Bart zijn verhalen
verhalen voor alle lezers in quarantaine
28-04-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.2 Tropische wandeling bloemen uit de plantentuin van Meise.

Tropische wandeling bloemen uit de plantentuin van Meise.

 

We wandelen voorbij de luciferplant of cuphea ignea. Zeer rijk bloeiend en afkomstig uit Mexico. De plant behoort tot de germeliaecea familie en is ongeveer 1 m hoog. De kelk is scharlakenrood met een zwarte rand. De kroon van de bloem ontbreekt. Het is alsof men een doos lucifers in de plant geworpen heeft.

 

Insectenetende planten groeien zowat overal ter wereld maar zeer overvloedig in Australie, de Tropen en Nieuwzeeland. Drosera’s hebben de eigenaardigheid hun gevangenen te verdrinken.

 

Onze Belgische heide kent ook een vleesetend plantje. de drosera rotundifolia of zonnedauw. Evenals de metalansis vangen zij insecten die zij met hun tentakels vasthouden. De harige tentakels scheiden een soort maagsap af zodat het insect verteerd. Drosera is het Griekse woord voor bedauwd.

Wie Zuid-Afrika zegt denkt aan het suikerbossie of Protea. De plant dankt zijn naam aan de Griekse God: Proteus: hij die zich willekeurig van gedaante kon verwisselen. Het blad zelf kan dikwijls ook zeer veel verschillen. De suikerbossie is een ideale bloem voor droogboeketten.

 

De gele kleur van de butomus nymphoides die ook zwanenbloem genoemd wordt trekt ons aan. Zwanenbloem omdat de stampers op kleine zwaantjes lijken. Zij groeien vooral in moerassige gebieden.

 

Uit het land van de glimlach komt deze prachtige hibiscus. Bij velen een bekende kamerplant. De bloemen bloeien slechts 1 dag doch de knoppen volgen snel elkaar op. De struiken kunnen 6m hoog worden. Ze gedijen het best in een vochtige atmosfeer.

 

Eerder zeldzaam is deze geel gekleurde hibiscus ook wel Chinese roos genoemd Zij behoren allen tot de familie van de heemst en stokroos die ongeveer uit 200 verschillende soorten bestaat.

 

De originele struik heeft rode enkelvoudige bloemen .Maar beschouw hier onder eens deze prachtige bloemige dubbele hibiscus .

 

 

28-04-2020 om 10:20 geschreven door Bart

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
27-04-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.1 Tropische wandeling bloemen uit de plantentuin van Meise.

Tropische wandeling bloemen uit de plantentuin van Meise.

 

Een mooie passiflora kijkt ons aan. Deze passiebloem is één van de 60 soorten die ons bekend zijn voor hun eetbare vruchten. Uit één ervan wordt de grenadine gemaakt.

 

Wij komen bij de bromeliaceae, de familienaam voor bv. Alle anansachtige. Allen zijn het  tropische planten hieronder één van hen: de guzmania. Deze leeft zowel in de bomen als in de grond.

 

Evenals de vriesea fulgida behoren zij tot één grote familie van ongeveer 1600 ananasachtige. Na bloei en vruchtvorming sterven zij af. Deze plant eist een hoge luchtvochtigheid. Zij is de ongekroonde koningin der bromeliaceae. Ceae wil zeggen achtige.

 

De meesten van hen leven hoog in de boomkronen der Braziliaanse oerwouden. Aechmea’s benuuten de boomtakken als steun en wortelen zich in de ter plaatse gevormde humus. Zij onttrekken echter geen voedsel uit de boomtakken. Zij leven van lucht en water.

 

De bij ons meer bekende kamerplant nidularium toont duidelijk de gootvormige bladeren om zoveel mogelijk regenwater op te vangen. De bloemen hebben geen steel. Nidus is het latijnse woord voor nest. (nestbromlia)

 

Bijna alle bromeliaceae voeden zich zoals deze prachtige Guzmania met zijn draadvormige wortels,  met zuigmondjes. Deze zuigmondjes zitten onderaan de rozetten. Deze plant wordt ook wel eens scharlakenster genoemd.

 

Enkele uitzonderingen onder andere: bilbergia en de bromelia. Beiden bromelia-achtige die zich op de grond tot statige planten kunnen ontwikkelen.

 

27-04-2020 om 09:55 geschreven door Bart

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
26-04-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.bloemen zeggen zoveel meer

Deze bloemen zeggen tien keer meer

Dan ik je vertellen kan telkens weer

Wit van mijn oprechtheid

Groen van uw frisheid

Het rood geeft mijn warme liefde weer

Die groeit ieder jaar telkens meer en meer

Bart

 

 

De viroloog zegt het telkens weer

Hij waarschuwt ons meer en meer

Afstand houden is een vaste waarde

En dat telt voor de hele aarde

Volgen wij allen heel gedwee

Dan wordt besmetting niet telkens maal twee.

 

26-04-2020 om 09:46 geschreven door Bart

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
25-04-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.6-Mineralen verzameling Paul van Hemelrijck tekst Ingrid Haxelmans fotografie Bart Daems

Mineralen laatste deel

 

 

Dioptaas is een zeldzaam mineraal dat uit kopersulfaten bestaat. Geslepen is het een uitzonderlijk mooi juweel. Het is zowel hard als broos tegelijk.

 

Zeer zeldzaam en ook zeer mooi is auricalciet, meestal met limoniet als moedergesteente. De blauwgroene naalden vormen een prachtig tapijt. Het is een echt sierstukje voor de verzamelaars.

 

Nog een zeldzaam kopermineraal is malachiet dat plaatvormig kristalliseert. Het is prachtig om siertafels uit te vervaardigen of als wandbekleding zoals bv. In het winterpaleis in Leningrad.

 

Aphofilliet, roos, geel of groen wordt voornamelijk in Indië gevonden. Het is een zeldzaamheid die vooral door verzamelaars begeerd wordt.

 

Een zeer zeldzaam mineraal is okoniet. Okoniet is parelmoerglanzend in kristalliseert in zeer fijne haartjes. Daarvoor echter bestaat uit glanzende witte bollen. Dit exemplaar bevat zowel de bollen als de uitgekristalliseerde naaldvormige kristallen. Voor ik begon te fotograferen waren het alleen glanzende witte bollen. Maar door de warmte van de belichting (tijdperk van gloeilampen) werd de kristallisatie in gang gezet.

 

De woestijnroos is niet zoals weleens verteld wordt, de versteende vormen van kameelurine, het zijn ook geen versteende uitwerpselen of spuwsels van djinns maar gewoon een ophoping van gipskristallen gebakken in het hete woestijnzand. Na een zandstorm gaan de Arabieren ernaar op zoek om ze daarna aan de toeristen te koop aan te bieden.

 

 

25-04-2020 om 10:34 geschreven door Bart

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
24-04-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.5-Mineralen verzameling Paul van Hemelrijck tekst Ingrid Haxelmans fotografie Bart Daems

Mineralen deel 5

verzameling Paul van Hemelrijck tekst Ingrid Haxelmans fotografie Bart Daems

Marcasiet in open lucht wordt het langzaam omgevormd tot limoniet dat een gele tot bruine kleur heeft. Het wordt gebruikt in gietijzer. Bij oxidatie worden er witachtige vlekken gevormd. Soms ook gebruikt in rozetten als sieraden.

 

Marcasiet wordt dikwijls gevonden in knollen, die aan de buitenkant reeds de omzetting naar limoniet vertonen. Nadat we ze hebben open gekapt kunnen we duidelijk de straalvormige marcasiet zien.

 

De bruine tonen hier duidelijk de overgang aan dat ook wel metamorfoseproces genoemd wordt.

 

Hier onder  zie je een recent gevonden stuk marcasiet dat nog niet aan verwering onderhevig is geweest.

 

Fluoriet is een veel voorkomend mineraaldat meestal 6- 8- of 12 vormig is. Het is een stof dat glas aantast. In zuivere vorm heeft het fluoriderende eigenschappen. Ook hier weer gebruikt in sieraden.

 

Steenzout is van levensbelang voor de mens daar het als voedsel gebruikt wordt. Het is meestal kleurloos maar door onzuiverheden kan het verkleuring vertonen.

 

Azuriet heeft een azuurblauwe kleur en is plaat of prismavormig. Het is een zeldzaam kopermineraal dat oplost in ammoniak. Bij smelting wordt het zwart van kleur.

 

De welbekende smaragd is een beryl soort en wordt dikwijls geslepen voor sieraden. Beryl kan verschillende kleuren hebben Bv. Blauwe beryl die ook wel aquarmarijn genoemd wordt.

24-04-2020 om 12:47 geschreven door Bart

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
23-04-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.4-Mineralen verzameling Paul van Hemelrijck tekst Ingrid Haxelmans fotografie Bart Daems

Mineralen deel 4

verzameling Paul van Hemelrijck tekst Ingrid Haxelmans fotografie Bart Daems

 

Cerusiet met bariet is een zeer zeldzame samenstelling. De grote grijze massa hier is cerusieten wordt gevormd door loodafzetting in koolzuurrijke wateren.

 

De plaatvormige bruin-rode kristallen is bariet. Dit kan in verschillende kleuren voorkomen zoals rood, geel, groen, zwart of wit.

 

Net als lood bezit bariet de eigenschap om radioactieve straling tegen te houden. Alle dokters kennen het bariumpapje dat ingenomen wordt juist voordat röntgenopnamen van de maag genomen worden. Bariet wordt eveneens in beton gemengd voor atoomschuilkelders of als kostbaar wit pigment voor verf.

 

De kleine bolletjes bovenop deze bariet zijn kleine pyriet kristallen.

 

Pyriet bestaat voornamelijk uit ijzer en zwavel. Het kan voorkomen in de vorm van een kruis, als vijfhoek of zoals meestal in kubusvorm.

 

Wegens het goudachtig uitzicht wordt dit mineraal ook “fools gold” of klatergoud genoemd.

 

 

 

23-04-2020 om 09:22 geschreven door Bart

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
22-04-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.3-Mineralen verzameling Paul van Hemelrijck tekst Ingrid Haxelmans fotografie Bart Daems

Mineralen deel 3

verzameling Paul van Hemelrijck tekst Ingrid Haxelmans fotografie Bart Daems

 

Vele mineralen kristaliseren in een holte , geode genaamd. Aan de buitenkant lijkt dit een gewone kei te zijn, die moet worden open gekapt om het mineraal te vinden. Deze geode bevat agaat waarop kwartskristallen gekristalliseerd zijn.

