Bewust_zijn
mijn levensvisie
13-08-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Elisardo.

Fred had het weten waar te maken om in de gunst te komen van een Spanjaard. En dat was heel vreemd verlopen.

Elisardo (die Spanjaard) was met zijn vrouwtje huisbewaarder in de enorme villa van een simpele schrijnwerker die het wél had weten waar te maken een alom vermaard postorderbedrijf uit de grond te stampen en nu zijn geld niet meer op kon.

In een impulsieve bui had hij dan ook maar een origineel schilderij van Pieter Breughel aangekocht voor (in de jaren zeventig) vijftien miljoen frank. Het ding hing in zijn villa en was niet op doek, maar op een houten plank geschilderd. Was “Nederlandse spreekwoorden” geloof ik als ik me goed herinner.

Maar onmiddellijk al stelde zich een probleem: hij kwam enkel maar elk weekend naar de villa, en wou in geen geval dat dieven er met dat kostbare stuk vandoor gingen. Het was dan wel elektronisch beschermd met een luide alarmsirene op het dak van de villa, en Elisardo woonde er ook wel, in een afzonderlijk gebouwtje, maar Elisardo zette wel graag eens een stapje in de wereld. En zijn vrouwtje… tja, die zou al weinig kunnen uitrichten tegen dieven.

En toen hoorde de eigenaar van het fenomeen ‘commissaris Hongermaat’. Een en ander had als gevolg dat Fred op een mooie dag bij Hongermaat op het matje werd geroepen, de sleutel van de villa in handen gestopt kreeg, met de opdracht dat elke patrouille elke nacht moest controleren of het schilderij er nog hing. Want diefstal van een Breughel schilderij was wel het laatste wat Hongermaat kon gebruiken in zijn ‘spergebied’.

Later, toen we die ‘timmerman’ beter leerden kennen, deelde hij ons ook mee dat de frigo’s vol staken met ‘frisdranken’(hm) en dat hij ze elk weekend weer leeg wilde aantreffen. Waar we natuurlijk geen boodschap aan hadden!

En zo kwam Fred dan in contact met Elisardo, die tot zijn vreugde ook heel erg geïnteresseerd was in de Vlaamse kroegjes. Het werden dus goede toogvrienden, maar er was een probleem: Elisardo sprak redelijk goed Frans, maar verstond geen Nederlands. Maar daar zou Fred nu eens iets aan doen zie!

Eerste zinnetje: “Hallo, ‘k heb dorst”. Het kostte Fred wel een paar uur om hem dat helemaal met Vlaams streekaccent te leren uitspreken, maar dat had hij er wel voor over.

- Wat betekent dat? Vroeg Elisardo.

- Dat betekent ‘Goede avond’ antwoordde Fred heel onschuldig.

En ze gingen op kroegentocht. Fred, als ware gentleman, liet het eerste woord natuurlijk aan ‘de vreemde’, en dat liep bijzonder goed. Zó goed dat Elisardo tegen het eind van de tocht helemaal was ingenomen met de Vlaamse kroegjes: “Hier vragen ze niet eens of je wilt drinken, maar ze vullen al meteen je glas van zodra je goede avond zegt!”

Wat er later met het schilderij is gebeurd weet ik niet, maar het werd natuurlijk een onhoudbare toestand voor ons. We hadden andere dingen te doen dan alleen maar op de spullen van Pieter Breughel te letten en dat zag Hongermaat ook wel in.

Bovendien zat de verzekeringsmaatschappij de eigenaar ook al op de hielen: als dat ding dáár bleef hangen wilden ze het niet langer verzekeren.

En de spreekwoorden verhuisden met de stille trom. Hongermaat weer gerust.

Onze job zat er op, maar dat belette Fred en Elisardo niet om verder van de Vlaamse lessen te genieten. Het leuke Spaanse vrouwtje alleen achterlatend.

Even nog speelde ik met de gedachte om dat dan maar een beetje te compenseren door Spaanse les te gaan volgen bij het bloedmooie, maar helaas dikwijls eenzame vrouwtje van Elisardo. Maar ach, zo’n prille liefde verstoor je toch niet hé? En trouwens, haar eenzaamheid was niet mijn verantwoordelijkheid.

Willy.

13-08-2011 om 09:14 geschreven door Willy


Categorie:Fictie 03
» Reageer (1)
03-08-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.The Beach Boys.

Jaren tachtig… de Beach Boys, toen al een legende, zouden een concert geven op het strand tegenaan het Zwin. De burgemeester had me al op zijn bureel gevraagd en samen hadden we een ‘plan de campagne’ opgesteld. Parkeerverbod hier… eenrichtingsverkeer daar… Allemaal goed en wel, maar waar zou het publiek parkeren? Het was een zondag midden in de grote vakantie, en de badstad was dan sowieso al oververzadigd.

Hij keek me hoopvol aan, denkend dat ik een parkeertoren uit de mouw kon schudden, maar dat kon ik nu juist niet.

- Eh… die grote weide van u misschien? Vroeg ik langs mijn neus weg.

- Ben je gek? Je weet toch welke problemen we kregen toen ik dat eens deed voor het golftornooi?

Natuurlijk wist ik dat. De groene jongens waren toen in alle staten geweest! Hadden die weide op voorhand onderzocht met loupe en microscoop en daar voorwaar enkele onooglijke ‘zeldzame’ plantjes in gevonden! Daar mochten zéker nooit auto’s parkeren!!! (Wijsvingertjes vermanend omhoog). Dat daar dagdagelijks koeien graasden en de plantjes vertrappelden was blijkbaar géén probleem! Gewoon idiote bemoeizucht van lieden die niks anders hadden te doen.

- Jawel, maar toén hadden we toelating gevraagd!

- Bedoel je, niét vragen?

- Inderdaad, burgemeester! Ik kan wachten met de wegwijzers naar de parking tot een paar uur voor het evenement. Wie niet weet niet deert.

- Prima idee. We wagen het er maar op. En, by the way, de BRT komt filmen met een helikopter, maar de piloot vraagt een landingsplaats dicht bij het evenement, maar waar geen publiek kan komen want hij kan niet de hele tijd zijn heli in het oog houden. Wat dacht je van de zwemkom die niet meer gebruikt wordt?

- Lijkt me ruim genoeg en is afgesloten. Dat moet lukken. Geeft u hem de sleutel? (De zwemkom was persoonlijk eigendom van de burgemeester).

- Neen! Ik geef niemand de sleutel. Alleen maar aan jou. Kom hem maar halen bij mij thuis en geef hem niet uit handen. Ook niet aan die piloot. Hij moet jou maar opzoeken als hij wil gaan vliegen.

Een paar maanden verstreken en die zondagmorgen waren ik en Fred reeds vroeg op post om de manschappen te verdelen. Even later hoorde ik het plop plop van de heli en spoedde me naar de zwemkom. Heli netjes binnen het domein van de zwemkom geparkeerd, piloot en BRT cameraman uitgestapt en de deur van het complex netjes achter hen gesloten.

Het werd 11 uur en ik werd toch wat ongerust. Een zondag midden in het seizoen verdorie! Ik was benieuwd of er veel ‘normale’ toeristen zouden binnenstromen, maar kon vanaf deze locatie natuurlijk de invalsweg niet zien. Ik vervloekte dat het niet in mijn mototijd gebeurde, want dan was ik snel even heen en weer kunnen rijden. Ik wist namelijk perfect dat wat je om 11 uur zag binnenrijden, tekenend was voor de grootte van het publiek dat je die dag mocht verwachten. Aan de hand van die informatie zou ik misschien nog meer maatregelen moeten nemen. Maar verdorie, ik kon niet weg hé?

