuwe versies op de tafel gelegd geweest, onder andere dat Rudo Jr. hersenverlies heeft geleden (ik vind de juiste term niet in het Vlaams, maar in het Portugees wordt het uitgedrukt als "perda de massa cefálica") en dat zijn ruggengraat op drie verscheidene plaatsen was gebroken, zonder terug te keren op al zijn andere wonden, iets waar niemand anders mij vroeger had over ingelicht. Ik kan het allemaal praktisch niet geloven en alhoewel uit de mond van de eerste getuigen gekomen, vrees ik dat iedere keer dat het verhaal herhaald wordt, er een nieuw schepje bij wordt gelegd.
In alle geval, het versterkt mijn besluit dat het beter is geweest dat hij gestorven is. Er zou gene schaduw van een mens ne meer over gebleven zijn.
Onze ontmoeting heeft meer gediend om hen ervan te overtuigen dat ik geen negatieve gedachten over hen koester, in tegenstelling met Hilma, zijn moeder, die hen gedurende verschillende maanden gepest heeft en achtervolgd, om hen te verwijten dat zijn dood aan hen te wijten was. In dat verband heeft ze, bijvoorbeeld, verschillende keren anoniem Olginha opgebeld om haar naar de hel te wensen. Olginha was eigenlijk verliefd op mijn zoon, zo bleek het, maar hun verhouding heeft nooit echt gebloeid. Noch Olginha, noch Paulinho zijn daarna getrouwd en leven nog altijd samen met hun moeder, in Rio.
Verschillende keren hebben we, elk van ons, enkele weerstandige tranen moeten wegpinken, want de herinnering is niet vrolijk en een wonde van zo'n type geneest nooit volledig, zodat er voortdurend wat bloed blijft uit sijpelen.
Ik veronderstel dat ik voor hen een opluchting beteken, want alles bij alles opgeteld en samen gerekend hebben zíj hem voorgesteld aan die protestantse kerk, die hem eerst van zijn eenzaamheid heeft verlost en achteraf naar het kerkhof gesleurd, maar ik begrijp dat zij er zelf ook bijna het slachtoffer van zijn geweest en nooit de oorzaak. Mijn versterkte vriendschap, voor hen, betekent hun onschuld en ik zal daar geen verder woord meer over reppen.
Vooral Paulinho, de meest onschuldige, sedert ik hem ken (daar gaan nu praktisch drieëntwintig jaar), heeft mijn hart veroverd door zijn inzet mij ervan te trachten te overtuigen dat God almachtig goed is, wat ik begrijp, in zijn geval alleszins, maar niet dat ik door dat ongeluk, een betere mens ben geworden...
...hoezo, weeral iemand die beweert dat ik een slechte mens was (of nog altijd ben)??
|