 

Opaal wordt dikwijls gebruikt voor sieraden. Er bestaan verschillende variëteiten zoals bv. Vuuropaal, edelopaal, en houtopaal afkomstig uit de versteende wouden van Yellowstone park in Midden-Amerika. Anduaan opaal, zoals hier te zien, is een pas ontdekte soort (jaren 80), gevonden in Mexico.

Edelopaal wordt gekenmerkt door zijn karakteristiek kleurenspel en is de enig opaalsoort die bij de edelstenen grekend wordt.

 

Agaat wordt dikwijls samen met k<arts gevonden. Bekende vindplaatsen zijn Brazilië en Uruguay. Het heeft een uiterst fijne korrel en is een prachtig edelsteen.

 

Agaat wordt dikwijls kunstmatig bijgekleurd.

 

22-04-2020 om 07:51 geschreven door Bart

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
21-04-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.2-Mineralen verzameling Paul van Hemelrijck tekst Ingrid Haxelmans fotografie Bart Daems

Mineralen deel 2

verzameling Paul van Hemelrijck tekst Ingrid Haxelmans fotografie Bart Daems

 

De eerste bergkristallen werden in de bergen gevonden, vandaar hun naam. Ze waren zo helder dat men dacht met versteende ijskristallen te doen te hebben. Later werd dit mineraal in verschillende gebieden gevonden, tot zelfs in Winterslag in België.

 

Herkimmer-diamant, ook wel diamantkwarts genoemd. Al lijkt de vorm op een geslepen diamant toch is het geen diamant, het is een kwartssoort met dezelfde samenstelling als bergkristallen. Hij heeft die naam te danken aan zijn lichtbreking en vorm. Deze diamantkwarts werd opgedolven tijdens de afbraak van een oud huis in New-York.

 

Purperkleurige kwarts wordt amethist genoemd. Het is dankzij de IJzeroxiden dat deze purper gekleurd is. Na verhitting wordt de kleur echter geel en noemt men het citrien. Degene die in België gevonden wordt is echter slechts lichtjes gekleurd, en dit door natuurlijke radioactiviteit. Natuurlijke radioactieve straling is ongevaarlijk voor de mens.

 

Tijdens onze zoektocht in Idar-Oberstein, dat gekend is voor zijn mineralen, en vooral voor zijn amethist hebben we een bergriviertje onderzocht. De oever van het stroompje waren zo dicht begroeid dat we verplicht waren door het ijskoude water te ploeteren. Ons lijden werd beloond met de vondst van dit prachtig exemplaar. Het is tegenwoordig moeilijk om nog zo’n amethist te vinden.

Amethist uit Brazilië is door ijzeroxide violet gekleurd.

 

Hier ziet u een stalacmiet gevormd in een vulkanisch gebied. Het gesteente is door de hitte gesmolten en kan daardoor een stalacmiet vormen.

Kwarts die een lange tijd wordt blootgesteld aan radioactieve straling kan verkleuren van licht- tot donkerbruin tot zelfs zwart. Rookkwarts is daarom ook zeldzamer dan andere kwartssoorten.

 

Kathedraalraamkwarts dankt zijn naam aan zijn vorm die hier duidelijk te zien is.

 

21-04-2020 om 08:00 geschreven door Bart

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
20-04-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mineralen verzameling Paul van Hemelrijck tekst Ingrid Haxelmans fotografie Bart Daems

Mineralen deel 1

verzameling Paul van Hemelrijck tekst Ingrid Haxelmans fotografie Bart Daems

 

De meeste zwavelkristallen worden gevonden op plaatsen waar de bodem ooit eens sterk verhit is geweest.

 

Zwavel komt veel voor op aragoniet. De belangrijkste plaatsen zijn Sicilië en het Vesuvius gebied.

 

Aragoniet wordt echter niet enkel gevonden als moedergesteente voor zwavel, maar ook als mineraal op zichzelf. Dit exemplaar werd gevonden in Differdance in Luxemburg.

 

Net als steenkool ontstaat aragoniet op metaforische wijze. Dit wil zeggen: door een verrottingsproces van organische stoffen ontstaat een warmte waardoor argoniet kan kristaliseren.

 

Dit mineraal kan ook in Belgie gevonden worden zoals dit exemplaar dat uit de mijnen van Jemelle komt.

 

Eenzelfde mineraal kan in verschillende vormen en kleuren voorkomen. Hier enkele voorbeelden van rodocrosiet in verschillende kristallisatie vormen zoals compacte massa’s, kubussen en puntvormen. De rode kleur komt door mangaan. Doorschijnende kristallen zijn zeer zeldzaam en worden dikwijls in sieraden gebruikt.

 

Eén van de meest voorkomende mineralen is calciet. Het wordt over de gehele wereld gevonden, heeft dezelfde chemische samenstelling als arogoniet maar wordt koud gevormd. Calciet wordt gebruikt om polaristiefilters uit te vervaardigen.

 

 

Kwarts is harder dan glas en kan alle kleuren van de regenboog hebben; het is ook het meest voorkomend mineraal in de gehele wereld. Het is één van de belangrijkste mineralen. Van in de oertijd tot nu in de modernste technieken; van de vuursteen tot de chip. Zelfs op het strand lopen we op korreltjes kwarts.

 

 

20-04-2020 om 13:37 geschreven door Bart

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
19-04-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Herfst met parodie corona

Herfst

Zomersproeten zijn gegaan

Wintertenen kondigen zich aan

Maar wat een kleurenpalet

Een zonnestraal schiet door het bladerdek

De rust keert plots weer in mijn vertrek

Ik dank de natuur

Voor dit wonderlijk uur.

Covid 19.

Bezoeken zijn gedaan

eenzaamheid kondigt zich aan

Maar wat een rust

Geen file op de E-zeventien

Geen drukte aan de kust

Alles door die covid negentien

 

19-04-2020 om 10:16 geschreven door Bart

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
18-04-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zorg voor onze oudjes.

Een gesprek tussen begeleider eneen demente persoon uit een rusthuis. De demente persoon maakt een normaal gesprek tot plots de dementie yoeslaat.

Begeleider:

Wij wandelen straks langs de kleuterklas

De kleintjes wachten op twee rijen

Zij leerden een nieuwe rondedans

Dan breng ik je naar de brandweer op de Leien

En het nieuwe gemeentehuis

Maar eerst gaan we naar de boer, naar de koeien

Demente persoon: 

Koeien? Koeien? Die heb ik al genoeg gezien

Vroeger bij ons thuis

Het moest altijd

Koeien melken en dan naar de wei

Ieder dag, telkens weer

Ik had geluk, Martin werkte aan de trein

Want ik wou geen boer zijn

Martin is al jaren dood

Nu zit ik alleen, helemaal alleen in een home

Breng jij me weer naar huis

Weet jij de weg?

Ik moet thuis zijn voordat Martin thuis komt

Want hij heeft geen sleutel mee

 BART

18-04-2020 om 12:34 geschreven door Bart

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (1)
17-04-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Van houtskool naar levend goud hoofdstuk 3

Van houtskool naar levend goud deel 3.

 

Jan Van Houtte (kunstschilder)

Na het bezinken van het Belgisch Kongo avontuur volgt in mei 1970 de doorbraak met een eerst grote expositie van olieverfschilderijen in de BP-gebouwen te Antwerpen.

“De levensbron” brengt een dubbele boodschap. Enerzijds zowel het mystieke in het ontstaan van het leven in de cosmos, met de vrouw als voortbrenger van het leven. Anderzijds de nietigheid in ons zonnestelsel.

De planeten zijn in de juiste verhoudingen geschilderd.

 

 

“De jonge leerlooier” met daarna 2 allegorische doeken “onverwacht bezoek” en “de erfgenamen” geeft de verscheidenheid van deze kunstenaar aan.

 

Allegorie of zinnebeeldig. Jan drijft hier de spot, of liever legt de vinger op de zere plek.

“De Erfgenamen”: Slechts één die treurt: de straathond.

“Onverwacht bezoek” In het moderne drukke leven is er geen tijd om aan de dood te denken.

 

ONVERWACHT BEZOEK.

In ons moderne en druk leven heeft men geen tijd om aan de dood te denken.

Deze bediende vraagt ook even een moment voor hem, hij wil opslag maar de directeur heeft het te druk om zich voor het personeel te bekommeren.

Eén van zijn liefjes is aan de lijn. De magere sober geklede man wacht geduldig op een teken van zijn overste.

Maar de dood wacht niet en tikt de manager op zijn schouder.

 

“De Erfgenamen”: Slechts één die treurt: de straathond.

Duurt het nog lang vraagt de aasgier

Nog even en dan is het voorbij antwoord de tweede

Wees gerust er is genoeg voor ons allemaal

Evenveel voor jou als voor mij

Wat kijkt die hond toch droevig merkt de eerste weer op.

Zou die om iets treuren?

Wat ligt hem zo gevoelig dat niets hem nog kan opbeuren?

 

Zijn allernieuwste kunstuiting is de “ikonacee”. Daniel Crul, bekend restaurateur wekte bij Jan tijdelijk interesse voor iconen.

 

Zijn bedoeling werd echter niet het nabootsen van specifieke iconen. Hij maakt gebruik van moderne technieken om de icoon in zijn persoonlijke kunstuiting te ontwikkelen.

 

Hierin geeft het levend goud de hoofdtoon aan. Vanuit verschillende gezichtshoeken verandert dit goud in een wonderbaarlijk verschijnsel van effecten.

 

De ikonacee is geheel nieuw. En dat ligt volledig in de lijn van Jan van Houtte, steeds in de betrachting om de schilderkunst met een ander materiaal te bestrelen.

 

De woorden “Non omnis moriar” zijn zeker van toepassing voor deze grootmeester. “Ik zal niet volledig sterven”

 

Deze uiteenzetting laat slechts maar een klein percent zien van Jan zijn werken. Op zijn tachtigste verjaardag exposeerde hij nog voor 700 bezoekers in 8 zalen. Alle werken waren van hem alleen, van 8 tot 80 jaar.

 

               Daniel Crul, een bekend restaurateur, wekte bij Jan een tijdelijke interesse voor de icoon. Toch was dit niet voldoende voor hem. Jan wou verder, breder. Na enkele nachten nadenken had hij plots een idee. Hij had nog geen naam maar de bedoeling was niet het nabootsen van specifieke iconen (wat ook kan natuurlijk), maar gebruikmakend van de moderne technieken, de icoon in zijn persoonlijke kunstuiting te ontwikkelen. Het goud levend makend en de hoofdtoon laten aangeven. Na enkele proeven zag de kunstschilder dat het goud vanuit verschillende gezichtshoeken veranderde in een wonderlijke verschijnsel van effecten. Vandaar levend goud. Jan koos voor de naam “iconacee” of icoonachtige. De iconacee is volledig nieuw en dat ligt volledig in de lijn van “Jan Van Houtte”, steeds in de betrachting de schilderkunst met ander materiaal te bestrelen.

