De eerste tique nervoso die mij speciaal opgevallen was, kwam vanwege de vader van Edgard Van Hecke, een collega van het Hoger Technisch Instituut van Oostende. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Om de minuut zoog hij als t ware één van zijn wangen op, van binnenin, tot ze van buiten uit erg hol geleken, een eigenaardig slurpend geluid veroorzakend, wat iedereen meteen deed omkijken om te weten wat er precies aan de hand was. Ze woonden daar in de Langestraat, waar ze er een droge kleerwasserij op na hielden. Hij sprak zo goed (of slecht?) Frans als West-Vlaams en gaf mij een koddige indruk. Nu ben ik er niet meer zeker van dat hij één van zijn wangen opzoog. Het kan ook zo geweest zijn dat hij een holle tand aan het uitzuigen was, ná iets gegeten te hebben waarschijnlijk, om de boel op te ruimen, maar daar durf ik niet op wedden.
De volgende was een zekere meneer Nilton Festa, van Rio De Janeiro, de kantoorchef, die onveranderlijk, om de minuut ook, zijn nek uitrekte, net alsof de kol van zijn gesloten hemd hem kwelde (tergde?). Dan bewoog hij zijn kin fel naar voren en naar boven, tot hij er de krampen van over hield en herbegon.
Een andere mens nog, ook in Rio, had bijna dezelfde tique, maar draaide tegelijkertijd zijn hoofd naar rechts om, in een hoek van 90° en bleef daar dan verschillende ogenblikken haperen tot ik er de stuipen van kreeg en fel de goesting moest onderdwingen, zijn kop terug in de originele positie te wringen, vooral als we midden in het verkeer zaten en hij, aan het stuur, bezig was iemand voorbij te rijden. Ik vond altijd dat het juist op het nippertje was dat hij zijn hoofd terug onder controle kreeg, want ik zat altijd precies aan de kant waar de gevolgen van een eventueel dreigende botsing gemakkelijker te voelen zouden zijn.
Nog een andere schartte gedurig onbeschaamd aan zijn kruis, waarna hij dan nieuwsgierig aan zijn middelste (en langste) vingers rook. Hetzelfde gebeurde met een vrouw die blijkbaar last had van zweet onder haar oksels en om de minuut wilde weten of de stank zich aan het verspreiden was, zodat ze ongemerkt haar armen ophief, zogezegd om ze uit te strekken, maar dan geniepig haar neus naar de verdachte plaatsen bewoog, zonder argwaan te willen verwekken, maar onbekwaam mij in de luren te leggen...
|