Ik ben alien in space, en gebruik soms ook wel de schuilnaam zotspook.
Ik ben een vrouw en woon in in het spokenkot (spokenland) en mijn beroep is zorgkundige.
Ik ben geboren op 14/03/1952 en ben nu dus 72 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: tuinieren, turnen, dansen, fietsen, reizen en uitstappen maken, Barbie- en Bratzpoppen verzamelen, mazen, haken en breien..
M'n andere grote hobby is de Russische Tsaren verzamelen, en vooral de laatste tsaar met z'n familie boeien mij enorm.
HIEP, HIEP, HIEP HOERA. Op 16 april wordt de jongste dochter hier weeral een jaartje ouder, amai wat vliegt de tijd rap. En bij gebrek aan een foto zullen wij haar hier vertegenwoordigen als de drie onvervalste musketiers.
Hier achter mij stroomt er een beek die ze de grote Herk noemen, tja het is ook achter Hasselt in het plaatske dat ook de naam ervan draagt, mooi he ! Deze beek kan overstromen hoor, amai als het geregend heeft zie je overal water in de weides. En gewandeld wordt er hier ook heel veel gedaan, door straffe wandelaars, daar kan je van opaan. En oude boerenpaarden staan daar soms ook al is te koekeloeren in de winter, en in de zomer zijn ze te gast in Bokrijk om voor de huifkarren te staan en toeristen door de bossen te loodsen.
Hier ben ik op bezoek bij het natuurreservaat van de Hombeek zoals jullie zien, groene weides, vele populieren, een mooi uitzicht en heel stil. De populieren hebben nog geen blaadjes en zijn nog heel kaal. Spoken kan ik hier naar hartelust.
Hier sta ik voor een onvervalste veldkapel, vroeger werden die in mei nog mooi versierd, maar nu zien ze er verlaten uit. Misschiens is ze binnekort wel mooi versiert tegendat het mei word wie weet. En tja zoals jullie zien, ik kom overal he ! Bij oude bosjes, oude mijnterreinen, natuurreservaten, kapellen, paarden, oude stallen en schuren, enz.....
Het wemelt in de Mei van blonde kleinen, nabij de veldkapel; De takken van de grote linde deinen rondom de veldkapel; Maria hoort de zoete litanieën Der boerenkindren en der honingbieën. Ave Maria, Ave Maria!
Een paradijs van bloemen ziet men spruiten, nabij de veldkapel; Terwijl de vogels in de takken fluiten, rondom de veldkapel. Maria hoort in t heilig avondzwijgen Een jubelpsalm van nachtegalen stijgen. Ave Maria, Ave Maria!
Het koele dorpke ademt niets dan vrede, nabij de veldkapel; Zijn sluimer is n enkle reine bede, rondom de veldkapel. Maria hoort, terwijl de sterren glanzen, de naklank van de laatste rozenkransen. Ave Maria, Ave Maria!
Hier ben ik terrecht gekomen bij een heel onderkomen bosje, met afgewaaide en kromme of dorre bommen, vele takken die er liggen, veel gedroogd onkruid, vele doornen, onbereidbare voetpaadjes, enz.... Tja dat men dat zo laat verkommeren is toch jammer he! Men zou er een prachtig wandelgebied van kunnen maken.
De bloesems zijn er nog niet zoals je kunt zien, maar de blaadjes die zijn er wel, de bloesems staan op uitbarsten, die zullen achter een paar dagen wel beginnen, ik ben nu is heerlijk gaan spoken in de boomgaard en de bloesems is gaan verschieten goed he !
En zoals julllie hier achter mij zien, de bloesems zijn er nog niet, ik heb vandaag is een spokenbezoekske gebracht in de boomgaard en ben de knoppen is gaan verschieten, dat ze is ne keer moeten gaan bloeien, ze staan wel heel goed in de knoppen, maar wanneer ze gaan springen dat weet ik niet. Hopelijk zullen ze wel achter een paar dagen gaan bloeien als het zonneke blijft schijnen. Binnekort zie je mij in de bloeiende boomgaard met heerlijke bloesems.
O pereboom, o pereboom, wanneer bloeien de bloesems nog zo schoon Ik heb je laatst in de boomgaard zien staan, toen zaten er nog geen bloesems aan, O pereboom, o pereboom, wat zijn je bloesems nog zo schoon.
Waar ben ik hier wel niet terrecht gekomen? Bij een oud kapeleke met een beeldje in? Moet ik nu gaan zingen of zo? Allee ik zal hier dan ook maar dat overbekende liedje zetten helemaal ken ik het niet.
Waar men gaat langs Haspengouwse wegen, oude hoeves, huis of tronk. Komt men nu Maria tegen, staat je beeltenis te pronk, Lach ons toen uit lindegroen, bloemekrans of blij fatsoen, mogen nimmer hier veranderen o gij lieve Vrouw van Haspengouw O gij lieve Vrouw van Haspengouw.
Achter mij zie je een ouwe versleten schuur met wat oude rommel in, zo'n ding heeft toch wel geschiedenis he, wie weet wat daar allemaal al wel niet gebeurt is voor ik er gaan spoken ben.
Dit is een rasechte Canarische tweeling Aira en Sivan afkomstig uit Gran Canaria, ze stonden daar zo eenzaam en verlaten in een heel klein winkeltje dat ergens in een verloren hoekje was in Playa del Ingles. Dit zijn onvervalste Canarische en Spaanse dames. Ze zijn maar met ons mee gekomen en hebben hier nog een prachtig plekje gevonden bij de hele verzameling.
Er is ham voor onze boterham, in de tent, in de tent er is ham voor onze boterham, in de tent van de asistent, dat wist ik niet en bovendien, dat kan ik zonder bril niet zien, dat kan ik zonder bril niet zien.
Er is bier voor onze almoezenier, in de tent, in de tent, er is voor onze almoezenier, in de tent van de asistent.
Hier staan heel gezworen kameraden, we zullen elkander nooit verlaten, wij zijn bijeen en we blijven ondereen, we zijn gezworen kameraden, hup, hup, hup, leve onze klub sa jongens ga opzij want de kameraden gaan voorbij, leve, leve, leve onze klub, hup, hup hup.
Allee vanuit het bos kom ik jullie en iedere bezoeker een heerlijk Paasfeest toewensen, met heel veel paaseikes, veel kuikentjes die goed piepen, een beter weer dan nu, m'n paaseikes heb ik al geraapt hoor, en ze hebben lekker gesmaakt en vorige nacht op de spooktocht was er heel veel lawaai, kort bij die toch waren er heel veel van onze Noorderburen de vrolijke Nederlanders aan het joelen, en ze hebben zich goed geamuseerd hoor, daar kan je donder op zeggen. En ik heb mee gejoelt. Maar m'n spooklawaai kwam er helaas niet bovenuit.