Maar daar deed zich plots een gelegenheid voor! Daar kwam die helipiloot afgelopen en wenkte me al van ver.

- Wil je ons even binnenlaten in de zwemkom? We gaan even de omgeving filmen vanuit de lucht alvorens het publiek toestroomt.

- Okee, ik ga met je mee. Maar zeg… heb je soms geen plaatsje vrij in de heli?

- Jawel hoor! Achteraan zitten een cameraman en een verslaggever. Vooraan heb ik nog plaats. Wil je mee misschien?

- Graag. Tenminste, als het niet teveel gevraagd is ook eens over de N49 te vliegen om te zien wat er zoal binnenkomt.

- Geen probleem. Dat kun je zelfs van hier zien als je voldoende hoog gaat.

En zo vloog ik even later molenwiekend de lucht in en kon tot mijn opluchting vaststellen dat het inkomend verkeer eerder matig was. De publiciteit over de Beach Boys had blijkbaar zijn werk gedaan: wie er niet in geïnteresseerd was bleef maar weg voor die ene zondag.

En nét op dat moment riep Fred me op met de radio en vroeg waar ik was.

- Recht boven je! Antwoordde ik. Keek naar beneden en zag zijn figuurtje daar staan op het kruispunt waar ik hem verlaten had. Ik hoopte dat hij omhoog zou kijken, maar hij had niets van mijn antwoord begrepen. Begrijpelijk, want het plop-plop binnen in een heli is oorverdovend en smoort elk stemgeluid!

Maar de piloot had het door, grijnsde even, en gebaarde van ‘wacht maar even…’ En floep, de heli zakte als een baksteen en bleef nét een vijftal meter boven en naast Fred hangen! En grijnzend keek ik hem aan en gaf hem een teken: ‘binnen vijf minuten ben ik bij je’. En hup, in geen tijd zaten we weer op 300 meter hoogte en kon de cameraman zijn werk beginnen.

Dat was de eerste anekdote van het bezoek van de Beach Boys. Maar het mooiste moest nog komen!

Het werd namiddag, de Beach Boys waren al gearriveerd en het concert was begonnen. Fred en ik liepen wat onverrichterzake rond en werden aangesproken door een koppel journalisten van Het Nieuwsblad.

- Naar we vernamen hebben jullie hier de leiding over het verkeer, heren?

- Jawel, antwoordde Fred gretig, maar ik voelde al argwaan. Was ook meer dan Fred journalisten gewoon en wist dat ik verdomd goed op mijn woorden moest letten. Die lui zoeken namelijk geen onbevooroordeelde berichtgeving, maar wél sensatie. Maar het was te laat! De argeloze Fred zei:

- Zin om even rond te rijden en de verkeersmaatregelen te bekijken?

- Graag!

- Ai! Dacht ik. Nu verdomd goed opletten wat ik zeg! En gretig stapten ze in onze politiewagen en reden we ze rond. Wijzend op eenrichtingsverkeer, parkings en ander moois dat ze kon interesseren.

- Mooi uitgewerkt heren! En, wat ik vragen mag, wat is er voorzien voor ná het concert, als al die mensen tegelijk weer moeten vertrekken?

En daar maakte Fred de fout van zijn leven! Natuurlijk hadden we daar helemaal rekening mee gehouden en natuurlijk zou het allemaal van een leien dakje lopen, maar die stomme Fred zag kans om, humoristisch bedoeld, te antwoorden:

- Oh dát? Dat is van later zorg hoor! First things first!

- Lap! Dacht ik. Dáár zullen ze wel iets van maken! Stomme Fred ook!

En inderdaad, de volgende morgen kwam Fred, het Nieuwsblad onder de arm, het kantoor binnengewandeld. Aan zijn gezicht kon ik al direct zien dat wat ik gevreesd had, waarheid was geworden.

Het Nieuwsblad had namelijk een heel artikel gewijd aan de verkeersregeling… nogal lovend… maar dan… die laatste zin: “De Hoofdinspecteurs Claeys en Deloddere hebben werkelijk aan alles gedacht, uitgenomen aan het feit dat het publiek die avond ook nog moest vertrekken!”

Wel, als ik Fred, op het ogenblik dat ik dat las, had kunnen wurgen, dan had hij nu zeker niet meer tot de levenden behoord! Na alles wat je hebt gedaan om het hele zooitje in goede banen te leiden, dan dát moeten lezen in de krant? Foei Fred!

Voor al wie dit leest heb ik dan ook maar één raad: blijf zo ver als mogelijk weg van journalisten, en als dat niet mogelijk is, let drommels goed op je woorden! Want ze zijn er niét om jouw persoontje te verheerlijken. Ze weten drommels goed dat niemand daarin geïnteresseerd is.

Je afbreken daarentegen… dáármee halen ze hun leescijfers!!! Prent dat maar allemaal goed in het hoofd, en vanaf morgen zul je de kranten wel op een andere manier lezen en interpreteren.

Willy.

03-08-2011 om 09:07 geschreven door Willy


Categorie:Fictie 03
» Reageer (0)
01-08-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De kermiskoers.

13.30 uur. Fred en ik maakten ons klaar om naar de koers te gaan die om 14.00 uur startte. Onze mototijd hadden we al een tiental jaar achter de rug, we waren nu beiden hoofdinspecteur, en hadden nog maar eens de leiding over een ‘kermiskoersje’. Niet meer met de moto natuurlijk, maar met een Jeep.

Ik grabbelde nog snel naar mijn lijst met de verkeerstekens die ik deze morgen had laten plaatsen en stak hem in een plastic hoesje. Fred deed hetzelfde met de lijst van de ingezette manschappen.

Jeep gestart, en we konden onze controleronde beginnen. Wee diegene die nog niet op zijn aangewezen plaats stond, en wee mijn twee gemeentearbeiders als er verkeerstekens verkeerd geplaatst waren!

Maar gelukkig, alles was weeral eens in orde… chapeau medewerkers! En we kwamen bij de startlijn, waar de renners al opgesteld stonden. We reden eerst nog enkele ronden achter de renners aan voor alle zekerheid, moést er nog ergens een probleem opduiken. Daarna parkeerden we de Jeep op een plaatsje dat we hadden voorbehouden, tegenaan de aankomst.

Willy Van Laar, een fruit- en groentehandelaar die als hobby de wielerwedstrijden versloeg, zag ons al komen en riep in de micro: ‘En daar zijn dan weer onze twee hoofdinspecteurs die alles telkens weer in goede banen weten te leiden. Is alles in orde op de omloop heren?”

Ja, welke hekel we daar ook aan hadden, we waren nu wel verplicht om naar hem toe te gaan en enkele woorden in de micro te spreken.

Om zijn tijd te vullen had Van Laar de vervelende gewoonte om mensen te interviewen en soms idiote vragen te stellen. En zo kwam het dat hij me vroeg:

- Zeg eens, Willy, het publiek staat daar nooit bij stil, maar hoeveel extra verkeerstekens moesten vanmorgen worden geplaatst om alles veilig te kunnen laten verlopen?

Gosh! Ik had ze niet geteld, maar hield hem de lijst voor de neus.

- Kijk maar en reken zelf maar uit hoeveel er staan!

Prompt barstte een luid gelach en applaus los van de toeschouwers aan de overzijde van de straat achter de nadar afsluitingen. En Fred verdween plots proestend achter de microwagen. Wat viel hiér nu mee te lachen? Was er iets mis met die verkeerstekens? Had ik iets verkeerd gezegd?