               Iconen bestaan reeds van in de 6de eeuw. Zij behoren niet tot de artistieke wereld maar zij zijn een onderdeel van de religieuze liturgie. Ze bestaan uit een houten drager, zijn met goud bewerkt en bevatten meestal kerkelijke motieven zoals beeltenis van heiligen, Moeder Gods of Jezus. Het bladgoud dient enkel om het verhevene aan te geven, zoals een aureool boven het hoofd. In de 6de eeuw kende men nog geen olieverf daarom gebruikte men eierdooiers gemengd met water en azijn “tempera” genaamd. Tempera is het Latijn voor mengen. Deze mengeling geeft een frisse kleur maar is aan bederf onderhevig. Men moet het aanmaken en onmiddellijk gebruiken, daarenboven droogt het heel snel en bemoeilijkt het zo de schilderkunst. De houten drager wordt herhaaldelijk volledig vlak geplamuurd en geschuurd tot alle nerven verdwenen zijn.

               Iconaceën worden geschilderd met goud. Deze nieuwe techniek is ontworpen in 1983 door Jan Van Houtte zelf en is afgeleid van de icoon met toch wel enkele verschillen: een iconacee hoeft niet noodzakelijk iets met de kerk of een geestelijke waarde te maken hebben Zij is zuiver artistiek. De voornaamste eigenschap van deze techniek is de invloed van het “levend goud” op de kleuren, wat een schijnsel van effecten geeft, zelfs zichtbaar in het duister.

Het bladgoud komt hier dan ook op de eerste plaats, het is fundamenteel voor iedere iconacee. De gouden versieringlijnen komen bovenop de olieverf.

Het bladgoud wordt rechtstreeks op de plank aangebracht zodat de nerven steeds zichtbaar blijven en geven mee de toon aan van het kunstwerk.

Deze techniek is prachtig toegepast op de vissen in de onderwater zichten, kerstroos, Boeddha's en vele andere objecten. Het is door deze bijzondere technieken dat Jan zelfs een drie dimensioneel effect weet te bereiken. Een belangrijke eigenschap van bladgoud is dat dit materiaal niet verweerd, binnen duizend jaar heeft het nog steeds dezelfde briljante kleuren.

De iconacee kan extra versierd worden door er edelstenen in te leggen.

               Een verdere ontwikkeling brengt Jan tot de chrysogonieën. Het Griekse woord ‘chysogonos’ wil zeggen “uit goud geboren”. Het voornaamste kenmerk van deze techniek is dat deze in reliëf is uitgevoerd. Dit reliëf wordt gevormd door een half verheven en verguld boetseerwerk omgeven door gedroogde bladeren, al dan niet verguld en verder afgewerkt als een iconacee. De omlijsting gebeurt in fluweel. De chrysogonie verweeft natuur en kunst aan elkaar.

 

Powertex (verf met mortel).

               Powertex is een textiel verharder, een milieuvriendelijk alternatief voor polyester. De verharder is gemaakt op waterbasis. U kunt er alle materialen mee verharden die absorberend zijn zoals: textiel, papier, karton, pluche, leder, glasvezelmat enz. Powertex is uitstekend te combineren met zelfhardende kleisoorten, beton, steen, keramiek, hout, zand en Stone Art. Stone Art is een soort papier-maché met een zeer specifieke samenstelling. In combinatie met Powertex kunt u een zelfhardende klei maken, grove en fijne structuren alsook steen effecten verkrijgen.

 

 Jan ging in 1954, hij was toen 22 jaar, met zijn Franssprekende oom Charles (comandant bij het Belgisch leger) naar het museum voor natuurwetenschappen in Brussels. Hij zag daar de skeletten van grote vissen en zoogdieren. Onderweg naar huis broeide bij hem reeds de fantasie. Hoe zou het er vroeger uitgezien hebben? Welke grote dieren leefden er toen?

Thuisgekomen vond hij oude vel papier en maakte één van zijn eerste waterverven.

               Twee van de geraamtes heeft hij in vlees en bloed voorgesteld.. Uit voorbedachte raden koos Jan geen iguanodons (plantenetende dinosauriërs), door de minderbekende soort te kiezen kon hij meer zijn fantasie laten gaan.

Het landschappelijke gedeelte sproot tevens ook voort uit zijn rijke fantasie.

              Tegenwoordig worden zulke tekeningen samengesteld door specialisten met behulp van computers. Jan deed het reeds in 1954 met enkel een geraamte als voorbeeld, waterverf en een penseel. Hij was slechts 22 jaar.

Zijn moeder was er niet gerust in:

“Wat is dat toch met onze Jan met al die monsters?”

Achteraf blijkt hoe sterk zijn fantasie de werkelijkheid benaderd.

 

ENKELE TENTOONSTELLINGEN van Jan:

1970 BP-Building, Antwerpen.

1980 Flora-Fauna Expo ‘80, Zoo v. Antwerpen.

1981 Art Expo, New York en Texas (Dallas).

1982 Coliseum, New York.

1983 Laforet Museum, Tokio.

1984 Het Vleeshuis Lier

1985 Galerij Jos Cambré, Bouwel.

1986 Sachsenburg, Oostenrijk.

1987 Chopin, Middelkerke.

1988 C.C. + Daviidsfonds, Malle.

1989 Centro Cultural, Tenerife.

2012 Jubileumjaar van Jan, Oude pastorij Malle.

 

Andere Creatie:

Emanicipatie v/d vrouw, onderwaterzichten met

Goudblad, rode portretten zonder neus, voodoo-kultuur, de 4 elementen water-vuur-aarde-lucht, Azteekse godheden in Powertex Stone Art, ééncellige bacteriencolonie reeds geschilderd in 2011. (zie onderaan).

enz.

 

Hoogtepunt in zijn levenswerk: De Ring Der Liefde. Rode draad: de mens blijft centraal.

(Te bezichtigen in dienstencentrum “DE RING”.) 19 bekende personen die iets betekenden voor de mensheid. Onderaan centraal de gewone mens.

 

RING DER LIEFDE. (Nr ?? Bescikbaar)

Goede mensen die samen horen

Nog vers in ons geheugen

Ze zijn in dezelfde eeuw geboren

Ze deden veel goede dingen en waren verdienstelijk.

Eerst stond Christus mee van voren

Maar die was uit te oude doos

Daarom werd hij niet op de schilderij gezet

Enkel op de voorstudie staat hij altoos

Maar is nu vervangen door Jan met de pet

 

Eéncellige bacterie kolonie opmerkelijk nu in deze corona tijd. Maar Jan schilderde het reeds in 2011.

Einde Verhaal.

 

17-04-2020 om 09:35 geschreven door Bart

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
16-04-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Van houtskool naar levend goud hoofdstuk 2

Van houtskool naar levend goud hoofdstuk 2.

Jan en Belgisch Kongo.

 

               In 1951 studeerde Jan aan de tuinbouwschool in Gent om na zijn legerdienst ontwikkelingshulp te gaan doen in Belgisch Kongo.

Jan vertrekt op 24 jarige leeftijd naar Belgisch Kongo als ontwikkelingshelper. Men had dringend zijn hulp nodig want voor zijn specialisatiejaar kreeg hij gewoon een boekenpakket mee als zelfstudie.

Met het diploma van agronoom op zak kreeg hij de opdracht van INEAC om de inlanders gewassen te leren telen en hun teelt te verbeteren. Vanuit de hoofdpost Yangambi werkte hij op diverse plantages vooral in het oosten van Belgisch Kongo. Op zijn eerste werf stonden dahomey runderen en enkele paarden. Dahomey koeien zijn dwergkoeien die met weinig en schrale weides in leven kunnen blijven. Zekere morgen had één van de hengsten vuil aan de neusgaten. Jan moest beslissen wat er verder mee moest gebeuren. Het zelfstudie boekenpakket ging over veeteelt, hun verzorging en genezing. Het boekenpakket werd snel diagonaal doorgenomen, Jan liet dekens aanrukken om rond de hals te binden, hij dacht dat het paard een verkoudheid had. Het mocht niet baten, het paard stierf en Jan liet het in stukken snijden, zo ontdekte hij dat de luchtpijp van het paard verwrongen was waardoor het paard eigenlijk gestikt was. Omdat het geen ziek paard was dacht Jan om het onder de inlanders te verdelen, maar zij kenden het vlees niet en weigerden ervan te eten. Jan liet het dan maar begraven.

               In de negerdorpen ronselde Jan de nodige arbeidskrachten. Zo leerde hij de verschillende volkeren kennen. De verscheidenheid in de stammen wekte bij Jan grote belangstelling, hij lette vooral op hun zeden en gewoontes. Van zijn persoonlijke boy, Gaston, leerde de meester hoe hij met de bevolking moest omgaan. Hij had een camera gekocht maar al vlug begreep hij dat er niet gefilmd mocht worden. De stamhoofden dachten dat zij zo hun ziel in het zwarte kastje zouden verliezen en hun volgelingen werden bang van het zwarte doosje.

               Jan gebruikte zijn talent als tekenaar en begon met potlood op papier te tekenen. Zo werden zowel karakteristieke als etnologische portretten van de inlanders, tovenaars en stamhoofden vereeuwigd. De modellen poseerden maar al te graag voor de blanke man en Jan vond het zo fijn om hun verwonderd gezicht te zien wanneer zij het resultaat in ontvangst mochten nemen.

               Jan was een graag geziene gast in Kongo. Zo kreeg hij van de verschillende stammen velerlei geschenken zoals beeldjes, een waardigheids-mes, muziekinstrumentjes en nog veel meer. Toen hij op een namiddag in de Kongostroom wilde gaan zwemmen hebben zijn mensen hem zelfs voor de dood behoed. De stroom zat vol giftige waterslangen en dat wist Jan niet. Voor hij zijn tweede voet in het water kon zetten werd hij reeds teruggefloten, want al lijkt het niet zo maar een negerbevolking heeft alles rondom hen gezien. Gaston, Jan zijn boy, werd razendsnel verwittigd en die heeft Jan direct terug uit het water geroepen. Anders hadden wij waarschijnlijk nooit iets van Jan gehoord.

               Jan kreeg van de inlanders meer gedaan dan de meest andere blanken. Een braakliggend stuk grond van 16 ha (32 voetbalvelden) wilde Jan laten beplanten maar hij had geen vervoer en al de bomen 6 tot 10 kg per stuk moesten stuk per stuk aangebracht worden. Jan vroeg aan zijn werklieden: “Wie wil voor mij iedere morgen één boom meenemen?” Zo gebeurde het dat alle mannen iedere morgen een boom op hun hoofd legden en 1 uur lang deze meenamen naar het braakliggend stuk grond. Toen de manager dat hoorde wat Jan van zijn mensen gedaan kreeg werd hij onmiddellijk benoemd en werd hij als voorbeeld aangehaald.

