ze gaat steeds vroeger, zonder licht
gedachten verzwaren het ademen
de lach zwicht voor verleden gevaren terwijl de ziel bij voortduring dicht in lettergrepen van pijn
in het heden leven blijkt ooit te zijn
in dromen blijven zweven welke angst beleven en morgen ja, is er een morgen die voor haar mag zorgen
is het doek te zwaar voor jouw schouder; ben je bij mij niet geborgen
wordt mijn kracht, holle macht mijn liefde een steen des aanstoots veranderen mijn oren in een lange schacht waar kwelling enkel op kwelling wacht
goud smelt soms bij koude regen bevriest vaak door uitzichtloos verdwalen
ga maar vroeg ga maar ik hoop dat een diepe slaap weer-zin doet verschralen
21-02-2017 om 11:52
geschreven door Julius V.E. Dreyfsandt zu Schlamm : Gedichten 9
|