Maar Van Laar had het alweer over een ander en leuker onderwerp, want daar klonk het heel suggestief uit de luidsprekers: “ En voor een EERLIJK pintje moet je in café Mimosa zijn…” We vonden het altijd grappig dat hij de ‘h’ van heerlijk nooit uitsprak. Dáár zou het publiek beter eens mee lachen!

Nog steeds niet begrijpend zocht ik even later Fred op, die nog altijd rood aanliep, en van de commotie blijkbaar ook dorst had gekregen.

- Wel, waar zat jij nu weeral?

- Wat denk je, nemen we een Eerlijk pintje? Negeerde hij mijn vraag.

- Okee, maar waar was al dat gelach voor?

- Weet ik veel! Mensen moeten niet veel hebben om te lachen hé?

- Maar jij lachte ook mee! En dat doe je nog! Deed ik wat verkeerd?

- Helemaal niet. Hier zijn we aan café Mimosa. Stop met zagen en kom drinken!

Nog niet helemaal op mijn gemak trad ik binnen en legde de lijst uit mijn handen op de toog, waaraan een vijftal mannen zaten.

Zjoefff… alle blikken draaiden naar mijn lijst en bleven er aan kleven.

Hoofden bogen zich voorover.

Halzen rekten zich uit.

Net giraffen!

En toen keek ik ook even naar die lijst. Tenminste, naar de achterkant van het doorzichtig plastic mapje, want ik had hem ondersteboven gelegd.

En ik keek recht op… een schitterende naaktfoto!

Die had Fred er stiekem achteraan ingestopt net vóór we vertrokken.

Met die vent moest je dan toch ook altijd ogen op je rug hebben!

En mijn ogen? Die schoten nog maar eens vuur naar die onverbeterlijke kwelgeest.

Willy.

01-08-2011 om 09:58 geschreven door Willy


Categorie:Fictie 03
» Reageer (0)
24-07-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De verkeerscabine.

Commissaris Hongermaat was nog maar eens in alle staten. Er werden handtassen gestolen. Zomaar op straat. Zomaar in ZIJN stad! Zijn versterkte burcht leek aan het wankelen te gaan! Wàt hij er ook maar tegen probeerde in te zetten, het lukte niet.

Het gebeurde zowat altijd na de laatste avondvertoning van de bioscopen. De dader mengde zich tussen het uitstromend publiek, zocht zich een slachtoffer, rukte haar de handtas van de schouder en ‘verdween’ gewoon. Leek in luttele seconden in rook opgelost te zijn.

En die morgen lag het zevende proces-verbaal ter ondertekening op het bureel van Hongermaat. Ondanks alles wat hij al had geprobeerd bleef de dader toeslaan! Hij had al undercover agenten ingezet op bepaalde dagen en bepaalde plaatsen, maar op dié dagen en plaatsen gebeurde dan niets.

Nu was hij het beu en greep naar zijn laatste redmiddel: Fred en ik. Zijn geheim wapen. En dit keer kwam hij ons zélf, in hoogsteigen persoon, opzoeken in de garage, waar we net onze moto’s aan het poetsen waren.

- Ofwel kent de dader veel van onze agenten, dus ook in burger, ofwel observeert hij heel grondig de omgeving alvorens toe te slaan. Vond Fred.

- Mogelijk. Maar die kerel moet gesnapt worden. Ik wil geen ongedierte in MIJN stad. Hebben jullie soms ideeën?

- Mijn eigen auto in de omgeving parkeren en afwachten misschien? Opperde Fred. Maar ik vond dat niet zo’n goed idee.

- Als die kerel inderdaad enige tijd vóór het einde van de voorstelling in de buurt rondhangt zullen twee mannen in een auto hem zéker opvallen!

- Ook waar. Zei Fred. Waar in Gods naam zouden we ons kunnen verschuilen?

En daar ging me plots een licht op! Er stond een verouderde en niet meer gebruikte verkeerscabine op een druk kruispunt. Bovendien een paar meter verhoogd om rondom zicht te hebben op het verkeer. Vanuit die cabine kon je de verkeerslichten regelen als de automatiek het eens niet meer kon bolwerken. Maar die automatiek was in de loop der jaren fel verbeterd, en de cabine was al jaren niet meer gebruikt. We hadden er wél de sleutel van. Bovendien had je vanuit die cabine zicht op drie bioscopen in twee verschillende straten. Juist dié bioscopen die voor de dader het aantrekkelijkste waren. Een betere observatiepost konden we ons niet dromen.

- De verkeerscabine! Gooide ik er uit. Van daaruit hebben we een prachtig zicht.

- Goed gedacht, zei Hongermaat, maar iedereen heeft ook zicht op jullie! Er zijn rondom ruiten.

Dat was ook waar. Maar ik bleef me aan het idee vasthouden.

- Zeg… als we nu eens deden alsof de cabine binnenin moet herschilderd worden?

- Wat bedoel je dààr nou mee?

- Wel, veel mensen die hun interieur herschilderen of zo, hangen soms ook voorlopig krantenpapier voor de ruiten om inkijk te verhinderen?

- En?

- Wel, als we nu, terwijl we toch in overall staan, die ruiten eens gingen behangen met krantenpapier? Vanavond scheuren we er dan een aantal gaten in en kunnen zien zonder gezien te worden. Dat krantenpapier zal toch niemand opvallen!

- Prima idee. Vond Hongermaat. En quasivenijnig voegde hij er aan toe:

- En vanaf vanavond zitten jullie elke avond vast in die cabine en komen er niet uit vóór de dader gevat is.

- En eh… als we hem wél vatten? Hangt er voor ons dan iets aan vast? Deed Fred leep.

- Elk twee extra rustdagen!

- Deal! Zei Fred. Daarvoor kunnen we het doen. Vóór de week om is krijg je de dader op een presenteerblaadje.

Al in de vooravond, om niet op te vallen, betrokken Fred en ik onze ‘stelling’, gewapend met verrekijkers. Gewoon in uniform. We zaten toch onzichtbaar, en bij eventuele actie kon ons uniform misverstanden voorkomen.

Drie avonden niets. De vierde avond viel ons een jongeman op die nogal veel op en neer wandelde en duidelijk alles in de gaten hield: de auto’s, de portieken, zijstraten… maar aan de verkeerscabine schonk hij geen aandacht.

- Zouden we soms beet hebben?

- Goed in de gaten houden die kerel!

Cinema ‘Princes’ liep uit. Op hoogstens 50 meter van ons. Goed uitkijken nu. Er kwamen eigenlijk maar een twintigtal mensen buiten. Blijkbaar was de film niet zo’n succes. Ze verspreidden zich in zowat alle richtingen. Een oudere dame en een meisje kwamen onze richting uit en sloegen de hoek van de andere straat om, zodat we ze nog steeds konden blijven volgen. Het meisje was niet interessant voor ons. Jonge meisjes lopen nu eenmaal niet met schatten in de handtas rond. De oudere dame leek op dat gebied interessanter.

- Hé, waar is die kerel nu? Heb je hem nog gevolgd?

Neen dus! Onze aandacht was eventjes afgeleid door de bioscoop die leegliep, en plots leek de jongeman verdwenen.

En toen, terwijl we de dames scherp bleven in het oog houden, kwam hij plots, als vanuit het niets, uit tegengestelde richting afgewandeld. Waar verdorie was die kerel plots uitgekomen? Uit een portiek? Hoedanook, we stonden beiden op scherp! De adrenaline gierde ons door het lijf.