               Na de onafhankelijkheidsverklaring hebben zijn werknemers en hun families hun chef geholpen om veilig uit de hoofdpost Yangambi te vertrekken. Dit heeft Jan te danken aan zichzelf want hij behandelde de bevolking steeds als mensen en zij behandelden hun chef als hun vriend.

 

 

“Jan hebt kunstopleiding genoten?”

 

 

 

“Enorm veel heb ik te danken aan wijlen prof. wijlen proffesor. Paul Wante. Toenmalig directeur van de academie van Berchem. Hij leerde ons o.a. dat tekenen vooral betekend zijn ogen te gebruiken.”

 

Wegens zijn verblijf in het toenmalig Belgisch Kongo vereeuwigde Jan karakteristieke en etnologische portretten zoals de inlanders, stamhoofden, en tovenaars van het evenaarsgebied.

 

 

 

Jan en de inlandse stammen

In Ruanda Urundi: TUTSI

 

In N.O. Kongo: MANGBETU: De dochter van de chef stond model voor Jan.

 

In Kisangana of Stanleyville: WAGENIA; De chef zelf was model.

 

Op de evenaar te noorden van de congostroom: TOPOKE

Deze stam was de enige die tegen StanLey durfde te vechten, de andere negerstammen zetten het op een lopen bij het zien van een blanke. De boy van Jan was een Topokees

         .

Aan de kongostroom: LOKELE: De handelaars op de kongostroom en kwamen zo in kontakt met Jan.

 

Plantage aan de Gazi: TURUMBU

Deze mensen waren de minst verstandige en laagst in rang. Toch werden deze mensen door Jan niet verstoten: op een morgen reed Jan met zijn boy Bolongola (Gaston) naar de marktplaats bij de Topkezen. Daar kwam een Turumba langs en Gaston Spuwde de man in het aangezicht. Jan vreesde voor een straatgevecht maar er gebeurde niets, de Turumba ging zonder iets te zeggen verder. Jan gaf Gaston een standje, want iemand in het aangezicht souwen doet men niet. Toen antwoordde de Topkees: “Mijn vader at deze afstammelingen gewoon op als zij op ons grondgebied kwamen, ik spuw gewoon maar in zijn aangezicht, hij mag dus niet klagen.”

 

Onder Zimbabwe links naast Botswana: MABUDU.

Een koning kwam langs en bracht zijn eigen orkest mee. Later in de dag haalde de gewestbeheerder van de Mabudu stam een platendraaier uit de kast, draaide met de hand de accu op en liet de muziek horen. De koning kon de show echter niet waarderen en zei laconiek: “Mijn muziek is mijn muziek en de uwe is de uwe.”

 

 

PYGMEEVADER

Leefde in Kinshasha aan de Uele. Uele is de naam van een grote rivier.

“Uele Uele: Maliba Makasi”

Ouele ouele: roei met kracht. (Vrij vertaald. )

Dit lied zongen de mannen wanneer zij met hun prauwen op de rivier roeiden.

 

Deze portretten in pastelkrijt vielen zo goed in de smaak dat men jan uitnodigde om in het buitenland te exposeren.

 

Om een overbekend iemand na te schilderen moet men lef hebben, maar lef heeft Jan. Dit portret behoeft geen naam iedereen herkent de wereldberoemde Einstijn onmiddellijk. Dit portret werd geëxposeerd in Texas.

 

Ngoeroe priester.

%%%FOT10%%%

Vader Van Houtte was zoals, gewoonlijk, weer een ernstig boek aan het lezen. Ditmaal van Ghandi.: “Deze priester uit India moet je eens schilderen.“ raadde hij zijn zoon aan. Jan nam zijn raad ter harte en maakte dit kunstwerk.

 

Nadat Jan Van Houtte zilver behaalde in New-York met o.a. “wageniachef” en het “magnbetumeisje” volgde snel daarna Mexico en in februari 1985 werd zijn werk tentoongesteld in Tokio.

 

               De stam Mangbetu situeert zich in noord oost Kongo en zij zijn afstammelingen van de Soedanezen.

               De rijkere notabele getrouwde vrouw draagt een mandje (huif) op haar hoofd. Hun haar word in de huif gevelcht.

               Wanneer hun haar moet bijgeknipt worden word het haar eerst ontrafeld en over het mandje gelegd . Daarna wordt het haar weer netjes in de huif gevlochten.

In 1983 selecteert het Franse “Foundation Bilan de l’Art Contemporon “ nabij Parijs onze kunstschilder om deel te nemen aan een wereldtentoonstelling van hedendaagse kunst te New-York.

Jan Stuurt 2 kunstwerken op: “DE WAGENIA CHEF” en het “MANGBETU MEISJE”.

Het prachtige portret van dit jonge meisje bracht Jan een zilveren medaille op. WAGENIA CHEF? Einstein Kort daarna exposeerde Jan in Mexico en in februari 1985 werd zijn werk tentoongesteld in Tokio.

 

“Jan Wat betekende Afrika voor uw kunst?”

“Deze periode heeft ongetwijfeld een beslissende rol gespeeld in mijn kunst carrière.”

 

 

Inderdaad , de weelderige jungle met zijn levendige insecten, zoals deze vlinder, bekoorde de kunstenaar zodanig dat hij het niet kon laten met kleuren te beginnen.

 

Avant l’ abatage.

Hier zien we een grote tropische vlinder.

Het is jan zijn eerste compositiewerk. De prachtige vlinder trok   zijn aandacht en bekoorde hem om in kleuren te gaan schilderen. Daar hij geen olieverf had, gebruikte Jan plakkaatverf (reclameverf) en schilderde op een stuk karton. Toch is dat niet echt te zien aan dit kunstwerk dat zeker een mijlpaal was in Jan zijn carrière in de kunst.

 

 

 



16-04-2020 om 13:57 geschreven door Bart

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
15-04-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Van houtskool naar levend goud hoofdstuk 1

Van houtskool naar levend goud.

 

 

Jan Van Houtte werd geboren op 31 mei 1932. Zijn vader interesseerde zich erg in de tekenkunst en Jan als kleine jongen tekende mee, hij had er duidelijk plezier in. Vader van Houtte volgde een avondcursus tekenen en toen Jan zeven werd bekeek hij vaders tekeningen met een waarnemend oog. Hierdoor leerde Jan enorm veel en zijn tekeningen werden talentvoller dan die van zijn vader. Later volgde Jan lessen aan de kunstacademie van Berchem.

In 1951 studeert Jan aan de tuinbouwschool in Gent om na zijn legerdienst ontwikkelingshulp te doen in Belgisch Kongo. De jonge koloniaal toonde al vlug interesse in het wel en wee van de Congolezen, hun zeden en gewoontes. Daarenboven ging zijn aandacht vooral naar de gelaatstrekken en karakteristieken van diverse volksstammen. Als snel tekende hij negerkoppen waardoor hij zeer geliefd werd door de inlandse bevolking.

Het duurde dan ook niet lang of Jan ging over tot olieverf. Met het magnbetumeisje behaalde Jan een zilveren medaille in New York.

Het experimenteren zat en zit Jan nog steeds in het bloed. Hij probeert steeds nieuwe technieken en steeds met groot succes.

Als eerste en enige schilderde Jan met retoucheverf, dat bedoeld was om foto’s te retoucheren.

Later schiep hij de iconaceeën en crysogonieên. Schilderen met bladgoud en boetseren met gedroogde bladeren.

 

Jan bezig aan een nieuwe reeks pasteltekeningen brengt ons 100 jaar terug in de tijd en laat ons de gang en wandel zien van toenmalig Antwerpen.

 

 

 

               In het prentenkabinet van Antwerpen vond Jan deze oude foto’s gemaakt door Hugo Piéron. Hugo was een bekend fotograaf in de tweede helft van 19de eeuw. In 1885 amper 20 jaar nadat de eerste foto in België werd gemaakt (1865) fotografeerde Hugo in de stad Antwerpen.

               In die tijd had men enkel zwart wit foto’s, toch maakte Jan hier kleurrijke schilderijen van. Zij brengen ons meer dan 100 jaar terug in de tijd en laat ons handel en wandel zien van toenmalig Antwerpen.

 

 

Schets en pastel van de nieuwe steenplaats anno 1884. Reeds in die tijd dacht Antwerpen aan vernieuwing.

 

 

 

Gentse paardentram.

Laat in de 19de eeuw reed deze paardentram al laatste nog op de Gentse sporen. Jan vond de prent in het prentenkabinet van Antwerpen. Alhoewel Jan foto’s zocht van Antwerpen nam hij toch ook deze eruit om op doek te zetten.

 

 

DEN DRIJHOEK.

 

 

               Mijn beste kunstliefhebbers, we staan hier voor een schilderij van kunstschilder Jan Van Houtte. Het is net alsof ik door een open raam kijk. Het raam naar het verleden .

Laat me het kunststuk beschrijven. De kader rondom de linnen ziel is een eenvoudige maar mooi afgewerkte houten kader. Kijken we vervolgens naar de pastel, dan kan men er niet naast zien. Die breedgerande koningsblauwe hoed, versiert met fluwelen jasmijnen, met links een tros rode bessen, een sierappel en een sierpeer, is een echte blikvanger. De barones volgt de nieuwe engelse mode op de voet. Kijk eens hoe statig zij zit in het tuinterras van de crêperie "Den Drijhoek". Haar geestelijke vader was zeker heimelijk verliefd op haar.

Langzaam overweldigt het levendig groen de rode massa. Kijk daar, rechts boven. Elk openspringend blad verovert zijn stukje terracotta op het pannendak. De zon die door het jonge geelgroen van de kersenboom een weg zoekt, vlekt een wirwar van bollen en lijnen op de zijgevel. Openstaande groene luiken en een klapraam op een kier verwelkomen de frisse lucht die binnenschuift, de lentezon doet deugd. De gespikkelde zanglijster op de dakrand zit daar rustig te fluiten. Als je goed kijkt hoor je zijn bronslied.

Enkele paasbloemen op de richel van de patriciërswoning, gelegen rechts naast de inkomdeur van de crêperie, verlevendigen het geheel. De gaslantaarn voor het huis staat er werkloos bij, die heeft nachtdienst. De inkomdeur van de creperie staat uitnodigend open, maar de klanten verkiezen het poortje in het tuinhek, om onmiddellijk in de schaduw van de kersenboom te gaan zitten. Dames bestellen koffie en de heren drinken een borrel. De werkmens, die niet beter weet, werkt elf uren per dag, zes dagen per week en bestelt… niets.

