Over het algemeen zijn de kinderen baas op Allerkinderendag, 't is Vaderkensdag. Te huis, kleeden de jongens zich met vaders frak, nemen zijn muts en wandelstok; de meisjes dragen moeders jak en voorschoot en nemen de sleutels over als teeken van hun meesterschap. Zij loopen ongehinderd het huis rond, maken groot lawaai, beknorren de dienstboden en de ouders, zij bevelen bijzonderlijk wat te eten valt; chocolaad met eierbrood, rijstpap en vlaai, wafels en pannenkoek zijn meest gegeerd. De arme kinderen die niet te bevelen hadden voor het tafelmenu, gingen door het dorp aankloppen bij de rijke buren, al zingende : Moederke, vaderke, hedde niets te geven? tast diep in den zak 't is van groot gemak, Vereeren bazinneke ! Tot over eenige jaren zag men nog in de vlaamsche steden, jongens in pastoor of broeder, meisjes in nonnekens verkleed, ter schole gaan. Daar beklommen ze het leergestoelte en gaven les aan de makkers en gezellinnen. In menig dorp kwamen vroeger de kinderen samen in de kerk, waar eene plechtige mis werd gecelebreerd, daarna stonden ze op rei, de jongens eenerzijds, de meisjes anderzijds, en ontvingen van den pastoor een sanctje. Dien dag was het kermis : op school werd een vatje bier met lekkerkoek en mastellen gegeven, dansen en zingen was het spel voor gansch den dag. Vanaf morgen kijken we al een beetje vooruit naar nieuwjaarsavond heeeeel lang geleden.
Zoals beloofd begin ik vandaag al met wat voor te lezen uit de volkskundige kalender over "Allerkinderen" dat we morgen gedenken. De Christene legende meldt dat de H. Gerard de Brogne uit Italië de lichamen van twee heilige kinderen had meegebracht naar zijn klooster in de provincie Namen. Aan een zekere kloosterzuster van Nijvel die blind was geworden, werd veropenbaard dat zij het zicht zou terug ontvangen bij het aanraken der relieken. Wat dan ook geschiedde. Van toen af werden de lichamen op bijzondere wijze vereerd. Het is mogelijks daaraan te wijten dat het feest van Allerkinderen het groot kinderfeest geworden is. In den ouden tijd koos men een kinderbisschop : geen geestelijke en niet boven de 16 jaar oud. Dit gebeurde onder ander te Brugge in de St-Salvatorskerk. Men leidde den gekozene, als abt of bisschop verkleed, naar de kerk, de bengels zaten gedurende het officie op de plaats der priesters in het koor. Doorgaans werd de zoon van een vermogend man tot die schijnwaardigheid van eenen dag geroepen, omdat de ouders dan de gezellen van den knaap, zijne leermeesters en ook de wethouders aan tafel noodigde'. Dit gebruik werd door de geestelijke overheid afgeschaft om de misbruiken die er inslopen. Te Antwerpen in de St-Pauluskerk mochten de koralen kerstliedjes gaan zingen op straat bij de brave lieden; de voorzanger droeg 's zangmeesters kleeren en een groote pruik - Morgen vertel ik er uiteraard nog wat meer over.
Vandaag is het de feestdag van de geliefden apostel van Jezus, die werd vroeger bij het volk St-Jan in den winter genoemd, in tegenstelling met St-Jan in d' Olie. Men noemde hem ook St-Janswijdag, hij was aanzien als een geluksdag : de heilige verzekerde het geluk aan deze die hem eerde. Men dronk de St-Jansminne Men mag in het drinken der minne een heidensch gebruik zien dat verkerstend werd. Men dronk Woensbier, Thorbier, Saksennoodbier, dit werd allengskens St-Jansbier, -minne, -geleide, -zegen. Dit St-Jansbier werd gedronken onder het opzeggen van het St-Jans Evangelie vooraleer men op reis ging. Waarom St-Jan ? Dit gebruik vind zijn oorsprong in de gebeurtenis door de Gulden Legende verhaald, waar gezegd wordt dat Joannes, om de waarheid zijner leerling te betuigen, genoodzaakt was een beker met vergif te drinken. Hij maakte het kruisteken over het vocht, welk reeds twee slaven had gedood, dronk en bleef ongedeerd. Joannes deed de twee ongelukkigen verrijzen. In sommige kerken wijdde de priester den wijn die hij te drinken gaf aan de menschen, zeggende : Drink de St-Jansminne, in den naam des Vaders enz...