We hielden de adem in toen hij de dames naderde. En… beet! In één ruk had hij de handtas van de oudere dame en rende ermee weg. In onze richting!

De deur van de cabine vloog open, we sprongen de zes trappen af, maar toch was hij ons al voorbij. Er achteraan dan maar. Een blik over de schouder leerde hem dat de politie achter hem aanzat, en hij versnelde zijn loop.

Ik was wat jonger, lichter en fitter dan Fred, en liep daardoor vooraan, maar wanhoopte! Die kerel was waarschijnlijk een sporter, en zéker een spurter. Ik zou hem nooit kunnen inhalen! Maar toen deed hij de stommiteit van zijn leven: stak de brede straat over. Mijn hersenen draaiden op volle toeren: hoe kon ik voordeel halen uit die situatie? Meetkundelesjes uit de lagere school schoten me door het hoofd. De straat veranderde in een lange rechthoek. Hij stak nagenoeg haaks over. Zijn afstand naar het einde van de rechthoek was dus een korte + een lange zijde. Als ik zelf heel schuin overstak en een diagonaal vormde, dan was mijn afstand naar het eind van de rechthoek een stuk korter hé?

Over mijn schouder zag ik dat Fred wél overstak. Preciés wat we nodig hadden om hem in te sluiten!

En nét zou ik aan mijn diagonaal beginnen, toen de dief zijn tweede fout maakte: hij liep nu aan de andere kant, en keek naar mij. En natuurlijk léék ik hem voorbij. Ik had immers nog niet gedwarst! En hij liep er in: dacht dat ik sneller liep dan hij, keerde zich om en liep de andere kant uit… maar daar was Fred! Die had in een fractie van een seconde ook gezien wat er gebeurde en was in een portiek gesprongen. En nét toen de dief hem zou voorbijlopen, sprong hij er uit, vuist naar voor gericht. En de arme jongen liep récht op de ijzeren vuist van onze Fred! Een hevige bloedneus tot gevolg.

Toen we binnenliepen met onze geboeide buit kon het Fred niet schelen of Hongermaat al dan niet te bed lag. Hij pakte de telefoon en belde hem op.

- Euh… commissaris? De buit is binnen hoor! Wilt u niet vergeten om morgen onze twee extra rustdagen op de agenda te plaatsen?

Het kon Hongermaat al evenmin schelen dat hij uit bed was gebeld, want oef! Zijn versterkte burcht was weer ongediertevrij. Nu kon hij weer gaan dromen van elfjes en kaboutertjes.

Ja, dàt was nog eens een commissaris die zich bewust was van zijn taak en nooit zou rusten zo lang er van enige onrust sprake was in de stad. En bovendien ook altijd weer in die opzet slaagde!

Maar euh… in alle bescheidenheid: hij had dan ook een paar geheime wapens!

Willy.

24-07-2011 om 10:30 geschreven door Willy


Categorie:Fictie 03
» Reageer (0)
15-07-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zoete wraak.

Een druilerige dag en een druilerige avond. De regen bleef maar komen en toen het rond een uur of zes begon te duisteren vond Fred het welletjes. We reden de moto’s binnen en gingen er nog een paar uurtjes te voet op uit.

Een paar winkelstraten op en af gewandeld, een babbeltje hier en daar, en vooral onze tijd proberend door te komen.

En toen liepen we voorbij het open uitstalraam van een viswinkel. Een heerlijke (nou ja…) geur van gekookte wulken streelde verleidelijk onze neus. En nu moet ik eerlijk zeggen… eigenlijk vind ik die zeeslakken ook wel lekker zo vers uit het kookwater, en de geur wás verleidelijk, zoals ze daar in die kookpot lagen te pruttelen in verse groentjes en kruiden. Maar het denken aan zo’n walgelijk slijmerig kruipend beest houdt me er toch telkens weer van af ze op te eten.

Bovendien zijn die dingen zo taai als wat en heb je een half uur kauwwerk om er eentje binnen te spelen. Tegen dan heeft mijn walging het al lang gewonnen van mijn goesting.

Fred daarentegen was er gek op, en kon de winkel niet voorbij. Hij kocht er dan ook een portie van in een plastic doosje. En heerlijk kauwend en smekkend liep hij door. Tussen twee wulken door liet hij me weten:

- Zeg, als we nog iets moesten tegenkomen neem jij wel het woord hé? Want met zo’n beest in mijn mond gaat het praten me niet af.

- Geen probleem! Maar er begon zich al een duiveltje te manifesteren in mijn hoofd. Zo eentje helemaal in het rood en met een vervaarlijke drietand in de hand.

En mijn kans kwam. Van ver zag ik een meisje afkomen op een onverlichte fiets. Ik stootte Fred aan en wees naar haar.

- Jij doet het woord hé? Vroeg Fred.

- Natuurlijk!

Gerustgesteld stak hij de laatste hete wulk in de mond, stapte van het voetpad en deed het meisje stoppen. Ze stopte en keek hem vragend aan. Hij draaide zich om, keek waar ik bleef, maar ik had me omgekeerd en stond belangstellend een etalage te bestuderen. Het duiveltje in me was de oesters van enkele weken geleden aan het wreken.

Achter me hoorde ik een gestamel en gestotter…

Beschamend! Echt beschamend dat ze bij de politie geen personeel nemen dat behoorlijk kon praten vond ik. Daar zouden ze toch wel eens iets aan mogen doen!

Beter maar doen of ik die vent niet kende leek me de enige mogelijke strategie.

Na afloop, toen het meisje alweer was doorgereden, mét verlichting dit keer, kwam hij op me af.

- Ehwel kieken? Jij zou toch het woord voeren?

Ik negeerde de vraag, keek hem vrolijk aan en lachte:

- Weet je waar ik nu eens écht goesting naar heb zie? Naar een hele grote schotel vol met oesters! En óf die zouden smaken!

En toen snapte hij het. Heeft me nooit nog oesters laten aansmeren.

Willy.

15-07-2011 om 08:30 geschreven door Willy


Categorie:Fictie 03
» Reageer (1)
14-07-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sexueel misverstand.

De zoon van een heel gekende kunstschilder woonde in een villa in onze gemeente. Hij was ook al een vijftiger, en zoals het in de high society hoort, gaf hij af en toe wel eens een receptie. Waarop dan de schilderijen van zijn beroemde pa, en ook enkele van hemzelf, ‘toevallig’ tentoongesteld werden.

Of er ook van verkoop sprake was zou ik niet weten. Die lui laten immers hun rechterhand niet zien wat de linker doet.

Ter gelegenheid waarván de receptie doorging wist ik niet, maar hij verwachtte heel veel gasten en had ons gevraagd een oogje in het zeil te houden. De laan waar hij woonde was niet zo breed en bij voorgaande recepties waren verkeersproblemen gerezen door wildparkeerders. Dus vroeg hij ons of we de wagens reglementair wilden helpen parkeren. Was dat tot 1 km ver van de villa, dan moest dat maar. De high society liep dan wel niet graag te voet, maar als het moest, dan moest het maar.

Toen we aankwamen stonden al een achttal wagens geparkeerd op zijn grote oprit, en we hoefden niet te kijken welke het waren. Die waren we al meer tegengekomen bij andere gelegenheden, en de nummerplaten kenden we zowat uit het hoofd. En inderdaad, een paar Nederlandse en enkele Belgische nummerplaten op Mercedessen en BMW’s. Eén ervan was ons echter vreemd. Een nieuw eendje in de bijt?