De barones en haar zuster zitten tegenover elkaar aan een ijzeren tuintafeltje. Ze hebben zojuist hun koffie besteld en doden de tijd. Luister naar wat ze zeggen:

"De baron beweert dat men vijftien honderd ton kolen vanuit Luik naar Antwerpen in slechts drie dagen zal kunnen aanvoeren, daar waar men nu voor slechts vijfhonderd ton minstens twaalf dagen nodig heeft."

“Natuurlijk,” antwoordt haar zuster: ”men moet niet meer langs Holland, in plaats van zestien sluizen zijn er nog maar zes en het nieuwe Albertkanaal zal een tonnenmaat toelaten van duizend driehonderd vijftig. Het zal de kost van het vrachtvervoer met de helft verminderen. De kolen zullen zeker met dertig percent afslagen.”

Die dame kende de tekst uit het hoofd. Ze was niet geïnteresseerd in de inhoud, maar teksten van buiten leren dded ze enkel om haar geheugen te trainen. Dit was een hobby van de rijkere dames uit die lang vervlogen tijden.

               Zie daar, hoe bazig de barones opkijkt naar de voorbijkomende werkman. Zij luistert al lang niet meer naar haar tafelgenoot, haar blik wordt gevangen door haar huisknecht die zomaar, midden in de dag, op straat halt durft te houden. De berries van de stootwagen zweven juist boven de schouders van de werkman. Zijn blauwe kiel hangt recht naast zijn lichaam. De grijs gestreepte broekspijpen zijn te kort om de scheefgezakte sokken, die boven zijn klompen uitsteken, te bedekken. Erg vindt hij dat niet, ze hebben hun dienst bewezen bij de koude ochtendmist en zijn nu eerder een last dan een plezier in deze warmte. Laten we eens zien wat de werkman doet: vermoeid neemt hij zijn kielblauwe pet af, vist zijn rode zakdoek met witte bollen uit zijn broekzak en dept de parels van zijn voorhoofd.

De andere dame wordt ook nieuwsgierig en heft haar hoofd naar achter om het straattafereel beter te kunnen volgen. Beide dames zien hoe de blauwe mouwen traag omhoog gaan en twee grauwe klauwen de berries omklemmen. De stootkar komt weer in evenwicht en verdwijnt in de straat.

 

De in 1985 dichtgevroren schelde en Bonapartdok gaf onze kunstenaar voldoende inspiratie om deze pasteltekening te creëren.

 

 

 

De ankerrui rond 1881 zou later plaats moeten ruimen voor de konijnenpijptunnel.

 

 

Deze pastellen roepen bij ons de sfeer op van vorige eeuw.

 

 

%%%FOTO14%%%

 

15-04-2020 om 16:21 geschreven door Bart

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
12-04-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Corona positief getest.

Corona positief getest.

 

Er zijn geen wachtenden vóór u.

Ieder heeft meer tijd, ook voor u.

Fietsen komen van den haak

Wandelen valt weer in de smaak

Pakjes worden aan de deur gebracht

Wenskaarten krijgen weer aandacht

Nieuwe hobby’s worden uitgevonden

Alsof die nooit bestonden

Turnen aan huis voor de ruggengraat

Handgeklap en muziek op straat

De files zijn verbannen

Maar waar zijn onze toekomstplannen

Hoewel dat veel positief is

Wensen we allen dat het toch vlug gedaan is

Bart.

 

 

 

 

 

12-04-2020 om 09:37 geschreven door Bart

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
11-04-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mijn stamboom. Flarden uit 19de en 20ste eeuw.

Flarden uit mijn stamboom 19de en 20ste eeuw. België is geboren en we zien de Frank verschijnen. Merk op dat er toen geen weelde was want zelfs de hemden van de overleden ouders werden gebruikt om de nagebleven weeskinderen te kleden.

Partizanen

1839 In 1839 erkent Willem van Oranje eindelijk Belgie als onafhankelijk land, 9 jaar na de stichting.

Er ontstaan 2 partijen de katholieke en de liberale, de socialisten komen pas veel later.

De legerdienst was nog niet verplicht en er ontstaan partisans legers, legers volgens de parij.

In de tijd der Nederlanden (voor 1930) wordt het zuiden (nu Belgie) uitgeperst door Willem van Oranje.

Vanaf de onafhankelijkheid leven de Vlaamse boeren in armoede, Vooral Antwerpen en Gent, de haven en de weverijen kennen een teruggang tot 30%

Het partizaan leger gaf aan hun soldaten eten en onderdak.

 

Schatting Meirreit 1840:

De moos: 3 ijzeren potten en ijzeren hamer                                                        7,0 fr.

Kelder: zaanhoos en melkhoos                                                                          10,0 fr.

Zolder 539 hectoliter 39 liter boekweit                                                               50,0 fr.

Stal:           1 werkos                                                                                      136,0 fr.

                    1 varken                                                                                      69,0 fr.

Schuur: 1 gebint koren, 15 hectoliter koren                                                      163,5 fr.

 De klederen en hemden van de overledene waren reeds voor de weeskinderen gebruikt.

 

Dienstmeiden

Vrouwenarbeid staat in de 19e eeuw bijzonder laag aangeschreven. De arbeidsomstandigheden zijn slecht en het loon heel wat lager dan dat van mannen. Vrouwenarbeid was zeer divers. Vrouwen waren hulpkrachten op familieboerderijen of commerciële gezinsbedrijven. Een groot deel van hen was werkzaam in de huisnijverheid. Vrouwen werden in grote getale ingezet als dienstmeiden in stedelijke gezinnen of op boerderijen. Onbemiddelde burgervrouwen konden aan de slag als gouvernante of gezelschapsdame in rijkere kringen.

Tegen het einde van de 19 eeuw was de weerstand tegen vrouwenarbeid groot. Het verhinderde vrouwen bij het vervullen van hun ‘natuurlijke' taak als moeder en echtgenote en werd gezien als oorzaak voor ongeletterdheid, zedenverval en kindersterfte. Steeds meer stemmen gingen op voor de bescherming van de vrouwenarbeid in het belang van kind, gezin en moeder. Dit resulteerde uiteindelijk in de wet op vrouwen en kinderarbeid van 1889, een wet die bepaalde beperkingen instelde op de arbeid van kinderen en meisjes tot 21 jaar.

In de 19de eeuw werden soms bij de verkoop van eigendommen zowel voor de koper als voor de verkoper verplichtingen ingelast. Merk op dat de kerk een belangrijke rol speelt in de verkoop. bv.:

Verkoop van eigendommen in 1889

Koper is belast met:

a)2 jaarlijks accijnzen aan kerkfabriek van Brecht. grootte: 1hl59l25cl koren (graan) in natura special gefundeerd voor de zaterdagse Lieve vrouw mis.

Plus 40centiemen in geld beginnende vanaf lichtmis 1856.

Deze accijnzen dienen als rente op de geschatte waarde van 340fr.

b) eikenbomen groot en klein mogen niet worden uitgedaan.

PS: Het koren van de verkoper werd geschonken aan de kerk.

 

Ook in het volgend testament zien we dat de de kerk en de minderjarige kinderen van grootste belang zijn. TESTAMENT:

Adrianus Wils is ziekelijk en bedlegerig, bij zijn verstand.

voor 50fr doen van 2 missen.

Gedurende 12 jaar 1 gezongen mis in de kerk van Brecht;

Mijn naam blijft ingeschreven in het zielboek zowel in de kerk als in de kapel van Sint Willebrordus in Overbroek.

Ik wil dat mijn vrouw met de kinderen de boerderij zal voortzetten tot jongste kind 21 jaar is. Dus tot kerstmis 1874.

Niemand mag huur, pacht of vriendsloon eisen.

1 kindsdeel is voor zijn vrouw Maria Catharina.

 

Fonds Regie.

Veel jongelui gingen in die tijd zonder huwelijk samenwonen en kregen meestal kinderen. Een huwelijk bleef echter uit. Totdat de plaatselijke pastoor zich over hen ontfermde en hen aanspoorde om toch te huwen. Hij richtte een fonds op met name Fonds Regie. Dit fonds betaalde de nodige kosten. Al de huwelijken werden netjes genoteerd. Bij minderjarigen moest de toelating aan de ouder(s) gevraagd worden.

                         Een voorbeeld van de toelating tot een huwelijk, geschreven door moeder Maria Elisabeth Vereycken. Zij tekent met de naam van haar overleden echtgenoot.

  

 

 

 

20ste Eeuw

Door overal waar mogelijk is te zoeken en alle kaartjes uit te vlooien kwamen wij aan een belangrijk adres van onze stamboom.

Briefkaart geschreven door Carolus aan zijn zus Maria Theresia.

Op de postzegel staat de beeltenis van Leopold 2

                                                                             

 

 

Een versierde wandplaat, met beeltenis onzer gesneuvelden, werd in de vredestoet van 1919 meegedragen.  Midden links Jan Frans Daems (1892-1918)

Gemeente Sint Lenaerts.

Huldebetoning aan onze dapperen.

Zondag 28 september 1919.

  

  

Het was de traditie dat op 25 november alle ongehuwde meisjes van 25 jaar in stoet gingen. Men noemde hen de Katrientjes. Mijn tante Irma verjaarde die dag ook nog toevallig.

  

Mijn vader zaliger trad als jonge man veel op in café of op jaarmarkten. Het liedje dat hij steeds zong wil ik u graag meegeven.

 

(Opkomen met brandende kaars.)

 

MIJN SOPHIE.

 

O, wat een spijt mijn Sophie ben ik kwijt. Zij was mijn vrouw, wij deelden trouw onze huiselijke zorgen, en ik kom jullie vertellen dat ik ze in de aarde ben gaan leggen.

Refrein:

Als Sophie nu weer moest leven,

wat zou dat een droefheid zijn.

Als ik weer voor haar moest leven,

als z’ er tenminste weer moest zijn.

Als ze weer terug moest komen,

vlucht ik zeker naar den Oost.

Want het best zou mij bekomen

als ik zonder haar mij troost.

Tra la la la la la liere

Tra la la la la la la.

 

Onze doodgraver die zei, dat hij uit erkentelijkheid zo’n diep gat zou graven dat ik geen schrik moest hebben dat ze haar bloot zou krabben.

“En dat is maar goed ook” want dat zullen we God en de mulder maar laten scheiden. 

Een schone vrouw was ‘t ook, en zuinig ook, om de veertien dagen kocht ze ne nieuwe frak, als ik daarvan iets durfde te zeggen, dan zei ze: “ge had maar een schaap moeten trouwen…….

