en keek ernaar!
Naar wat? Naar de bakermat van de multiculturele revolutie!
Het begon, voor mij tenminste, in de zomernachten van 1968. Een nachtclub had plots een Tunesische portier als jobstudent of wat daarvoor moest doorgaan. Ik geloof niet dat er toen al een statuut voor jobstudenten bestond. In elk geval, de man deed de job voortreffelijk en hielp op die manier zijn studies betalen. Studeerde geneeskunde in ons land. Briljante, intelligente jongeman.
Op motorpatroulle tijdens de warme zomernachten hielden we al eens stop voor een babbeltje met hem. Werd zelfs een goede vriend. Babbelde over Tunesië, welk mooi land dat was, en voor mijn ogen zag ik al wuivende palmbomen en exotische stranden. Misschien was hij Moslim, misschien ook niet. Over religie werd tenminste nooit gepraat en dat was ook wel het laatste waar we aan dachten.
Een en ander moet er wel toe hebben bijgedragen dat onze eerste vakantiebestemming Tunesië werd. En inderdaad
het wàs ook mooi. Prachtige hotels en zandstranden langsheen de kust, maar eens daar buiten leek je op een andere planeet te komen: een dorre planeet waarop de zon zo meedogenloos brandde dat je die als blanke op termijn niet meer begroette als vriendin, maar als vijandin!
De bevolking viel wel mee. Zo vriendelijk als alle arme volkeren nu eenmaal zijn.
Een ouder stel toeristen troonde ons af en toe mee naar de kleine nederzettinkjes in de bergen, waar we dan gezellig babbelden met de inwoners. De eenvoudige huisjes hadden meestal één enkele kamer, waarin alles op de grond gebeurde: eten, slapen, koken
Bij een van die families werden we binnengevraagd voor een lekkere kop warme chocolade. Durfden we niet afslaan. Binnen werd een petroleumbrandertje op de grond gezet en aangestoken om water te koken. Water
jawel! Water gekookt met wat cacaopoeder. Melk kwam daar niet aan te pas! Blijkbaar onbetaalbaar.
Nu, die mensen hadden weinig, maar gaven veel en we zorgden er altijd wel voor wat spulletjes bij te hebben om ze cadeau te doen.
Ik stelde daarbij ook vast dat de gesprekken tussen toeristen en Tunesiërs nogal dikwijls rond hetzelfde onderwerp draaiden:
- In ons land zouden jullie het toch veel beter hebben hoor! Waarom komen jullie eigenlijk niet naar België? En die mensen watertandden als ze hoorden wat wij wel allemaal hadden en hoeveel we verdienden.
Ik had toen al sterke twijfels bij dergelijke gesprekken, die schering en inslag bleken tussen toeristen en inwoners! Voelde me er niet goed bij! Kon niet zeggen waarom, maar ik vond dat dit niet hoorde.
En die twijfels kwamen niét voort uit racisme. Niét omdat ik dacht dat ze ooit ons land zouden innemen, maar gewoon twijfels over of ze het dan écht wel beter zouden hebben in ons land van regen, mist en koude. Ver van hun stralende zon en hemelsblauwe lucht. Ver van het warme en heldere water van hun zee. Ver van de geborgenheid van hun volkscultuur. Misschien, in onze ogen, een voorbijgestreefde cultuur, maar ze waren gelukkig zondermeer. Tenminste, zo lang ze zich niet door toeristen lieten ompraten!
Wel, ik denk dat onder andere dààr de start werd gegeven voor de Islaminvasie die we hier nu kennen! Want de Tunesiërs waren toch wel de eersten om hier poolshoogte te komen nemen. Omgepraat door Europese toeristen, en later aangemoedigd door onze staat om de industrie te helpen aanzwengelen daar waar onze jongeren liever in bed
en in gebreke bleven.
En die allereerste Tunesiërs waren wel oké. De eerste generatie tenminste toch. Maar het nieuws verspreidde zich snel in Noordafrika. Men begon er goud te ruiken! Domme toeristen wakkerden de vlam nog wat aan en de rest laat zich raden!
De tweede generatie waren ook al lang geen zulke lieverdjes meer! Hadden de armoede in hun eigen land nooit gekend, vonden de betrekkelijke luxe die ze hier te beurt viel normaal of eerder ondermaats, en werden door de ouders toch volgens hun eigen waarden, maar met vreemd geld opgevoed. In een vreemd land. In een vreemde cultuur. Ver van hun eeuwig stralende zon. Helemaal ontheemd en ontworteld.
Is het te verwonderen dat het allemaal is gaan ontsporen? Maar het hek was al helemààl van de dam toen de staat allerlei tegemoetkomingen ging doen zoals de Islam als officiële religie erkennen en zwaar sponsoren, en
een antiracismewet invoerde: óns probeerde te doen integreren in die voorbijgestreefde cultuur
hen daarmee een duidelijk signaal gevend dat niet wij, maar zij een superintelligent ras waren en wij dat voorbeeld maar best konden navolgen! En dat viel niét in dovemansoren!
Toén pas waren er geen grenzen meer voor die tweede en latere generaties! En blijkbaar speelden zelfs de scholen het spelletje mee door Islamleraren en meer van dit moois aan te stellen om de nieuwe beschermelingen toch vooràl niet in ONZE cultuur te doen integreren. Dit laatste zou trouwens niet meer dan normaal zijn geweest: diens brood men eet, diens woord men spreekt! Tenminste, zo zou een Vlaming denken in den vreemde. Maar wij zijn blijkbaar een dom ras in de ogen van onze leiders. En van die mooie Vlaamse zegswijzen hebben ze blijkbaar ook geen kaas gegeten! Liever vinden ze er nieuwe uit, zoals zonderhaatstraten.
Ja
vijftig jaar geleden stond ik er wel bij toen het allemaal begon, keek er wel naar, maar had nooit kunnen vermoeden dat het een dergelijke omvang zou nemen. Nog minder had ik kunnen vermoeden dat onze politici dergelijke kortzichtige stommelingen waren!
We hadden helemààl geen nood aan gastarbeiders! We moesten enkel maar onze eigen jongeren uit bed zien te krijgen! Overbepampering door liefhebbende ouders bestraffen! De ouders op hun verantwoordelijkheden wijzen! Kindergeld blokkeren zo lang ze die verantwoordelijkheden niet namen! Dat was de enige gezonde mogelijkheid geweest. Maar dat was er nou nét teveel aan om bij die jongeren ook nog stemmen te kunnen ronselen! En dus werd die laatste kans gemist door politici die eigen belang boven het belang van het volk stelden.
Zou, in die verwennende en lui makende opvoeding, de vrouwenemancipatie misschien ook een grote rol hebben gespeeld? In elk geval zien we nu het gevolg van een gemiste kans.
Een gemiste kans die het land totaal heeft doen verloederen.
Een gemiste kans die hoe langer hoe meer onomkeerbaar lijkt!
Back to the future? Neen! Forward to the past zijn we op die manier aan het doen!
Willy.
|