Fred en ik keken mekaar even grijnzend aan. Gewiekste luxehoertjes die een graantje kwamen meepikken bij de aanwezige mannen, al dan niet vrijgezellen. ‘escortdames’ heette dat dan in de hogere kringen. En ja, die konden toch niet met een Trabantje of ‘deux-cheveautje’ afkomen hé? Zou veel te veel opvallen tussen al dat chique gedoe!

Ze moésten dus beroepshalve wel met dure auto’s rijden.

Maar al spoedig hadden we onze handen vol aan het netjes laten parkeren van de ‘normale’ genodigden en schonken er verder geen aandacht meer aan, al viel het wel op dat het pubiek hoofdzakelijk mannelijk was.

Toen iedereen binnen was belden we aan om te melden dat we vertrokken.

- Knap gewerkt, heren! Mag ik jullie een glaasje champagne aanbieden?

- Dank u wel, meneer, maar dat lijkt ons geen goed idee. Zo in uniform tussen al uw gasten!

- O maar, jullie hoeven niet bij mijn publiek te komen hoor, kom, ik wijs even de weg.

We volgden hem rond de villa naar achter, waar de keukendeur wijd open stond.

- Dat is mijn zoon, zei hij, wijzend op een jongeman in witte kokskledij en dito muts.

- Een prima kok. Hij zal jullie wel even bedienen. Laat het u smaken en doe alsof jullie thuis zijn.

En na deze woorden verdween hij weer naar zijn gasten. De zoon bleek erg goed mee te vallen, maar was licht gehandicapt hoorden we aan zijn trage manier van spreken en zijn eigenaardige, wat slepende gang.

Toch bleek hij een koksdiploma te hebben behaald aan een bekende school, want het diploma hing aan de muur naast het imposante fornuis.

- Een glaasje champagne, heren? Nodigde hij uit.

- Ja, dat zal wel smaken. Onze dienst zit er toch op!

Maar oei! De champagne bleek vergezeld te gaan van de obligate oesters, en als er nu één ding is dat ik niet moet, dan zijn het wel die ‘fluimen van de zee’! Bah!

Ik nipte wat aan de champagne om tijd te winnen en liet toen met veel weerzin één zo’n fluim door de keel glijden, moeite doende hem niet onmiddellijk terug uit te spuwen. Het ergste van al was dat ik moest doen alsof het me heerlijk smaakte, want de jongen stond erbij en keek er belangstellend naar. Fred keek er ook naar, maar eerder met leedvermaak. Hij wist wel dat ik die dingen niet lustte.

Maar toen klonk luid rumoer in de gang achter de keuken, waarop de trap naar de bovenverdieping uitkwam. De jongeman opende nieuwsgierig de deur, en ik maakte snel van de gelegenheid gebruik om mijn overgebleven oesters in de vuilbak te gooien. Saved by the bell! Zonde van die dure dingen, maar ja, als je het niet binnenkrijgt, dan gaat het niet hé?

Het rumoer was ondertussen heviger geworden en de jongen stond een beetje beteuterd in de open keukendeur te kijken. Een koppel kwam ruziënd, deels in het Engels, deels Frans en deels héél slecht Nederlands de trap af. De heer kreeg ons in het oog en stevende recht op ons af!

- What do you think abouth this, gentlemen…?

- Ah non hein! Tat kaat zo niet! Sneed ze hem de pas af en kwam naar ons toe.

- C’est vraie quandmême messieurs? Beetje poep en nie betaal! Dat kan tok niet?

Nadat we ze allebei, elk in hun eigen taal want ze begrepen elkaar niet, wat hadden kunnen kalmeren, bleek dat de Engelse heer even van haar ‘diensten’ gebruik had gemaakt, maar deed of zijn neus bloedde toen ze wou betaald worden.

Tja… daar stonden wij dan! Hoe konden we tussenkomen als prostitutie sowieso verboden is?

Maar we werden een tweede maal gered door de bel. De jongen was om zijn vader gelopen en nu verscheen die in de keuken. En uiteindelijk bleek alles op een misverstand te berusten.

Hij had aan de ‘gegadigden’ onder zijn gasten uitgelegd dat ze ongestoord met de dametjes konden rollebollen, en dat hij de rekening achteraf wel zou betalen.

Aan de dames zélf had hij dat niét uitgelegd, want die kenden zijn werkwijze wel. Helaas was hij vergeten dat er een nieuwkomertje tussenzat. En nog wel een behoorlijk keffertje!

Ze excuseerde zich bij de Engelsman en bij ons en droop een beetje beschaamd af, op zoek naar ander cliënteel.

En eindelijk konden we ongestoord van onze Champagne genieten.

- Nog een glaasje en snackje, heren?

- Graag, zei Fred. Maar geef mijn portie oesters maar aan mijn collega. Die is daar verzot op.

Mijn blikken schoten vuur naar de heel onschuldig kijkende Fred. Hadden mijn ogen hem kunnen wurgen, dan was hij zéker ter plekke gesneuveld.

Wat wél lukte was mijn:

- Eh… sorry, neen, liefst geen oesters meer. Ik moet namelijk nog naar een familiefeestje!

- Maar Willy toch, jij die zo graag oesters lust! Probeerde Fred nog. Maar het lukte hem lekker niet!

- Nou ja, als hij naar nog een feestje moet, dan maar niét hé? Of toch?

- Neen hoor! Dankjewel!

Oef! Op wraak zinnend reed ik even later achter Fred aan. Zwerend het hem betaald te zetten. En óf me dat lukte, en nog wel heel spoedig daarna! Maar dat is weer een ander verhaal dat jullie nog tegoed hebben.

Met alle Chinezen, maar niet met dendeezen!

Willy.

14-07-2011 om 09:07 geschreven door Willy


Categorie:Fictie 03
» Reageer (0)
12-07-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Schipbreuk (2).

OPGELET! Vervolg van gisteren. Scrol naar beneden voor deel 1.

-o-o-o-o-

Mijn dienst ving aan om 9 uur, en ik zat aan de ontbijttafel. Hoorde een ziekenwagen met huilende sirene voorbijrazen. Normaal, want ik woonde dicht bij de kliniek.

Twee minuten later weer een, en nog vijf minuten weer. Niét meer normaal. Er moest iets ergs gebeurd zijn.

Tien minuten later stond ik in het politiekantoor en hoorde het: een schip gestrand. Hongermaat was er zelf al heen met een paar mensen en had al instructies gegeven dat we zodra onze dienst aanvatte, naar de Zeedijk moesten komen.

Het was eind november en nog miezerig weer na de storm van die nacht. Normaal zie je dan geen sterveling op de dijk, maar nu leek het wel topseizoen. De hele stad stond op de dijk naar een schip te staren dat onwezenlijk dicht bij de dijk (het was vloed), tegen een golfbreker aan lag te zwalpen...

Hongermaat zag ons komen en riep ons bij hem.

- Vooral op de rijbaan blijven. Kijklustigen op de voetpaden houden en niemand dubbel laten parkeren. Anders komen hier ongelukken van.

In het kort legde hij ons uit wat er gebeurd was: de bemanning had het schip midden op zee verlaten door toedoen van… de wagen van de reinigingsdienst van de stad!!!

- Die sufferds zagen een vuurpijl en gingen een beetje met hun lichten flitsen om aan te tonen dat hier de kust was! Alsof die zeelui dat niet wisten! Maar die dachten natuurlijk dat hier redding was en verlieten hun schip!

- Zijn ze gered?

- Drie wél; twee verdronken en aangespoeld. Nog ééntje vermist.