Verdomme, nu verbrand ik mijn poten ook nog met die brandende kaars.

 

Ziezo dit warens dan enkele fragmenten uit mijn stamboomboek. Met dank aan mijn zuster Catharina Daems.

 

 

 

11-04-2020 om 09:32 geschreven door Bart

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
10-04-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Anekdotes, wetenswaardigheden, geschiedenis van een stamboom. 18de eeuw

StamboomAnekdotes, wetenswaardigheden, geschiedenis van een stamboom.

Zonder opsomming datums, namen of plaatsnamen

Catharina Daems (mijn zuster) had plannen om een stamboom te maken van de familie Daems.

Ze informeerde hier en daar of er iemand interesse had om haar plannen waar te maken.

Haar jongst broer Bart (ik dus) zag deze uitdaging ook wel zitten en zo zijn we gestart in 1998.

15 Jaar later, hadden we genoeg materiaal verzameld om alles in boekvorm te gieten.

 

Het verleden achterhalen, vergt heel wat geduld, opzoek- puzzelwerk en doorzettingsvermogen.

We trokken naar verschillende gemeentehuizen. Sommigen waren gastvrij, anderen heel streng. Er waren er zelfs bij die geld vroegen.

Zo bezochten we ook heemkundige kringen, het pakhuis in Antwerpen, het rijksarchief in Berchem en Beveren.

Tijdens onze zoektocht gebruikten we zowel moderne als klassieke correspondentie middelen.

De oude geschriften, die we in antieke en grote boeken vonden, waren soms moeilijk te ontcijferen door de hanenpoten van oude pastoors.

Een andere keer waren we verwonderd door de mooi geschreven teksten.

De teksten die we lazen, waren in het Oud-Vlaams, Frans of zelfs in het Latijn.

Uiteraard mochten we geen aantekeningen maken in deze boeken.

Enkel de achterkant van ons potlood gebruikten we om iets aan te wijzen.

Kilometers lange filmen hebben we bestudeerd. Want veel archief is al op film gezet.

 

 

                                 Catharina en Bart bladerend in de archieven in het gemeentehuis van Brecht.

                                                                   

 

 

 

Notariële Teksten.

In de achtiende eeuw werd de notaris per woord betaald. Aan deze notariële tekst is dit duidelijk te merken.

 In den eersten soo bedelen zij bij testateuren ende altijd hunner ziele soo wanneer die bij den bevele Gods uit hunne stoffelijke lichamen zullen komen te scheijden in de gewadige en barmhartige handen Gods en in de gebeden en de voorspraak van de allerheiligste maagde en moeder Gods Maria, ende van Gods lieve heijligen en de hunne dode lichamen ter gewijde aarde met een eerlijke uitvaert en de lijkdienst naar staat en conditien alhier geplogen ordonerende bij de testament dat er tot loffenissen van ieder hunne ziele zullen moeten gecelibreerd worden. De momboir van zestig gelezen missen boven de gene van begrafenis en uitvaart.

Op 26/7/1784, 7 dagen voor het overlijden van Adriaen, maakt hij nog snel een testament op. We merken hier wat men in die tijd belangrijk vond, nl. de missen na hun dood en hun kleinste kinderen.

TESTAMENT:

Na zijn begrafenis moeten er nog missen gedaan worden.

De enige erfgenamen zijn de kinderen uit zijn tweede huwelijk

 De kinderen uit het vorig huwelijk worden onterfd voor de bezittingen uit zijn tweede huwelijk. Zij krijgen hun erfenis enkel uit het eerste huwelijk,

Dit mag pas verdeeld worden na de dood van Adriaen.

 Het testament voor de kinderen uit het eerste huwelijk luidt als volgt:

 ieder 2 gulden en 16 stuivers.

Met uitzondering van hun onwettig voorkind, Joannes Daems, zijn som wordt vermeerdert met 25 gulden voor zijn goede dienst al bewezen en nog te bewijzen.

nl. voogd over hun minderjarige kinderen.

 

VERKLARING VAN DE NAAM CLAUDII:

Wij merkten dat sommige namen met een extra i geschreven wordenzoals: Petri, Adriani, Gerardi en zelfs Claudii.

Wij vroegen ons af waarom men dat zo deed.

In de heemkundige kring vertelde men ons dat de bijkomende i verwijst naar de naam van de vader.

Vb. Vader heet Claudiaan Janssen en de dochter noemt men Catharina Claudii Janssen.

 

Inboedel

Ook de inboedel van toen verschilt wel een beetje met de hedendaagse. Zo was spek belangrijker dan al het andere eten. Het kookgerief hing nog in de schouw. En vele gereedschappen zijn voor ons volledig in het onbekende geraakt. Lege zakken en het zakgeld van de dochter werd door de notaris genoteerd.

Lees zelf maar:

 

Een greep uit de inboedelbeschrijving (Opgesteld 14/4/1785).

 

In de schouw: kookgerief :25gld

In de spin (bijkeuken): 5stln 1tfl :2gldn

1 torg, 2 spinnewielen, 1troffel: 6.2gldn

28 pond (14kg) eten: 12.12gldn

3 koffers lakens en dekens: 17gldn

spek:15.60gldn

1 ijzeren hamer, pot en emmers, 2 kapmessen en bintseel (koord): 4.10gldn

gulden zilveren halfslos (muntgeldstuk)

raapkoek(koek van raapzaad, gele bloemen) en liejsmeel 3,10gldn

3 lege zakken 1,15gldn

mollen en schapenvellen 1,50 gldn

stroeizaad 3gldn

huis hinsel bonen (bonen voor huiselijk gebruik) 2gldn

peerdsbonen (dierenvoedsel) 6,8 gldn

bak en seef (zeef) 0,10 gldn

IN HET SEIJSEN PIPKEN KARGEBOUW

bijl, vlagseys en ijzer 5,50gldn

ploeg en swinge (dwarshout waaraan de ploeg hangt) 9,60gldn

4 broy en kuipen boterteil en 1 drinkschotel 2,16gldn

penningen oudste kind Catharina 8gldn

 

Nog zo een juweeltje van een testament uit de 18de eeuw. We lezen weer hoe belangrijk de kleinste kinderen zijn, de ouders denken zelfs aan hun studies, en dat in de 18de eeuw!!!

 

2/9/1786: Testament bij notaris De Bie Nicolaas te schoten:

 

Gecompareerden Adriaen Selderslaghs ende Joanna Daems wettige gehuisse ingezetenen binnen deze heerlijkheid van Schoten mij notaris bekend beide met ons gaande en staande, hunne sinnen memoires ende verstand over al welmachtig zijnde en die volkomendlijk gebruikende gelijk aan mij notaris ende naar de te noemende getuigen klaar blijkt schone en de bleken welke voor comparanten testateuren, in aandacht van de zekerheid des doods, ende onzekerheid van diere derzelve, daarom met welbedachte zinnen met hun eigen vrije wille onbedwongen mochte verleid van financieen noch d'een van d'andere.

 

In het testament zelf lezen we dan:

Langslevende is schuldig tot onderhoud van hun beide minderjarige na te laten kind of kinderen te alimenteren voor eten en drank kleden en zeden ziek en gezond redelijk en tamelijk naar staat en macht mede te laten leren lezen en schrijven ook enige stiel of handwerk waarmede de selve schier of te morgen hunne kost te kunnen gewinne en de gekomen zijnde tot enige 25 jaar.

Langstlevende krijgt alles als er geen kinderen zijn.

PS: het gezin blijft kinderloos.

Vervolg wordt 19de en 20ste eeuw.

10-04-2020 om 10:43 geschreven door Bart

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
09-04-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een laatste pint. (fantasie met verrassend einde).

Een laatste pint.

 

Ja maar, JA MAAR, mijnheer de agent. Wacht eens effen. IK ben niet schuldig. Ik ben het slachtoffer. Ge gelooft me niet hé. Ik heb altijd tegenslag.

Hoe moet ik dat nu gaan uitleggen… Het begon deze nacht. Ik had mijn slaappil genomen en om half twee, BWANG! een donderslag!

Man, man. Ik ging een halve meter omhoog. Ik trok aan het koordje boven mijn bed. Niks! Geen licht meer. Ik daalde de trap af en zag de mensen al buiten staan. De bliksem had de straat volledig zonder stroom gezet.

Twee uur later ging ik weer naar bed. Woelen en keren. Maar slapen, niks hé. Nog maar eens een slaappil. Dat werkte. Ik sliep als een os. Om negen uur werd ik wakker. Oei, overslapen! Om kwart na negen startte op mijn werk de topmeeting van het jaar.

Rap, rap, zonder eten met mijn schoenen nog los spurtte ik naar buiten. Het goot pijpenstelen. Ik deed mijn auto open en wilde instappen. Twee banden plat. Wat nu gezongen? De tram, natuurlijk met de tram naar het werk. Ik croste al roepend terug naar binnen: “Els, waar is uw tramkaart? Rap! Mijn banden staan plat.” Ver weg hoorde ik een gemompel. “Euh, oh, eh… in mijn handtas zeker, of in mijn jas soms?” Ik stormde de trap op maar halfweg realiseerde ik me dat haar handtas beneden lag. Ik sprong weer terug naar beneden.

Ik deponeerde mijn aktetas ergens op tafel en schudde haar handtas leeg. Geen tramkaart. Ik holde naar de kapstok en zocht in al haar zakken. Na de derde Jas vond ik haar kaart. Ze lag in de boodschappentas. In het voorbijlopen graaide ik nog rap een paraplu mee en vloog de straat op. Gelijk een zot holde ik naar de tramhalte. De hagel striemde in mijn gezicht. Een weggewaaide vuilbak rolde voor mijn voeten. Ik struikelde en ik dook de goot in. Mijn paraplu vloog drie meter verder de straat op. Mijn tramkaart viel in een plas water en de tram kwam aangereden. Ik veerde recht en liep al zwaaiend met mijn kaart en paraplu verder. Aan de tram trok ik mijn paraplu dicht. Miljaar! Het ging niet. Drie ballijnen zaten er los. Ze staken alle kanten op. Ruw duwde ik ze recht en poogde het opnieuw. Ik trok en duwde maar mijn paraplu wilde niet dichtgaan.

De tramdeuren gingen langzaam terug dicht. In paniek stak ik mijn voet tussen de deuren. Een waanzinnig geteut maar de deuren gingen toch terug open.

Twintig na negen. De tram wachtend op mij. Een open paraplu. Een natte tramkaart en mijn gsm die opdringerig werd: “ Toreador pas op daar komt een stier aan.”