Vandaag vereren men de H. Stephanus en een weerspreuk leert ons 't volgende :
" Is de wind stil met Sint-Steven, dan zal 't jaar een goede oogst geven "
Laat ons dus hopen dat we de wind vandaag niet voelen en nog veel minder horen. Mochten er onder u zijn die na al het tafelen van gisteren uitkijken naar een goeie hutsepot, wees voorzichtig want :
" Als 't kindeken is geboren, hebben de raapkens hun smaak verloren. "
Stephanus was een der zeven diakes door de Apostelen gekozen om hen bij te staan. Hij was de eerste bloedgetuige en werd gesteenigd in het bijzijn van Saulus, die later den apostel Paulus werd. De feestdag werd reeds van in de 5de eeuw daags na kerstdag gevierd. Deze heilige werd door de steenkappers tot patroon gekozen omdat hij gesteenigd werd bij zijn marteldood. Waarom de heilige Stephanus door het volk als beschermer der paarden aanzien wordt, schijnt een overblijfsel van het heidendom. Vroeger heette de dag Paardendag, waarop men placht den god Fro te vereren aan wien de paarden toegewijd waren. Bij het christen worden onzer voorouders, wijdde men haver en hooi ter eere van St.-Stephanus. Men placht heden de paarden bloed te laten; de knechten en boerenzonen mochten ook de paarden afrijden Het wangeloof dan : Heden mag men geel kolen eten, omdat Stephanus, om zijne achtervolgers te ontkomen, zich verschuilde in een kolenveld. Morgen vertel ik al een eerste gedeelte van Allerkinderen (28 december)
Het slot van mijn Kerstvertellingen uit vroeger jaren
Ook het wangeloof speelde een serieuze rol op Kerstavond. Bijna overal heerst de gewoonte een stukje brood en een glas water op de vensterbank te zetten - in zekere dorpen leggen de mensen haver en stro voor de staldeur : klokslag twaalf is alles gewijd. Het water bederft niet noch verdampt; men deelt het brood aan mensen en dieren; de hoen dat de haver pikt, zal de vos niet moeten vrezen; de koeien die van het hooi eten, kunnen geen kwaad als ze 's zomers in natte klaver grazen. Water om middernacht geput, geneest de maagpijn. Geen vlees eten, bewaart van tandpijn. Appelen eten brengt zweren. Op kerstdag en Nieuwjaar wordt onder of in de ooftbomen geschoten om ze vruchtbaar te maken. Kinderen op Kerstdag geboren hebben ros-blond haar. Jezus was ook ros-blond. Deze kinderen zijn van God gezegend, men schrijft hen het waarzeggen toe. (Zij werden vroeger ter gelegenheid der loting geraadpleegd.) Na de Kerst vertel ik dan weer een en ander in verband met de oude gewoontes rond Nieuwjaar. Voor straks aan iedereen : EEN MOOIE KERSTAVOND Oh ja...nog dit : Leg vanavond zout op tafel, is dat morgenvroeg gesmolten, dan zal het jaar regenachtig zijn. 't Is maar dat je 't weet.
Voor de boer en misschien ook wel voor ons dagelijks voedsel, zou het in december koud moeten zijn en zou het bovendien nog veel moeten sneeuwen ook want zegt ons een weerspreuk :
" Met december koude en sneeuw in 't land, dan wast het koren zelfs op het zand ! "
Ik begin zo stillaan te vrezen voor dat koren ! Op naar morgen dan wanneer er weer een heel pak weerspreuken zijn, allemaal in verband met Kerstmis
Bij de Noorderburen was de sperreboom een goddelijke boom om zijn altijd-groen zijn, bij de Joelfeesten werd hij verlicht. De brandende boom, symbool van de herleving, werd gekerstend tot symbool van Christus. Die boom is ook de paradijsboom met de ontsterfelijke vruchten door Adam en Eva verbeurd, herwonnen door den nieuwe Adam : Jezus uit Maria geboren. Kan. P. Croon in zijn almanach voor heden en morgen, weet te zeggen dat men op Kerstdag nieuwe kleren moest aantrekken : Wat schande voor mynheer, waer dat op eenen kerstdag langs de stad te gaen met ander heeren en aen het lyf te hebben niet dat ook wat naer de mode ziet, gansch zonder nieuwe kleeren. En peynst ook eens, hoe dat mevrouw te kerken durven komen zou, met overjaerde kraegen. Al zyn haer kleeren nog zoo goed, zal zy, gelyk een ander doet, geen nieuwe mogen draegen? Maer heer en vrouwen niet alleen, en Jan en Trien dat z'elk en d'een al weet men't niet waer haelen, die moeten op zoo groote feest op 't allernieuwste zyn geleest al zou men 't nooit betaelen. De kinderen plachten ook op Kerstdag een bezoek te brengen aan peter en meter, waar zij geschenken kregen. Morgen geef ik u tot slot nog een stukje wangeloof mee !