- Maar.. dat schip ligt dan wel wat schuin, maar lijkt toch nog zeewaardig? Kijk maar, de machine draait zelfs nog. Er komt rook uit de schoorsteen.

En inderdaad, de machine draaide nog steeds in vrijloop, en het schip lag ongestuurd en wat besluiteloos op en neer te zwalpen. Tegen de middag trok het water af en bleef de kiel netjes in het zand steken.

- Tegen vanavond ligt het helemaal droog en kun je er rond lopen!

- Arme drommels! Waren ze aan boord gebleven dan hadden ze zó kunnen uitstappen op het strand. Zonder zelfs maar natte voeten! Merkte ik op tot Fred.

Ondertussen was het parket al ter plaatse gekomen en werd een en ander vluchtig aan nader onderzoek onderworpen. Hongermaat maakte zich los uit het groepje ‘gerechtsheren’ en kwam naar ons toe.

- Jullie moeten niet terugkomen vanmiddag. Het schip zal vannacht helemaal droogliggen en moet bewaakt worden tegen nieuwsgierigen en souvenirjagers. Er zal iemand van het loodswezen aan boord zijn, maar die is natuurlijk noch gewapend noch bevoegd. Neem contact op met hem en blijf dan rond het schip hangen. Laat niemand dichtbij komen.

’s Avonds arriveerden we bij het schip en liepen het strand op. Een beetje onwennig liepen we rond het donkere gevaarte. Hoe bel je nu aan bij zoiets? Een voordeur is er natuurlijk niet, laat staan een bel! Hoe maak je de bewaker wijs dat je aan boord wilt?

- Maar even goed op de romp bonzen met de vuist? Of… met die steen daar?

En ja hoor! Dat had meteen het vereiste resultaat. Een ladder werd uitgezet en we klommen aan boord.

- Kom er in heren. Ik heb de machine gestopt, maar de hulpdiesel laten lopen. Zo hebben we licht.

- Hé, terwijl we hier toch zijn, kan ik even een kijkje nemen in de ingewanden? Vooral de machinekamer lijkt me wel interessant.

- Natuurlijk! Antwoordde de man van het loodswezen, en hij loodste ons het hele schip door, blij niet langer alleen te zijn.

Alles was piepklein maar ingenieus ingebouwd. Piepklein kombuisje, piepkleine mess, piepkleine kooien voor de bemanning, piepklein douchekamertje. Alles leek ook zo veilig, zo vredig en intact, en ik probeerde me in te denken in de geest van de bemanning, pas vierentwintig uren geleden, op dit schip dat toen zware slagzij maakte en overgeleverd was aan de wilde golven. Uiteindelijk was het toch maar een klein scheepje en het moet drommels hard tekeer zijn gegaan in die storm van gisteren. Zó hard dat eigenlijk een verkeerd beeld van de ‘noodtoestand’ moet zijn ontstaan bij de bemanning. Een onvergeeflijke fout eigenlijk, maar achteraf en op het droge is dat makkelijk zeggen!

Het zal je maar overkomen: een intact en veilig schip verlaten om dan om te slaan in een reddingsvlet en te verdrinken, terwijl het verlaten en stuurloze schip je braafjes volgt naar de veilige kust! Hallucinant!

En toen opende hij de deur naar de machinekamer. Whaauw! Ik stond perplex. Na al die kleine lokaaltjes te hebben afgelopen leek dit wel een kathedraal! Een monsterachtig grote Diesel grijnsde ons van benedenaf toe.

- Zo eentje past niet in je auto hé? Gekte de bewaker, en hij klauterde de metalen trap af.

- Volg me maar.

Wantrouwend bekeek ik de trap. Eigenlijk een metalen ladder, loodrecht naar beneden, maar nu bovendien ook nog in in een min of meer schuine stand door de ligging van het schip. Bovendien zo vettig als wat. Maar mijn nieuwsgierigheid won het, en ik volgde hem naar beneden en bewonderde dat enorme monster van een motor.

Even later stonden we weer aan dek, en liepen nog eens tot aan de boeg, alles nieuwsgierig bekijkend. De luiken naar het ruim waren allemaal van buitenaf goed afgesloten.

Toen kwamen we aan het voorste luik.

- Hé, zei Fred. Dat slot lijkt open!

En inderdaad, de ijzeren staaf die door een beugel moest steken, hing daar los te slingeren aan een ketting.

- Hé, vroegen we de loodsman. Is dat normaal?

Hij kwam naderbij en keek verwonderd.

- Dat kan toch niet? Dat moet normaal stevig geborgen zijn. Zéker in het noodweer van vannacht!

Met zijn drieën probeerden we het luik op te heffen. We kregen het een paar centimeter omhoog. De loodsman lichtte met zijn zaklamp tussen de spleet.

- Hé, dat luik lijkt vanbinnen vastgemaakt met een touw! En met zijn zakmes kon hij nét het touw doorsnijden en konden we het luik openen en naar binnen kijken.

Drie zaklampen schenen op een ordeloze hoop ijzeren buizen, die inderdaad allemaal naar de kant tegenover ons waren gerold.

- Eigenaardig, vond de loodsman, de sjorringen bekijkend die, althans aan onze kant, allemaal netjes vast zaten.

Toen gleed de straal mijn zaklamp naar de andere kant, waar de buizen tot bijna bovenaan het ruim waren gerold, en scheen recht op een arm en een hand.

- Verdorie! Daar ligt iemand.

Snel riepen we onze centrale op en vroegen om een ambulance en een kraanwagen. ASAP! (As Soon As Possible).

Een kraanwagen op dit uur bleek niet bereikbaar, maar ik vroeg om dan maar een paar takelwagens van garages op te roepen; onder andere die van Alfons, de handige Harry die ooit een knoop aan mijn motor naaide. Die zou in ieder geval wel raad weten. Ondertussen verwijderden we een aantal andere luiken, zodat het ruim grotendeels bloot lag.

De takelwagens verenigden hun krachten en slaagden er in voldoende buizen weg te trekken, zodat we bij het levensloze lichaam konden. Morsdood natuurlijk. Helemaal verpletterd onder de dikke stalen buizen.

- Dié zullen we wel niet meer met een knoop tot leven kunnen wekken. Merkte Alfons droevig op.

Bij latere identificatie bleek het om Marc te gaan, de man die al vermist was vóór het schip werd verlaten.

Toen de volgende dag alle buizen werden gelost met ondertussen ter plaatse gekomen zwaar materiaal, werd in een der buizen ook nog een groot pak drugs gevonden, wat tot de ware toedracht leidde en tot een aantal arrestaties.

Kompanen van Marc, havenarbeiders in Spanje, van waar het schip kwam, hadden die drugs in een der dikke buizen vastgekleefd. Marc moest, even vóór het schip binnenliep, de drugs gaan uithalen en verbergen in zijn kooi. In de haven van Antwerpen had de bende namelijk geen kompanen en Marc moest blijkbaar andere wegen hebben gekend om de drugs verder te smokkelen.

Hij moet, ondanks het hondenweer, het ruim zijn ingeklommen, het luik vastgeknoopt van binnen uit zodat het niet kon worden meegesleurd met de wind, en de drugs willen gaan ophalen. Toen slingerde het schip naar links en viel hij in het donker tegen de hefboom aan die alle sjorringen aan één zijde verzegelde. En dat was, in combinatie met die hevige slagzij, voldoende geweest om de hele lading over zich heen te krijgen. De hele voorraad buizen had hem verpletterd.

En zo had marc, voor een pak drugs, zijn eigen doodvonnis getekend… en dat van drie van zijn makkers.