Ik liet mijn gsm tureluren en wrong me naar binnen. Hebt ge dat al eens gedaan? Zo met een open paraplu de tram opgestapt? De deuren begonnen weer te teuten. Ik maakte me zo smal mogelijk. Na de derde poging gingen de deuren uiteindelijk dicht. Oef! Ik was binnen.  

Alles opeen gepakt als haringen. Ik kon niet draaien of keren maar ik moest nog wel betalen. Ongelukkig genoeg stond ik met mijn rug naar dat geel kastje. Ik torste mijn romp en probeerde mijn tramkaart in dat gleufje te mikken. Iedereen keek naar mij. Geen centimeter, wablief gene millimeter kreeg ik die rotkaart in dat ding. Een gezette dame had inmiddels mijn paraplu al als voetmat gebruikt. Ik kijk wat verder in de tram en zie nog juist één stoel vrij. Mijn gsm begon weer te spelen. “Toreador…” Zonder verder na te denken wrong ik me door de massa. De paraplu voor me uit. ‘Toreador’, klonk steeds luider.

Iedereen gaapte mij aan. Een paar madammen maakten rare gebaren naar mij, maar ik deed of ik niets merkte. Ik plofte me neer en deponeerde mijn open paraplu naast mij. Ik greep naar mijn gsm maar die zweeg alweer. Ik toetste: “gemiste oproepen” en vroeg me af waarom die tram eigenlijk nog altijd stilstond. Argeloos keek ik op en zag recht in de achteruitkijkspiegel. Een rood aangelopen gezicht vulde compleet het spiegelvlak. Oei! Ik moest nog betalen. Ik viste mijn tramkaart uit mijn bovenzakje en met alle ogen op mij gericht ging ik weer naar voor. Naar het schavot. Ik bood de man met het indianengezicht mijn slap kartonnetje aan. Die bekeek mij en schudde “neen”. Hij wou cash. Met het laatste kleingeld betaalde ik en

liep gedwee terug naar achteren, alle koppen draaiden weer mee. Iedereen begaapte mij. Zelfs die man met zijn witte stok keek naar mij. Ik bukte me en nam mijn paraplu. Wat zag ik? Een platgedrukte hondenstront in het midden van mijn stoel. ‘Heb ik daarop gezeten?’ Ging het door mijn hoofd. Mijn hand ging voorzichtig naar mijn broek. Mijn vingertoppen voelden een zachte crème. Ik had prijs. Ik wilde eraf, ik wou weg van die tram, weg van die gapers, weg van iedereen. Met een gezicht als een pioen en mijn paraplu beschermend tegen mijn achterwerk sloop ik naar achter naar de deur van verlossing. In hoekje gedrumd telde ik de seconden af tot de volgende halte. De tram stopte en ik sjokte de tram af.

            Op straat schoof ik met mijn rug tegen de gevels verder. Het eerste het beste café dook ik binnen en bestelde aan de toog een koffie. Ik vroeg naar het toilet. De bazin keek mij nors aan: “De wc is kapot, je moet naar de overkant. Naar de sportvriend.” Daarmee moest ik het doen. Ze wist het, besefte ik. Ze had de bruine plek op mijn broek gezien.

Al staande dronk ik mijn koffie en haastte mij naar de overkant. Mijn open paraplu weer beschermend achter me aan.

            Aan de overkant marcheerde ik zonder te bestellen rechtdoor naar de wc. Ik trok mijn broek uit en zag de grote donkere plek. Kleine vieze brokjes bruin. Wie heeft dat allemaal gezien? Ging het door mijn hoofd.

Ik begon de viezigheid af te kuisen. “Toreador” deed me weer opschrikken. Mijn broek schoof uit mijn handen en gleed half onder de deur weg. Ik griste mijn gsm uit mijn vestzak en stond met een natte tramkaart aan mijn oor. ”Hallo?” ‘Toreador’ bleef doorspelen terwijl ik op mijn broek danste. Ik hoorde volk in de gang. In paniek trok ik het textiel naar binnen. Ik wipte naar mijn gsm, maar te laat. Het ding verstomde weer.

            Met mijn broek in één hand en met mijn gezicht naar de pot luisterde ik naar mijn antwoordapparaat. Het was mijn baas. Dat dacht ik al. Hij vroeg waar ik bleef. De vergadering was reeds begonnen zonder mij. Indien ik niet snel kwam opdagen en met een fatsoenlijk rapport hoefde ik niet meer langs te komen. NOOIT MEER. Snel toetste ik het nummer van mijn baas in. ‘Mijn rapport? MIJN RAPPORT! Dat zat nog in mijn aktetas! Mijn aktetas? Die lag nog thuis. Op tafel!’ Mijn hoofd tolde en mijn adem stokte in mijn keel. Van pure zenuwen liet ik ‘toreador’ uit mijn handen vallen, recht in het toilet. Die was uitgezongen. Zo snel ik kon trok ik mijn broek weer aan. En aan de bar liet ik een taxi bellen.

            Mijn baas… stond mij op te wachten. De C vier wapperde in zijn hand. Volledig ontmoedigt ging ik met dezelfde taxi naar huis. Zo snel was het allemaal gegaan. Door het gebeuren kwam ik vroeger thuis dan gewoonlijk. Ik verwachtte geen vreugdevol ontvangst. Maar dat mijn vrouw met mijn beste vriend in bed lag, dat deed toch de deur dicht. Het was me teveel. Ik ging terug de straat op en belandde hier in het café. Ik zette me aan een tafeltje en bestelde een pint. Ik zat zomaar wat naar mijn pint te staren. Op dat moment komt er een arrogante kwast binnen. In de deuropening zocht hij naar een plaatsje. Ik had geen interesse in hem. Ik had in niemand nog interesse. Totdat hij recht naar mijn tafel kwam. Zoveel lege tafels, maar nee hij kwam recht naar mij. Hij zette zich over mij en keek uitdagend in mijn gezicht. Met een grijns greep hij mijn pint en dronk ze in één teug leeg. Ad fundum. Toen werd het mij teveel. Ik barstte in snikken uit. De man kreeg meelij. Hij bood me zelfs een pint terug aan.

            Maar het ging niet over die pint. Ik had juist de knoop doorgehakt. Ik wilde er een EIND aan maken. AL mijn vergif had ik erin gekapt en nu… nu heb ikzelf niets meer.

 

 

09-04-2020 om 10:54 geschreven door Bart

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
08-04-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De lifter een parodie op het gelijknamig boek van Roald Dahl.

 

DE LIFTER                                                                              

 

 

 

In mijn stiel is het niet evident, maar toch vind ik het fijn om af en toe eens gewaardeerd te worden voor mijn vakmanschap. Wie zijn vak beheerst als de beste verdient waardering, en dat telt voor eender welk vak.

Ik had in die vorige auto niet mogen instappen. Ik stond toen lekker in de schaduw en nu smelt ik hier gewoon weg onder de blakende zon. Hopelijk heeft diegene die nu stopt tenminste airconditioning. Een Chevrolet Corvette 2001 5,7 liter, topsnelheid tweehonderd zestig kilometer per uur en die trekt op van nul naar honderd in nog geen 5 seconden. Niet te geloven, zo een kans krijg ik nooit meer. Is dat even geluk hebben, die man rijdt nog naar Londen ook en ik moet juist dwars door Londen. Ik zal hem Soter noemen dat is het Grieks voor redder. Hij is tenslotte toch een beetje mijn redder. Soter ziet er nogal verzorgd uit. Kort geknipt zwart haar, een hemd en zelfs een das, zijn broek houdt hij op met een zwarte leren riem met een speciale koperen gesp. Dat moet een makkie worden. Eens kijken wat hij nog zoal aan heeft. Schoenen met veters, ook een koud kunstje. Een achttien karaats gouden horloge. Die man heeft geluk dat hij mij heeft meegenomen. Nu nog te weten komen wat voor job hij doet. Gewoonlijk vertel ik mijn redders dat ik naar Epsom moet, naar de paardenrennen. Dan vragen ze natuurlijk waarom ik daar naartoe ga en indien ik dan lang genoeg blijf zwijgen beginnen ze zelf te praten en gewoonlijk over hun beroep en ‘DAT’ is belangrijk voor mij.

          Dacht ik het niet, een schrijver, hij is een schrijver. Hij is er het type voor. Totaal ongevaarlijk. Ik ken mijn vak als de besten, maar hij moet ook een groot vakman zijn want om met zo een wagen rond te toeren moet je wel succes hebben. Hoe hard zou die gaan? Dat moet ik weten. Ik wed met hem dat deze wagen de tweehonderd zestig niet haalt, misschien bijt hij wel en dan kunnen we eens lekker hard gaan. Een beetje verder achter de rotonde van Chalfont ST. Peter, hebben we een heel stuk kaarsrechte vierbaansweg. Daar kan hij eens optrekken tot zijn maximumsnelheid. Hij doet het, prachtig. Soter geeft plankgas en het lijkt wel alsof die Corvette door een wesp gestoken is, zo springt die wagen weg. Honderdtachtig, honderdnegentig, tweehonderd, doorgaan, tof niet ophouden. Al die auto’s naast ons lijken wel stil te staan. Een groene Yaris, een crèmekleurige Citroën, een witte Landrover, een reusachtige truck met oplegger, een oranje VW Sharan monovolume. Tweehonderd, tweehonderd tien, vooruit Soter doe je best. Oei! Een sirene! Politie! Soter zal ze nogal knijpen. Dat hij maar voorzichtig is. Op je tanden bijten maat. Je gebit is nog echt, dus je mag gerust goed doorbijten. Denk eraan al wat je zegt kan tegen jezelf gebruikt worden.

          Die blaaskaak van een agent heeft ineens al de tijd, hij heeft ons waar hij ons hebben wil. Zie hem gaan, precies een beul die zijn slachtoffer komt halen. Hier zitten we nu als twee schuldige schooljongetjes die op hun straf wachten. Hij gaat natuurlijk eerst naar Soter en straks komt hij naar mij. Ik heb wel niets misdaan, maar toch heb ik dat niet graag. Wat voor stomme vragen stelt die blaaskaak nu? Nee man, ons huis staat niet in brand en er moet niemand bevallen, en dat we ons in nesten gewerkt hebben dat weten we ook wel, dat moet je ons niet meer vertellen. Kom, Soter, zeg het hem maar, we reden meer dan tweehonderd, hij weet het beter dan wij maar moet dat toch nog eens vragen. Waarom zeg je het hem niet? Nu blaft hij het in ons gezicht natuurlijk. Ja, blaaskaak schrijft het allemaal maar op, want onthouden doen jullie leeghoofden toch niet. Heb je de nummerplaat ook genoteerd, alles goed nagezien? Vergeet de doorslag niet, is die duidelijk genoeg? Nu is het mijn beurt, ik heb niks verkeerds gedaan en toch moet hij mijn rijbewijs zien. Opletten, hij schrijft mijn gegevens in een ander boekje, dus hij heeft twee boekjes. Dat mag ik niet vergeten. Eén in het linker borstzakje, en één in het rechter.