In Brabant en Limburg at men op Kerstavond gewijde gortbrij, die in zekere kloosters verkocht werd. Meest wordt men genood op wafel- en pannenkoekbak; men drinkt erbij warmen punch of wijn. Te Brussel, bij de burgerij, is het feestmaal in voege gebleven, de kastanjen nochtans vervangen er de zoete eikels der oude Belgen. Indien tijdens het maal een licht uitgaat, wordt het als een ongeluk beschouwd : een der gasten zal gedurende het jaar sterven. Na de maaltijd wordt de toekomst geraadpleegd. Men giet daartoe gesmolten lood of eiwit door de opening van een sleutel in het water, dan bekomt men allerlei figuren die in verband staan met de toekomst. Zo zal de jongeling ene naaister huwen wanneer het gegoten lood ene schaar verbeelt, het meisje zal dan een kleermaker tot echtgenoot hebben. Verbeeldt het een blad of boek, dan wijst het een bureelschrijver, enz. Ook worden nootschelpen gebezigd waarin kleine stukjes brandende kaars gesteld worden en op het water drijven. De wijze waarop en hoelang ze branden duidt den levensloop aan; komen er twee in aanraking, dan voorspelt het een huwelijk. Het oprichten van een Kerstboom dagtekent van jongeren tijd in onze gewesten. Het was bijzonderlijk de kasteelheer die er ene ten huize oprichtte en de arme kinderen onthaalde om den boom te plukken. Daar vonden ze speelgoed en lekkernijen, warme kleren en geld. Morgen vertellen we weer een beetje verder...tot dan ?
Kijk dezer dagen eens rond in je tuin, op grasstroken of waar dan ook, om te zien of je geen molshopen ziet ! Want de mol vertelt ons heel veel over de winter, lees maar :
" Zijn er eind december al veel mollen, dan laat de winter met zich sollen. "
Zelf heb ik er al naar uitgekeken, maar ik heb er helaas nog geen enkele gezien, dus.....???? Brrrrrrrr zeker ?
Kerstnacht is een wondere nacht. Talrijk zijn de sagen en sprookjes die erover aangetekend staan. Ik verwijs enkel naar de klokkensagen van vervloekte en verzwolgen klokken die men om middernacht kan horen in de klokputten te Asse, Beveren, Dendermonde, Liedekerke, Maldegem, Opoeteren, Wieze enz. In menig dorp gelooft men aan den Hellewagen of bloedkaros die om middernacht door de lucht rijdt. In de Luythagen (Mortsel) is het de brandende wagen van een boer die, volgens de overlevering, de feestdagen niet eerbiedigde en zelfs op den heiligen Kerstdag hout ging halen met zijn wagen. Te Brugge keren de leeuwen der Leeuwenbrug zich om wanneer het 12 uur slaat op den Halletoren. Te Gent verandert het water der Lieve in wijn enz. Op Kerstavond zet men de plant, roos van Jericho geheten, in water, tegen middernacht spreiden de korte vertakkingen zich uit en vertoont ze een bloeivorm als die ener roos. Vrome mensen komen buiten hun hoeve, knielen aan de deur op klokslag middernacht en doen een kruisgebed. op dat ogenblik gaat Gods zegen door de lucht Morgen laat ik de volkskundige kalender weer verder vertellen !
Ik geef u graag enkele zeer oude tips mee voor wat het weer betreft. Neem voor ene keer nu eens van mij aan, dat deze tips toch wel ergens zeer betrouwbaar zijn !
Als des Winters een noorderwind waait, zo hij verloopt, mag men regen verwachten. Zo de sneeuw en het ijs zonder zonneschijn smelten, is er rijm op handen. Als op enige dagen vorst ene duistere lucht volgt, is er sneeuw te verwachten. Begint het te vriezen na Noorder- of Oosterwind, zo zal de vorst aanhouden. EN.....Begint de winter met sneeuw, dan zal hij lang duren !
Kijk dus uit en .....voorspel voortaan zelf het weer !