Drie doden die er niét waren geweest als ze gewoon op hun schip waren gebleven… en als de mannen van de reinigingsdienst even hadden nagedacht alvorens zonder nadenken met de koplampen te gaan flitsen.

VOOR ALLE DUIDELIJKHEID:

Hoewel ik het verhaal van de schipbreuk van de Nomadisch onder ‘fictie’ plaats, is het echt en gebeurd in 1968! Ook ons nachtelijk bezoek aan boord. Enkel Marc en de drugs zijn verzonnen. De omstandigheden zijn correct: verschoven lading, vuurpijlen, reinigingsdienst, en onbeschadigd vastlopen op het strand. Drie mannen verdronken, waaronder de kapitein en de stuurman. Twee anderen konden worden gered door een aantal toegesnelde en waarachtige helden, die dat zwemmend deden aan een lang touw in de schuimende branding. Na het lossen van de lading en enkele vergeefse pogingen kon het schip enkele dagen later vrijwel onbeschadigd weer vlot worden getrokken bij vloed.

Coasters zie je tegenwoordig niet meer. Verdrongen door het vrachtvervoer dat nu onze wegen stukrijdt! We hebben véél te goede wegen aangelegd en daar heeft de vervoersbranche handig op ingespeeld.

Willy.





12-07-2011 om 08:33 geschreven door Willy


Categorie:Fictie 03
» Reageer (0)
11-07-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Schipbreuk (1)

Moeizaam ploegde de Nomadish, een kleine coaster, zich bij nacht en ontij door de ziedende wateren van de ‘pas de Calais’. Golven sloegen met de regelmaat van de klok over de boeg, maar moedig zette het scheepje door, ondanks de zware storm. Het vervoerde een hele lading dikke stalen buizen met bestemming Antwerpen.

De roerganger stak een sigaret op en keek verveeld naar de enige kant waar nog iets te onderscheiden viel: de kust rechts van hem. Soms volledig in duister gewikkeld, dan weer doemden de ver verwijderde straatlantaarns van een badstadje op. Vóór zich uitkijken was vrijwel onmogelijk ondanks de hevig ronddraaiende glazen schijf in de voorruit, die de regendruppels door de middelpuntvliedende kracht afdreef.

Het raam bleef dan wel doorzichtig, maar het regen- en zeewatergordijn tussen boeg en brug was dat helemaal niét. De roerganger moest dan ook volledig op de instrumenten varen.

- Nog enkele uren en we kunnen de scheldemonding opdraaien en in alle rust naar Antwerpen varen. Dacht hij.

Toch was hij, ondanks het hevig slingeren, helemaal gerust. Het schip kon tegen een stootje. Had ergere stormen meegemaakt en zijn bemanning nooit in de steek gelaten.

Het schip slingerde nu helemaal naar links. 15 graden… 20 graden… toen bleef de naald hangen en verwachtte hij de terugkeer naar nul graden. Maar net op dit ogenblik hoorde hij een vreselijk lawaai in het ruim. De naald van de hellingmeter kwam niet terug maar kwam plots weer in beweging, in de verkeerde richting! 30° en meer! Dàt leek hem toch wel veel te link en in een reflex drukte hij op de alarmbel om de bemanning wakker te maken.

Nog geen minuut later verscheen de kapitein, in de stuurhut, zich moeizaam voortbewegend op het helemaal schuin liggende dek.

- Hé, wat gebeurt er?

- Ik weet het niet kapitein. Heb een hels geratel gehoord in het ruim. Kan onze lading verschoven zijn?

- Onmogelijk! Ik heb de sjorringen zélf grondig nagezien toen we vertrekkenklaar waren. En toch… je zou zweren…

Het schip kwam niet meer recht. Maar kapseisde gelukkig ook niet verder. Maar plots werden ze door een nieuw lawaai opgeschrikt: de zendmast bezweek onder die blijvende slagzij en windkracht en verdween overboord.

- Verdorie! Daar gaat ook onze antenne. Probeer de radio eens?

Wàt de roerganger ook maar deed, de radio bleef stom.

- Een SOS uitzenden kunnen we dus ook al niet meer!

- Vaart minderen kapitein?

- Neen. Ze blijft blijkbaar doorvaren ondanks die zware slagzij. Je weet nooit wat ze zal doen als we de snelheid aanpassen. Hou het maar zo en verwittig de machinekamer om vooral niets te proberen.

- Aye aye kapitein.

Twee bemanningsleden die geen dienst hadden waren nu ook op de brug verschenen en werden op de hoogte gebracht. De kapitein monsterde hen.

- Waar is Joop?

- Die heeft dienst in de machinekamer.

- Goed. En… Marc? Marc was er niet.

- Onmiddellijk zoeken! Ik wil iedereen, met uitzondering van de machinist, op de brug.

Het hele schip werd afgezocht, wat onder die hellingshoek geen sinecure was. Marc kwam niet boven water. De enige mogelijkheid die overbleef was dat hij, stom genoeg in dit hondenweer, aan dek gekomen was om een luchtje te scheppen, en er was afgegleden door de zware slagzij. De bemanning was natuurlijk onder de indruk maar er kon verder niets worden gedaan.

- Waar zitten we eigenlijk precies?

- Net over de Frans-Belgische grens. Nog een paar uur naar de schelde.

De kapitein staarde naar de hellingmeter, die twijfelend rond de 30° bleef hangen. Eerder geneigd om er over te gaan, dan eronder. De slagzij maakte het allemaal een beetje onwezenlijk. Niets bleek nog te zitten waar het hoorde te zitten. Daar bovenop kwam nog het slingeren en stampen. Zelfs voor doorwinterde zeebonken werd het allemaal een beetje teveel en een gemengde vorm van paniek en zeeziekte maakte zich van hen meester.

- Ik vrees dat noch het schip, noch wij dit niet lang zullen uithouden. Ik heb geen zin om nog meer levens op het spel te zetten. Schiet maar om het kwartier een rode vuurpijl af. Als er een ander schip in de buurt is stappen we over en nemen we de Nomadisch op sleeptouw.

Er verstreek een uur, maar er kwam geen respons op de vuurpijlen. En toen plots flitsten vanaf de kust twee felle lampen een paar keer aan en uit.

- Hé… zou daar hulp onderweg zijn? Schiet nog eens een vuurpijl af?

En ja, de vuurpijl werd beantwoord door opnieuw enkele lichtflitsen.

- Maar… dat komt van de kust? Hoe in ’s hemelsnaam?...

- Wat er ook van zij, daar zijn mensen, daar is hulp, en ik ben er lang niet zeker van of we de schelde zullen halen. Dan moeten we immers eerst door de branding en dat kan het schip niet meer aan met dergelijke slagzij. Roep de machinist naar boven. We verlaten het schip. Maak de sloep klaar.

Toen de machinist de boodschap ‘schip verlaten’ hoorde, zette hij snel de grote diesel in vrijloopstand en klauterde vliegensvlug de nu volledig schuinstaande trap op. De motor helemaal stoppen liet hij maar achterwege, want dit was een hele klus als je de normale procedures volgde.

- Mijn vel is belangrijker dan die boot! Vond hij.

Vijf minuten later zaten ze met zijn vijven in de reddingsboot en begonnen tegen de golven op naar de kust te peddelen. De lichten bleven af en toe flitsen als om hen de weg te tonen.

Maar toen kwamen ze in de branding, en sloeg het bootje om. Van de vermeende hulp was geen spoor te bekennen. Het was nu elk voor zich. Op leven en dood.

(Wordt morgen vervolgd. Anders wordt het veel te lang!)