          Wat een opschepper die agent. Die blaaskaak beweert hier dat ze Soter in de bak kunnen steken. Zijn rijbewijs afpakken en een fikse boete, dat wel maar achter de tralies voor gewoon wat te hard rijden? Dat kunnen ze niet. Wacht ik zal daar eens een stokje voor steken. Voila, dat heb ik mooi gefikst, die agent kan ons niets meer maken, ik ben gerust nu. Natuurlijk heeft Soter gehoord dat ik die agent vertelde dat ik maar een gewone opperman ben. Die blaaskaak kende dat beroep niet eens. Toen ik hem dan vertelde dat ik stenen tussen twee planken naar boven breng moest hij het plots niet meer weten. Ik ben momenteel werkloos, maar dat interesseerde hem ook al niet. Ja, Soter, toch ben ik ook een vakman, maar dat vertel ik liever niet aan de politie. Trouwens zou ik het wel aan jou vertellen, misschien ben jij ook van de politie. Bah neen, Soter heeft teveel fantasie, hij is volledig veilig. Soter wordt nieuwsgierig, maar ja daarom is hij ook schrijver. Nu denkt hij dat ik me zou schamen voor mijn beroep, terwijl ik goed weet dat er slechts enkelen in heel het land mijn beroep kunnen aanleren. Vingersmid is niet zomaar het eerste en het beste beroep.

          Ik zal eens zien of hij uitgeslapen is. Let op Soter, niemand kan zo snel een sigaret rollen en aansteken als ik… Fantastisch, hij heeft het gezien, Ja, ja kijk maar eens naar mijn vingers, ze zijn sneller en slimmer dan die van een pianist. Hé let op je woorden Soter, denkt gij nu echt ik een goochelaar ben? Met deze gouden vingers haal ik toch geen konijnen uit een zwarte hoge hoed voor een stel kleuters te amuseren zeker! En pokerspelen doe ik ook niet, wat denk je wel. Je moest eens weten wat ik allemaal in mijn zakken heb van jou. Kom het heeft lang genoeg geduurd. Ik zal zijn broeksriem maar terug uit mijn zak halen, eens zien hoe Sotertje daar op reageert. Die ken je toch wel zeker? Wat kijk je verbaasd, en waar zou die vandaan komen denk je? Uit je broek natuurlijk en die schoenveter komt uit je schoen. Je hebt me niet eens zien bukken, hé. Je hebt me zelfs niet zien bewegen, man. Dat horloge was gemakkelijk, dure spullen zijn het eenvoudigst om te pikken. Nog wat bankbiljetten, nikkelgeld, een brief van je uitgever, waardoor ik zeker ben dat je niet van de politie bent. Jij krijgt alles terug, ik pik niets van mensen die mij gratis meenemen in hun auto. Die ring uit jouw vestzak is wel mooi spul.

          Och wat zegt hij dat gemeen. Neen ik ben geen gemene zakkenroller, ik ben vingersmid. Een vakman. Zoals een goudsmid een specialist is met goud. En dat woord heb ik zelf niet verzonnen. Begrijpt hij dan niet dat men het woord smid gebruikt om aan te tonen dat iemand op het hoogste niveau van zijn vak is gekomen. Ik ben nu eenmaal expert met mijn vingers dus ben ik vingersmid.

          Ik zal het hem maar vertellen dat ik naar de paardenrennen ga, niet om te winnen, maar om enkele winnaars wat lichter te maken. Alleen maar winnaars, geen sukkelaars, zo ben ik niet. Och Soter toch, nu moet je me niet beledigen, ik betrapt? Een zakkenroller betrappen ze, maar een vingersmid? Nooit! Moest jij geen vast gebit hebben, ik zou het uit je mond kunnen halen en nog zou je me niet betrappen. Jij probeert mij bang te maken Soter, maar eigenlijk bent jijzelf bang van die politieagent. Die politieman kan niets meer. Oké, hij heeft alles netjes opgeschreven en nagekeken op de doordruk. Maar ik zal Soter geruststellen. En die twee notitieboekjes van blaaskaak laten zien. Dat was het simpelste karweitje dat ik ooit gedaan heb. Die agent kan ons niets meer, hij heeft geen namen, geen adres, geen nummerplaat, niets. Begrijp je nu waarom ik het fijn vind om gewaardeerd te worden. Zo, Soter zet me hier maar af. De rest doe ik wel te voet, en nogmaals bedankt voor de rit.

          Dat was een fijne vent die Soter. Ik zal die boekjes maar verbranden, want indien die terug bij de politie terechtkomen zullen we er niet goed van zijn. Zeg, die agent daar op zijn motor met zijn zwaailicht aan, heb ik die al niet eens eerder gezien? Die gaat precies achter Soter aan. Die goeie Soter.

 

08-04-2020 om 10:24 geschreven door Bart

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
07-04-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.skibak volledig verzonnen.

DE SKIBAK.

 

Ik wilde met ons Marie gaan skieen, maar wat moesten we met bonbon doen? Alleen thuis blijven deed ze niet en een ander wilde ze niet tot last zijn. Ze zou met ons mee gaan. Ondanks hare reumatiek.

"Desnoods doen ik heel de dag terrasjes en ik neem een brei mee," had ze nijdig gezegd, ze wilde persé mee. We reden dus met ons drieën naar Turkije. Het nieuwe wintersportgebied is volop in opgang, vooral Kalkaya werd ons aangeraden. Dat ligt tussen Ankara en Istanbul.

Juist over de grens van Turkije vraag ik aan bonbon: "Moet jij een stuk cake hebben?" Geen antwoord. Ons Marie, die naast mij zat, dacht dat ons bonbon sliep en keek daarom vluchtig achterom. Die liet me daar een krijs! Ze deed me zo verschieten dat ik in één trek op het tweede baanvak zat. Gelukkig was de autostrade verlaten die dag.

Ons Marieke, volledig van slag begon te stotteren: "Ons ma, ons ma die hangt daar zo raar, helemaal scheef en met hare mond open. Die is toch niet dood zeker." Ik parkeerde op de pechstrook, stapte uit en deed de achterportier open. Ons bonbon lag helemaal scheef gezakt in haar zetel. Ik voelde aan haar pols, hield een spiegeltje voor haar mond en…. Inderdaad, bonbon zat dood in de auto. Wat moest ik doen? Zover van huis in Turkije nog wel, ik zou niet weten hoe ik dat moest uitleggen in het Turks. Ons Marie wilde onmiddellijk terug naar huis. Daar kon ik mee inkomen. Dus ik zei tegen mijn schatje:

"Laat ons de skie's in de auto leggen en dan kan ons ma in de skibak. Daarna rijden we stilletjes terug over de grens. Eens dat we terug over de grens zijn kunnen zijn we tenminste terug in de EG.” Ik en ons Marie, trekken bonbon uit de auto en legden de ski’s achter op de bank. De skibak stond inmiddels op de grond naast ons en we legden bonbon op haar rug. Oei, daar ze reeds stijf was en in zithouding was gestorven, konden we haar knieën niet meer naar beneden krijgen en het skideksel bleef zo een vijftien centimeter openstaan.

“Ik breek ze in twee,” riep ik, maar toen kreeg ik woorden met ons Marie. Ze wou daar niet van weten. Plots had ze toch een goede inval:

“We leggen ze op haar zij. Dan is het precies schootje liggen gelijk vroeger met pa,” Dat was schoon gezegd van haar. We keerden onze auto en reden vlekkeloos over de Turkse grens terug Oostenrijk binnen. Het ging goed.

“Nu we terug in de EEG zijn hebben we toch geen douaneposten meer,” zei ons Marie, “dus we rijden door tot in België en dan hebben we geen zever met al die paperassen voor het buitenland."

Allemaal goed en wel maar ik had al vijftien honderd kilometer gereden. Dus ergens in Duitsland bleven we overnachten. De dag daarop reden we verder huiswaarts en zo een driehonderd km verder, begon mijn vrouw weer te krijsen.

“Wat is er nu weer?” riep ik verontwaardigd.

"Onze skibak, ons ma, ze hebben onze skibak gepikt!"

Ik zet me onmiddellijk op de pechstrook en waarachtig ze was weg, met skibak en al.

Ik had het moeten aangeven in Duitsland, ik weet het, maar dat heb ik niet gedaan, ze zouden me toch niet geloofd hebben. Trouwens hier in België was het al zo moeilijk. Eerst bel ik de veldwachter. Die stuurt me naar de commissaris. Van de commissaris naar het gemeentebestuur, de dienst bevolking. Dus ik uiteindelijk bel naar de bevolking. Daar zeggen ze me dat ik een aangifte van overlijden moet laten invullen door de dokter, maar dat was nu juist het probleem, de dokter wilde geen aangifte invullen. Hij moest bewijzen hebben, hij moest persoonlijk kunnen vaststellen dat ons bonbon echt overleden was en vermits dat ze verdwenen was kon hij geen attest geven.

Ik had nog een aangifte van diefstal kunnen doen, maar een aangifte van diefstal, daar doen ze toch niks meer voor, alleen maar opschrijven en klasseren.

Vandaag de dag ben ik er nog altijd niet klaar mee. Ik heb er serieuze problemen mee en hier spreken ze allemaal Vlaams, hoe had ik dat in het Duits moeten uitleggen? Of in het Turks? Daarstraks wilde ik haar nog aangeven als vermist, maar dan gaat een mens eens nadenken. Een lijk dat mist men eigenlijk toch niet hé en welke waarde moet ik daar dan op plakken. Sommige mensen willen voor een levende schoonmoeder nog geen halve sou geven, laat staan voor een dode. Dan dacht ik: waarom laat ik alles niet gewoon zoals het is. Er is toch niemand buiten wij die haar missen, maar wat moet ik dan met haar pensioen dat de overheid nog altijd blijft opsturen?

 

07-04-2020 om 10:01 geschreven door Bart

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)


Inhoud blog
  • GEDICHTENBUNDEL
  • Dromen
  • Op naar mijn pensioen
  • Alles komt goed.
  • 7 Magere jaren
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Archief per week
  • 15/02-21/02 2021
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 17/08-23/08 2020
  • 03/08-09/08 2020
  • 27/07-02/08 2020
  • 20/07-26/07 2020
  • 13/07-19/07 2020
  • 25/05-31/05 2020
  • 18/05-24/05 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!