Willy.

11-07-2011 om 09:08 geschreven door Willy


Categorie:Fictie 03
» Reageer (0)


Foto

Over mezelf:
Bouwjaar:
1941
Geboren:   Ja.
Geslacht:   Neen. 
                    Nog levend.
Adres:        Hier.
Beroep:      Levensgenieter.
Hobby's:    Veel.
Talen:         Ja. Vooral
                    betalen.
MEDEDELING:
Voor enkel politie-verhaaltjes, klik onderaan deze marge op 'fictie'.
Inhoud blog
  • Verblindingspolitiek.
  • Afgewend!
  • Charly's angels.
  • Nieuwe tijden.
  • Een nieuw jaar...
  • Nieuwjaar!
  • Kerst
  • Be happy!
  • Winterse gevoelens.
  • De bron van het kwaad.
  • Zondagse mijmeringen.
  • De illusionist.
  • Staken?
  • Herinneringen.
  • Nationalisme.
  • Ontdekkingsreis
  • Het septembergevoel
  • Jeugd.
  • Amateurs.
  • Nadenken.
  • Who did it?
  • Moord en brand.
  • Partnerbedrog?
  • Doordenkertje.
  • Kuddegeest!
  • De échte racist!
  • Mosselfestijn.
  • Arrogantie.
  • Ontroerend onschuldig!
  • Maatschappijkritisch.
  • Zomerhit.
  • Serenata.
  • Soelaas.
  • Mijn dag.
  • Greensleeves
  • Defilé.
  • Vrouw en maatschappij.
  • Beschamend!
  • Overdreven snelheid? ...
  • Sapristi!
  • Integratie.
  • Privatisering.
  • Koffiedik kijken!
  • Daar is ie dan!
  • Me-time.
  • Euh...
  • Levering!
  • Voor elkaar.
  • Nooit tevreden dan?
  • Reageren?
  • Bankstrategie.
  • Analfabeet?
  • Zeelucht.
  • La vie de Chateau!
  • Hedendaagse jeugd.
  • Thuisgevoel.
  • Levenskwaliteit.
  • Pasen!
  • Van frigoboxtoeristen...
  • Knokkeblues.
  • Perfectie!
  • Naweeën.
  • Volksmentaliteit.
  • Balconytalk.
  • Mijn nieuw stekje.
  • Welkom in Knokke!
  • Welkom in Knokke.
  • Afscheid van Oostende.
  • Nadere kennismaking.
  • Zondag!
  • Scannen!
  • Te gek!
  • Uitbollen!
  • Nog eens zwerfmail
  • Proef op de som.
  • Emotions.
  • Levenskunst.
  • Verhuismodus.
  • Euforie!
  • Dubbele namen.
  • Jonger dan je denkt.
  • Back to the roots!
  • Leve de vrede!
  • In den beginne...
  • Land van belofte.
  • Ik weet het niet...
  • Zeventien procent!!!
  • Dagdromen.
  • Gewenning.
  • Diversiteit.
  • De huidige generatie...
  • Schrijfseltje.
  • Geluid op hol.
  • De vierde dag.
  • Landverraad!
  • Aardbewoners (2)
  • Aardbewoners.
  • Magic Bullit?
  • Citroentip.
  • Nieuwe technologie.
  • Een nieuw jaar.
  • De facebookgeneratie!
  • Stil!
  • Kerst.
  • De nachtmis.
  • Woordenschat.
  • Tijdloosheid.
  • Interesses.
  • Arm Fientje!
  • Minderjarig gespuis.
  • Hersenen.
  • Wie durft?
  • Vrouwelijke rariteiten.
  • Ach die hippies!
  • Een hondenleven.
  • Gierig of efficiënt?
  • Vluchten voor wat?
  • Waar Welk Weer?
  • Nostalgisch tussendoortje.
  • Jezelf ontmoeten!
  • Muzikaal intermezzo.
  • Oorlogje spelen.
  • Streepje muziek?
  • Strangers in paradise.
  • Net gemist.
  • Scrollen maar!
  • Eerste resultaten.
  • Incognito!
  • Soms...
  • Winteruur.
  • Missen.
  • Eenzaam OF alleen?
  • Oktobergedicht.
  • Terreur.
  • Keyboard geleverd!
  • De oude tijd.
  • Gevonden...
  • Blogberichtje.
  • Jaargetijden.
  • Memoires
  • People.
  • Oktobermarkt.
  • Hygiëne.
  • Kommiezeslunsen.
  • Generatiekloven.
  • Vrolijk België!
  • Koken voor dummies.
  • ALS... (remake)
  • Als. (Herhaling)
  • Treintje spelen.
  • Peutercriminaliteit.
  • Foei!
  • Het Evasyndroom.
  • Hoezo?
  • Bewust zijn!
  • Levenslust!
  • Religieus gedicht.
  • Lonely boy?
  • Gezondheid!
  • Septemberse weeën.
  • Mens sana...
  • Blogberichtje.
  • Hugo Claus
  • Goed gevoel.
  • Reageren.
  • Vier 'heemse' kinderen?
  • De leeflonende leefloners.
  • Slim, niet mo-slim Japan!
  • Net gehoord...
  • Asociaal of wat?
  • Democratie.
  • Chinese pralines.
  • De kracht van humor!
  • Eenmanshuishouden!
  • Westerse bemoeiingen
  • De citroen (2)
  • Gratis opvang.
  • Jager of prooi?
  • Growing older 2013
  • Besnijdenis/verminking.
  • Goden of kosmonauten?(2)
  • Extremisme of boerenbedrog?
  • De zwarte raaf.
  • Goden of kosmonauten?
  • Indringers.
  • Stil verdriet.
  • Hersenen!
  • Feelings.
  • Ode aan de citroen.
  • Gesmolten inspiratie!
  • Amigos para siempre.
  • Verloederend gespuis.
  • Komkommertijd.
  • O zee!
  • Keramisch kookplezier.
  • Illegaal?
  • Religieus extremisme.
  • Verdraagzaamheid?
  • In de nor.
  • De 21° eeuw?

    Archief per maand
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010



    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek
  • waar schrijf je niet meer
  • hallo Willy
  • gelukkige verjaardag
  • waanzinnig waterige woensdagwensen
  • EOAI

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Laatste commentaren
  • Help (Dilara Ekrem)
        op Politieke feedback.
  • Bedankt voor de hulp, dokter Ajayi (Ceylan Balain)
        op Globalisatie.
  • Bedankt Dr Ilekhojie voor (Imelda Diamante)
        op Relativeren.
  • Black Magic Protection Specialist in Melbourne Psychic Voodoo Love Spell Caster Call ☎ +27765274256 Spells To Return Back Ex Lover (Sheikh Hussein)
        op Nieuwjaar 2011
  • Black Magic Protection Specialist in Melbourne Psychic Voodoo Love Spell Caster Call ☎ +27765274256 Spells To Return Back Ex Lover (Sheikh Hussein)
        op Nieuwjaar 2011
  • Blog als favoriet !


    Categorieën
  • Chico2 (19)
  • Chicofotos (25)
  • Computertips. (11)
  • Culinaire avonturen. (2)
  • Fictie 01. (10)
  • Fictie 02 (10)
  • Fictie 03 (8)
  • INHOUD BLOG. (6)
  • Kroniek van een overlijden. (19)
  • Kroniek van een overlijden2 (11)
  • rokershoekje (17)

  • Mijn favorieten
  • Lieve
  • Fredje
  • Johan1944

  • Interessante blogtips:
  • Febe


  • Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!